Auteursrecht  

IEF 4902

Eerst even voor jezelf lezen

Gerechtshof Amsterdam, 11 oktober 2007, rolnummer 1183/06, Gavita AS tegen Puutarhaliike Helle Oy & Agro Technical Supplies B.V.  + Rechtbank Amsterdam, 8 maart 2006, HA ZA 05-0236, Gavita AS tegen Puutarhaliike Helle Oy & Agro Technical Supplies B.V(met dank aan Alma Theunissen, JPR).

“3.5. Gelet op hetgeen met betrekking tot de ruimte voor eigen creatieve inbreng door de beide deskundigen is vastgesteld en door het hof ook zelf is waargenomen en ter zitting door partijen aan de hand van de desbetreffende armaturen nader is toegelicht en gedemonstreerd, is het hof van oordeel dat - anders dan Gavita onder meer in de toelichting op haar eerste grief betoogt (en de rechtbank heeft aangenomen) - het uiterlijk zo zeer het resultaat is van een keuze die technische uitgangspunten beperkt is, dat de GAN-armatuur niet als auteursrechtelijk beschermd werk kan worden aangemerkt. Dat de door de ontwerper indertijd gekozen oplossingen ook qua uiterlijk tot een vernieuwend resultaat hebben geleid doet hier niet aan af.”

Lees het arrest hier, lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank Alkmaar, 18 oktober 2007, LJN: BB5938, Eiercentrale West-Nederland B.V. tegen E.V.H. Eierhandel Visser Hoorn.

Eierdozenzaak. Geen inbreuk op auteursrecht van eiseres, omdat aannemelijk is dat een derde auteursrechthebbende is. Wel onrechtmatig handelen door gedaagde. “Gelet op voormelde in het oog springende overeenkomsten en in verband met de hiervoor omschreven zeer geringe tekstuele verschillen, is voldoende aannemelijk geworden dat EVH het gebruik van de verpakking door EWN heeft nagebootst. Wellicht is dit mede te verklaren door het feit dat beide verpakkingen afkomstig zijn van Huhtamaki.”

Lees het vonnis hier

IEF 4890

Niet beantwoord

Disclaimer op www.brein.nl: “Belangrijke mededeling: Brein BV is NIET de Stichting Brein! Dit is niet de website van de Stichting Brein (Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland), echter de website van Brein BV. E-Mail of andere communicatie betreffende de Stichting Brein zal door ons niet worden beantwoord.”

IEF 4887

Video Identification

Nieuws voor rechthebbenden: "YouTube Video Identification will help copyright holders identify their works on YouTube. We have worked with Google to develop one-of-a-kind technology that can recognize videos based on a variety of factors. As its Beta status indicates, our Video Identification is brand-new, cutting-edge stuff, so we will be constantly refining and improving it. Early tests with content companies have shown very promising results. As we scale and refine our system, YouTube Video Identification will be available to all kinds of copyright holders all over the world, whether they want their content to appear on YouTube or not.

No matter how accurate the tools get, it is important to remember that no technology can tell legal from infringing material without the cooperation of the content owners themselves. This means that copyright holders who want to use and help us refine our Video ID system will be providing the necessary information to help us recognize their work. We aim to make that process as convenient as possible."

Lees hier en hier meer.

IEF 4885

Dat er één beheersorganisatie ontstaat

Kamerstuk  29515, nr. 214, 2e Kamer.  Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Motie van de leden Smeets en Van der Burg over één beheersorganisatie voor auteurs- en naburige rechten. 

“Verzoekt de regering te bewerkstelligen dat er één beheersorganisatie ontstaat; verzoekt de regering voorts te bewerkstelligen dat ondernemers vanaf januari 2008 jaarlijks nog maar één factuur ontvangen van collectieve beheersorganisaties op het gebied van auteurs- en naburige rechten, zo nodig via aanpassing van de desbetreffende wet- en regelgeving;

verzoekt de regering tenslotte, de toezichthouder(s) voldoende bevoegdheden en instrumenten te geven om de redelijkheid van de opgelegde vergoedingen aan de ondernemers te beoordelen.

Lees de motie hier.

IEF 4881

De dienstopdracht gegeven

cas2.gifVzr. Rechtbank Groningen, Sector Bestuursrecht, 4 oktober 2007, LJN: BB5495, Verzoeker tegen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Twist over auteursrechte leidt tot arbeidsconflict. Aangezien de kwestie omtrent het auteursrecht genuanceerd ligt had een wat compromiserende benadering van verweerder voor de hand gelegen. Auteursrechtprobleem wordt niet opgelost, arbeidsconflict wel (althans juridisch). Onderstaand samenvatting in citaten beperkt zich tot het auteursrecht.

“Verzoeker heeft een aantal hulpmiddelen ontwikkeld, die hij op het automatiseringssysteem van verweerder heeft aangebracht. In mei 2006 is door verweerder geconstateerd dat verzoeker op de website van CAS bij de door verzoeker ontwikkelde hulpmiddelen een copyrightvermelding onder eigen naam heeft geplaatst.(…)  Verweerder verzoeker de dienstopdracht gegeven om uiterlijk 15 juni 2006 om 12.00 uur alle systeemtechnische barrières, die het bevoegd gezag toegang tot het automatiseringssysteem van CAS belemmeren, op te heffen en tevens een aantal daarin opgenomen copyrightvermeldingen op zijn naam ongedaan te maken. (…) Tegen dit besluit heeft verzoeker een bezwaarschrift ingediend.”

(…) “Verweerder heeft zich samengevat op het volgende standpunt gesteld. Het auteursrecht op de hulpmiddelen komt ingevolge artikel 7 Auteurswet aan verweerder toe. Het ontwikkelen van de hulpmiddelen valt onder de functieomschrijving van verzoeker, respectievelijk de werkzaamheden vloeien voort uit de functie van verzoeker. Verweerder heeft verwezen naar uitspraken van de Centrale Raad (CRvB 20 december 1989, TAR 1990, 66 en CRvB 3 september 1992, TAR 1992, 223). 

(…) Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen is gebleken dat tussen partijen in geschil is wie auteursrechthebbende is van de hulpmiddelen en dat de oorsprong van dat geschil gelegen is in de omstandigheid dat verweerder geen gevolg heeft gegeven aan de herhaalde verzoeken van verzoeker tot herwaardering van zijn functie en het verzoek tot bevestiging van de aan verzoeker opgedragen taken, waaronder de ontwikkeling van de hulpmiddelen.

Verzoeker heeft daaraan de conclusie verbonden dat nu het ontwikkelen van de hulpmiddelen (veelal) in zijn vrije tijd is gebeurd, het ontwikkelen ervan niet onder zijn functieomschrijving kan worden begrepen en verweerder niet heeft bevestigd dat de hulpmiddelen in opdracht van verzoeker zijn ontwikkeld, hij auteursrechthebbende van de hulpmiddelen is. Verzoeker heeft om die reden onder meer een copyrightsign op de hulpmiddelen aangebracht. Wat er ook van die conclusie verder zij - zulks ligt inmiddels ter beoordeling van de civiele rechter - het op zich zelf bevoegdelijk geven van de dienstopdrachten van 13 juni 2006 en 19 juni 2006 heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter de kwestie (verder) op scherp gezet.

Verweerder heeft bovendien in diezelfde periode verzoeker opgeroepen te verschijnen bij de bedrijfsarts, verzoeker onderworpen aan een psychotechnisch onderzoek en verzoeker onderworpen aan een veiligheidsonderzoek. De voorzieningenrechter overweegt verder, dat verweerder ter zitting heeft aangegeven dat de kwestie omtrent het auteursrecht genuanceerd ligt. Juist ook gelet daarop had een wat compromiserende benadering van verweerder voor de hand gelegen. Gelet op het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat ook verweerder een verwijt treft voor de (verdere) ontstane conflictuese situatie.”

“Voorts staat tussen partijen weliswaar niet ter discussie dat de dienstopdrachten door verzoeker niet zijn uitgevoerd, maar wèl wat de gevolgen daarvan voor verweerder zijn geweest. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat zij schade heeft geleden tengevolge van de handelswijze van verzoeker, maar verzoeker stelt dat hij op geen enkel moment het primaire proces in gevaar heeft gebracht, dat het systeem functioneerde en dat afgifte van de broncodes daarvoor niet relevant was, terwijl de wachtwoorden bij het personeel aanwezig waren. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder de ernst van de verweten gedragingen van verzoeker en de schade die tengevolge van de verweten gedragingen zou zijn geleden, niet voldoende met deugdelijk vastgestelde gegevens heeft onderbouwd.

Het vorenstaande overziend, in aanmerking nemende de niet door verweerder betwiste verder goede staat van dienst van verzoeker, zijn naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter eerder vermelde verweten gedragingen, ook in samenhang beschouwd, niet van zodanige ernst dat de opgelegde straf van voorwaardelijk ontslag hieraan evenredig kan worden geacht.”

Lees de uistpraak hier.

IEF 4880

Het imagoprobleem van de bladmuziekpolitie

bsch.gifBjorn Schipper (Bousie): Het imagoprobleem van de bladmuziekpolitie. Musicopy en collectief rechtenbeheer bij (her)gebruik van bladmuziek. (Eerder gepubliceerd in Muziekwereld 2007-3)

“Recentelijk zijn de incasso activiteiten van de stichting Musicopy in media en politiek onder vuur komen te liggen. Orkesten en koren stonden op hun achterste benen nadat men door Musicopy aangeschreven was terzake vermeend illegaal (her)gebruik van bladmuziek. In de Tweede Kamer zijn hierover kamervragen gesteld. Nadat Musicopy onlangs na een gesprek met de Minister van Justitie beterschap heeft beloofd, lijkt de storm nu weer te zijn gaan liggen. In deze bijdrage sta ik stil bij de juridische aspecten van het (her)gebruik van bladmuziek en de activiteiten van stichting Musicopy en zet ik de meest recente ontwikkelingen voor u nog eens op een rij.”

Lees het volledige artikel hier.

IEF 4879

De vorm van een ronde tafel

union.gifThe Dutch Group of UNION organises a Roundtable on the Protection of the Shape of Products. This Roundtable takes place at the Kurhaus Hotel, in the afternoon of October 25, 2007. UNION is an association of practitioners in the field of Intellectual Property, that is, of individuals whose principal professional occupation is concerned with Patents, Trade Marks or Designs.

Willem Hoorneman (CMS Derks Star Busman) will explore the issue from an aesthetic perspective and Bas Pinckaers (Van Doorne N.V.) from a technical perspective. David Musker (R.G.C. Jenkins & Co.) will give the UK perspective. The Roundtable will be followed by a reception providing a meet and greet opportunity with UNION members from all over Europe.

Nadere informatie over Union, de Roundtable, en een registratieformulier hier.

IEF 4877

Faits divers

Eierdoosjes. “Rechter H. Warnink keek tussen de betogen van advocaten door langdurig naar de twee eierendoosjes. Inzet van een kort geding tussen twee groothandels. Een contract bij de supermarkt Lidl als rijk bezit? Nou nee, niet met de huidige prijzen.  Ze zijn alletwee groen, cyclaamkleurig en bedrukt met een fleurig lettertype. Inhoud: 6 Mega Scharreleieren. Of 6 Mega Active Scharreleieren: de eerste is van Eierenhandel Visser in Hoorn, de laatste van de Eierencentrale West-Nederland uit Barneveld. (…) Rechter Warnink houdt de doosjes en het dossier nog even bij zich. Hij doet volgende week uitspraak.”

Lees hier meer (Noord-Hollands Dagblad).

Navigatiestemmen. “De bekende Vlaamse televisiehond Samson en zijn baasje Gert willen niet dat hun stemmen worden nageaapt door een Nederlandse aanbieder van TomTom-stemmen. Ze dreigen met een rechtszaak tegen www.navigatiestemmen.nl, dat een imitatie van hun stemmen verkoopt.”

Lees hier meer (Nu.nl).

Uitvechten. “Dick Maas past toch de titel van zijn nieuwste film aan. De Botox Methode heet nu Moordwijven, aldus distributeur Independent Films donderdag. Het farmaceutische bedrijf Allergan, dat het middel heeft geregistreerd, had bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de naam. ,,Ik had het graag in de rechtzaal uitgevochten, maar in tegenstelling tot Allergan ontbreekt het ons aan de middelen kostbare juridische procedures te voeren'', aldus filmmaker Maas.”

Lees hier meer (Brabants Dagblad).

Domeinfraude. “Oplichters hebben het opnieuw gemunt op Nederlandse domeinnaamhouders. De SIDN waarschuwt dat verkopers deze week weer leuren met peperdure opname in een webgids. De stichting ontving de afgelopen dagen meerdere klachten van SIDN-deelnemers en houders van domeinnamen over het Spaanse bedrijf GT@P, dat dit voorjaar ook actief was met deze vorm van colportage.”

Lees hier meer (Webwereld.nl). 

Drie zingende meisjes. “Nog geen week na de overtuigende zege van de drie zingende meisje Vol op het Nationaal Songfestival in Baarn worden Lisa, Amy en Shelley van plagiaat beticht. Hun winnende liedje Adem in, adem uit, zou niet geschreven zijn door de dertienjarige Lisa Vol, maar overgenomen zijn van de vroegere cabaretière Adèle Bloemendaal.

Rick Vol en ook Christine Braun van de Avro noemt de link met Adèle Bloemendaal 'klinkklare nonsens'. "Gelukkig hebben we de kinderen voorbereid op dergelijke onsportieve reacties. Het is de schaduwkant van het ergens succesvol in zijn. En internet is een goed medium voor gefrustreerde lieden om schandaaltjes de wereld in te slingeren." Volgens de Fijnaarter zijn de door Lisa neergepende regels inmiddels als beschermde tekst bij muziekorganisaties als Buma/Stemra opgenomen. "Daarom verbaast het me dat op de website van de songteksten de zaak nog niet is rechtgezet."

Lees hier meer (BN de Stem).

Overschrijven. “De ethische rubriek in de Amerikaanse krant New York Times was zó interessant dat ethicus Alexander von Schmidt van De Pers niet anders kon dan hem overschrijven. Althans: in zeven van de acht keer kwamen de ethische kwesties rechtstreeks uit de Amerikaanse krant.  (…) 'Dit is plagiaat, absoluut', reageert ethicus Randy Cohen van de New York Times in de NRC van vrijdag. Welnee, vindt hoofdredacteur Jan Jaap Heij van De Pers op Zaterdag, "dit lijkt me geen plagiaat." Cohen houdt vol: "Hij bedondert zijn lezers." Maar Heij is niet onder de indruk: "we gaan er gewoon mee door."

Lees hier meer (Dag.nl).

Geen rechtszaak. “Pieter Storms heeft geen rechtszaak tegen Het Gesprek of de oprichters daarvan aangespannen. Alle stappen die hij genomen heeft zijn ´geregisseerde publicitaire acties die slechts ten doel hebben Het Gesprek te beschadigen´. Dat zeggen de aandeelhouders in Het Gesprek Frits Barend, Ruud Hendriks en Derk Sauer in een reactie op berichtgeving in de pers. ´ Als Pieter Storms meent dat hem onrecht is aangedaan, nodigen wij hem uit om eindelijk een rechtszaak aan te spannen, zodat de rechter zich kan uitspreken over de feiten, aldus de drie oprichters.”

Lees hier meer (Adformatie.nl).

IEF 4875

Het oorspronkelijk stempel van de maker

grf.gifRechtbank Dordrecht, 18 augustus 2007, LJN: BB5582, Eiser tegen Gedaagde.

Auteursrecht. Gedaagde maakt verveelvoudigingen van de grafmonumenten van eiser openbaar door deze op haar website te publiceren en aan te bieden aan het publiek. Inbreuk op het aan eiseres als werkgever toekomende auteursrecht. De inbreuk is toerekenbaar en daarom wordt winst afdracht toegewezen. 

Eiser houdt zich bezig met het ontwerpen en verkopen van onder andere natuurstenen grafmonumenten. Gedaagde houdt zich ook bezig met de verkoop van grafmonumenten. Foto’s van de grafmonumenten die eiser te koop aanbiedt staan op de website van eiser (www.artea.nl) en in een brochure. Gedaagde heeft eind 2006 een serie van 21 foto’s op haar website (www.mementa.nl) geplaatst. Eiser stelt dat deze foto’s exacte, zij het gespiegelde, kopieën van foto’s van eisers zijn en dat er sprake is van auteursrechtinbreuk en slaafse nabootsing. De rechter is het daar mee eens, niet in de laatste plaats omdat het verweer van gedaagde onvoldoende gemotiveerd is.

“5.2.  Ter onderbouwing van haar stelling dat dit het geval is heeft eiser foto’s van de 21 grafmonumenten in het geding gebracht. De rechtbank concludeert op basis van eigen waarneming daarvan dat niet kan worden gezegd dat het deze ontwerpen aan ieder oorspronkelijk karakter ontbreekt of dat zij niet het oorspronkelijk stempel van de maker dragen. Daarom gaat de rechtbank ervan uit dat het hier om auteursrechtelijk beschermde werken gaat.

5.3.  Gedaagde voert aan dat deze grafmonumenten wijd en zijd in de branche worden gebruikt en ieder oorspronkelijk karakter hebben verloren. Zij heeft deze bewering echter op geen enkele wijze uitgewerkt of verduidelijkt, nader toegelicht of met voorbeelden onderbouwd. Tegenover de onderbouwde stelling van eiser, had gedaagde haar verweer handen en voeten moeten geven. Nu zij dat nalaat is haar verweer onvoldoende gemotiveerd en gaat de rechtbank daaraan voorbij.”

“(…) 5.7.  gedaagde betwist dat eiser de maker is. Volgens haar “is niet uitgesloten” en “kan het zijn” dat eiser de ontwerpen van anderen heeft afgekeken. Gedaagde onderbouwt dit verweer echter op geen enkele wijze en geeft bijvoorbeeld geen voorbeelden van grafmonumenten die eerder dan de ontwerpen van eiser bestonden, waaraan eiser zou hebben kunnen ontleend. (…) Nu zij dat heeft nagelaten passeert de rechtbank ook dit verweer als, tegenover de deugdelijk onderbouwde stelling van eiser, onvoldoende gemotiveerd.

5.8.  Gedaagde betwist niet dat de foto’s die eiser in het geding heeft gebracht, de foto’s zijn die op de websites van eiser en gedaagde zijn geplaatst. (…) 5.9.  Weliswaar voert gedaagde aan dat de grafmonumenten op de websites van haar zelf en eiser “absoluut niet honderd procent gelijk” zijn en dat gedaagde op bepaalde essentiële onderdelen een andere weg is ingeslagen, maar dit verweer is – in het licht van de identieke foto’s – onbegrijpelijk en in ieder geval op geen enkele wijze nader toegelicht of onderbouwd. “

5.11.  Eiser roept, naast het auteursrecht, ook de bescherming in die op basis van onrechtmatige daad tegen ‘slaafse nabootsing’ kan worden verkregen.  (…) 5.12.  Uitgangspunt is dat eiser beide beschermingsvormen kan inroepen, mits zij belang heeft bij de aan elk van die leerstukken verbonden bescherming (art. 3:303 BW). Dat is naar het oordeel van de rechtbank niet het geval. Eiser heeft geen specifiek op slaafse nabootsing toegespitste vordering ingesteld. Van de wel ingestelde vorderingen zouden niet méér worden toegewezen als slaafse nabootsing zou worden aangenomen, dan nu op basis van de auteursrecht inbreuk wordt toegewezen. Eiser heeft dan ook onvoldoende gesteld om aan te nemen dat zij belang heeft bij de beoordeling van deze grondslag.

“5.15.  Eiser vordert afdracht van de door gedaagde met de inbreuk gemaakte winst en rekening en verantwoording daarvan. Voor toewijzing van deze vordering gelden dezelfde vereisten als voor toewijzing van schadevergoeding krachtens art. 6:162 BW, te weten: dat het onrechtmatig handelen aan de inbreukmaker kan worden toegerekend als te wijten aan diens schuld, dan wel aan een oorzaak die volgens verkeersopvattingen voor diens rekening komt (LJN: AU8940, HR 16 juni 2006).

5.16.  Gedaagde heeft ter zitting meegedeeld dat zij regelmatig series foto’s toegestuurd krijgt van leveranciers uit China en India, dat zij niet weet waar die foto’s vandaan komen en dat zij daar ook nooit naar vraagt. Dit geldt ook voor de serie van 21 modellen in deze zaak. Als zij dergelijke series krijgt gaat zij ervan uit dat het om algemene modellen gaat of dat de auteursrechten zijn geregeld, aldus [gedaagde]. Dit betekent dat gedaagde helemaal niets doet om te voorkomen dat zij inbreuk maakt op eventuele rechten van derden, zelfs als het gaat om zo grote aantallen als in deze zaak. De rechtbank is van oordeel dat de inbreuk daarom verwijtbaar is.” De rechtbank beveelt gedaagde om aangaande die winst rekening en verantwoording af te leggen binnen drie maanden na betekening van het vonnis.

Conform de vordering van eiser zal gedaagde worden veroordeeld in de proceskosten berekend naar het liquidatietarief. 

Lees het vonnis hier.

IEF 4874

Prior light art

lsib.gifRechtbank Dordrecht, 22 augustus 2007, LJN: BB5574, Eiser B.V. tegen Gedaagde N.V.

Eindvonnis in auteursrechtzaak, na bewijslevering. Gedaagde heeft volgens de rechter bewezen dat haar tuinverlichting het resultaat is van een zelfstandige schepping en niet de vrucht van ontlening, ook niet van onbewuste, aan de lichtstok van eiser. Geen inbreuk.

In het tussenvonnis van 5 april 2006 is gedaagde toegelaten te bewijzen dat de Lisboa een zelfstandige schepping is en niet de vrucht van bewuste of onbewuste ontlening aan de lichtstok van eisende lichtkunstenaar Van Munster. Rechter Diekman is van oordeel dat gedaagde in de bewijsopdracht is geslaagd en dat er bovendien, zoals zij stelt, méér is.

“2.9.  Getuige 1 - volgens eigen verklaring de ontwerper van de Lisboa -, en de andere gehoorde getuigen - allen (destijds) werknemers van gedaagde - verklaren dat zij de lichtstok van eiser2 niet kenden voordat deze zaak begon. Dit komt de rechtbank, in tegenstelling tot eisers, niet onmogelijk voor. Zelfs als eiser 2 tot de wereldtop van lichtkunstenaars behoort, zoals eisers stellen, wil dat niet noodzakelijk zeggen dat ook elk van zijn individuele werken – de lichtstok in het bijzonder - een zo grote bekendheid geniet dat de ontwerpers/werknemers van een bedrijf als gedaagde die wel moeten kennen. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat uit de stellingen en producties van eisers niet blijkt dat de lichtstok op grote schaal is verspreid, of dat specifiek aan de lichtstok (inter)nationaal op uitgebreide schaal bekendheid is gegeven.  De rechtbank heeft dan ook geen reden om op dit punt aan de geloofwaardigheid van de getuigen te twijfelen.

2.10.  Deze verklaringen zijn op zichzelf echter niet voldoende om het opgedragen bewijs geleverd te achten. De onwaarschijnlijkheid dat overeenstemming tussen twee werken louter toevallig is, dient immers op meer te berusten dan de verklaringen van de ontwerper van het werk waarvan wordt gesteld dat het inbreuk maakt (LJN: AA4872, HR 18-02-2000).
In dit geval is er méér.

2.11.  Productie 9 van gedaagde betreft een publicatie over “BEGA Gartenleuchten in der Bundesgartenschau Köln 1971”. (…) 2.12.  De lamp van BEGA kenmerkt zich, net zoals de lichtstok van [eiser2] en de Lisboa, door zijn visuele eenvoud en doordat de lamp de vorm heeft van een rechtopstaande lucifer. De lamp van BEGA is daarbij, net zoals de Lisboa, een tuinlamp. Naar het oordeel van de rechtbank is de overeenstemming tussen de Lisboa en dit model van BEGA zo groot, dat het mogelijk is dat het ontwerp van de Lisboa (al dan niet onbewust) is terug te voeren op dit model van BEGA.

2.14.  Samenvattend is de rechtbank van oordeel dat het, gezien productie 9 van gedaagde, mogelijk is dat de Lisboa langs een andere weg dan die van ontlening aan de lichtstok van eiser 2  is ontstaan. De verklaringen van de getuigen wekken de overtuiging dat dit ook daadwerkelijk het geval is. Hiermee is het uit de punten van overeenstemming tussen de Lisboa en de lichtstok voortvloeiende vermoeden van ontlening weerlegd.

2.16.  Eisers zullen, als in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de proceskosten. Nu eisers geen verweer hebben gevoerd tegen de gevorderde hoofdelijkheid zullen zij ieder hoofdelijk in deze kosten worden veroordeeld.  

Lees het vonnis hier.