IEF 22388
21 november 2024
Uitspraak

EUIPO wijst registratie van woordmerk Brasserie Astoria af

 
IEF 22382
21 november 2024
Uitspraak

Eiser is rechthebbende van woord- en beeldmerk

 
IEF 22384
21 november 2024
Uitspraak

Nietigverklaring beeldmerk Chiquita in categorie vers fruit

 
IEF 22165

Bunq maakt geen inbreuk op "Easy-merken" Easygroup

Rechtbank Den Haag 10 jul 2024, IEF 22165; ECLI:NL:RBDHA:2024:10136 (Easygroup tegen Bunq), https://delex.nl/artikelen/bunq-maakt-geen-inbreuk-op-easy-merken-easygroup

Rb. Den Haag 10 juli 2024, IEF 22166; ECLI:NL:RBDHA:2024:10136 (Easygroup tegen Bunq) Easygroup is actief in meerdere sectoren en houder van een aantal Uniemerken die worden voorafgegaan door het woord “EASY”. Bunq biedt voor bedrijven en consumenten verschillende abonnementen aan, waaronder “Easy Bank”, “Easy Money” en “Easy Green”. Easygroup vordert voor recht te verklaren dat Bunq door het gebruik van de eerder genoemde Easy tekens inbreuk maakt op de merken van Easygroup. In reconventie vordert Bunq nietigverklaring van een aantal Easy-merken van Easygroup. De rechtbank oordeelt dat de grafische elementen van de Easy-merken, in combinatie met de niet onderscheidende elementen ‘easy’ en de steeds beschrijvende tweede woordelementen, geen ab initio onderscheidende merken oplevert. Ten aanzien van normaal gebruik van de merken oordeelt de rechtbank dat het enkele gegeven dat er een elektrisch apparaat wordt gebruikt bij het afrekenen voor de dienst die onder het merk EASYCURRENCY wordt aangeboden, niet meebrengt dat sprake is van gebruik van het merk teneinde voor elektrische apparaten afzet te vinden of te behouden. 

IEF 22164

Rijschool gebruikt verwarrende handelsnaam

Rechtbanken 9 jul 2024, IEF 22164; ECLI:NL:RBNHO:2024:6914 (Verzoeker tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/rijschool-gebruikt-verwarrende-handelsnaam

Rb. Noord-Holland 9 juli 2024, IEF 22164; ECLI:NL:RBNHO:2024:6914 (verzoeker tegen verweerder). Deze zaak betreft een geschil tussen twee rijscholen. Verzoeker heeft haar rijschool sinds 2010, terwijl verweerder pas recent is gestart in 2024. Verzoeker en verweerder bedienen met hun rijschool grotendeels dezelfde plaats. Verzoeker is van mening dat verweerder onterecht dezelfde handelsnaam voert als zij, zowel in reclame uitingen als op social media, al dan niet in combinatie met ¨by Roadassist¨. Verweerder voert aan dat zij deze handelsnaam gebruikt omdat dit haar eigen voornaam is. Daarnaast gebruikt zij andere kleuren en lettertypen dan verzoeker zodat van verwarring geen sprake is. Verweerder heeft haar Instagram-account bovendien aangepast van ¨Rijschool [naam]¨ naar ¨[naam] by Roadassist¨. Op het dakbord van de auto van verweerder staat de naam in kwestie echter nog steeds in grote letters vermeld. In dat kader oordeelt de rechter dat, hoewel de Instagram pagina van verweerder geen verwarring schept, hetzelfde niet kan worden gezegd over het dakbord. Dat verweerder feitelijk andere kleuren of lettertypen gebruikt, kan de verwarring niet voorkomen. De omstandigheid dat verweerder haar eigen voornaam als handelsnaam wil gebruiken acht de rechter irrelevant. Het verzoek wordt dan ook toegewezen. Verweerder mag de naam in kwestie enkel nog gebruiken in combinatie met ¨by Roadassist¨, waarbij de naam geen groter, vetter of opvallender lettertype mag hebben dan ¨by Roadassist¨.

IEF 22163

NRC hoeft artikel over Bunq niet te rectificeren

Rechtbank Amsterdam 23 jul 2024, IEF 22163; ECLI:NL:RBAMS:2024:4479 (Bunq tegen NRC), https://delex.nl/artikelen/nrc-hoeft-artikel-over-bunq-niet-te-rectificeren

Vzr. rb. Amsterdam 23 juli 2024, IEF 22163, IT 4589; ECLI:NL:RBAMS:2024:4479 (Bunq tegen NRC) NRC heeft op 26 juni 2024 een artikel geplaatst over het stiekem in klantrekeningen kijken door oud-medewerkers van Bunq. Bunq vordert NRC te gebieden de namen van (oud-)medewerkers van Bunq te verwijderen uit het artikel, de aangehaalde delen van de Slack-discussie te verwijderen en een rectificatie bij het artikel te plaatsen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de informatie van NRC een bijdrage levert aan het publieke debat over de vraag of Bunq de bedrijfsprocessen en waarborgen tegen privacy-inbreuken op orde heeft. Gelet hierop wordt de omstandigheid dat NRC gebruik heeft gemaakt van interne gegevens in dit geval niet doorslaggevend geacht. NRC heeft verder voldaan aan het beginsel van hoor en wederhoor. NRC heeft weliswaar enigszins selectief geciteerd uit de Slack-discussie, maar de conclusie dat Bunq ‘niet lijkt te willen weten of zijn medewerkers de toegang misbruiken’ valt te rechtvaardigen. Van een buiten de grenzen sensationele en ongepaste stijl van het artikel is geen sprake. De belangenafweging valt in dit geval in het voordeel van NRC uit, de publicatie is niet onrechtmatig. De vorderingen van Bunq worden afgewezen.

IEF 22162

Gebruik IGLOO-merken door oud-distributeur is toegestaan voor de verkoop van opgebouwde voorraad

Rechtbanken 18 jul 2024, IEF 22162; ECLI:NL:RBDHA:2024:11317 (IPC tegen Coolers), https://delex.nl/artikelen/gebruik-igloo-merken-door-oud-distributeur-is-toegestaan-voor-de-verkoop-van-opgebouwde-voorraad

Vzr. Rb. Den Haag 18 juli 2024, IEF 22162, IT 4588; ECLI:NL:RBDHA:2024:11317 (IPC tegen Coolers). IPC is een Amerikaanse fabrikant en houdster van onder meer de Benelux- en Uniemerken ´IGLOO´. Coolers is lange tijd distributeur geweest van IGLOO-producten, waarbij met toestemming veelvuldig gebruik werd gemaakt van de merken van ICP. Op 31 maart 2023 heeft IPC de distributieovereenkomst opgezegd. Hierna verkoopt Coolers nog steeds haar overige voorraad IGLOO-producten. In dat kader adverteert zij ook nog steeds met de IGLOO-merken via tal van online kanalen. IPC vordert dat Coolers wordt geboden om iedere inbreuk op de IGLOO-merken en handelsnaamrechten van IPC te staken en gestaakt te houden. Daaraan ten grondslag legt zij dat door het gebruik van de IGLOO-merken door Coolers het bestaan van een economische band tussen IPC en Coolers wordt gesuggereerd, terwijl die band niet meer bestaat. Coolers stelt daarentegen dat de opzegging van de distributieovereenkomst door IPC onrechtmatig is omdat de opzegtermijn onvoldoende redelijk zou zijn. Bovendien zou Coolers nog steeds gerechtigd zijn gebruik te maken van de IGLOO-merken, zolang zij producten verkoopt uit de voorraad die zij heeft opgebouwd en ingekocht bij IPC op grond van de overeenkomst.

IEF 22161

Ziggo is niet langer vergoedingen verschuldigd voor de uitzending van fonogrammen op televisie

Rechtbanken 24 jul 2024, IEF 22161; ECLI:NL:RBMNE:2024:4323 (Sena tegen Ziggo), https://delex.nl/artikelen/ziggo-is-niet-langer-vergoedingen-verschuldigd-voor-de-uitzending-van-fonogrammen-op-televisie

Rb. Midden-Nederland 24 juli 2024, IEF 22161; ECLI:NL:RBMNE:2024:4323 (Stichting Sena tegen Ziggo). Het hier onderhavige geschil tussen Sena en Ziggo is ontstaan door het Atresmedia-arrest van het Hof. Daarin wordt artikel 8 VLN-richtlijn zo uitgelegd dat de genoemde vergoedingsplicht niet geldt bij de openbaarmaking van een synchronisatie (tv-programma waarin fonogrammen zijn verwerkt), omdat in dat geval niet langer sprake is van enkel een fonogram. In dat kader heeft Ziggo de tussen haar en Sena vastgelegde overeenkomst voor de betaling voor de doorgifte van programma´s van buitenlandse omroepen waarin fonogrammen zijn verwerkt, per 1 april 2022 opgezegd. Sena stelt primair dat het Atresmedia-arrest geen gevolgen heeft voor artikel 7 WNR, gelet op het feit dat artikel 8 VLN-richtlijn minimumharmonisatie betreft en de Nederlandse wetgever heeft bedoeld dat ook de combinatie van beeld en geluid onder het reproductiebegrip valt. Subsidiair stelt zij dat de vergoedingsplicht van kabelexploitanten als Ziggo nog steeds zou volgen uit artikel 2 en 6 WNR.

IEF 22160

Rhedelijk Cultureel maakt inbreuk op auteursrechten fotografe

Kantonrechter 19 jun 2024, IEF 22160; ECLI:NL:RBGEL:2024:3804 (eiseres tegen Rhedelijk Cultureel), https://delex.nl/artikelen/rhedelijk-cultureel-maakt-inbreuk-op-auteursrechten-fotografe

Ktr. rb. Gelderland 19 juni 2024, IEF 22160, IT 4591; ECLI:NL:RBGEL:2024:3804 (eiseres tegen Rhedelijk Cultureel) Eiseres is actrice en professioneel fotografe. Als fotograaf is zij actief in new born- en bruiloftsfotografie. Rhedelijk Cultureel is een stichting die door muziek, theater en dans aansluit bij maatschappelijke vraagstukken. Rhedelijk Cultureel heeft eiseres ingehuurd als actrice voor het Dickens festival. Eiseres heeft ook een paar foto’s gemaakt, die door Rhedelijk Cultureel zijn gepubliceerd op hun sociale media kanalen. Eiseres stelt dat Rhedelijk Cultureel inbreuk maakt op haar auteursrechten, waarna de foto’s op de website van Rhedelijk Cultureel verwijderd worden en de foto’s op sociale media worden voorzien van naamsvermelding van eiseres. Een maand later wordt een wervingsgids van activiteiten in de omgeving Rheden uitgebracht, waarin de foto’s van eiseres zijn afgedrukt. Eiser vordert Rhedelijk Cultureel onder meer te gebieden de schade te vergoeden. De kantonrechter oordeelt dat Rhedelijk Cultureel inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van eiseres, waardoor zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiseres. Rhedelijk Cultureel moet de door eiseres geleden schade vergoeden. De kantonrechter begroot de schade op een bedrag van €400,-.

IEF 22158

Om tafel met Simone Poot en Landine Varela

ARQUE advocaten, een nichekantoor in Rotterdam
Simone Poot en Landine Varela ontmoetten elkaar op de Erasmus Universiteit tijdens de buluitreiking in 2012. Ze houden contact en doen allebei ervaring op bij andere kantoren. In 2023 lunchen ze samen en maken ze plannen voor ARQUE, een maatschappelijk betrokken IE-nichekantoor. Claudia Zuidema van IE-Forum ging  met Simone en Landine om tafel.

IEF 22157

Europese Commissie kan toegang tot EU-wetgeving niet blokkeren

5 mrt 2024, IEF 22157; ECLI:EU:C:2024:201 (Public.Resource.Org Inc en Right to Know CLG tegen de Europese Commissie), https://delex.nl/artikelen/europese-commissie-kan-toegang-tot-eu-wetgeving-niet-blokkeren

HvJ EU 5 maart 2024, IEF 22157, IT 4587, IEB 3762; ECLI:EU:C:2024:201 (Public.Resource.Org Inc en Right to Know CLG tegen de Europese Commissie). Eisers in deze procedure zijn Public.Resource.Org Inc en Right to Know CLG, twee non-profitorganisaties wiens focus het is om de wet vrij toegankelijk te maken voor alle burgers. Op 25 september 2018 hebben zij in dit kader een verzoek gedaan aan de Europese Commissie (hierna: de Commissie) om toegang tot bepaalde documenten te verkrijgen, in het bijzonder vier geharmoniseerde normen zoals die zijn opgesteld door het Europese Comité voor Standaardisatie (hierna: CEN). De Commissie heeft dit verzoek afgewezen. Op 30 november 2018 hebben eisers gevraagd om een herbeoordeling, maar de Commissie kwam tot hetzelfde besluit. Op 28 maart 2019 zijn eisers daartegen in beroep gegaan bij het Gerecht van de EU. Zij voerden enerzijds aan dat de Commissie onterecht heeft aangenomen dat de documenten vatbaar zijn voor auteursrechtelijke bescherming, alsmede dat niet aannemelijk is gemaakt dat publicatie van de documenten de commerciële belangen van CEN zou schaden; anderzijds stelden zij dat de Commissie heeft miskend dat er een zwaarwegend publiek belang is bij de toegang tot de documenten. Het Gerecht heeft beide argumenten ontkracht en het beroep ongegrond verklaard. Daarop hebben eisers besloten in hoger beroep te gaan bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof), om daar alsnog hun gelijk te krijgen.

IEF 22154

Nike's 'FOOTWARE' merk: nietig verklaard wegens beschrijvendheid

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 jun 2024, IEF 22154; ECLI:EU:T:2024:373 (Nike tegen het EUIPO en Puma), https://delex.nl/artikelen/nike-s-footware-merk-nietig-verklaard-wegens-beschrijvendheid

GEU 12 juni 2024, IEF 22154, IEB 3760; ECLI:EU:T:2024:373 (Nike tegen het EUIPO en Puma). Deze zaak betreft een geschil tussen Nike Innovate CV (hierna: Nike) enerzijds en Puma SE (hierna: Puma) en het EUIPO anderzijds. In eerste aanleg is de door Puma ingediende nietigheidsverklaring voor het woordmerk FOOTWARE van Nike afgewezen, waarop Puma in hoger beroep door het EUIPO alsnog in het gelijk is gesteld. Daartegen gaat Nike nu in beroep bij het Gerecht van de EU. Nike beoogt het merk te registreren voor computer hardware en telecommunicatiediensten. Het verzoekt de rechter om de bestreden uitspraak te vernietigen en de merkregistratie opnieuw toe te laten. Daartoe stelt het dat het EUIPO gedurende het hoger beroep onterecht is uitgegaan van nieuw bewijsmateriaal, alsmede dat het betwiste merk onvoldoende beschrijvend van aard is voor al het relevante publiek. Ook zou het EUIPO buiten zijn bevoegdheid zijn getreden door de indruk te wekken dat hij het gebruikelijke karakter van het betwiste merk mee kan wegen in zijn beoordeling, terwijl Puma daartoe geen aanleiding heeft gegeven in haar beroep.

IEF 22156

Verzoek om schorsing zaak in eerste aanleg na afwijzing van preliminair niet-ontvankelijkheidsverweer

Unified Patent Court (UPC) 21 jun 2024, IEF 22156; (Mala technologies tegen Nokia technology), https://delex.nl/artikelen/verzoek-om-schorsing-zaak-in-eerste-aanleg-na-afwijzing-van-preliminair-niet-ontvankelijkheidsverweer

UPC CoA 21 juni 2024, IEF 22156, IEFbe 3761; UPC_CoA_227/2024 (Mala technologies tegen Nokia technology). Verweerder in deze zaak, Nokia, heeft een vordering tot herroeping van het octrooi van appellant, Mala, ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van het UPC. Tegen deze vordering heeft Mala een voorlopig bezwaar ingediend. Het Gerecht in Eerste Aanleg wees dit af, dus er was volgens het Gerecht in Eerste Aanleg geen sprake van niet-ontvankelijkheid. Tegen deze beschikking gaat Mala in hoger beroep. Zij verzoekt ook dat de intrekkingsprocedure voor het Gerecht in Eerste Aanleg wordt geschorst totdat het Hof van Beroep heeft beslist op haar voorlopige bezwaar.