DOSSIERS
Alle dossiers

Kamerstukken & EU  

IEF 14394

StOP NL valt onder Wet toezicht CBO's

Besluit wijziging bijlage WTCBO, Stb. 2014- 435.
Het toezicht door het College van Toezicht strekt zich per 1 januari 2015 tevens uit tot de Stichting Onafhankelijke Producenten Nederland (StOP NL), uit de bijlage als bedoeld in artikel 17, eerste lid Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten. Ondanks de drie bezwaren van StOP NL dat zij geen cbo is in de zin van WTCBO en de Richtlijn, geen auteursrechtelijk vergoedingen int en niet als hoofddoel rechtenbeheer uitvoert, wordt met dit besluit StOP NL aangemerkt als cbo belast met de inning en verdeling van vergoedingen.

Het College heeft StOP NL, zowel mondeling als schriftelijk, in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van de voordracht. StOP NL heeft daarvan gebruik gemaakt en heeft een drietal bezwaren tegen de voordracht kenbaar gemaakt.
Ten eerste heeft StOP NL aangegeven dat zij niet kwalificeert als collectieve beheersorganisatie in de zin van de WTCBO en Richtlijn 2014/26/EU betreffende het collectieve beheer van auteurs- en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening voor het online gebruik ervan op de interne markt («de Richtlijn»). Zij stelt dat dit het geval is, omdat zij geen vergoedingen int en reparteert die gebaseerd zijn op een auteursrechtelijke en nabuurrechtelijke grondslag. Daarnaast stelt StOP NL dat zij niet kwalificeert als collectieve beheersorganisatie, omdat StOP NL niet als hoofddoel of enig doel het beheer van auteurs- of naburige rechten, namens meer dan één rechthebbende, zou hebben.
In reactie op dit bezwaar van StOP NL heeft het College aangegeven dat de Richtlijn geen rol speelt bij de beoordeling of StOP NL kwalificeert als collectieve beheersorganisatie in de zin van de WCTBO. Daarnaast heeft het College aangegeven dat het enkele feit dat een organisatie andere werkzaamheden verricht naast collectief beheer, niet uit sluit dat deze organisatie toch kwalificeert als collectieve beheersorganisatie in de zin van de WTCBO. Ten slotte heeft het College aangegeven dat StOP NL wel degelijk vergoedingen int en reparteert die gebaseerd zijn op een auteursrechtelijke en nabuurrechtelijke grondslag.
Naar mijn oordeel heeft het College terecht geoordeeld dat StOP NL kwalificeert als collectieve beheersorganisatie. Net als het College ben ik van mening dat de, nog niet geïmplementeerde, Richtlijn bij deze afweging geen rol speelt. Dit geldt evenmin voor het enkele feit dat StOP NL andere werkzaamheden verricht. Ten slotte kan ik mij vinden in het standpunt van het College dat StOP NL zich in belangrijke mate bezighoudt met de inning en verdeling van auteursrechtelijke of nabuurrechtelijke vergoedingen.
Daarnaast heeft StOP bezwaren tegen de kwalificatie als collectieve beheerorganisatie, omdat zij dan mogelijk op basis van de WTCBO gedwongen kan worden om met andere collectieve beheersorganisaties samen te werken. Het College heeft daarop aangegeven dat er geen aanwijzingen zijn dat van deze mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt.
Het enkele feit dat onder WTCBO de mogelijkheid bestaat om een algemene maatregel van bestuur uit te vaardigen die collectieve beheersorganisaties dwingt samen te werken, staat los van de kwalificatie van StOP als collectieve beheersorganisatie in de zin van deze wet.
In het geval een dergelijke maatregel wordt overwogen, dan zal StOP NL overigens in de gelegenheid worden gesteld eventuele bezwaren tegen samenwerking met bepaalde collectieve beheersorganisaties voor het voetlicht te brengen. Bij het uitvaardigen van een algemene maatregel van bestuur kan daarmee – zo nodig – rekening worden gehouden.
Ten slotte heeft StOP NL bezwaar tegen de kwalificatie als collectieve beheersorganisatie, omdat de geheimhouding van door StOP NL gemaakte afspraken niet gewaarborgd zou zijn. Het College zou gehouden zijn de informatie die StOP NL haar heeft verschaft, openbaar te maken mocht daarom uit hoofde van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) worden verzocht. Het College stelt dat dit bezwaar geen grond vormt om af te zien van het onder toezicht stellen van een collectieve beheersorganisatie.
Net als het College meen ik dat, de mogelijke toepasselijkheid van de Wet openbaarheid van bestuur, geen grond vormt om af te zien van het onder toezicht stellen van een collectieve beheersorganisatie. Overigens gaat StOP NL er in haar bezwaar aan voorbij dat de Wob een drietal weigeringsgronden bevat op basis waarvan kan worden besloten bepaalde, van onder toezichtgestelden verkregen, gegevens niet openbaar te maken (Artikel 10, eerste lid, onder c, d en g Wob).
IEF 14384

Bibliotheekwet aangenomen, regelt digitalisering

De Eerste Kamer heeft vandaag het wetsontwerp Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), de bibliotheekwet, aangenomen. Vanaf 1 januari 2015 is deze van kracht. De bibliotheekwet regelt de digitalisering van de openbare bibliotheek en zorgt voor structurele financiering daarvan door de Rijksoverheid. In deze wet is vastgelegd dat iedere Nederlander toegang moet hebben tot een openbare bibliotheek, zowel in fysieke als digitale vorm.

Ook zijn de functies en voorwaarden vastgelegd waaraan een openbare bibliotheek moet voldoen. De digitalisering van de openbare bibliotheken wordt centraal belegd bij Koninklijke Bibliotheek (KB). Naast deze taak krijgt de KB de zorg voor de stelselbewaking en –coördinatie van openbare bibliotheken en de verantwoordelijkheid voor het stelsel van voorzieningen voor mensen met een leesbeperking.

Eerstekamer.nl: De kern van dit wetsvoorstel is het instellen van één netwerk van bibliotheekorganisaties, het aanwijzen van de Koninklijke Bibliotheek (KB) als nationale bibliotheek in het netwerk, een aantal zaken rondom de fysieke bibliotheek alsmede de instelling en opbouw van een landelijke digitale bibliotheek.

Artikel 22. Intellectuele eigendomsrechten
1. Bij het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 9, streeft de Koninklijke Bibliotheek er naar de eigendom of een overdraagbaar gebruiksrecht te verkrijgen van bij die uitvoering gevestigde intellectuele eigendomsrechten.
2. Op verzoek van Onze Minister werkt de Koninklijke Bibliotheek mee aan het tot stand komen van een overeenkomst tot het overdragen aan de Staat der Nederlanden van de rechten, bedoeld in het eerste lid. Voor zover wettelijk mogelijk, doet zij afstand van persoonlijkheidsrechten als bedoeld in de Auteurswet die haar of haar personeel toebehoren.

Wijziging Auteurswet:
Artikel 15c, derde lid, van de Auteurswet komt te luiden:
3. Publiek toegankelijke bibliotheekvoorzieningen, die in overwegende mate door gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba worden gesubsidieerd of in stand gehouden, zijn voor het uitlenen van op basis van artikel 15i omgezette werken aan bij die voorzieningen ingeschreven personen met een handicap, vrijgesteld van betaling van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

Wet naburige rechten:
De artikelen 2, vijfde lid, 6, vijfde lid, 7a, vijfde lid, en 8, vijfde lid, van de  Wet op de naburige rechten komen te luiden:
5. Publiek toegankelijke bibliotheekvoorzieningen, die in overwegende mate door gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba worden gesubsidieerd of in stand gehouden, zijn voor het uitlenen van op basis van artikel 10, onderdeel i, omgezette materialen aan bij die voorzieningen ingeschreven personen met een handicap, vrijgesteld van betaling van de vergoeding, bedoeld in het derde lid.

IEF 14326

Wetsvoorstel Afschaffing geschriftenbescherming aangenomen

Afschaffing geschriftenbescherming, Kamerstukken I 2014-2015, 33 800 nr. 5.
Het wetsvoorstel Wijziging van de Auteurswet in verband met de afschaffing van bescherming van geschriften zonder oorspronkelijk karakter of persoonlijk stempel van de maker (33 800) is zonder beraadslaging en zonder stemming op 28 oktober aangenomen.

Dit wetsvoorstel schaft in de Auteurswet de bescherming van geschriften zonder oorspronkelijk karakter of persoonlijk stempel van de maker (niet-oorspronkelijke geschriften) af, de zogenaamde geschriftenbescherming. Hierbij moet gedacht worden aan geschriften waarbij geen sprake is van een creatieve prestatie, zoals (standaard) advertenties, telefoongidsen, catalogi, dienstregelingen, theaterprogramma's en gebruiksaanwijzingen. Voor databanken die geen auteursrechtelijke bescherming of sui generis-bescherming (enige in zijn soort) genieten komt de geschriftenbescherming ook te vervallen.

Met dit voorstel wordt de vrije verspreiding van feitelijke informatie vergemakkelijkt. Met dit voorstel vallen voortaan alleen werken van letterkunde, wetenschap of kunst, met een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijke stempel van de maker onder het auteursrecht.

IEF 14319

Wet en AMvB toegestaan gebruik verweesde werken

Wet inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen verweesde werken, Stb. 2014, nr. 388. - AMvB, Stb. 2014, 399
Vanaf morgen (29 oktober) treedt deze wet in werking. Artikel 16o Auteurswet komt te luiden: Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 1, 5 of 10, wordt niet beschouwd de reproductie of beschikbaarstelling door voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsmede archieven en instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed die niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven, van een voor het eerst in een lidstaat van de E.U. of in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de E.E.R. openbaar gemaakt werk mits:

a. het werk deel uitmaakt van de eigen verzameling van de hiervoor bedoelde organisaties;
b. de rechthebbende op het werk na een zorgvuldig onderzoek als bedoeld in artikel 16p niet is geïdentificeerd en opgespoord; en
c. de reproductie en beschikbaarstelling geschiedt in het kader van de uitoefening van een publieke taak, in het bijzonder het behouden en restaureren van de werken en het verstrekken van voor culturele en onderwijsdoeleinden bestemde toegang tot de werken uit de eigen verzameling van de hiervoor bedoelde organisaties. (...)

Artikel 16p

1. Het zorgvuldig onderzoek naar de rechthebbende, als bedoeld in artikel 16o, eerste lid, onder b, wordt uitgevoerd door voor ieder werk als bedoeld in artikel 16o, eerste lid, en voor ieder daarin opgenomen werk van letterkunde, wetenschap of kunst de voor de desbetreffende categorie van werken geschikte bronnen voor het opsporen van rechthebbenden te raadplegen. Op voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden bij algemene maatregel van bestuur regels gegeven ten aanzien van de bij het onderzoek te raadplegen bronnen. (...) [AMvB, Stb. 2014-399]

Lees verder

IEF 14293

Vergoedingen voor kunstuitleen gaan omhoog en thuiskopieheffingen gaan omlaag

Uit het persbericht: Onderhandelingen tussen Stichting Leenrecht en de kunstuitleenbranche zijn met succes afgerond! Stichting Leenrecht heeft overeenstemming bereikt over een hogere vergoeding voor de kunstenaars. Het huidige tarief van € 1,50 per uitlening wordt in jaarlijkse stappen van 0,25 euro verhoogd tot € 2,50! In 2018 wordt het nieuwe tarief bereikt. Lees verder

Uit het persbericht: De thuiskopieheffingen dalen met ingang van 1 januari 2015 met 30%. Dit betekent een heffing van € 3,50 op desktop pc’s, notebooks, smartphones, telefoons met mp-3 spelers, tablets, hdd recorders en settopboxen met harde schijf. Portable audio-/videospelers krijgen een heffing van € 1,40. Voor externe hdd-drives en e-readers geldt straks een bedrag van € 0,70. Bij de aanschaf van een cd-rom of dvd geldt het laagste tarief: 2 eurocent. Lees verder

IEF 14249

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de EU-lidstaten

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie, Kamerstukken II 2014-2015, 22 112, nr. 1911 en 1912
nr. 1911 - Fiche 1: Mededeling bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten in derde landen. Titel voorstel: Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité. Handel, groei en intellectuele eigendom – Strategie voor de bescherming en handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in derde landen.
nr. 1912 - Fiche 2: Mededeling EU-actieplan Handhaving intellectuele Eigendomsrechten. Titel voorstel: Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité. Naar een hernieuwde consensus over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten: een EU-actieplan.
Lees verder

IEF 14230

Wetsvoorstel bronbescherming journalisten naar Tweede Kamer

Mediarecht. Persbericht: Het recht van journalisten om hun bron te beschermen, wordt wettelijk vastgelegd. De regeling erkent de bijzondere positie van journalisten in het publieke debat, maar geeft geen onbeperkt verschoningsrecht. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten dat bij de Tweede Kamer is ingediend (nader rapport). In de praktijk komt het erop neer dat journalisten als getuige in een strafzaak geen vragen hoeven te beantwoorden over de identiteit van hun bron. Normaal gesproken is een getuige verplicht te antwoorden. Maar het maatschappelijk belang dat personen zich zonder vrees voor vervolging met informatie tot journalisten moeten kunnen wenden, weegt in het algemeen zwaarder.

De rechter bepaalt uiteindelijk of het beroep op bronbescherming terecht was. Er kunnen zich bijzondere omstandigheden voordoen waardoor openbaring van die bron noodzakelijk is met het oog op bijvoorbeeld de nationale veiligheid en het voorkomen en beëindigen van ernstige strafbare feiten.

Bronbescherming in strafzaken blijft niet strikt beperkt tot degenen die zich geheel beroepsmatig of alleen tegen betaling met nieuwsgaring bezighouden, maar geldt straks ook voor publicisten die schrijven over (politieke) of actuele aangelegenheden. Dit sluit aan bij het veranderende karakter van de vrije nieuwsgaring en het medialandschap in de afgelopen jaren. Het publieke debat speelt zich niet meer alleen af in kranten of op televisie en radio. In de civielrechtelijke en strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de schrijver voor de inhoud van de publicatie komt geen verandering.

Verder is het gebruik van dwangmiddelen tegen journalisten en publicisten in een strafzaak aan striktere regels gebonden. Dit betekent dat het doorzoeken en in beslag nemen van voorwerpen en geschriften op het kantoor van bijvoorbeeld een redactie van een krant of weekblad alleen mogelijk is na toestemming en in aanwezigheid van een rechter-commissaris en niet meer op gezag van de officier van justitie.

IEF 14202

Gewijzigd voorstel van wet inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken; Gewijzigd voorstel van wet, Kamerstukken I, 2013/2014, 33 892.
Zie eerder IEF 13632. De publicatie kst-378673 is op 16 september 2014 gepubliceerd door Eerste Kamer der Staten-Generaal. De publicatie is van het type GVW en heeft als titel "Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken; Gewijzigd voorstel van wet".

Authentieke versie (pdf)

IEF 14184

Nietigverklaring model koekje wegens ontbreken eigen karakter

Gerecht EU 9 september 2014, IEF 14184, zaak T 494/12 (Biscuit) - dossier
Zie eerder IEF 11944. Gemeenschapsmodellen. Beroep tot vernietiging van beslissing van de derde kamer van beroep van het BHIM, waarbij de beslissing van de nietigheidsafdeling is vernietigd en het model van een koekje met zachte kern voor koekjes van klasse 01 01 nietig is verklaard in het kader van het door Banketbakkerij Merba BV ingediende verzoek om nietigverklaring. Het beroep wordt verworpen.

31 Derhalve kan geen van verzoeksters argumenten, die hierboven in de punten 15 en 16 zijn uiteengezet, afdoen aan de gegrondheid van de bestreden beslissing. Aangezien enkel de zichtbare aspecten van het door het litigieuze model weergegeven voortbrengsel in aanmerking kunnen worden genomen voor de beoordeling van het eigen karakter (zie de punten 25 tot en met 30 hierboven), moet bovendien verzoeksters betoog met betrekking tot die beoordeling (zie punt 17 hierboven) worden afgewezen.

33 Zoals de kamer van beroep in de punten 21 tot en met 24 van de bestreden beslissing heeft vastgesteld, zijn meer bepaald het onregelmatige en oneffen oppervlak van de buitenkant van het koekje, de geelachtige kleur, de ronde vorm en de aanwezigheid van stukjes chocolade gemeenschappelijke kenmerken van de conflicterende modellen, die bepalend zijn voor de algemene indruk die bij een geïnformeerde gebruiker wordt gewekt, zodat het litigieuze model niet kan worden geacht een eigen karakter te vertonen.

34 Het vlakkere oppervlak van het litigieuze model in vergelijking met het eerste en het derde model die hierboven in punt 5 zijn weergegeven, alsook de verschillen qua aantal, de enkele verschillen qua precieze afmetingen en de enigszins vooruitstekende aard van de stukjes chocolade die voorkomen op elk van die modellen en op het litigieuze model, verlenen het litigieuze model geen eigen karakter. Gelet op de grote vrijheid waarover de ontwerper dienaangaande beschikt, kunnen die verschillen bij de geïnformeerde gebruiker, zoals omschreven in punt 28 van de bestreden beslissing, ten gunste van het litigieuze model dan ook geen andere algemene indruk wekken.

Zie ook:
SOLV
Merkwaardigheden

IEF 14092

Report customs enforcement of IP - Results at the EU border 2013

Report on EU customs enforcement of intellectual property rights: Results at the EU border 2013, 31 juli 2014
Uit het persbericht. Uit het jaarrapport van de Commissie over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane blijkt dat de douanediensten in de Unie in 2013 bijna 36 miljoen stuks hebben tegengehouden waarvan werd vermoed dat ze inbreuk maakten op intellectuele-eigendomsrechten (IER). Hoewel dit aantal lager is dan de voorgaande jaren, vertegenwoordigden de onderschepte goederen toch nog altijd een waarde van 760 miljoen euro. Het vandaag verschenen rapport bevat eveneens statistieken over het soort, de herkomst en de vervoerswijze van de namaakgoederen die aan de EU-buitengrenzen zijn tegengehouden.

Kledingstukken (12 % van alle tegengehouden goederen) en medicijnen (10 %) behoren tot de belangrijkste categorieën van goederen die worden tegengehouden. In 2013 ging het in zo'n 70 % van de douane-interventies om post- en koerierszendingen en in 19 % van de tegengehouden postzendingen betrof het medicijnen. Zo'n 90 % van alle tegengehouden goederen is vernietigd of er werd een rechtszaak aangespannen om de inbreuk vast te stellen. China is nog altijd het belangrijkste land van herkomst van namaakgoederen: 66 % van alle tegengehouden goederen komt uit China en 13 % uit Hongkong. Andere landen domineren dan weer als het gaat om specifieke productcategorieën, zoals Turkije voor parfum en cosmetica en Egypte voor levensmiddelen.

Lees verder