DOSSIERS
Alle dossiers

Rechtspraak  

IEF 6357

Witheet

Gerechtshof Amsterdam, 26 juni 2008, LJN: BD5538, Media Plus V.O.F. Connie Breukhoven-Witteman.

Het Gerechtshof Amsterdam heeft het vonnis van de voorzieningenrechter inzake de vorderingen van een bekende televisiepersoonlijkheid tegen ZIJonline bekrachtigd. Het op de website geplaatste artikel waarin de betrokkene van prostitutie wordt beticht is onrechtmatig .

 “4.7  Op grond van dit alles concludeert het hof dat de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat Media Plus cs onrechtmatig hebben gehandeld jegens Breukhoven en dat hij hun terecht heeft bevolen de publicatie van de website te verwijderen, een rectificatie te publiceren en Google en Yahoo opdracht te geven tot verwijdering van de publicatie uit hun zoekmachines. Naar het oordeel van het hof zijn de opgelegde dwangsom, het daarbij vastgestelde maximum alsmede de opgelegde duur van de plaatsing van de rectificatie passend. Daarbij heeft het hof alle omstandigheden, waaronder de aard, de ernst en de duur van in ieder geval drie uren van de inbreuk (drie uur volgens de memorie van grieven onder 33, zes uur volgens de pleitnota van Media Plus cs in eerste aanleg onder 20) en de snelle verspreiding van informatie op het internet in aanmerking genomen.

In het licht van al die omstandigheden acht het hof het ook voldoende aannemelijk dat Breukhoven in een bodemprocedure voor geleden schade wegens onrechtmatige daad – ongeacht een eventuele schending van het portretrecht [zie ook vonnis rb, LJN BA5286 ] – een bedrag van € 10.000,- toegewezen zal krijgen, zodat dit bedrag terecht in dit kort geding is toegewezen. Dat een zelfde bedrag tegen Witheet is toegewezen doet hieraan niet af. Dat betrof nu eenmaal een andere publicatie, die op eigen merites is beoordeeld in het geding voor zover dat tussen Breukhoven en Witheet werd gevoerd.”

Lees het arrest hier.

IEF 6305

Portretverschoning & een fysieke confrontatie met de EO

Twee media- en portretrechtzaken, beide met dank aan Bertil van Kaam (Van Kaam advocaten).

TO.gifRechtbank Amsterdam, 11 juni 2008, HA ZA 07-2438, Eiser tegen TROS

TROS-Opgelicht-zaak met stukje portretrecht. Eiser ziet zich door uitzending aangetast in zijn eer en goede naam. De TROS betwist dit niet, maar stelt dat dat, gezien de omstandigheden van het geval, niet onrechtmatig was. De Rechtbank komt tot dezelfde conclusie, nu de door de TROS geuite beschuldigingen voldoende steun vinden in het bewijsmateriaal.

Over het beroep van eiser op het portretrecht of ‘portretverschoning’ stelt de recht:

“4.8. (…) [eiser] de voordeur wijd open heeft gezwaaid en de verslaggever en diens cameraman direct uitgenodigd heeft om binnen te komen. [eiser] oogde niet overdonderd of in de war. (…) [eiser] heeft de verslaggever en diens cameraman verder nog een kopje koffie aangeboden (…) Vervolgens heeft de [eiser] op een rustige wijze zijn kant van het verhaal uit de doeken kunnen doen. (…) Dat de [eiser] achteraf spijt heeft gekregen van zijn medewerking en vervolgens bezwaar heeft gemaakt tegen uitzending van het interview met een beroep op zijn portretrecht, maakt het voorgaande niet anders. Het portretrecht is slechts één van de aspecten die meegewogen dienen te worden bij de afweging van de onder 4.2. genoemde belangen. In dit kader is geen sprake van overschrijding van de grens van wat tegenwoordig in de journalistiek aanvaardbaar moet worden geacht.”

Over de mogelijkheid om de uitzending op de website van de TROS nogmaals te kunnen bekijken oordeelt de rechtbank tenslotte dat dat thans niet onrechtmatig is, maar dat het, i.v.m. resocialisatie,  niet uitgesloten is dat de vermelding van eiser als oplichter op de website alsmede het bieden van de mogelijkheid om de uitzending (nogmaals) te zien, in de toekomst wel onrechtmatig zal worden geacht.

Lees het vonnis hier.

eo.gifRechtbank Amsterdam, 29 april 2008, LJN: BD0880, Plastisch chirurg tegen Vereniging Tot Bevordering Van De Evangelieverkondiging Via Radio En Televisie ‘De Evangelische Omroep’.

Kort geding tussen een en de EO naar aanleiding van de uitzendingen van EO-Netwerk van 15 en 17 april 2008. In die uitzendingen is de plastisch chirurg geïnterviewd en is hij er van beschuldigd dat hij de cameraploeg van EO-Netwerk zou hebben aangevallen; ook zou hij een patiënte hebben opgelicht. Deze beschuldigingen zijn onrechtmatig geoordeeld (“De EO heeft een fysieke confrontatie niet geschuwd”). De door de chirurg gevorderde rectificatie en immateriële schadevergoeding worden toegewezen. 

In de uitspraak wijst de voorzieningenrecht het precieze moment aan waarop eiser een redelijk belang krijgt om zich te verzetten tegen de ‘openbaarmaking van zijn portretrecht’.

“4.5.  De gang van zaken na het interview. Onverwachts geconfronteerd met de beschuldiging van oplichting en met voor hem onbekend bewijsmateriaal, had [eiser] het volste recht het onderhoud te beëindigen. Dat deed hij dan ook. Dat de EO-medewerkers het niet meteen opgaven en bleven filmen en vragen stellen kan misschien nog als journalistieke vasthoudendheid worden aangemerkt, maar toen [eiser] wegliep en de deur achter zich dicht trok, hield het op. De EO had met de confrontatie moeten stoppen en de kliniek moeten verlaten. Het verdere optreden van de EO-medewerkers, waarbij [eiser] als opgejaagd wild op de huid werd gezeten, telkens deuren werden geopend die hij achter zich dicht had gedaan en geen gevolg werd gegeven aan herhaalde verzoeken om de kliniek te verlaten, is in alle opzichten onrechtmatig. Voorzover [eiser] zich ook op zijn portretrecht beroept had hij vanaf dat moment een redelijk belang om zich te verzetten tegen openbaarmaking daarvan.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6302

Eerst even voor jezelf lezen

holhoog.gifRechtbank Amsterdam, 19 juni 2008, LJN: BD4785, eiseres tegen Hollandse Hoogte B.V. (met dank aan Fulco Blokhuis, Boekx)

“Eiseres is zonder haar toestemming gefotografeerd en gedaagde heeft deze foto zonder toestemming van eiseres op haar website (databank met foto's) geplaatst. Het beroep van eiseres op portretrecht slaagt niet. Er is sprake van een portret dat is geopenbaard. Het gaat om een onschuldige foto die niet in een diskwalificerende context is geplaatst. Eiseres is bovendien geen bekende Nederlander, model of sporter die haar portret commercieel kan exploiteren. Onder deze omstandigheden wordt geoordeeld dat het recht op privacy van eiseres niet zodanig is geschonden dat het recht op openbaarmaking van de foto door gedaagde daarvoor moet wijken. Eiseres heeft dan ook geen redelijk belang zich tegen de openbaarmaking te verzetten. “

Lees het vonnis hier.

IEF 6257

Hoge Raad

Hoge Raad, 13 juni 2008, LJN: BB8949, KPN Telecom B.V. (thans geheten KPN B.V.),
Pretium Telecom B.V.,

Geschil over misleidende reclame; in kort geding opgelegd verbod tot openbaarmaking door telecomaanbieder van garantie als laagste kostengarantie. Beroep verworpen, de klachten nopen niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Met conclusie van Verkade, o.a. ruime aandacht voor de reikwijdte van vonnisfrasen als  'mededelingen of suggesties van gelijke aard of strekking, in enigerlei vorm of op enigerlei wijze, openbaar te (doen) maken'.

Lees het arrest hier. Zie ook: IEF 5156.

Hoge Raad, 13 juni 2008, LJN: BD0686, Eiser tegen Endemol Nederland B.V.

Arrest over de rafelranden van de IE, maar voornamelijk geestig leesvoer. IE, Geschil over misgelopen prijzengeld bij deelneming aan televisiequiz. (81 RO) ('Waar werden in 1912 de Olympische Spelen gehouden, waar vrouwen voor het eerst meededen?')

“2.6 Het Hof heeft, bij arrest van 21 september 2006, het bestreden vonnis bekrachtigd, daartoe onder meer overwegend: "3.4 De tweede grief strekt ten betoge dat de rechtbank in rechtsoverweging 1.h ten onrechte als vaststaand heeft aangenomen dat "Parijs 1900" het goede antwoord zou zijn geweest op de quizvraag. De grief faalt in die zin dat de rechtbank met de bestreden vaststelling kennelijk slechts tot uitdrukking heeft willen brengen dat het antwoord "Parijs 1900" goed zou zijn gerekend, welke vaststelling juist is. De rechtbank heeft geen eigen oordeel gegeven over de vraag welk antwoord op de quizvraag juist is. Voor zover de grief inhoudt dat de rechtbank dat laatste wel had moeten doen faalt de grief. Gelet op hetgeen hierboven onder 3.1.3 geciteerde deel van de door [eiser] ondertekende verklaring kan de burgerlijke rechter niet treden in de vraag of het antwoord "Parijs 1900" door Endemol terecht is aangemerkt als het (enig) juiste antwoord op de quizvraag. Dat laatste is mogelijk anders indien er geen twijfel mogelijk is over de onjuistheid van het antwoord "Parijs 1900". Dat is echter, ook volgens de stellingen van [eiser], niet het geval. De [lees:] tweede grief faalt daarom.”

Lees het arrest hier.

IEF 6136

Koninklijk leven

Rechtbank Amsterdam 20 februari 2008, HA ZA 07-2049, De Roy van Zuydewijn tegen  Vrije Radio Omroep Nederland B.V. (Radio 538).

Portretrecht. Auteursrecht en persoonlijke levenssfeer. Materiële en immateriële schade door gebruik portret De Roy in advertentie.

Gedaagde, in de hoedanigheid van Radio 538, organiseert ieder jaar een evenement op Koninginnedag. De promotiecampagne voor dit evenement bestond in 2007 o.a. uit een prijsvraag die werd aangekondigd in een advertentie op de  voorpagina van De Telegraaf. De advertentie besloeg ongeveer één tiende van de voorpagina en bestond uit een foto van De Roy die ongeschoren is en een vermoeide indruk maakt en min of meer verschrikt opkijkt naar de fotograaf. Onderaan de foto was met grote letters de tekst geplaatst: “Koninklijk leven” en direct daaronder: “voor even”.  Weer daaronder stond: “dat win je bij RADIO 538. Luister tussen 23 en 27 april.” 

De Roy eist  € 50.000,- vanwege schending van artikel 21 Auteurswet en € 20.000,- aan immateriële schadevergoeding. Radio 538 betwist niet onrechtmatig te hebben gehandeld jegens De Roy en het geding betreft daarom alleen de schadevergoeding.

“4.2. Hierbij dient als uitgangspunt te gelden dat onbetwist vast staat dat De Roy een verzilverbare populariteit geniet. Dat wil zeggen dat hij zijn populariteit commercieel kan exploiteren en dat hij derhalve voor een advertentie als de onderhavige een geldelijke beloning had kunnen bedingen. Nu Radio 538 de advertentie heeft geplaatst zonder instemming van De Roy, dient de rechtbank de redelijkerwijs door De Roy te ontvangen geldelijke beloning voor een advertentie als de onderhavige te schatten.”

De rechtbank passeert de schatting van De Roy zelf, die is gebaseerd (onbewezen) bedragen die hij voor andere commerciële advertenties zou hebben ontvangen.

“4.4. De rechtbank is van oordeel dat De Roy voor het gebruik van zijn portret een beloning van EUR 20.000,= had kunnen bedingen. De rechtbank houdt hierbij rekening met de omstandigheid dat de advertentie korte tijd op de website van Radio 538 heeft gestaan en dat deze eenmalig is geplaatst in het landelijk dagblad De Telegraaf, welke krant een grote oplage kent en zowel in het binnen- als buitenland wordt verkocht. Eveneens houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat de advertentie is geplaatst op de voorpagina van De Telegraaf en dat de omvang van de advertentie al met zich brengt dat de aandacht op de foto van De Roy wordt gevestigd. Voorts neemt de rechtbank hierbij de nadelige wijze waarop De Roy is geportretteerd in aanmerking, waarbij aannemelijk is dat De Roy indien het tot onderhandelen met Radio 538 was gekomen daarvoor een hoge vergoeding had kunnen bedingen. Voor zover Radio 538 heeft betoogd dat zij met een dergelijk hoog bedrag nooit zou hebben ingestemd, heeft te gelden dat dit voor haar rekening en risico komt, nu Radio 538 er voor heeft gekozen de advertentie te plaatsen zonder toestemming van De Roy hiervoor te vragen, en aldus zelf de onderhandelingsfase heeft overgeslagen.”

Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding acht de rechtbank het onvoldoende aannemelijk dat Radio 538 met de advertentie heeft beoogd De Roy nadeel toe te brengen zoals dat is bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub a BW. Wel aannemelijk acht de rechtbank het dat de advertentie een aantasting van van de persoonlijke levenssfeer van De Roy als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub b BW.

“4.5. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding geldt het volgende. Radio 538 voert ten onrechte aan dat De Roy naast de materiële schadevergoeding zoals hiervoor overwogen, geen immateriële schadevergoeding zou toekomen. De vergoeding van de materiële schade ziet op de omstandigheid dat Radio 538 het portret van De Roy zonder diens toestemming voor commerciële doeleinden heeft gebruikt, terwijl De Roy beschikt over een verzilverbare populariteit waardoor het onthouden van zijn toestemming ervoor heeft gezorgd dat De Roy inkomsten is misgelopen die hij anders had kunnen bedingen. Daarnaast heeft De Roy recht op immateriële schadevergoeding, nu de geplaatste advertentie inbreuk maakt op het recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. De Roy heeft terecht aangevoerd dat de wijze waarop hij is afgebeeld in combinatie met de woorden “Koninklijk leven” en “voor even” suggestief is en zijn persoonlijke levenssfeer schaadt. Voor dit alles acht de rechtbank een vergoeding van EUR 4.000,= in overeenstemming met de wettelijke maatstaven.  

4.6. Voorts heeft met betrekking tot de gevorderde immateriële schadevergoeding te gelden dat voor zover De Roy heeft beoogd met zijn vordering schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub a, van het Burgerlijk Wetboek (BW) te vorderen, welk artikel bepaalt dat schadevergoeding verschuldigd is indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen, dit niet op gaat. De rechtbank acht onvoldoende aannemelijk dat Radio 538 met de advertentie heeft beoogd De Roy nadeel toe te brengen als bedoeld in voornoemd artikel. Wel acht de rechtbank aannemelijk dat de advertentie, zoals Radio 538 stelt, als grap bedoeld is en met een knipoog refereert aan het verbroken huwelijk van De Roy met Prinses Margarita, waarbij de rechtbank maar in het midden laat of de grap geslaagd is. Dit vormt echter een aantasting van de persoonlijke levenssfeer van De Roy als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, sub b, BW.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6001

Eerst even voor jezelf lezen

edin.gifRechtbank Amsterdam, 17 april 2008, LJN: BC9778, Salah Edin tegen Geert Wilders:

Fitna-vonnis. Portretrecht. Rapper en fotograaf krijgen schadevergoeding wegens vergissing met foto in film Fitna. 

“4.2.  Volgens artikel 10 lid 1 van de Auteurswet moeten onder werken van letterkunde, wetenschap of kunst ook fotografische werken worden verstaan. De foto van [eiser 1] kan als werk in de zin van de Auteurswet worden aangemerkt. De foto, die is gemaakt voor de hoes van de CD van [eiser 1], is een oorspronkelijk voortbrengsel met een eigen karakter. De foto lijkt op die van Mohammed B., maar niet zodanig dat aan de foto van [eiser 1] het eigen karakter kan worden ontzegd. De gelijkenis is doelbewust en met reden door [eiser 1] opgezocht, waardoor de foto juist als vrucht van creatieve inspanning kan worden aangemerkt. Niet betwist is dat [eiser 2] de maker is van de foto. [eiser 2] is dus auteursrechthebbende en hij kan zich in dit geding op zijn auteursrechten beroepen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5927

Het bevredigen van nieuwsgierigheid

wbppd.gifRechtbank Amsterdam, 2 april 2008, LJN: BC8392, Familie Bos tegen Audax Publishing B.V.

“Uitgever blad “Weekend”, de hoofdredacteur daarvan en een fotograaf moeten samen € 4.000,- euro schadevergoeding aan Wouter Bos en zijn familie betalen. In het blad “Weekend” geplaatste foto’s van Wouter Bos met beide of één van zijn kinderen (op één foto is ook de echtgenote van Bos te zien) waarvoor geen toestemming door (de familie) Bos is gegeven, betreffen duidelijke privé-activiteit en vormen geen bijdrage aan enig publiek debat. Ook publieke figuren als Wouter Bos hebben recht op privacy, dat in dit geval zwaarder weegt dan het bevredigen van nieuwsgierigheid van delen van de bevolking. Mevrouw Bos en de kinderen zijn bovendien geen publieke figuren. Dat Wouter Bos zijn “papadag” zou hebben opgegeven toen hij Minister van Financiën werd, rechtvaardigt evenmin plaatsing van deze foto’s. Aan zorgverlof en huishouden wordt in het betreffende artikel ook helemaal geen aandacht besteed.”

Lees het vonnis hier

IEF 5740

Onder dergelijke omstandigheden

Rechtbank Breda, 29 februari 2008, LJN: BC5372. Strafzaak tegen kinderverkrachter. 

“Mocht de raadsman hebben bedoeld dat met de wijze waarop verdachte is getraceerd (via een landelijk opsporingsbericht in kranten en op tv met een foto én de naam van verdachte) een onrechtmatige inbreuk is gemaakt op zijn privacy en zijn portretrecht, dan is dat naar het oordeel van de rechtbank niet het geval.  Verdachte werd verdacht van een ernstig misdrijf. Hij was al eerder voor ernstige zedenmisdrijven veroordeeld. Gewone naspeuringen via familie of de officiële kanalen leidden niet tot resultaat.  Onder dergelijke omstandigheden kan de rechtbank niets onrechtmatigs ontdekken in de gekozen wijze van opsporen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5726

Kleurenportretten

Rechtbank Zutphen, 22 februari 2008, LJN: BC4944, strafzaak.

Strafrecht. De politierechter in Zutphen veroordeeld een 29-jarige man tot een hoge straf voor het verspreiden van naaktfoto’s van zijn ex-vriendin. Naast een forse geldboete moet de man ook de door zijn ex-vriendin geleden schade vergoeden. 

Aantasting goede naam o.g.v. artikel 261 lid 1 Wetboek van Strafrecht en strijd met artikel 35 lid 1 Auteurswet 1912 omdat verdachte zonder daartoe gerechtigd te zijn (een) (kleuren)portret(ten), te weten [expliciete beschrijving foto’s]  (telkens) in het openbaar ten toon heeft gesteld of op andere wijze openbaar heeft gemaakt (te weten (telkens) via internet en/of chatten).

Lees het vonnis hier.

IEF 5650

Portretrecht (geen IE)

Rechtbank Amsterdam 6 februari 2008, HA ZA 07-1942, Koninklijke hoogheden tegen Audax B.V. c.s.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Bodemprocedure. Onrechtmatige perspublicatie. Schending portretrecht. ‘Caroline van Hannover’-zaak. Privacy-belangen wegen i.c. zwaarder dan het recht op vrije meningsuiting. De volledige proceskostenveroordeling wordt afgewezen. Het portretrecht is een species van de onrechtmatige daad en valt volgens de rechtbank  niet onder 1019 Rv. 

Prinses Maxima is met haar dochters op het strand gesignaleerd en dat wordt door het roddelblad Party als exclusief nieuws gebracht zorgvuldig gedocumenteerd met foto’s van onze Koninklijke Hoogheden. De Koninklijke Hoogheden vorderen onder meer een verbod en schade. De rechtbank oordeelt als volgt:  

“5.1. Nu vaststaat dat de gewraakte foto’s zijn gemaakt zonder een daartoe strekkende opdracht van eisers en zonder hun toestemming, is op grond van artikel 21 Auteurswet openbaarmaking daarvan niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van eisers zich tegen openbaarmaking verzet. Onder het redelijk belang van artikel 21 Auteurswet valt de bescherming van de geportretteerde tegen inbreuken op zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Indien een dergelijke inbreuk is gemaakt kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens de geportretteerde ook onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die, met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval, ertoe strekt na te gaan welk recht zwaarder weegt: dat van de geportretteerde gevrijwaard te blijven van inbreuken op zijn persoonlijke levenssfeer of dat van degene die het portret gepubliceerd heeft op vrijheid van meningsuiting. Bij die belangenafweging kan elke omstandigheid worden betrokken zoals de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, de persoon om wie het gaat, de juistheid van de (bijgaande) informatie, de context waarin het portret werd gepubliceerd, de plaats waar en de wijze waarop de foto tot stand kwam en het maatschappelijk belang van de desbetreffende publicatie, waarbij heeft te gelden dat publieke figuren meer hebben te dulden dan andere personen.”

Hoewel de Koninklijke Hoogheden publieke figuren zijn, zijn ze niet vogelvrij. Het bevredigen van de nieuwsgierigheid van delen van de bevolking weegt niet zwaarder dan het recht op bescherming van de privacy waar ook publieke figuren onmiskenbaar recht op hebben. Dat betekent volgens de rechtbank echter niet dat van de Koninklijke Hoogheden alleen foto’s zouden mogen worden gepubliceerd met voorafgaande toestemming van eisers (dan wel in hun verlengde van de Rijksvoorlichtingsdienst). De media heeft geen toestemming nodig van eisers om foto’s te plaatsen die een bijdrage aan het publiek debat leveren.

De gewraakte foto’s leveren volgens de rechtbank echter geen bijdrage aan het publiek debat. Het gevorderde verbod wordt dan ook toegewezen.

De rechtbank merkt nog op dat de omstandigheid dat de onderhavige foto’s zijn genomen terwijl Prinses Máxima en haar twee dochters zich op een openbaar strand bevonden temidden van het overige strandpubliek alwaar zij zijn gefotografeerd door een toevallig aanwezige fotograaf (dit in tegenstelling tot hetgeen het geval was in de zaak van Rb Amsterdam 29 maart 2006, 326290 / HA ZA 05-2837; LJN: AV7581), het voorgaande niet anders maakt. Eisers hoeven immers niet te dulden dat van duidelijke privé-activiteiten foto’s worden gemaakt die daarna ook worden gepubliceerd. Volgens de rechtbank is dat een vorm van “harassment” die een grote inbreuk maakt op hun recht op privacy.

De vorderingen tegen moedermaatschappij Audax worden afgewezen nu van bijzondere omstandigheden die een dergelijke “doorbraak van aansprakelijk” zouden rechtvaardigen niet is gebleken.

De (immateriële) schade wordt door de rechtbank begroot op EUR 1.000 p.p.

Het verbod voor de toekomst wordt afgewezen. Dit zou een te grote beperking zijn voor de vrijheid van meningsuiting die op grond van voorliggende omstandigheden (nog) niet is gerechtvaardigd. 

De volledige proceskostenveroordeling wordt afgewezen. Het portretrecht is een species van de onrechtmatige daad en valt volgens de rechtbank  niet onder 1019 Rv. 

Lees het vonnis hier.