IEF 22385
19 november 2024
Uitspraak

Bouwsteentjesstrijd: Inbreukverbod toegewezen in zaak Lego c.s. tegen Wibra

 
IEF 22344
19 november 2024
Artikel

Laatste kans: Nationaal Mediarechtcongres 2024 aanstaande donderdag

 
IEF 22383
19 november 2024
Uitspraak

Hoger beroep slaagt, BNNVARA moet uitzending ‘Sluiproute Iran’ offline halen

 
IEF 17327

Etos-producten bij Albert Heijn, ondanks toezegging opschorting uitrol van die producten

Rechtbank Noord-Holland 17 nov 2017, IEF 17327; ECLI:NL:RBNHO:2017:10154 (Vereniging van Etos Franchisenemers tegen Etos, Albert Heijn en Ahold), https://delex.nl/artikelen/etos-producten-bij-albert-heijn-ondanks-toezegging-opschorting-uitrol-van-die-producten

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 17 november 2017, IEF 17327; ECLI:NL:RBNHO:2017:10154 (Vereniging van Etos Franchisenemers tegen Etos, Albert Heijn en Ahold). Merkenrecht. Franchise. Etos wilt, om de naamsbekendheid van Etos 'Eigen Merk' te vergroten, haar producten gaan verkopen in de supermarkten van Albert Heijn. De franchisenemers van Etos hebben hier bezwaar tegen. De directies van zowel Etos als Albert Heijn hebben in een mail van juli 2017 toegezegd om de uitrol van Etos "Eigen Merk" op te schorten. Nu exact dezelfde producten alsnog worden uitgerold onder de naam “Care” handelt niet alleen Etos, maar ook Albert Heijn in strijd met hetgeen partijen zijn overeengekomen. Etos is als merkhouder in beginsel gerechtigd is om zelf te bepalen wat zij met het Etos “Eigen Merk”. Nu zij de afspraak heeft gemaakt om vooralsnog de “Eigen Merk”-producten niet uit te rollen bij Albert Heijn, is zij aan die afspraak gebonden. Ook geen beroep op een groot belang bij Etos of Albert Heijn. Het is immers het directe gevolg van Etos en Albert Heijn, om, ondanks de toezegging om de uitrol te stoppen, toch door te gaan met de uitrol, zij het onder een andere naam. 

IEF 17321

Gemiddelde consument zal MSC-keurmerk op blik tonijn uitleggen als "inhoud is verantwoord gevangen"

29 nov 2017, IEF 17321; dossiernr. 2017/00564 - CVB (Princes tegen World Wide Foods), https://delex.nl/artikelen/gemiddelde-consument-zal-msc-keurmerk-op-blik-tonijn-uitleggen-als-inhoud-is-verantwoord-gevangen

CvB 29 november 2017, IEF 17321; RB 3046; dossiernr. 2017/00564 - CVB (Princes Tonijn). Zie eerder [RB 2976].  Misleiding. Afwijzing. De klacht betreft de verpakking van vijf soorten visconserven (tonijn in blik) waarop verschillende mededelingen staan met betrekking tot het MSC-keurmerk/certificaat. De klacht luidt in essentie dat de verpakkingen onjuist, misleidend en in strijd met de NRC en MRC zijn, omdat voormelde mededelingen de indruk wekken dat (de betrokken visbedrijven van) Princes of de betrokken vissers MSC-gecertificeerd zijn, terwijl uitsluitend vangsten in aanmerking komen voor MSC-certificering.

IEF 17326

Uitspraak ingezonden door Quirijn Meijnen, Leopold Meijnen Oosterbaan Advocaten

Overeenstemming tussen Aldi en Alda Events, maar geen bewijs dat Aldi haar merk heeft gebruikt voor het organiseren van dansevenementen

EUIPO - OHIM 1 dec 2017, IEF 17326; (Aldi tegen Alda Events), https://delex.nl/artikelen/overeenstemming-tussen-aldi-en-alda-events-maar-geen-bewijs-dat-aldi-haar-merk-heeft-gebruikt-voor-h

EUIPO Opposition Division 1 december 2017, IEF 17326 (Aldi tegen Alda Events). Merkenrecht. Aldi heeft oppositie ingesteld tegen de aanvraag voor een EU-beeldmerk van Alda Events. De tekens stemmen visueel gematigd en auditief sterk overeen. De oppositie wordt toegewezen waar het de klassen 9 en 16 betreft, voor de klassen 35 en 41 wordt de oppositie afgewezen. Aldi heeft niet afdoende kunnen aantonen dat zij haar merken in die klassen met betrekking tot het organiseren van dansevenementen (heeft) gebruikt.

IEF 17325

Hof bevestigt dat een column, hoewel soms beledigend, niet nodeloos grievend is

Hof Den Haag 5 dec 2017, IEF 17325; ECLI:NL:GHDHA:2017:3375 (Adres Pedoseksueel), https://delex.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-een-column-hoewel-soms-beledigend-niet-nodeloos-grievend-is

Hof Den Haag 5 december 2017, IEF 17325; ECLI:NL:GHDHA:2017:3375 (Adres Pedoseksueel). Mediarecht. In 2015 is een column getiteld: "De burgemeester tobt met een dilemma" verschenen over 4000 euro schadevergoeding te betalen aan de veroordeelde pedoseksueel, waarvan de burgemeester het adres van bekend had gemaakt. De kantonrechter oordeelde dat de column ontegenzeglijk kwetsend was, maar niet nodeloos grievend. Het Hof is het met de kantonrechter [IEF 15765] eens dat de vrijheid van meningsuiting dient te prevaleren op het privacyrecht van de veroordeelde. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat er sprake is van een maatschappelijk relevant onderwerp en dat de uitlatingen van de columnist niet de bedoeling had om te kwetsen. Tevens was appellant voor de publicatie van de column al onderwerp geweest van zelfgekozen media-aandacht. Verschillende uitdrukkingen zijn beledigend of sarcastisch (“psychopathische provocateur”, “hij is ziek, zwak en zielig”), maar in de gegeven context niet nodeloos grievend of bedoeld om te kwetsen.

IEF 17323

Uitspraak ingezonden door Martine Kuipers en Sander Verbeek, Van Diepen Van der Kroef.

Gezien procedeerwijze wordt gebruiker gezamenlijk gemaakte video's toestemming gebruik ontzegt

Rechtbank Noord-Holland 29 nov 2017, IEF 17323; https://delex.nl/artikelen/gezien-procedeerwijze-wordt-gebruiker-gezamenlijk-gemaakte-video-s-toestemming-gebruik-ontzegt

Rechtbank Noord-Holland 29 november 2017, IEF 17323 (Zense tegen Leskracht). Auteursrecht. In een tussenvonnis [IEF 17275] heeft de rechter geoordeeld dat er t.a.v. bepaalde films van de Spectrumbox, een lesmethode met video's voor het basisonderwijs, gedeeld auteursrecht bestaat bij Zense en Leskracht. Op basis hiervan oordeelde de rechtbank dat Zense een redelijke vergoeding [ex art. 45d Aw] toekomt voor het gebruik van de werken door Leskracht en overdracht van de rechten door Zense. Partijen is opgedragen in onderling overleg een wijze van berekenen van een billijke vergoeding overeen te komen, wat niet gelukt is. De rechtbank is, gezien de wijze van procederen van Leskracht, niet in staat een redelijke vergoeding vast te stellen, en ziet aanleiding terug te komen op haar beslissing dat de verbodsvorderingen van Zense worden afgewezen. Leskracht is mede-auteursrechthebbende van de filmwerken en heeft de toestemming van Zense nodig om de werken (verder) te gebruiken. Door die toestemming niet te verlenen kan Zense verder gebruik van de betrokken werken verhinderen. Zense kan aldus afdwingen dat over de omvang van de vergoeding tussen partijen op basis van redelijke uitgangspunten wordt onderhandeld. Leskracht moet zich onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten totdat partijen in onderling overleg overeenstemming hebben bereikt over een passende vergoeding.

IEF 17324

Sinterklaasbijdrage ingezonden door Otto Volgenant, Boekx.

Otto Volgenant - Update: Hoe zit het ook al weer met... Sinterklaas

Sinterklaas speelde vaker een rol in juridische geschillen. Eerder heeft Boekx heeft vijf bijzondere zaken voor
u op een rijtje gezet [IEF 14445] , daar zijn er nu twee aan toegevoegd. Het ging daarin onder meer om de volgende vragen:
- Moet het Sinterklaasjournaal strafrechtelijk worden vervolgd voor de rol van Zwarte Piet?
- Houden de geschiedenisboeken ”1000 Jaar Sinterklaas” en de “De Beeldenstorm” voldoende afstand?

6. Het Sinterklaasjournaal hoeft niet strafrechtelijk te worden vervolgd voor de rol van Zwarte Piet
In het Sinterklaasjournaal figureert – natuurlijk – Zwarte Piet. De Stichting ‘Nederland Wordt Beter’ doet aangifte bij de politie. Volgens de aangifte is ‘Zwarte Piet’ een stereotype, beledigende, discriminatoire en tot discriminatie aanzettende weergave van zwarte mensen. Het Openbaar Ministerie wil niet tot vervolging overgaan. Aan Gerechtshof Amsterdam wordt de vraag voorgelegd of het Openbaar Minister toch moet vervolgen.

IEF 17322

1 februari - promotie Charlotte Vrendenbarg - Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken

Op 1 februari 2018 om 15:00 uur hoopt Charlotte Vrendenbarg (Universiteit Leiden) te promoveren op haar proefschrift getiteld Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken. Promotoren zijn prof. mr. D.J.G. Visser en prof. mr. H.J. Snijders (beiden Universiteit Leiden). De verdediging is openbaar. Eerdere bijdragen van haar hand op IE-Forum:

IEF 16259 Annotatie bij HvJ EU: Forfaitaire tarieven met max. bedragen toelaatbaar, mits deel van de kosten wordt gedragen door de verliezende partij
IEF 12069 Update met Apple/Samsung kort commentaar bij HvJ EU Bericap tegen Plastinnova
IEF 11780 Arresten over de volledige proceskostenveroordeling in IE-zaken
IEF 10178 Mini-enquete Volledige Proceskosten in IE

Waar: Academiegebouw Universiteit Leiden (Groot Auditorium), Rapenburg 67-73. Belangstellenden kunnen zich aanmelden via promotiecharlottevrendenbarg@gmail.com.

IEF 17320

Uitspraak ingezonden door Tjerk Sigterman, Otto Swens, Ricardo Dijkstra, Vondst Advocaten

Voeging van niet-VRO-zaak met VRO-zaak is ontoelaatbaar

Rechtbank Den Haag 22 nov 2017, IEF 17320; (AstraZeneca tegen Sandoz), https://delex.nl/artikelen/voeging-van-niet-vro-zaak-met-vro-zaak-is-ontoelaatbaar

Rechtbank Den Haag 22 november 2017, IEF 17320; LS&R 1543 (AstraZeneca tegen Sandoz). Octrooirecht. Voeging. Schorsing. Vervolg op het kort geding [IEF 16152], waarin Sandoz een voorlopig verbod tot inbreuk op EP 1 250 138 is opgelegd. Vervolgens heeft Sandoz een (VRO-)nietigheidsprocedure aanhangig gemaakt en AstraZeneca (vervolgens) een (gewone) bodemzaak waarin zij een definitief verbod vordert. Sandoz verzoekt schorsing bodemzaak vanwege de reeds aangespannen nietigheidsprocedure. Astrazeneca vordert voeging of informele rolvoeging van beide zaken. Voeging van een niet-VRO-(bodem)zaak met een VRO-(nietigheids)zaak leidt ertoe dat de eerste zaak feitelijk ook onder dat regime zou komen te vallen, zonder dat de eisende partij daartoe heeft verzocht. Dit is niet toelaatbaar. Het verzoek tot schorsing van de bodemzaak wordt wel toegewezen. Het belang aan de (gewone) bodemzaak vervalt als in de nietigheidsprocedure ofwel de nietigheidsvordering van Sandoz wordt toegewezen, of de in reconventie door AstraZeneca gevorderde (definitieve) verbodsvorderingen worden toegewezen. De vertraging die schorsing met zich meebrengt is proceseconomisch aanvaardbaar indien die schorsing duurt totdat er in de nietigheidsprocedure eindvonnis (voorjaar 2018) is gewezen. Schorsing tot het vonnis in de nietigheidsprocedure in kracht gewijsde is gegaan is niet aanvaardbaar.

IEF 17319

Marktkraamhouder verkoopt t-shirts en petten met Knolpower-logo

Rechtbank Noord-Nederland 1 dec 2017, IEF 17319; ECLI:NL:RBNNE:2017:4616 (Knolpower-logo), https://delex.nl/artikelen/marktkraamhouder-verkoopt-t-shirts-en-petten-met-knolpower-logo

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 1 december 2017, IEF 17319; ECLI:NL:RBNNE:2017:4616 (Knolpower-logo) Merkenrecht. Marktkraamhouder verkoopt t-shirts en petten met het Knolpower-logo zonder toestemming van de rechthebbende. Hij heeft geen inhoudelijk verweer. De inbreuk op de auteursrechten en merkrechten op het Knolpower logo staat dan ook vast. Dat de marktkraamhouder het Knolpower-logo niet kende, maakt voor de beoordeling verder niet uit. De aanwezigheid van opzet en/of wetenschap van inbreuk bij de inbreukmaker is geen vereiste voor optreden door rechthebbenden van Beneluxmerken en/of auteursrechten.

IEF 17318

Voeging jongste met oudste procedure over zitzakken voor conclusie van antwoord

Rechtbank Den Haag 29 nov 2017, IEF 17318; ECLI:NL:RBDHA:2017:14075 (Zigzac tegen Fatboy), https://delex.nl/artikelen/voeging-jongste-met-oudste-procedure-over-zitzakken-voor-conclusie-van-antwoord

Rechtbank Den Haag 29 november 2017, IEF 17318; ECLI:NL:RBDHA:2017:14075 (Zigzac tegen Fatboy) Burgerlijk procesrecht. Incidentele vordering tot voeging. Vereisten art. 222 Rv. ZigZac vordert in de hoofdzaak verklaring voor recht dat het uiterlijk van de SeatZac van geen inbreuk maakt op de door Fatboy gestelde intellectuele eigendomsrechten. Zij vorderen in dit incident voeging met een zaak waarbij Fatboy een stakingsbevel vordert. Op grond van artikel 222 kan ook in de “Oudste procedure” door de eiser bij incidentele conclusie voeging met de “Jongste procedure” worden gevorderd, zolang door de gedaagde in die “Oudste procedure” nog geen conclusie van antwoord is genomen (vgl. artikel 222 lid 1 en 2 Rv j˚ artikel 220 lid 2 Rv). Voeging wordt bevolen.