IEF 22380
18 november 2024
Uitspraak

Athom NL tegen inbreukmakende producten beschikbaar op AliExpress

 
IEF 22379
18 november 2024
Uitspraak

Bundesgerichtshof: afbeeldingen gemaakt met drones vallen niet onder Panoramafreiheit

 
IEF 22376
18 november 2024
Uitspraak

Grote maten van overeenstemming merken Chocosaurus en Dinosaurus

 
IEF 17753

HvJ EU: Het is onvoldoende dat 'Glen' op enigerlei wijze een associatie oproept met beschermde geografische aanduiding Scotch Whisky

HvJ EU 7 jun 2018, IEF 17753; ECLI:EU:C:2018:415 (Glen Buchenbach; Scotch Whisky Association tegen Michael Klotz), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-het-is-onvoldoende-dat-glen-op-enigerlei-wijze-een-associatie-oproept-met-beschermde-geografi

HvJ EU 7 juni 2018, IEF 17753, IEFbe 2595; RB 3145; ECLI:EU:C:2018:415; C-44/17 (Glen Buchenbach; Scotch Whisky Association tegen Michael Klotz) Geen indirect gebruik van beschermde geografische aanduiding. Uit het persbericht (vertaald): Om te kunnen bepalen of een aanduiding verboden is door EU-wetgeving, moet de nationale rechter bepalen of de consument direct denkt aan de beschermde geografische aanduiding 'Scotch Whisky' wanneer deze een vergelijkbaar product met het teken 'Glen' ziet. Het is onvoldoende dat dit bestanddeel bij het doelpubliek op enigerlei wijze een associatie met de geregistreerde geografische aanduiding of het ermee verbonden geografische gebied oproept. HvJ EU:

IEF 17752

Bijdrage ingezonden door Erwin Angad-Gaur, Platform Makers.

Inbreng namens Platform Makers op internetconsultatie Wet Toezicht

Inbreng namens Platform Makers op de internetconsultatie aanpassingswet Wet Toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties 7 juni 2018. Zie internetconsultatie IEF 17621

Belangrijk aandachtspunt voor alle rechthebbenden die bij een CBO zijn aangesloten, is [daarom en daarbij], de concurrentiepositie van in Nederland gevestigde, onder wettelijk toezicht staande, CBO’s die gediend zijn met een gelijk speelveld. Dat gelijke speelveld kan worden gegarandeerd door:

• in de wet Toezicht niet onnodig zwaardere eisen te stellen dan aan buitenlandse CBO’s: met name het ex ante toezicht op tarieven is in dit opzicht onnodig beperkend;
• aan eventueel onder toezicht geplaatste ‘onafhankelijke beheersorganisaties’, die dezelfde activiteiten ontplooien als een CBO, dezelfde eisen te stellen als aan een CBO.

IEF 17751

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, KLOS cs

Opnames met verborgen camera en herkenbaar in beeld brengen van imam is een toelaatbare inbreuk van zijn privacy

Rechtbank Amsterdam 6 jun 2018, IEF 17751; (X tegen SBS Broadcasting), https://delex.nl/artikelen/opnames-met-verborgen-camera-en-herkenbaar-in-beeld-brengen-van-imam-is-een-toelaatbare-inbreuk-van

Rechtbank Amsterdam 6 juni 2018, IEF 17751 (X tegen SBS Broadcasting) Mediarecht. SBS heeft op 9 oktober 2016 een aflevering van Undercover uitgezonden gewijd aan polygame huwelijken in Nederland. Insteek was de aanname dat imams in Nederland dergelijke huwelijken ondanks het verbod toch inzegenen. In de uitzending werd aandacht besteed aan het contact tussen Mohammed en Bouchra. Bouchra was in werkelijkheid een medewerkster van Undercover. Zij zocht voor het programma een al getrouwde man die bereid was een (islamitisch) huwelijk (een nikah) met haar aan te gaan. Vervolgens werd een bezoek gebracht aan een moskee. Met behulp van een verborgen camera werd een gesprek tussen X, Bouchra en Mohammed. Op de beelden is X herkenbaar, ookal wordt zijn naam niet genoemd. X stelt onder andere dat SBS onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. Er zijn echter voldoende rechtvaardigingen voor de wijze waarop en de methode waarmee SBS X in beeld heeft gebracht. Gelet op zijn positie moet X in het kader van het onderhavige onderwerp als publiek figuur worden aangemerkt. SBS is binnen de toelaatbare grenzen gebleven door de inbreuk op X’s privacy te beperken tot datgene wat met zijn positie in de moskee en zijn handelen als imam bij het meewerken aan nikahs als in de uitzending besproken verband houdt. SBS heeft niet onrechtmatig gehandeld en de vorderingen worden afgewezen.

IEF 17750

ASML maakt geen inbreuk op octrooi Nikon, want octrooi is nietig in Nederland

Rechtbank Den Haag 6 jun 2018, IEF 17750; ECLI:NL:RBDHA:2018:6542 (Nikon tegen ASML), https://delex.nl/artikelen/asml-maakt-geen-inbreuk-op-octrooi-nikon-want-octrooi-is-nietig-in-nederland

Rechtbank Den Haag 6 juni 2018, IEF 17750; ECLI:NL:RBDHA:2018:6542 (ASML tegen Nikon) Octrooirecht. Nikon stelt dat ASML met versies van haar immersie-lithografiemachines (in)direct, letterlijk dan wel door equivalentie, inbreuk maakt op conclusies van EP 2 157 480 B1
 (EP 480). Voor zover de machines niet in Nederland geassembleerd worden maar in het buitenland, bevordert en faciliteert ASML door het leveren van (vrijwel) alle onderdelen van die machines, inbreuk elders. In reconventie vordert ASML om het Nederlandse deel van EP 480 te vernietigen. De rechtbank is bevoegd kennis te nemen van alle vorderingen in conventie, maar wordt in de hoofdzaak aangehouden voor zover daarbij de geldigheid van de buitenlandse delen van EP 480 aan de orde komt, totdat daarop is beslist door de bevoegde buitenlandse rechters. EP 480 is niet inventief vanuit EP 470 in combinatie met EP 541, want de gemiddelde vakman kan begrijpen dat zowel een aperture stop als een DOE in de terminologie van het octrooi als afbuigelement kunnen fungeren. Nikon heeft dit niet, althans onvoldoende, weersproken. EP 480 is tevens niet inventief vanuit EP 067 gecombineerd met CGK/JP 120. Toepassing van een polarisatie-instelelement om het contrast te verbeteren behoorde tot de algemene vakkennis ten tijde van de prioriteitsdatum. EP 480 is nietig, zodat daarop geen inbreuk kan worden gemaakt. De vorderingen in conventie en de provisionele vorderingen worden afgewezen, voor zover die zien op onrechtmatig handelen wegens het bevorderen en faciliteren van inbreuk buiten Nederland, nu de rechtbank het aannemelijk acht dat ook de buitenlandse delen van EP 480 niet geldig zullen worden bevonden.

IEF 17748

Conclusie AG: Geen vereist vermoeden van aansprakelijkheid voor houder van internetaansluiting bij auteursrechtinbreuk filesharing bij meerdere gezinsleden

HvJ EU 6 jun 2018, IEF 17748; ECLI:EU:C:2018:400 (Audioboek Dan Brown; Lübbe tegen Strotzer), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-geen-vereist-vermoeden-van-aansprakelijkheid-voor-houder-van-internetaansluiting-bij-au

Conclusie AG HvJ EU 6 juni 2018, IEF 17748; IEFbe 2594; IT 2582; ECLI:EU:C:2018:400 ; C‑149/17 (Audioboek Dan Brown; Lübbe tegen Strotzer) Schadevergoeding wegens een via filesharing gepleegde inbreuk op het auteursrecht. Internetaansluiting die toegankelijk is voor gezinsleden van de houder. Uitsluiting van aansprakelijkheid van de houder zonder dat de aard van het gebruik van de aansluiting door het gezinslid hoeft te worden gespecificeerd. Conclusie AG:

Artikel 8, lid 2 [InfoSoc-Richtlijn] en artikel 13, lid 1 [Handhavingsrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet vereisen dat in het nationale recht van de lidstaten een vermoeden van aansprakelijkheid van de houders van een internetaansluiting wordt ingevoerd voor inbreuken op het auteursrecht die via deze aansluiting zijn begaan. Indien het nationale recht echter in een dergelijk vermoeden voorziet om de bescherming van die rechten te waarborgen, moet het consequent worden toegepast om de doeltreffendheid van die bescherming te waarborgen. Het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven, dat is neergelegd in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mag niet aldus worden uitgelegd dat de houders iedere reële mogelijkheid wordt ontnomen om hun in artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten verankerde intellectuele-eigendomsrecht te beschermen.

IEF 17747

Conclusie: Gebruik van oppervlaktepatroon is weinig waarschijnlijk gelet op betrokken waren

HvJ EU 6 jun 2018, IEF 17747; ECLI:EU:C:2018:397 (Birkenstock), https://delex.nl/artikelen/conclusie-gebruik-van-oppervlaktepatroon-is-weinig-waarschijnlijk-gelet-op-betrokken-waren

Conclusie AG HvJ EU 6 juni 2018, IEF 17747; IEFbe 2593; ECLI:EU:C:2018:397 ; C-26/17 P (Birkenstock) Merkenrecht.

Overeenkomstig het verzoek van het Hof zal ik mij in deze conclusie beperken tot het onderzoek van het eerste onderdeel van het eerste middel van de hogere voorziening. In het kader van dat onderdeel betoogt rekwirante in wezen dat het Gerecht ten onrechte de enkele „mogelijkheid” dat een teken dat wordt gevormd door een reeks elementen die op regelmatige wijze worden herhaald, als oppervlaktepatroon wordt gebruikt, heeft gehanteerd als criterium voor toepassing van de rechtspraak inzake tekens die samenvallen met de verschijningsvorm van de waar.

Net als het Gerecht meen ik dat enkel wanneer het gebruik van een oppervlaktepatroon gelet op de aard van de betrokken waren weinig waarschijnlijk is, een dergelijk teken niet kan worden beschouwd als een oppervlaktepatroon voor de betrokken waren, en derhalve de rechtspraak die is ontwikkeld met betrekking tot driedimensionale merken die samenvallen met het uiterlijk van de waar, niet van toepassing is.

IEF 17746

Ouder fietsmandmodel beschikbaar voor datum van indiening

Gerecht EU (voorheen GvEA) 17 mei 2018, IEF 17746; (Basil fietsmanden), https://delex.nl/artikelen/ouder-fietsmandmodel-beschikbaar-voor-datum-van-indiening

Gerecht EU 17 mei 2018, IEF 17746; T‑760/16; ECLI:EU:T:2018:277 (Basil fietsmanden) Gemeenschapsmodel. Nietigheidsprocedure. Fietsmanen. Openbaarmaking van het oudere model – Eigen karakter – Verschillende algemene indruk. Basil vraagt een gemeenschapsmodel aan voor fietsen. Het model wordt nietig verklaart vanwege gebrek aan eigen karakter. Het beroep wordt afgewezen, omdat het oudere model openbaar was vóór de datum van indiening van aanvraag en vanwege gebrek aan eigen karakter. 

IEF 17742

Uitspraak aangebracht door Lisbeth Depypere en Tom Heremans, CMS Law.

Inbreuk op het Puma-merk door grote mate van overeenstemming van de tekens en identieke waren

Belgische gerechten 24 mei 2018, IEF 17742; (Puma tegen Excessive), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-het-puma-merk-door-grote-mate-van-overeenstemming-van-de-tekens-en-identieke-waren

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 24 mei 2018, IEF 17742; IEFbe 2591 (Puma tegen Excessive) Merkinbreuk. Puma is houdster van meerdere merken. Op 25 september 2017 tekende Puma oppositie aan tegen het merkdepot van gedaagde, op basis van het Puma-merk dat voor identieke waren is geregistreerd. Tegelijkertijd stelde Puma vast dat gedaagde ook sportartikelen adverteert en verkoopt via een Facebookaccount en op de website www.excessive.skyrock.com. Regelmatig wordt enkel het logo zonder het woordelement “Excessive” gebruikt op een identieke manier als het Puma-merk wordt gebruikt op de sportkleren van Puma. De grote mate van overeenstemming tussen de tekens, het feit dat de waren identiek zijn en het grote onderscheidend vermogen van het Puma-merk zal leiden tot verwarringsgevaar bij de consument. Er is sprake van merkinbreuk.

IEF 17739

A-G Wathelet concludeert in Heksenkaassmaakzaak op (al) 25 juli

Update (d.d. 6 juni): Schriftelijk toelichting van Levola en Pleitaantekeningen Smilde foods prej. procedure 4 juni 2018, IEF 17739; 2589; C-310/17 (Smilde tegen Levola Hengelo) A-G Wathelet heeft aangekondigd (al) op 25 juli te zullen concluderen.

1. “Over smaak valt niet te twisten”, luidt een oud Nederlands gezegde (dat zijn evenknie kent in vele verschillende talen).
2. Daarmee wordt niet bedoeld dat over smaak niet van mening te verschillen is. Er worden juist verhitte debatten over gevoerd. Wat wél wordt bedoeld, is dat dergelijke meningsverschillen niet op een objectieve manier te beslechten zijn. Het Engelse 'there is no accounting for taste', of het Franse 'les gouts n'ont pas de valeur' zijn dus zuiverder uitdrukkingen. En dat raakt de kern van de vragen die nu ter beantwoording voorliggen. (...)
IEF 17741

Papa Eatalia maakt handelsnaaminbreuk op Eatalia

Rechtbank Den Haag 5 jun 2018, IEF 17741; ECLI:NL:RBDHA:2018:6464 (Eatalia tegen Papa Eatalia), https://delex.nl/artikelen/papa-eatalia-maakt-handelsnaaminbreuk-op-eatalia

Vzr. Rechtbank Den Haag 5 juli 2018, IEF 17741; ECLI:NL:RBDHA:2018:6464 (Eatalia tegen Papa Eatalia) Handelsnaaminbreuk. Eatalia is opgericht op 20 augustus 2014. Eatalia exploiteert sindsdien een winkel in Italiaanse delicatessen met eetgelegenheid. In het handelsregister staat Eatalia ingeschreven onder de handelsnamen ‘Eatalia Delicatessen’ en ‘Eatalia’. Papa Eatalia is opgericht op 13 juni 2017 en exploiteert onder de handelsnaam Papa Eatalia, die ook is ingeschreven in het handelsregister, een Italiaans restaurant. Beiden zijn gevestigd in Den Haag. De handelsnaam Eatalia heeft onderscheidend vermogen en is geen algemeen gebruikelijke aanduiding voor een onderneming die zich toelegt op Italiaans eten. De handelsnaam Papa Eatalia wijkt niet in meer dan geringe mate af van Eatalia. Er is als gevolg van het gelijktijdig gebruik van beide handelsnamen bij het publiek verwarring tussen partijen te duchten.