Reclamerecht  

IEF 1001

U-bochtenwerk

In aansluiting op eerdere berichten (hier) over de verhuizing van nederlandse commerciele zenders naar media- en reclamevrijstaat Luxemburg bericht Dutchmedia dat staatssecretaris Van der Laan zou hebben gezegd te 'bezien' of aanpassing noodzakelijk is van wet- en regelgeving voor een gelijk speelveld tussen de commerciële Luxemburgse en Nederlandse zenders. ‘Met dit antwoord geeft Medy van der Laan uitleg aan de vraag van de VVD om de wetgeving rondom reclame in Nederland op het Luxemburgse niveau te verruimen.' Lees hier meer. Update volgt zodra het desbetreffende kamerstuk is geidentificeerd.
IEF 995

ondersteuning is toegestaan

De Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) heeft onlangs enkele duidelijke eisen voor sponsoring van patiëntenorganisaties door de farmaceutische industrie vastgesteld. Belangrijkste uitgangspunten zijn dat ondersteuning is toegestaan mits de afspraken transparant zijn, er geen exclusiviteit wordt bedongen, er geen reclame voor geneesmiddelen wordt gemaakt en de onafhankelijkheid van de patiëntenvereniging niet in het geding komt. Lees persbericht hier.

IEF 989

een krant voor zichzelf

Het Nederlands Dagblad bericht dat bij de RCC een is klacht ingediend tegen het Nederlands Dagblad. Een nog onbekende klager zou de slagzin 'De krant voor christenen' discriminerend vinden voor niet-christenen. De krant heeft zelf ook klachten binnengekregen. ,,Ongeveer tien. Deels van niet-christenen, maar ook van christenen die vinden dat wij met de slogan onderstrepen dat christenen andere mensen buitensluiten.'' 

Hoofdredacteur Peter Bergwerff acht de klacht kansloos en spreekt van een ”overspannen anti-discriminatiedenken''. “De Amersfoortse Courant schrijft voor Amersfoorters, het Nederlands Dagblad voor christenen. Daar is niets mis mee.'' Pieter Leendertse, de reclamemaker die de campagne ontwikkelde, noemt het interessant dat mensen zich door de slogan kennelijk buitengesloten voelen. ,,Maar christenen mogen natuurlijk gewoon een krant voor zichzelf maken, net als elke andere groep.  Het Nederlands Dagblad neemt de klachten wel serieus “het is niet onze bedoeling irritatie op te roepen.'' Lees hier meer.
IEF 984

Bewijs het maar eens.. (Hoog van de toren 2)

Met dank aan Marc van Wijngaarden, Arnold & Siedsmavoor het aanleveren van het vonnis: Rechtbank Haarlem, 23 september 2005, KG ZA 05-495. Pharmachemie tegen Merck. Sharp & Dohme. Vergelijkende reclame in octrooitwist.

De farmaceuten Merck Sharp & Dohme (MSD) en Pharmachemie zijn inmiddels goede bekenden bij de rechtbank. Sinds de registratie door Pharmachemie van generieke Fosamax (een veel verkocht merkgeneesmiddel van MSD voor de behandeling van osteoporose) zijn partijen op meerdere fronten verwikkeld in een juridisch gevecht. MSD is van mening dat de generieke registraties van Pharmachemie inbreuk maken op haar octrooirechten en dat de registraties niet hadden mogen worden verleend omdat zij niet "in wezen gelijkwaardig zijn" aan Fosamax (zoals vereist voor generieke registraties op grond van artikel artikel 10, lid 1, aanhef en onderdeel A (iii) van Richtlijn 2001/83/EG).

In een kort geding waarin door de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem op 12 juli 2005 vonnis is gewezen, werd beslist dat MSD onrechtmatig had gehandeld jegens Pharmachemie door het versturen van de brieven aan groothandels en apothekers waarin zij hen wees op de octrooirechten van MSD voor Fosamax zónder in die brieven te vermelden dat door de rechtbank Den Haag in een eerder kort geding was geoordeeld dat er een gerede kans bestaat dat de octrooirechten van MSD in de bodemprocedure nietig zullen worden geoordeeld.

Op 16 september stonden partijen weer tegenover elkaar bij de voorzieningenrechter in Haarlem in verband met brieven die door MSD waren verstuurd aan groothandels, artsen en apothekers.

In die brieven maakt MSD melding van "recente generieke varianten van Fosamax" (zonder daarbij de naam of de producten van Pharmachemie te noemen) en wijst zij op bepaalde mogelijk nadelige verschillen met Fosamax. In de brieven wordt onder meer gesuggereerd dat het effectiviteit- en veiligheidsprofiel van de generieke varianten mogelijk niet gelijkwaardig is aan Fosamax en gesteld dat MSD bezwaar heeft aangetekend tegen generieke registraties bij het College Beoordeling Geneesmiddelen (CBG).

Bij vonnis van 23 september oordeelt de voorzieningenrechter dat de brieven van MSD te beschouwen zijn als vergelijkende reclame en dat de brieven van MSD op een aantal punten misleidend zijn, met name wegens gebrek aan voldoende onderbouwing van de juistheid van de stellingen of suggesties van MSD in de brieven. Van de voorzieningenrechter mag MSD best vergelijken, zo lijkt het, mits zij de juistheid van die vergelijkingen maar voldoende kan onderbouwen. Daarvoor zijn verwijzingen naar wetenschappelijke studies kennelijk niet noodzakelijkerwijs voldoende.

De poging van Pharmachemie om MSD te laten veroordelen tot een rectificatie waarin ook de prijzen van Fosamax en de generieke producten van Pharmachemie worden vermeld, strandt. Zoals de voorzieningenrechter terecht opmerkt, is het niet de bedoeling van een rectificatie om (vergelijkende) reclame te maken. Zij veroordeelt MSD daarom tot een rectificatie die door haar wel redelijk wordt geacht. Lees hier het vonnis van 23 september. Lees hier het bericht dat eerder op IEForum verscheen over het vonnis van 12 juli 2005.

IEF 981

de onjuiste suggestie

Uitspraak Codecommissie CGR in kort geding,  K05.008,  Boehringer Ingelheim BV tegen GlaxoSmithKline BV inzake Seretide.

De klacht van Boehringer Ingelheim heeft betrekking op een aantal reclame-uitingen van GSK voor haar geneesmiddel Seretide. De Codecommissie is van oordeel dat de claims in de advertentie “Als u alleen kortademigheid bij COPD behandelt, wat mist u dan?”, “de bronchusverwijding voorbij”, “maakt daarmee een blijvend verschil, nu en in de toekomst” – mede gelet op de context waarin zij zijn gebezigd – suggereren dat de beroepsbeoefenaar ‘iets mist’, indien hij bij de behandeling van COPD geen combinatiepreparaat zoals Seretide voorschrijft. Ook wordt met deze claims de onjuiste suggestie gewekt dat andere geneesmiddelen dan Seretide (met name bronchusverwijders) onvoldoende zijn voor een adequate behandeling, dat behandeling met bronchusverwijders een achterhaalde therapie is en dat Seretide méér doet dan bronchusverwijders. Bovengenoemde suggesties zijn onjuist. Lees uitspraak hier.

IEF 944

Houdt het dan nooit op

Fok! bericht dat er weer een 'Talpa-logo' is opgedoken (zie eerdere berichten hier). Dit keer gaat het om een Nederlandse aanbieder van sekslijnen, 0906CASH.nl, die haar logo naar eigen zeggen al gebruikt sinds 2002. Volgens de eigenaar van het bedrijf wilde Talpa het logo in eerste instantie overnemen (een 'beschamend overnamebod'), maar schakelde de zender een advocaat in toen de onderhandeling stuk liepen.

"Volgens Klemans Groep B.V. intimideerde de advocaat hen. De advocaat zou geschreven hebben dat als Klemans Groep B.V. de publiciteit zou zoeken op een voor Talpa schadelijke wijze, dat Talpa het bedrijf volledig aansprakelijk zou stellen voor de daaruit voortvloeiende schade. Inmiddels heeft bedrijf, naar eigen zeggen tegen haar zin in, zelf ook een advocaat in de arm genomen. "Alsof wij hun logo gebruiken, terwijl het duidelijk andersom is. Het is alleen zo dat wij het logo gebruiken voor onze erotische diensten en Talpa voor de tv-zender." (Bron: Fok!)

IEF 934

Recept voor een procedure

O.a. de Telegraaf en het FD berichten dat vier farmaciebedrijven een procedure zijn begonnen tegen zorgverzekeraar Menzis, omdat deze huisartsen beloont als zij hun patiënten goedkopere varianten van cholesterolverlagers en maagzuurremmers voorschrijven. De vier farmaciebedrijven, producenten van duurdere medicijnen, vinden ook dat Menzis ongeoorloofd reclame maakt voor de generieke medicijnen omeprazol en simvastatine.

Menzis ontkent dat reclame wordt gemaakt voor omeprazol en simvastatine en verwijst naar een brief van de Inspectie voor de Gezondheidszorg die Menzis hierin gelijk geeft. Het kort geding dient maandag 3 oktober bij de rechtbank in Arnhem. Zie hier een persbericht van Menzis over doelmatig voorschrijven.

IEF 911

wie is de goedkoopste in het land?

O.a. de DFT bericht dat KPN Telecom een kort geding heeft  aangespannen tegen Pretium Telecom. Volgens KPN misleidt Pretium de consument door in reclames te stellen dat die bij dit bedrijf het goedkoopste uit is. KPN zou zich vooral ergeren aan de zogenoemde "laagste kostengarantie" van Pretium: Pretium betaalt het verschil dubbel terug wanneer een abonnee bij een andere telecomaanbieder goedkoper uit zou zijn. KPN stelt dat er geen rekening is gehouden met diverse  kortingen en dat Pretium deze garantie niet kan waarmaken.
 
"Ook wordt er niet bij verteld dat aan die zogenaamde garantie allerlei voorwaarden zijn verbonden", aldus de advocaat van KPN, J.P. Hustinx (De Brauw Blackstone Westbroek). "In feite is de zogenaamde laagste kostengarantie een holle kreet, waardoor de consument op het verkeerde been wordt gezet." De rechtszaak dient woensdag bij de rechtbank in Haarlem. Lees hier meer.

IEF 874

Geloof jij het

De Consumentenbond heeft een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie over de HotelGoldCard. In een advertentie van HotelGoldcard staat: “En alle hotelovernachtingen gratis! Geloof jij het?” De indruk wordt gewekt dat je na aankoop van de HotelGoldCard gratis, dus zonder betaling van kosten, zou kunnen overnachten in meer dan 1000 hotels.

De Consumentenbond vindt deze reclame in strijd met de waarheid, niet duidelijk en onvolledig en daarom misleidend. Algemeen directeur W. Stienen van HotelGoldCard verwerpt de kritiek. ‘We zijn wel degelijk heel duidelijk over onze voorwaarden. En het eten is niet duur, vanaf 20 euro voor ontbijt en diner'. De Reclame Code Commissie behandelt de zaak op 27 september. Persbericht consumentenbond hier. ANP-bericht hier.

IEF 857

daklozen van het recht

Rechtwaardig? De juridische bescherming van advertising properties in commerciële communicatie. Doctoraalscriptie Laura Fresco (zie ook hier), UvA, augustus 2005.

"Het is mijns inziens niet terecht om advertising properties bij voorbaat tot daklozen van het recht te bestempelen. Systematisch en inhoudelijk kunnen niet alleen taalkundige, maar ook visuele auditieve en wellicht zelfs conceptuele wervingsmiddelen ondergebracht worden in het huis van de intellectuele eigendomsrechten, waarbij ook de tijdelijke beschutting van art. 6:162 BW kan worden gezocht. Mits de fundamentele vrijheden van onze samenleving in het oog worden gehouden, is een dergelijke bescherming ook wenselijk.

Ik durf zelfs te verdedigen dat daarmee de economische en culturele ontwikkeling wordt gestimuleerd. Dat deze opvatting in juridische kringen niet door iedereen gedeeld zal worden, kan mij alleen maar verheugen. Ik hoop dat ik bij deze een aanzet heb gegeven tot een verdere discussie over de "rechtwaardigheid" van advertising properties." Lees hier alles.