Tijdens de gedachtewisseling spraken de meeste lidstaten, waaronder Nederland, steun uit voor de voortvarende en constructieve aanpak van het voorzitterschap. Alle lidstaten erkenden dat een doorbaak op het terrein van octrooibescherming en geschilbeslechting van groot belang is
voor de concurrentiepositie van het innovatieve bedrijfsleven in Europa. Uit de discussie bleek dat nog veel werk moet worden verricht, voordat de raad tot besluitvorming kan komen. Een aantal lidstaten gaf aan te hechten aan een octrooi in de eigen taal. Daarnaast hecht een aantal landen aan de nabijheid van de rechtspraak en het procederen in de eigen taal. Ook wezen er lidstaten op het belang van de rol van het Europese Hof van Justitie bij de geschilbeslechtingsregeling. Daarnaast benadrukte een aantal lidstaten, waaronder Nederland, dat de nieuwe geschilbeslechtingsregeling toegevoegde waarde moet hebben als het gaat om kwaliteit van de rechtspraak en rechtszekerheid. De lidstaten verschilden nog van mening of er een sterke koppeling moet worden gelegd tussen de dossiers gemeenschapsoctrooi en geschilbeslechting. Een aanzienlijk aantal lidstaten, waaronder Nederland, sprak de wens uit om tijdens het komende Frans voorzitterschap tot een oplossing te komen.
Nederland wees er in haar interventie tevens op dat bij de verdere onderhandelingen goed voor ogen moet worden gehouden dat het systeem in het leven wordt geroepen voor de gebruikers. Een uniform stelsel van octrooibescherming en -rechtspraak kan alleen op steun van gebruikers rekenen als het een verbetering inhoudt van de bestaande systemen in termen van transparantie, kostenefficiency en snelheid. Met de inwerkingtreding van het zogenaamde Londen vertalingenprotocol is vooruitgang geboekt met het terugdringen van vertaalkosten van verleende Europese octrooien. Het is nu zaak om ook voor de handhaving van octrooien op een zo kort mogelijke termijn een oplossing te vinden, zodat sprake is van een hoge gekwalificeerde en gespecialiseerde en uniforme octrooirechtspraak. De octrooirechtspraak is nu nog verspreid over vele instanties, is niet eenduidig en te duur. Nederland gaf aan het positief te vinden dat in het voorstel van het Sloveense voorzitterschap veel elementen uit EPLA zijn overgenomen en is bereid hier constructief over mee te praten. Nederland steunde voorts het voorstel van het voorzitterschap dat uitgaat van machinevertalingen en gaf aan sterk te hechten aan voortgang op beide dossiers.
Lees hier het verslag van het AO en hier de brief van de minister