Auteursrecht  

IEF 5127

Gering Gebruik

apg.gifMr. Arnout P. Groen (CIER, WODC, DBBW): De Minimis-Regelingen In Het Auteursrecht. Een rechtsvergelijkende quickscan naar de artikelen 5 lid 3 sub i en 5 lid 3 sub o Auteursrechtrichtlijn en (aspecten van) het openbaarmakingsbegrip,.

Officiële samenvatting: “In deze quickscan is onderzocht in hoeverre het internationaal-rechtelijk en communautair-rechtelijk kader op het gebied van het auteursrecht/naburige rechten aanknopingspunten bieden voor nadere regelgeving (in de zin van vrijstelling) voor gevallen waarin er sprake is van naar aard en/of omvang gering of ondergeschikt gebruik van het auteursrechtelijk werk. Het onderzoek is begrensd tot de beperkingen van artikel 5 lid 3 sub i Auteursrechtrichtlijn (incidentele verwerking) en artikel 5 lid 3 sub o Auteursrechtrichtlijn (grandfatherclause), en (aspecten van) het openbaarmakingsbegrip. Met name zijn niet onderzocht de (meer casuïstische) mogelijkheden waarbij de bevoegdheden van de auteursrechthebbende op andere wijze worden begrensd , zoals door beperkingen buiten het auteursrecht (bv. informatievrijheid, mededinging, misbuik van recht, redelijkheid & billijkheid, etc.)

Gebleken is dat de beperking van artikel 5 lid 3 sub i Auteursrechtrichtlijn (incidentele verwerking) huidige Nederlandse recht weinig tot geen toegevoegde waarde bieden om te komen tot een nadere normering voor de geringe aard en omvang van het gebruik dat derden van auteursrechtelijk beschermd materiaal maken.

De richtlijnbepaling is reeds geïmplementeerd in de Nederlandse wet (in artikel 18a Auteurswet) en zij heeft een beperkt, althans betrekkelijk nauw omlijnd toepassingsgebied. Uit het onderzoek blijkt ook niet dat andere landen gebruik hebben gemaakt van een ruimere interpretatie van deze beperking. De beperking van artikel 5 lid 3 sub o Auteursrechtrichtlijn (grandfather clause) biedt evenmin aanknopingspunten voor een nadere "de minimis"-regulering. Deze richtlijnbepaling is blijkens haar totstandkomingsgeschiedenis uitdrukkelijk opgenomen om de ten tijde van de totstandkoming van de Auteursrechtrichtlijn bestaande beperkingen te handhaven. De Nederlandse wetgever heeft van deze mogelijkheid reeds (maximaal) gebruik gemaakt.

Ten slotte is onderzocht of een beperking van het begrip publiek mogelijk is (waardoor bepaalde vormen van gering gebruik minder snel onder het openbaarmakingsrecht van de auteur vallen). Ten aanzien van het begrip “publiek” blijven de grenzen van het geharmoniseerde recht nog onduidelijk. Met betrekking tot het geharmoniseerde begrip “communication to the public” heeft het HvJEG het begrip “pubiek” verduidelijkt (“publiek” = “een onbepaald aantal potentiële [televisie]kijkers”), maar een ondergrens is niet gegeven.

Het staat de Nederlandse regering (binnen de grenzen van de Berner Conventie) vrij tot een nadere normering te komen voor die delen van het openbaarmakingsrecht die niet tot het Europese geharmoniseerde recht behoren. Het gaat daarbij om het zogenaamde uitvoeren in het openbaar (waarbij de 'bron' en de 'consument' in dezelfde ruimte bijeen zijn). De Nederlandse overheid kan kiezen te komen tot een beperkter uitleg van het begrip publiek, waardoor breder gebruik (dan thans het geval is) binnen een beperkte kring kan worden vrijgesteld van het auteursrecht. Het onderzoek wijst uit dat in enkele omringende landen (zoals met name België, en ook de Verenigde Staten) het begrip “publiek” beperkter wordt ingevuld dan in Nederland.”

Lees hier meer.

IEF 5126

Tot 2009 hetzelfde betalen

Slijtersvakblad Drinks bericht: “Ondernemers blijven tot 2009 hetzelfde betalen voor het gebruik van muziek in hun zaak of bedrijf, behoudens een indexatie van 2 procent van de tarieven in 2008. MKB-Nederland en VNO-NCW en de Buma en Sena hebben hierover een akkoord gesloten. De komende tijd wordt er verder gesproken over een vernieuwde aanpak vanaf 2009. De twee auteursrechtenorganisaties wilden de bestaande brancheovereenkomsten in 2008 intrekken, waardoor bestaande kortingen per branche zouden verdwijnen.  (…) Het akkoord betekent dat brancheorganisaties geen protest meer hoeven aan te tekenen tegen het opzeggen van collectieve overeenkomsten. De actie de maat is vol www.demaatisvol.nu, waarmee MKB-Nederland en VNO-NCW zich inzetten voor een betere uitvoering van auteursrechten gaat uiteraard wel gewoon door.”

Lees hier meer.

IEF 5122

Naaktalfabet

vblvl.gifO.a De Volkskrant bericht dat:  “De grafisch vormgever Anthon Beeke heeft Louis Vuitton op de knieën gekregen: de inbreuk op zijn copyright is gestaakt. Het was een Duitse professor in de typografie die de grafisch vormgever Anthon Beeke erop wees: ze hebben je alfabet gestolen. (…) Twee maanden later is Beeke [bijgestaan door Howrey - IEF] de overwinnaar in de plagiaatkwestie die hij heeft uitgevochten met de kunstenares Vanessa Beecroft en Louis Vuitton.

Beeke maakte zijn alfabet van naakte jonge vrouwen in 1969, in het Amsterdam van de seksuele revolutie. (…) Beeke zag direct dat zijn letters waren gekopieerd. ‘De langgerekte O, de E waarbij de armen van het middelste pootje zijn gespreid, het is allemaal precies hetzelfde.’ Zijn advocaten sommeerden Beecroft, Louis Vuitton en de uitgeverij de inbreuk op het copyright van Beeke te staken. (…) Beeke ontving de verklaring waarin Beecroft erkent dat er sprake is geweest van kopiëren zonder toestemming. Of een schadevergoeding is betaald, wil Beeke niet zeggen.”

Lees hier meer. Afbeelding: Beecrofts LV-logo.

IEF 5089

Het zwarte gat van het auteursrecht

naamloos.JPGAuteursrechtmanifest van het FOBID, Netherlands Library Forum (nationaal samenwerkingsverband van de landelijke bibliotheekorganisaties).  In het manifest wordt “aandacht wordt gevraagd voor een aantal bestaande en te voorziene knelpunten in de omgang met het auteursrecht.FOBID is van mening dat het gros van ‘werken van letterkunde, wetenschap of kunst’ (waartoe vrijwel alles wordt gerekend wat gepubliceerd wordt) de oersterke bescherming die het auteursrecht aan rechthebbenden biedt, helemaal niet nodig heeft. Integendeel, die bescherming is vaak alleen maar een keurslijf dat ervoor zorgt dat die werken verborgen blijven in archieven en magazijnen van bibliotheken.

Waar documenten uit de negentiende eeuw, die hun auteursrechtelijke bescherming verloren hebben en tot het ‘publieke domein’ behoren, wel gekopieerd en gedigitaliseerd kunnen worden, dreigt een groot deel van de twintigste eeuw een zwart gat te worden omdat het auteursrecht immers alles opslorpt wat in zijn buurt komt.

Het FOBID Manifest pleit dan ook voor een flexibeler en relativerender omgang met het auteursrecht. Het roept belanghebbenden op de Auteurswet niet nodeloos tot hinderpaal te maken voor de ontwikkeling van een Nederlandse Digitale Bibliotheek (als onderdeel van een door de Europese Unie geïnitieerde Europese Digitale Bibliotheek).

Daarnaast vraagt FOBID aandacht voor de dynamiek van Internet, waarin ontwikkelingen sneller gaan dan in wet- en regelgeving. Ook in deze omgeving worden de rechten van rechthebbenden (te) goed beschermd, en juist hier kunnen de rechten van consumenten gemakkelijk in het gedrang komen.”

Lees hier meer. Lees het manifest hier.

IEF 5084

Kostbare normen

2k.bmpKamerstuk 29515, nr. 222 (Bijlage), 2e Kamer.Nationale koppen op EG-regelgeving; tweede ronde van meldingen van het bedrijfsleven over 'koppen' in de Nederlandse wet- en regelgeving, juridisch bekeken (bijlage bij 29515, nr. 222). Kabinetsrectie.

In het kader van de aanpak van “hinderlijke en onnodige regels” voor het bedrijfsleven heeft het Ministerie van Economische Zaken ook aandacht voor het fenomeen van “nationale koppen”. Van een ‘nationale kop’ is sprake indien Nederland bij de omzetting van Europese regelgeving verder gaat dan strikt genomen op grond van de Europese regelgeving noodzakelijk is. Voor het bedrijfsleven kan deze verdergaande regelgeving grote financiële en administratieve consequenties hebben

Melding: De NEN-normen zijn niet alleen kostbaar om aan te voldoen maar ze zijn ook erg kostbaar in Nederland om ze in bezit te krijgen. Dit in tegenstelling tot veel andere Europese landen. Daar worden ze gratis ter beschikking gesteld. Nederlandse en Europese wetgeving is "vrij" verkrijgbaar op internet. Dat zou ook moeten met de normen. Analyse externe onderzoekers: Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften zegt niets over de verkrijgingskosten van normen. Nationale normalisatieinstellingen beroepen zich uitdrukkelijk op het auteursrecht van deze normen (inclusief NEN-EN normen). Er is hier dus sprake van een inbedding in het Nederlandse rechtssysteem, doordat de verkrijgingskosten van NENnormen berusten op nationaal auteursrecht dat van toepassing wordt bij de omzetting van het Europese recht.

Kabinetsreactie: Normalisatienormen zoals NEN-normen zijn documenten waarin marktpartijen afspraken vastleggen over producten en processen. Normalisatienormen kunnen door de voorwaarden waaronder zij totstandkomen, namelijk betrokkenheid van belanghebbenden en besluitvorming op basis van consensus, rekenen op draagvlak en uitvoerbaarheid. Om die reden is het aantrekkelijk om in regelgeving te verwijzen naar relevante normen: normen die een manier aangeven om aan wettelijke eisen te voldoen. Het Europese stelsel van productrichtlijnen dat bekend staat als “Nieuwe Aanpak” en dat in nationale regelgeving is geïmplementeerd, is op deze manier van verwijzen gebaseerd. Verwijzing naar normen is, vanwege de mogelijkheid tot rechtstreekse betrokkenheid bij het opstellen en de uitvoerbaarheid, in het belang van het bedrijfsleven. De Nederlandse overheid stelt zich op het standpunt dat de kenbaarheid van de NEN-normen in de huidige situatie voldoende is verzekerd. Deze zienswijze is o.a. neergelegd in aanwijzing 190 van de “Aanwijzingen voor de regelgeving”.

Onderhavige kwestie blijft wel onderwerp van studie, o.a. door het “Platform Kenbaarheid”. Het auteursrecht op Europese normen, in Nederland gedistribueerd door NEN als NEN-EN-normen, berust bij de Europese en de nationale normalisatie-instellingen gezamenlijk. Het niet mogelijk om deze normen in Nederland, of welk ander land dan ook, eenzijdig gratis ter beschikking te stellen. Er zijn het kabinet dan ook geen gevallen van landen bekend waar dit wel gebeurt.

Lees het kamerstuk hier.

IEF 5083

Geo-informatie

Kamerstuk 31200 VII, nr. 10, 2e Kamer.  Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2008 ; Verslag (101 pagina's)houdende een lijst van vragen en antwoorden 

Vraag 161: Met welke belemmeringen hebben bedrijven te maken bij het verkrijgen van geo-informatie die zich bevindt binnen (semi-)overheden?

Antwoord vraag 161: Dit betreffen vooral belemmeringen van juridische aard. Zo kan het zijn dat er een intellectueel eigendomsvoorbehoud (van een derde of het overheidsinstantie zelf) op de informatie rust waardoor de toegang tot deze informatie en het hergebruik hiervan beperkt kan worden (…).

Vraag 163:  Aan welke (bestuurlijke) belemmeringen voor de ontsluiting van geo-informatie moet worden gedacht? Wat zijn de voornemens van het kabinet ten aanzien van het ontsluiten van geo-informatie?

Antwoord vraag 163: Er zijn vooral wèttelijke belemmeringen die ontsluiting van geo-informatie door overheidsorganisaties in de weg staan. Zo kan de informatie bijvoorbeeld vallen onder een bijzondere wettelijke bepaling die toegang en/of hergebruik van deze informatie uitsluit of er kan sprake zijn van een voorbehoud op grond van intellectuele eigendomsrechten (er rust een auteursrecht of databankenrecht op de informatie waardoor hergebruik niet kosteloos mogelijk is) (…).

IEF 5082

De bewaring van gegevens

Kamerstuk 31145, nr. 8, 2e Kamer. Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten in verband met de implementatie van Richtlijn 2006/24/EG betreffende de bewaring van gegevens die zijn verwerkt in verband met het aanbieden van openbare elektronische communicatiediensten en tot wijziging van Richtlijn 2002/58/EG (Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens); Verslag.

Onder heel veer meer: “De leden van de PvdA-fractie vragen of op basis van dit wetsvoorstel ook rechtstreeks gegevens kunnen worden opgevraagd door opsporende instanties van andere lidstaten. Deze leden willen graag weten in welke gevallen dat kan. Kan dat ook voor overtredingen van kleine aard, zoals bijvoorbeeld een overtreding van het auteursrecht?”

Lees het volledige verslag hier.

IEF 5081

Het gemiddeld aantal fotokopieën per werknemer

Kamervragen met antwoord,  nr. 5232007-2008, 2e Kamer. Vragen van het lid Teeven (VVD) aan de minister van Justitie over de kopieerheffing die door de Stichting Reprorecht wordt opgelegd aan winkeliers. (Ingezonden 26 september 2007); Antwoord. 

“Het is waar dat de huidige regeling binnen een differentiatie in bedrijfssectoren, differentieert naar bedrijfsomvang op basis van het aantal werknemers. Dit is ingegeven door de premisse, die ook door onafhankelijk onderzoek wordt gestaafd, dat het gemiddeld aantal fotokopieën per werknemer stijgt naarmate het aantal bij een onderneming werkzame personen stijgt. Volledigheidshalve zij opgemerkt dat het te allen tijde mogelijk blijft om een individuele regeling te treffen”

Lees de vragen en antwoorden hier.

IEF 5074

Indian Film

Rechtbank 's-Gravenhage 31 oktober 2007, KG ZA 07-1126. Stichting Indian Film and Music (Sifam) tegen Roshan Video- CD & DVD World c.s.

Handhaving en exploitatie van auteursrecht met betrekking tot Bollywoodfilms. Korte inleiding in filmexploitatierecht. Verschoonbaar verzuim ten aanzien van kostenveroordeling.

Gedaagden stellen voorop dat de vordering van Sifam bij gebreke aan een deugdelijke substantiering voor afwijzing gereed liggen (n.b. het vonnis geeft eerst een complete weergave van het lichaam van de dagvaarding, waarbij de voorzieningenrechter de nummering heeft aangebracht). Voorts is volgens gedaagden het gevorderde in de eerste alinea volstrekt onduidelijk. Niet duidelijk is wie de aangeslotenen zijn en duidelijk is met betrekking tot welke werken rechten worden gepretendeerd.

 

De rechtbank stelt dat degene die op eigen naam een vordering ter handhaving van verkregen exclusieve rechten wil instellen, zoals Sifam kennelijk voor ogen stond, bij dagvaarding in elk geval een zevental punten moeten stellen. Sifam heeft zeker op vijf punten daarvan nagenoeg niets gesteld. Dit wordt niet goedgemaakt door overgelegde producties, aldus de rechtbank. "Later, gelet op de door de voorzieningenrechter gestelde termijn te laat, heeft Sifam een groot aantal ongespecificeerde documenten, voornamelijk contracten, in het geding gebracht. (...) Uit de contracten kan niet worden afgeleid welke entiteit en waarom als producent met betrekking tot de filmtitels kan worden aangemerkt." Sifam heeft een en ander ook niet goedgemaakt ter zitting. Niet in beeld is gekomen om welke films het nu eigenlijk gaat. Derhalve worden de vorderingen afgewezen.

Sifam stelt nog dat gedaagden de kostenopgave ex artikel 1019 Rv te laat hebben gedaan. "Als regel dient de kostenopgave en een specificatie daarvan (kort) voor de zitting ter kennis van de wederpartij te worden gebracht, zodat de wederpartij de mogelijkheid heeft hierop te reageren. Gelet op die regel hebben gedaagden te laat hun kosten opgegeven. De voorzieningenrechter acht dit verzuim in dit geval evenwel verschoonbaar omdat eiseres geen gehoor heeft gegeven aan de uitdrukkelijke aanwijzing van de voorzieningenrechter in haar dagvaarding op te nemen dat partijen hun kostenopgaven uiterlijk 15 oktober (twee dagen voor de zitting, red. IEF) zullen doen." Sifam wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 5071

Eerst even voor jezelf lezen

1- Rechtbank ’s-Gravenhage, 14 november 2007, Actervis GMBH &  Industex S.L.n tegen Tel Sell B.V.

“De rechtbank te s-Gravenhage heeft in een vonnis van 14 november 2007 geoordeeld dat het “Velform Sauna Belt”product dat wij onlangs aan u hebben geleverd geen origineel product betreft maar een namaak product. Door levering van deze nam aak producten hebben wij inbreuk gemaakt op de exclusieve rechten van Actervis GmbH en Industex S.L op het Velform Sauna Belt Product.Wij verzoeken u alle Velform Sauna Belt producten die u van ons heeft ontvangen aan ons terug te zenden, waarna wij het volledige aankoop bedrag en eventuele verzendkosten aan u zullen restitueren. Hoogachtend, Tel Sell B. V.”

Lees het vonnis hier.

2- Rechtbank ’s-Gravenhage, 14 november 2007, HA ZA 07-216, Exodus Holding B.V. tegen Joyincare B.V.

"4.24. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de Careclip valt onder de beschermingsomvang van het octrooi. Daarmee maakt Joyincare inbreuk op conclusie 18 van het octrooi."

Lees het vonnis hier.

3- Rechtbank ’s-Gravenhage, 14 november 2007, HA ZA 07-1470, Nokia Nederland B.V. tegen Qualcomm Incorporated.

“Het is geenszins denkbeeldig dat eerst na toepassing van dergelijke van derden afkomstige componenten sprake is van inbreuk op bepaalde conclusies van bepaalde Qualcomm octrooien. Hiernaar blijft het echter gissen, nu de betreffende octrooien, het zij herhaald, niet zijn overgelegd of verder gespecificeerd.”

Lees het vonnis hier.

4- Rechtbank ’s-Gravenhage, 7 november 2007, HA ZA 04-1278, Scafom International B.V. tegen Wilhelm Layher Vermogens Verwaltungs- Gmbh.

“Scafom heeft in haar conclusie van antwoord erkend dat zij een aansluitkop heeft ingekocht en verhandeld die voldoet aan de kenmerken van conclusie 1 van EP 516. Aangezien niet is weersproken dat Layher daarvoor geen toestemming heeft gegeven en gesteld noch gebleken is dat de betreffende aansluitkoppen door of met toestemming van Layher in het verkeer zijn gebracht, staat daarmee vast dat Scafom inbreuk heeft gemaakt op de rechten van Layher met betrekking tot EP 516. Op de navolgende gronden leidt dat evenwel niet tot een integrale toewijzing van alle vorderingen.”

Lees het vonnis hier.

5- Rechtbank Amsterdam, 24 oktober 2007 en 6 december 2006, HA ZA 05-2182, International Rights Collecting and Distribution Agency tegen Stichting De Thuiskopie(met dank aan Marcel Bunders, Hellingman Bunders Advocaten).

Eind- en tussenvonnis. “De rechtbank is met IRDA van oordeel dat Thuiskopie het verlangde inzicht niet heeft gegeven. Alleen al doordat SENA niet tot specificatie in staat is, staat niet vast dat de uitvoerend kunstenaars het door Thuiskopie gestelde totaalbedrag van €2.483.534,05 daadwerkelijk hebben ontvangen. De door Thuiskopie overgelegde stukken kunnen dat niet genoegzaam onderbouwen. Dit betekent dat het ervoor moet worden gehouden dat het door IRDA gevorderde bedrag van €1.098.583,71 toewijsbaar is.”

Lees de vonnissen hier.