Reclamerecht  

IEF 532

gratis ideeën

FD van vandaag: Een creatief idee is geen cent meer waard. Artikel van Richard Smit over de ideeënhandel in de reclamewereld. "Wat ondenkbaar zou zijn voor architecten of accountants is voor reclamemakers heel gewoon. Ze geven - in de jacht op nieuwe opdrachten - hun ideeën gratis weg." Reclamebureaus die meedingen naar de opdracht dienen steeds vaker  de rechten op de ontwikkelde creatieve concepten en bijbehorende materialen over te dragen aan de opdrachtgever. Ook als ze de opdracht uiteindelijk niet krijgen.

Adverteerders zouden zo het risico op schadeclaims willen vermijden wanneer bureaus vergelijkbare concepten presenteren. Bovendien zijn ze bang dat afgekeurde ideeën aan anderen worden aangeboden. 'Alsof je in een winkel een mooi pak kiest en ze de andere pakken niet meer mogen verkopen.' Adverteerders kopen op deze manier niet meer de creatieve producten van een reclamebureau, maar het serviceapparaat.

Omdat het een internationale ontwikkeling is, kunnen Nederlandse reclamebureaus er  maar weinig aan doen. Brancheorganisatie  Vea waarschuwt aangesloten bureaus tegen bepaalde opdrachtgevers en komt binnenkort met een soort 'pitch checklist' om bedrijven te helpen bij een bureauselectie. Tijd voor een wet of een code? (of gewoon weer een heffing natuurlijk).

IEF 531

Politiek ontdekt RCC

Na kamervragen over 'De Hand Van God' en 'Dump Je Schatje' is het nu De Partij voor de Dieren die zich beklaagt over de RCC. "De PvdD  roept op tot een fundamentele discussie over het functioneren van de Nederlandse Reclame Code en de Reclame Code Commissie naar aanleiding van haar uitspraak dat spotjes van ProefdierVrij in strijd zouden zijn met de Reclame Code omdat er onvoldoende in duidelijk gemaakt zou worden hoe zwaar de voorschriften zijn voor het doen van dierproeven. Los van het feit dat veel is af te dingen op die voorschriften en de naleving daarvan, is het een goede gewoonte van de Reclame Code Commissie in het kader van de vrijheid van meningsuiting veel vrijheid te laten bij het uitdragen van denkbeelden."

Persbericht Pvdd. PvdD roept op tot discussie over werking Reclame Code Commissie nav uitspraak ProefdierVrij
17-06-2005

Amsterdam, 17 juni 2005 - De Partij voor de Dieren roept op tot een fundamentele discussie over het functioneren van de Nederlandse Reclame Code en de Reclame Code Commissie naar aanleiding van haar uitspraak dat spotjes van ProefdierVrij in strijd zouden zijn met de Reclame Code omdat er onvoldoende in duidelijk gemaakt zou worden hoe zwaar de voorschriften zijn voor het doen van dierproeven. Los van het feit dat veel is af te dingen op die voorschriften en de naleving daarvan, is het een goede gewoonte van de Reclame Code Commissie in het kader van de vrijheid van meningsuiting veel vrijheid te laten bij het uitdragen van denkbeelden.

 De Reclame Code Commissie lijkt die lijn met deze uitspraak te hebben verlaten en de Partij voor de Dieren acht dat een bedenkelijke ontwikkeling die grote gevolgen kan hebben voor de toekomst waar het gaat om het uitdragen van denkbeelden door organisaties die verandering nastreven van de gangbare praktijken op het gebied van bijvoorbeeld diergebruik.

Omdat de uitspraak van de RCC (waartegen overigens nog beroep open staat) vergaande consequenties kan hebben voor de mate waarin media bereid zijn boodschappen van de strekking zoals Proefdiervrij die uitdraagt uit te zenden,  is sprake van een belangrijk precedent.

Onlangs nog achtte de RCC zich in twee instanties niet bevoegd tot het doen van uitspraken over door de Nederlandse overheid uitgedragen denkbeelden, ten aanzien van de Europese grondwet, waarin de overheid met nadruk haar neutrale positie had verlaten, en tegenstanders van de grondwet uitmaakte voor mensen die “mythen en fabels” zouden vertellen. Merkwaardig genoeg lijkt ProefdierVrij met het uitdragen van haar denkbeelden met geheel andere maten gemeten te worden.

Omdat er voor het uitdragen van denkbeelden geen verplichte disclaimers bestaan (zoals bij bancaire en medische producten wel het geval is) is het een onredelijke eis om van ideële organisaties zoals Proefdiervrij te verlangen dat ze reclame zouden maken voor het strenge karakter van de eisen die aan dierproeven zouden worden gesteld, terwijl de organisatie nu juist ageert tegen het feit dat zulks niet of onvoldoende het geval is.

In het belang van de vrijheid van meningsuiting roept de PvdD daarom nu op tot inhoudelijke discussie over de werking van de Reclame Code Commissie en zal zich daartoe per brief tot de in de RCC participerende partijen wenden.

IEF 527

New kids on the block

J.J.C. Kabel, Rechter en publieksopvattingen: Feit, fictie of ervaring? Over de beoordeling door de rechter van commerciële communicatie, Rede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleraar in het Informatierecht, in het bijzonder Commerciële Informatie aan de Universiteit van Amsterdam op 17 juni 2005, Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever (2005). Volledige tekst, via de ivir, hier.

N.A.N.M. van Eijk, Zoekmachines: Zoekt en gij zult vinden? Over de plaats van zoekmachines in het recht, Rede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar in het Media- en Telecommunicatierecht aan de Universiteit van Amsterdam op 17 juni 2005, Amsterdam: Otto Cramwinckel (2005). Volledige tekst, via het ivir, hier.

IEF 518

citroentjesgeel

Het conflict tussen ANWB en Route Mobiel loopt al langer, er zijn zelfs kamervragen over gesteld, maar een rechter was er  tot nu toe nog niet aan te pas gekomen. Hoewel partijen het ook nog niet eens over het gebruik van de kleur geel (de ANWB bericht dat het kleurconflict binnenkort opgelost wordt, 'wij houden de kleur warm geel en Route Mobiel 'beweegt meer richting citroengeel’, maar Route Mobiel bericht met stelligheid dat zij haar kleur geel niet aanpast), betreft de door de ANbW aangespannen bodemprocedure alleen de misleidende reclame van Route Mobiel.

De kritiek van de ANWB richt zich op een aantal punten waarbij Route Mobiel zich vergelijkt met de Wegenwacht. Volgens de ANWB biedt Route Mobiel niet dezelfde diensten als de ANWB en maakt onjuiste (prijs)vergelijkingen voor de binnenlandse- en buitenlandse pechhulp. De claim van Route Mobiel dat zij de snelste en goedkoopste pechhulpverlener van Nederland zou zijn vindt de ANWB misleidend voor de consument.

‘Mensen komen terug naar de ANWB, want ze voelen zich misleid. Dat is slecht voor de branche’, zei ANWB-directeur Van Woerkom in de Volkskrant van vanochtend. Directielid Muller van Route Mobiel ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. ‘Wij nemen de kosten van het verplichte ANWB-lidmaatschap mee in onze prijsvergelijkingen. Dat doen we, omdat mensen hier niet onderuit kunnen.’  Persbericht ANWB hier. Klanttevredenheidsonderzoek Route M. hier.

IEF 517

adverteren met kredietpercentages

Aanbieders van financiële producten als leningen, hypotheken en verzekeringen krijgen te maken met nieuwe regels voor reclame. Door de nieuwe regels in Besluit financiële dienstverlening (Bfd) is het niet langer toegestaan om te adverteren met kredietpercentages waarbij rekening is gehouden met de fiscale aftrekbaarheid. Het besluit regelt ook dat adverteerders voortaan moeten vermelden hoe lang een actie duurt en wat het tarief na afloop is. Dat voorkomt agressieve reclames met tijdelijke tarieven. Lees hier het persbericht van de ministerraad.

IEF 516

Nog misleid in de spits?

Een Zweedse consumentengroep daagt de ook in Nederland opererende gratis krantenuitgever Metro International in Zweden voor de rechter. De groep maakt bezwaar tegen enkele edities van de Zweedse Metro waarvan de voorpagina er uitzag als nieuwspagina, terwijl het een advertentie was. De consumentengroep vind dat alle reclame als zodanig geafficheerd en herkenbaar moet zijn.  (Villamedia via AFP via editorsweblog.org)

IEF 515

Roken en open vuur verboden: het vonnis

Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Gravenhage, 13 juni 2005 LJN: AT7637, KG 05/581. Sigarenfabrikanten tegen de Staat der Nederlanden. Over deze zaak is redelijk uitvoerig bericht in de media, zie eerder bericht hier. Maar waar het in de krant als een overwinning voor de sigarenfabrikanten werd gebracht, blijkt uit het onderstaande vonnis dat ook hier twijfel de grote winnaar is, en dat de twijfelende voorzieningrechter niets anders doet dan de status quo handhaven tot de bodemrechter terzake oordeelt.

"De wetgever heeft met de invoering van de op 7 november 2002 ingevoerde wijzigingen in de Tabakswet onmiskenbaar beoogd alle tabaksreclame tot aan minimum te beperken. De wetgever heeft echter enkele uitzonderingen op het reclameverbod gemaakt, teneinde de handel van tabaksproducten niet onmogelijk te maken. De voorzieningenrechter moet zich bij het vormen van zijn oordeel afvragen of, naar alle waarschijnlijkheid, de bodemrechter - later oordelend - van oordeel is dat de huidige wijze van presentatie van de sigaren in dispensers op de toonbank al dan niet onder één van de uitzonderingen op het reclameverbod valt.

Tegen de achtergrond van hetgeen hiervoor is overwogen kan thans niet met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden aangenomen dat de bodemrechter deze wijze van presentatie, in de vorm van een blanco dispenser, zal verbieden dan wel zal toestaan.

De tekst van de Tabakswet is weliswaar duidelijk, doch is, voorzover hier van belang, afhankelijk van wat onder reguliere presentatie moet worden verstaan. Gelet op de inhoud van de Toelichting, met name de passage waarin verwezen wordt naar de wijze van presentatie, zoals te doen gebruikelijk in de afgelopen jaren, valt niet zonder meer te zeggen dat geen sprake is van een uitzonderingssituatie. Bovendien valt niet goed in te zien dat de wetgever onder reguliere presentatie alleen de presentatie in de normale schappen of rekken bedoeld heeft, temeer niet nu hij de nadruk lijkt te leggen op het in de afgelopen jaren gebruikelijke en afstand neemt van rare stuntachtige uitstalmethoden. Onder die omstandigheden acht de voorzieningenrechter het geraden de thans bestaande status quo te handhaven, totdat de bodemrechter terzake een oordeel heeft gegeven. Daarbij wordt ook een zekere belangenafweging in aanmerking genomen. Immers gedaagde is in de sinds de invoering van de wijziging van de Tabakswet verlopen tweeënhalf jaar slechts één keer door boete-oplegging handhavend opgetreden, terwijl de materiële belangen van eiseressen groot zijn. Onder die omstandigheden is het gewenst dat gewacht wordt tot de bodemrechter terzake oordeelt. Lees vonnis.

IEF 501

Roken en open vuur verboden

Het ANP bericht de voorzieningenrechter in Den Haag heeft geoordeeld dat sigarenfabrikanten voorlopig hun reclamehouders op de toonbanken bij benzinestations mogen laten staan. Eerder had de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) boetes opgelegd, omdat de fabrikanten de tabakswet zouden hebben overtreden door op de toonbank sigaren in dispensers te presenteren.

IEF 487

Deze maan wordt u aangeboden door...

Als er toch al de hele tijd kamervragen worden gesteld over reclame en reclamecodes, waarom dan niet eens over reclame vanuit de ruimte? Serieus, iIn Amerika is het al verboden, maar onze parlementariërs weten waarschijnlijk nog niet eens waartoe de ESA in Noordwijk in staat is, wanneer de subsidiekranen worden dichtgedraaid.

"The Federal Aviation Administration proposed to amend its regulations to ensure that it can enforce a law that prohibits "obtrusive" advertising in zero gravity. Objects placed in orbit, if large enough, could be seen by people around the world for long periods of time."

"Large advertisements could destroy the darkness of the night sky," regulators said. For instance, outsized billboards deployed by a space company into low Earth orbit could appear as large as the moon and be seen without a telescope, the FAA said. Big and bright advertisements might hinder astronomers. Currently, the FAA lacks the authority to enforce the existing law." (ABCnews)