DOSSIERS
Alle dossiers

Rechtspraak  

IEF 21850

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam advocaten.

Uitzending AVROTROS over Bob Solar niet onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 22 jan 2024, IEF 21850; ECLI:NL:RBMNE:2024:223 (Eisers tegen AVROTROS), https://delex.nl/artikelen/uitzending-avrotros-over-bob-solar-niet-onrechtmatig

Vzr. Rb. Midden-Nederland 22 januari 2024, IEF 21850; ECLI:NL:RBMNE:2024:223 (Eisers tegen AVROTROS). Kort geding. Het tv-programma Radar heeft op 30 oktober 2023 aandacht besteed aan de klachten die zij heeft ontvangen over onder meer Bob Solar. In het item staat centraal dat consumenten zonnepanelen hebben besteld en aanbetaald, maar dat deze niet worden geleverd. Eisers vinden de publicatie onrechtmatig, omdat de aflevering een eenzijdig, vertekend en misleidend beeld zou geven ten koste van de eer en goede naam van eisers. Eisers vorderen dan ook verwijdering van de aflevering, alsmede een rectificatie, een verbod tot het doen van verdere uitlatingen en publicaties, en een inzagevordering.

IEF 21825

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Hof bevestigt dat Noordkaap de toekomstige beelden van appellant mag uitzenden

Hof Amsterdam 24 nov 2023, IEF 21825; (Eiser tegen Noordkaap TV Producties), https://delex.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-noordkaap-de-toekomstige-beelden-van-appellant-mag-uitzenden

Hof Amsterdam 24 november 2023, IEF 21825, IT 4452; (Appellant tegen Noordkaap TV Producties B.V.) Noordkaap TV Producties B.V. (hierna: Noordkaap) produceert het programma ‘Undercover in Nederland’. Appellant was eigenaar van een autorijschool die gespecialiseerd was voor mensen met rijangst en autisme. De voorzieningenrechter heeft bij vonnis op 10 november 2023 geoordeeld dat Noordkaap de beeldopnames mag uitzenden [zie IEF 21822].

IEF 21822

Uitspraken ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Noordkaap mag beelden van eiser uitzenden

Rechtbank Amsterdam 10 nov 2023, IEF 21822; ECLI:NL:RBAMS:2023:7874 (Eiser tegen Noordkaap TV Producties), https://delex.nl/artikelen/noordkaap-mag-beelden-van-eiser-uitzenden

Vzr. Rb. Amsterdam 10 november 2023, IEF 21822, IT 4447; ECLI:NL:RBAMS:2023:7874 (Eiser tegen Noordkaap TV Producties B.V.) Noordkaap TV Producties B.V. (hierna: Noordkaap) produceert het programma ‘Undercover in Nederland’. Eiser was eigenaar van een autorijschool die gespecialiseerd was voor mensen met rijangst en autisme. Tussen de eiser en oud-leerlingen van eiser zijn ontuchtige handelingen geweest. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt door de politie en eiser is hiervoor in 2022 veroordeeld. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit vonnis, de mondelinge behandeling heeft nog niet plaatsgevonden. Eiser mocht na deze veroordeling geen rij- en theorielessen meer geven. Op 20 december 2022 heeft een voormalig bestuurslid van de brancheorganisatie Landelijke Beroepsvereniging kwaliteitsbevordering Rijschoolbranche het programma Undercover in Nederland bericht over het feit dat eiser, ondanks de veroordeling, nog steeds (theorie)les geeft. Hierop heeft Noordkaap onderzoek ingesteld. Noordkaap heeft op meerdere momenten verborgen camera-acties uitgevoerd. Noordkaap wil beelden van aan de kaak gestelde misstanden uitzenden. Eiser vordert onder andere Noordkaap te verbieden beeld- en/of geluidsmateriaal van eiser openbaar te maken. Noordkaap voert verweer.

IEF 18468

Parool mag artikelen over vastgoedhandel gewoon publiceren

Gerechtshoven 14 mei 2019, IEF 18468; ECLI:NL:GHAMS:2019:1610 (X tegen het Parool), https://delex.nl/artikelen/parool-mag-artikelen-over-vastgoedhandel-gewoon-publiceren

Gerechtshof Amsterdam 14 mei 2019, IEF 18468; IT 2779, ECLI:NL:GHAMS:2019:1610 (X tegen het Parool) Mediarecht. Privacyrecht. Het Parool heeft artikelen gepubliceerd over de kopers van politiepanden op de Wallen en hun banden met criminelen. De betrokken kopers vorderen te verklaren dat publicatie van de artikelen onrechtmatig is. Tevens vorderen zij het offline halen van de artikelen, een rectificatie in de krant en vergoeding van immateriële schade. Publicatie van de artikelen was niet onrechtmatig volgens de rechtbank. Nu wordt geoordeeld dat één bewering in het laatste artikel onrechtmatig was wegens het ontbreken van nuancering en/of wederhoor. De artikelen worden verder rechtmatig bevonden. Plaatsing van een rectificatie bij het laatste artikel in het digitale archief volstaat. De overige vorderingen zijn niet toewijsbaar.

IEF 18461

Uitspraak ingezonden door Joris Vos, IT-student

NRC mag naam hoogleraar UvA niet publiceren nu dit niet bijdraagt aan #MeToo debat

Rechtbanken 13 mei 2019, IEF 18461; ECLI:NL:RBAMS:2019:3451 (X tegen NRC Media), https://delex.nl/artikelen/nrc-mag-naam-hoogleraar-uva-niet-publiceren-nu-dit-niet-bijdraagt-aan-metoo-debat

Rechtbank Amsterdam 13 mei 2019, IEF 18461; IT 2778, ECLI:NL:RBAMS:2019:3451 (X tegen NRC Media) Privacyrecht. Mediarecht. Eiser is hoogleraar geweest aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam. Wegens een onderzoeksrapport waarin hem grensoverschrijdend gedrag wordt verweten besluit hij ontslag te nemen. Hierover was NRC van plan een artikel te publiceren. Eiser stelt dat dit artikel onrechtmatig is, omdat het onvoldoende steun vindt in het feitenmateriaal. Hierna moeten dus het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer tegen elkaar worden afgewogen. Het artikel draagt bij aan het publieke debat. Daarnaast is eiser een publieke figuur. Ook is zijn voorgespiegelde gedrag zodanig geweest dat hieraan het waardeoordeel ‘grensoverschrijdend gedrag’ mag worden verbonden. Echter is hier onvoldoende bewijs voor, en zal een dergelijke publicatie grote gevolgen hebben. Ook zal het noemen van de naam van eiser niets bijdragen aan het publieke debat. Derhalve wordt NRC Media verboden de voor- en/of achternaam van eiser te noemen, en veroordeeld in de proceskosten.

IEF 18403

Uitspraak ingezonden door Bas Le Poole en Georgina Nühn, Le Poole & Bekema.

Telegraaf Media Group heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens Stichting Loterijverlies

Gerechtshoven 9 apr 2019, IEF 18403; ECLI:NL:GHAMS:2019:1200 (X tegen TMG), https://delex.nl/artikelen/telegraaf-media-group-heeft-niet-onrechtmatig-gehandeld-jegens-stichting-loterijverlies

Hof Amsterdam 9 april 2019, IEF 18403; ECLI:NL:GHAMS:2019:1200 (X tegen TMG) Mediarecht. X is de oprichter van Stichting Loterijverlies. TMG is de holdingmaatschappij van het TMG concern, waarvan o.a. de uitgever van De Telegraaf onderdeel uitmaakt. De Telegraaf heeft een aantal uitlatingen over X gedaan. X vordert dat de Telegraaf deze uitlatingen rectificeert, de uitlatingen verwijdert van het internet, en een verbod deze nog te openbaren. De rechtbank oordeelt dat de vorderingen dienen te worden afgewezen. Ook nu is er geen aanleiding om de vorderingen toe te wijzen, nu geen van de grieven daartoe aanleiding geeft.

IEF 17032

Verbod op versturen naaktfoto's naar ex-partner

Rechtbank Overijssel 21 jun 2017, IEF 17032; ECLI:NL:RBOVE:2017:2536 (Verbod verzending naaktfoto’s), https://delex.nl/artikelen/verbod-op-versturen-naaktfoto-s-naar-ex-partner

Vzr. Rechtbank Overijssel 21 juni 2017, IEF 17032; ECLI:NL:RBOVE:2017:2536 (Verbod versturen naaktfoto’s) Mediarecht. Incidenten na echtscheiding. Ernstig verstoorde relatie. Man stelt lastig gevallen te worden met naaktfoto's ex-partner en vordert een verbod. Vrouw wordt verboden nog langer naaktfoto's aan eiser te sturen, met een te verbeuren dwangsom van € 250,00 voor iedere keer dat niet voldaan wordt aan het uitgesproken verbod, tot een maximum van € 5.000,00. Man wordt verboden om de (reeds eerder verstuurde) naaktfoto’s van gedaagde te verspreiden, met een dezelfde dwangsom.

IEF 15765

Onder de column ligt een feitelijk substraat, maar niet nodeloos grievend

Rechtbank Rotterdam 11 mrt 2016, IEF 15765; ECLI:NL:RBROT:2016:1812 (adres pedoseksueel), https://delex.nl/artikelen/onder-de-column-ligt-een-feitelijk-substraat-maar-niet-nodeloos-grievend

Ktr. Rechtbank Rotterdam 11 maart 2016, IEF 15765; ECLI:NL:RBROT:2016:1812 (Adres pedoseksueel)
Mediarecht. Column getiteld: "De burgemeester tobt met een dilemma" over 4000 euro schadevergoeding te betalen aan de veroordeelde pedoseksueel, waar de burgemeester het adres van bekend had gemaakt. De uitlatingen in de column zijn ontegenzeglijk kwetsend jegens eiser, maar de grenzen van het toelaatbare zijn niet overschrijden. Nu onder de uitlatingen een feitelijk substraat ligt en ondanks de scherpe bewoordingen, gelet op het doel van de column – namelijk kritiek op een vonnis en de handelwijze dienaangaande van de gemeente Amersfoort – niet zijn aan te merken als nodeloos grievend.

IEF 15743

Uitspraak ingezonden door Michiel Coops, ABC Legal.

Geen rectificatie voor bericht over in scene gezette televisieroof

Rechtbank Amsterdam 4 mrt 2016, IEF 15743; ECLI:NL:RBAMS:2016:1320 (Plasmavisie tegen SSPOMN/Rtv Utrecht), https://delex.nl/artikelen/geen-rectificatie-voor-bericht-over-in-scene-gezette-televisieroof

Vzr. Rechtbank Amsterdam 4 maart 2016, IEF 15743; ECLI:NL:RBAMS:2016:1320 (Plasmavisie tegen SSPOMN)
Mediarecht. Plasmavisie is een speciaalzaak voor visuele en audiovisuele apparatuur. Vennoten van Plasmavisie hadden aangifte gedaan van een gewapende roofoverval waarbij honderden televisies zouden zijn gestolen. Later blijkt dat deze overval in scène was gezet door de eigenaren. Plasmavisie vordert onder andere Rtv Utrecht te bevelen om een rectificatie te plaatsen onder de kop "rectificatie televisieroof elektronicawinkel te Barneveld" en dat Rtv Utrecht publicaties over de overval verwijdert uit de zoekresultaten van online zoekmachines omdat Rtv Utrecht volgens Plasmavisie geen hoor-en wederhoor heeft toegepast en zich schuldig maakt aan onzorgvuldige journalistiek. De rechter oordeelt dat het rectificeren en aanschrijven van de zoekmachines een beperking zal vormen van artikel 10 lid 1 EVRM en dat de publicaties van Rtv Utrecht rechtvaardig waren omdat het bericht afkomstig was van een overheidsorgaan (de politie) en dan hoeft er geen zelfstandig onderzoek gedaan te worden naar de juistheid van dat bericht. Overigens rust er bij Rtv Utrecht geen rechtsplicht om de berichtgeving aan te passen omtrent Plasmavisie, deze verplichting zou een te erge inbreuk vormen op haar journalistieke vrijheid. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorzieningen van Plasmavisie c.s.

IEF 15727

EHRM benadrukt belang van bescherming bronnen en klokkenluiders

EHRM 19 januari 2016, IEF 15726 (Görmüs e.a. tegen Turkije)
Met samenvatting van Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan/Mediareport. Deze recente uitspraak van het EHRM draait om een artikel in het Turkse tijdschrift Nokta uit 2007, waarin onthuld werd dat het Turkse leger een systeem van classificatie van journalisten hanteerde waarin deze als ‘favourable’ of ‘hostile’ werden aangemerkt. ‘Hostile’ journalisten werden uitgesloten van deelname aan activiteiten van het Turkse leger. Na publicatie trof het Turkse leger vergaande maatregelen tegen Nokta, met als doel de identiteit van de bronnen van het artikel te achterhalen. Het EHRM oordeelt (arrest in het Frans, samenvatting -pdf- in het Engels) dat Turkije daarbij de rechten van de betrokken journalisten onder artikel 10 EVRM heeft geschonden.

De scoop van Nokta was gebaseerd op vertrouwelijke documenten van het Turkse leger zelf, die door een klokkenluider aan Nokta waren verstrekt. Na de publicatie viel het leger onaangekondigd binnen bij Nokta en nam het kopieeen van de vertrouwelijke documenten in beslag. Ook werden forensische kopieen gemaakt van gegevens op 46 computers op de redactie. Hoofdredacteur Görmüş en verschillende bij de zaak betrokken onderzoeksjournalisten maakten daarop bezwaar bij de Turkse rechter, maar deze keurde de gang van zaken goed en verwierp tot in hoogste instantie het beroep.

Het EHRM begint de gebruikelijke belangenafweging met een onderzoek of het gewraakte artikel bijdraagt aan een ‘public debate’. Dat is al snel duidelijk: het artikel handelde over de rol en de handelswijze van het Turkse leger in de Turkse samenleving, waarmee het zonder meer bijdraagt aan een debat van ‘public interest’.

Daarop volgt een belangenafweging tussen enerzijds het recht op bronbescherming en de bescherming van klokkenluiders (in het Frans prachtig “lanceurs d’alerte”), en anderzijds het feit dat de informatie als vertrouwelijk was aangemerkt en het gegeven dat het vertrouwen in de overheid beschermenswaardig is.

Het EHRM oordeelt dat de handelswijze van de Turkse overheid zeer verstrekkend was. De journalisten hadden bij de inval meteen kopieën verstrekt van de documenten die zij van de klokkenluider hadden gekregen: niettemin werden alsnog grote hoeveelheden data in beslag genomen. Dit alles met het doel (impliciet danwel expliciet) om achter de identiteit van de klokkenluider te komen. Deze interventie was dermate zwaar dat het EHRM oordeelt dat zij een groot chilling effect heeft gehad op potentiële bronnen die de pers willen helpen om misstanden in het leger aan de kaak te stellen.

Het EHRM oordeelt voorts uitdrukkelijk dat artikel 10 EVRM bescherming biedt aan klokkenluiders, ook als deze in publieke dienst zijn. Het EHRM heeft daarvoor een vast toetsingskader ontwikkeld (zie in dit kader J.P. van den Brink en E.W. Jurjens, “Bescherming van klokkenluiders onder artikel 10 EVRM”, NTM 2015-1 en MR 2015-042 en het Guja/Moldavië-arrest, nr. 14277/04).

Eén van de relevante factoren daarbij kan zijn of er gebruik is gemaakt van interne procedures om de misstand aan de kaak te stellen binnen de organisatie waar de klokkenluider werkt voordat deze naar de pers stapt. In dit geval merkt het EHRM echter op dat de Turkse wet niet voorziet in dergelijke procedures. Om die reden komt het EHRM tot het oordeel dat het de journalisten niet tegengeworpen mag worden dat de klokkenluider niet eerst bij zijn meerderen had aangeklopt voordat hij of zij Nokta benaderde.

Vervolgens besteedt het EHRM aandacht aan het gegeven dat de stukken die Nokta in handen had gekregen als vertrouwelijk waren aangemerkt. Gezien het stukken betreft over de interne organisatie van het leger geeft het EHRM toe dat dit vertrouwelijke karakter “a priori justifié” zou kunnen zijn. Echter, dergelijke vertrouwelijkheid is niet absoluut en dient niet koste wat kost gehandhaafd te worden. Het EHRM is er niet van overtuigd dat er een goede reden bestond om de documenten als vertrouwelijk aan te merken. Allereerst omdat de publicatie van de stukken niet tot negatieve gevolgen had geleid, maar ook omdat het aanmerken als vertrouwelijk van documenten waaruit discriminatie van overheidswege blijkt niet gerechtvaardigd is.

Ook het andere argument van de Turkse Staat – dat het van belang is om het vertrouwen in overheidsinstanties, in casu het leger, te bewaren – verwerpt het EHRM. Dit kan een relevante factor zijn, maar in dit geval oordeelt het EHRM dat er dermate een groot belang bij de misstand die wordt blootgelegd in het artikel is dat dit zwaarder weegt dan het behouden van publiek vertrouwen in het leger.

Gezien het zwaarwegende publieke belang bij publicatie van het artikel en de disproportionaliteit van de handelswijze van de Turkse overheid enerzijds, en de beperkte belangen bij vertrouwelijkheid en het in standhouden van het vertrouwen in de overheid anderzijds, oordeelt het EHRM dat de Turkse Staat inbreuk heeft gemaakt op artikel 10 EVRM.