DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 5820

Niet bewezen export

Rechtbank Amsterdam, 28 februari , KG ZA 08-113 OdC/LW, Vonk tegen Stichting De Thuiskopie (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

Thuiskopiezaak. Handhaving beslagen. Import- en export blanco gegevensdragers. Relatie tussen gedaagden maakt betrokkenheid aannemelijk.

E-profits (eenmanszaak van eiser Vonk) levert via internet populaire consumentengoederen. De Energiebron (gedaagde 2) handelt (o.a.) in opslagmedia en geheugenproducten.

Direkt Supplies, een in België gevestigde onderneming, heeft een zestal facturen aan E-profits gestuurd voor blanco informatiedragers. E-profits heeft 40.640 blanco informatiedragers van Direkt Supplies afgenomen. De Energiebron heeft de dragers opgeslagen in haar bedrijfsruimte. Vonk heeft de heffing (ter waarde van EUR 31.976,00) niet aan Stichting de Thuiskopie betaald. Hierop heeft de Thuiskopie conservatoir beslag gelegd ten laste van Vonk. De door Vonk cs gevorderde opheffing van de beslagen wordt afgewezen.

Het argument van Vonk dat 40.387 van deze informatiedragers naar Duitsland zijn geëxporteerd, waardoor zij niet langer de heffing zou hoeven betalen, wordt niet gevolgd:

"Immers, niet is gebleken dat het bij de export naar de Duitse ondernemer gaat om de uit België geïmporteerde dragers. Ook uit de door Vonk c.s. overgelegde accountantsverklaring kan dit niet worden afgeleid (...). Hierbij dient te worden opgemerkt dat Vonk de informatiedragers, naar eigen zeggen, voor ruim EUR 20.000,00 heeft afgenomen van Direckt Supplies, terwijl zij voor de 40.387 dragers slechts EUR 10.000,00 heeft gefactureerd aan Heiner Lange. Het is onwaarschijnlijk dat zij genoegen heeft genomen met een verlies van ruim EUR 10.000,00. Bovendien is het niet wel verklaarbaar en daarom onnaannemelijk dat Vonk de van 2005 tot en met 2007 geïmporteerde goederen eerst in november 2007 heeft geëxporteerd, gelet op de technische ontwikkelingen met betrekking tot opslagmedia en de snelheid waarmee goederen verouderen." (ov 4.3)

Ook het verweer van de Energiebron dat de dragers slechts in de bedrijfsruimte van de Energiebron zijn opgeslagen, en dat zij verder niet betrokken zijn geweest bij de import, wordt niet gevolgd. De Energiebron handelt immers via internet op grote schaal in informatiedragers. Zij biedt exact dezelfde merken geluidsdragers aan als degene die Vonk heeft geïmporteerd. Daarbij komt dat Evenhuis de levenspartner van Vonk is en dat hij via Overzet indirect bestuurder is van de Energiebron.(4.4.)

Lees het vonnis hier.

IEF 5812

niet bewezen export

Rechtbank Amsterdam, 28 februari , KG ZA 08-113 OdC/LW, Vonk tegen Stichting De Thuiskopie (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

Thuiskopiezaak. Handhaving beslagen.

E-profits (eenmanszaak van Vonk) levert via internet populaire consumentengoederen. De Energiebron handelt (o.a.) in opslagmedia en geheugenproducten.

Direkt Supplies, een in België gevestigde onderneming, heeft een zestal facturen aan E-profits gestuurd voor blanco informatiedragers. E-profits heeft 40.640 blanco informatiedragers van Direkt Supplies afgenomen. De Energiebron heeft de dragers opgeslagen in haar bedrijfsruimte. Vonk heeft de heffing (ter waarde van EUR 31.976,00) niet aan Stichting de Thuiskopie betaald. Hierop heeft de Thuiskopie conservatoir beslag gelegd.

De door Vonk cs gevorderde opheffing van de beslagen wordt afgewezen. Het argument van Vonk dat 40.387 van deze informatiedragers naar Duitsland zijn geëxporteerd, waardoor zij niet langer de heffing zou hoeven betalen, wordt niet gevolgd:

"Immers, niet is gebleken dat het bij de export naar de Duitse ondernemer gaat om de uit België geïmporteerde dragers. Ook uit de door Vonk cs overgelegde accountantsverklaring kan dit niet worden afgeleid (...)Hierbij dient te worden opgemerkt dat Vonk de informatiedragers, naar eigen zeggen, voor ruim EUR 20.000,00 heeft afgenomen van Direckt Supplies, terwijl zij voor de 40.387 dragers slechts EUR 10.000,00 heeft gefactureerd aan Heiner Lange. Het is onwaarschijnlijk dat zij genoegen heeft genomen met een verlies van ruim EUR 10.000,00. Bovendien is het niet wel verklaarbaar en daarom onnaannemelijk dat Vonk de van 2005 tot en met 2007 geïmporteerde goederen eerst in november 2007 heeft geëxporteerd, gelet op de technische ontwikkelingen met betrekking tot opslagmedia en de snelheid waarmee goederen verouderen." (ov 4.3)

Ook het verweer van de Energiebron dat de dragers slechts in de bedrijfsruimte van de Energiebron zijn opgeslagen, en dat zij verder niet betrokken zijn geweest bij de import, wordt niet gevolgd. De Energiebron handelt immers via internet op grote schaal in informatiedragers. Zij biedt exact dezelfde merken geluidsdragers aan als degene die Vonk heeft geïmporteerd. Daarbij komt dat Evenhuis de levenspartner van Vonk is en dat hij via Overzet indirect bestuurder is van de Energiebron.(4.4.)

Lees het vonnis hier.

IEF 5810

Collectief regelen

Kamervragen met antwoord, nr. 1548. Antwoord op vragen van de leden Atsma en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Justitie over controles door de Stichting Musicopy. (Ingezonden 1 februari 2008). O.a:

Vraag: Wat vindt u van het feit dat Musicopy tegen de afspraken in toch controleert? Bent u van plan maatregelen te treffen? Zo ja, welke?

Antwoord: De afspraak dat Musicopy voorlopig zou afzien van sommaties houdt verband met de andere afspraak dat Musicopy zich zal inspannen om met organisaties van muziekverenigingen overkoepelende licenties overeen te komen. Het is van belang dat partijen zoveel mogelijk overeenstemming bereiken over het afsluiten van collectieve licenties. Een collectieve licentie biedt voor alle betrokken partijen voordelen.(...) Ik heb daarom met Musicopy afgesproken dat zij, zolang er uitzicht op een collectieve regeling bestaat, terughoudendheid zal blijven betrachten en geen juridische consequenties zal verbinden aan het aangetekende schrijven. In het geval van de koren die in Hoorn optraden, is dat laatste ook niet gebeurd. Tevens heb ik er bij Musicopy op aangedrongen dat de inhoud van de brief zodanig wordt aangepast dat wordt benadrukt dat muziekverenigingen worden uitgenodigd om in overleg te treden over een licentie.

Lees alle vragen en antwoorden hier

IEF 5785

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 10 maart , KG ZA -, Viacom International Inc. Tegen H+L Creations B.V. c.s.

Charactermerchandising, Spongebob (Squarepants), Dora (The exploreer), (Go) Diego (Go). Pan-Europees inbreukverbod (merk- en auteursrecht).

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 28 februari , KG ZA 08-113 OdC/LW, Vonk tegen Stichting De Thuiskopie (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

Thuiskopiezaak. Handhaving beslagen. Niet kan worden gezegd dat de ze informatiedragers slechts in de bedrijfsruimte zijn opgeslagen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5715

Speelklare muziekapparatuur

Vzr. Rechtbank Dordrecht, 21 februari 2008, LJN: BC5388, Vereniging Buma tegen Café Oud Gorcum.

Eenvoudige Buma zaak. Herhaaldelijk en zonder toestemming van Buma, Buma-repertoire openbaarmaken. Toewijzing vordering Buma ter veroordelen tot betaling van een bedrag, gelijk aan het bedrag dat gedaagde zou moeten betalen voor een licentieovereenkomst met Buma,. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een dwangsom indien gedaagde onrechtmatig Buma-repertoire openbaar maakt. De voorzieningenrechter verbindt een jaarlijks maximum (€ 1.500,00) aan de dwangsommen. 

Toewijzing volledige proceskosten, maar de door Buma gevorderde BTW over de proceskosten worden afgewezen, nu eiseres niet heeft gesteld dat zij geen ondernemer is in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968, of dat zij als ondernemer een vrijgestelde prestatie verricht waarop de vordering betrekking heeft.

Lees het vonnis hier.

IEF 5686

Op naar een Europese Geschillenkamer

Koedooder.gifMargiet Koedooder (De Vos & Partners): Korte reactie op het rapport ‘Geschillenbeslechting en collectief rechtenbeheer’

“Monopolisten zoals Buma en Sena spreken tarieven af met de gebruikers van auteursrechten en naburige rechten. De hoogte van deze tarieven geeft regelmatig aanleiding voor geschillen. Gebruikers vinden de tarieven vaak te hoog, terwijl de collectieve rechtenorganisaties de tarieven eerder te laag vinden. Kom daar maar eens uit. In de afgelopen jaren is gebleken dat noch de Nma, noch het College van Toezicht Auteursrechtorganisaties noch de gewone rechter goed uit de voeten konden met tariefgeschillen. Een impasse is het gevolg.”

Lees de gehele reactie hier. Eerder bericht over het rapport: IEF 5605
 

IEF 5649

Misleidende en onjuiste uitingen

Rechtbank Amsterdam 7 februari 2008, KG ZA 07-2481, IRDA tegen NORMA en SENA (met dank aan Marcel Bunders, Hellingman Bunders Advocaten).

Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort geding. Misleidende en onjuiste uitingen van NORMA en SENA. In de belangenafweging is ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van IRDA een beperking van de vrijheid van meningsuiting van NORMA en SENA gerechtvaardigd.

IRDA en NORMA houden zich bezig met het beheer van rechten en vergoedingsaanspraken van de bij hen aangesloten uitvoerende kunstenaars en in het bijzonder van artiesten, musici, acteurs en actrices.

SENA houdt zich voor de uitvoerende kunstenaars en fonogrammenproducenten bezig met de inning en de verdeling van de vergoeding ingevolge artikel 7 Wnr.  Stichting Thuiskopie is belast met de inning en verdeling van de zogeheten thuiskopievergoeding als bedoeld in artikel 16c Aw en 10 sub e Wnr.  IRDA is enige tijd als verdelingsorganisatie voor de thuiskopiegelden aangewezen geweest door Thuiskopie. Daarna heeft Thuiskopie SENA en NORMA aangewezen als verdelingsorganisatie voor de thuiskopiegelden.

IRDA en Thuiskopie zijn vervolgens in een juridische strijd over de verdeling van de thuiskopiegelden verwikkeld geraakt waarin IRDA uiteindelijk aan het langste eind trok. Thuiskopie diende aan IRDA een bedrag van iets meer dan EUR 1.000.000,- aan thuiskopiegelden over te maken.

Op 9 november 2007 hebben SENA en NORMA zich per brief gezamenlijk tot alle uitvoerende kunstenaars in Nederland gewend. In deze brief worden allerlei uitingen gedaan die volgens IRDA misleidend en onjuist zijn.  Zo wordt de IRDA door SENA en NORMA aangewreven dat zij de afgelopen vier jaar geen gelden meer heeft geïncasseerd en verdeeld, maar wel de positie van de uitvoerende kunstenaars wel ernstige schade heeft toegebracht. Ook worden de uitvoerende kunstenaars opgeroepen hun aanmelding bij IRDA op te zeggen.

IRDA vordert in kort geding onder meer een verbod en rectificatie van de misleidende en onjuiste uitingen in de brief van de SENA en NORMA. Deze vorderingen worden door de Voorzieningenrechter toegewezen. Een aantal uitingen in de gewraakte brief acht de Voorzieningenrechter inderdaad misleidend dan wel onjuist.

De Voorzieningenrechter oordeelt vervolgens dat het belang van IRDA om in de concurrentie om de gunst van de deelnemende kunstenaar gevrijwaard te blijven van onjuiste en onrechtmatige berichtgeving over IRDA, haar posities en prestaties zwaarder wegen dan het belang van NORMA en SENA bij hun aanspraak op vrijheid van meningsuiting. Het opgelegde verbod en rectificatie leveren een beperking op van de vrijheid van meningsuiting in de zin van artikel 10 lid 2 EVRM die in dit geval als op de wet gegrond, in een democratische samenleving noodzakelijk wordt geacht ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van IRDA.

Lees het vonnis hier.  

IEF 5589

In strijd met de zorgvuldigheid

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, KG ZA 07-2249 P/TF, Stichting Brein tegen M. (met dank aan Ruber Brouwer, Hocker).

Auteursrecht. Website faciliteert systematisch en structureel het downloaden van bestanden die slechts door inbreuken op rechten van anderen beschikbaar gesteld zijn. Strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Geen volledige proceskostenveroordeling: geen IE, maar OD.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Brein bestrijdt Intellectuele eigendomsfraude namens de bij haar aangesloten recht- en belanghebbende, zoals BUMA, STEMRA, IFPI, MPA, NVPI en NVF. M. is houder en beheerder van de website www.shareconnector.com. Deze website fungeert als een portaal om bestanden te downloaden. 95% van deze bestanden worden zonder toestemming van de rechthebbende gedownload. Brein vraagt een verbod op grond van auteursrecht, naburige rechten en/of onrechtmatige daad.

De Voorzieningenrechter oordeelt dat ShareConnector zelf niet beschikt over bestanden en dat zij deze dus ook niet kan aanbieden. M, al dan niet met anderen, selecteert en indexeert de via het eDonkey-netwerk beschikbare bestanden en maakt deze geselecteerde bestanden toegankelijk via het eDonkey peer-to-peer netwerk. Hieruit volgt volgens de voorzieningenrechter dat M niet zelf die bestanden openbaar maakt. Het feit dat hij die openbaarmaking door anderen via ShareConnector faciliteert, maakt dit niet anders. Er is derhalve geen sprake van inbreuk op de Auteurswet en/of de Wet op de Naburige rechten.

De vraag resteert of de handelswijze van M onrechtmatig is jegens de rechthebbende. In beginsel staat het M immers vrij om op internet beschikbare bestanden te selecteren en te indexeren en vervolgens die bestanden voor anderen toegankelijk te maken. Echter, onder omstandigheden kan deze handelswijze toch onrechtmatig zijn. Zo ook in dit geval. Het is bekend dat 95% van de door M samen met anderen geselecteerde bestanden openbaar zijn gemaakt zonder toestemming van de rechthebbenden. Zijn website faciliteert dus systematisch en structureel het downloaden van bestanden die slechts door inbreuken op rechten van anderen beschikbaar gesteld zijn. De voorzieningenrechter oordeelt derhalve dat deze handelswijze in strijd is met de zorgvuldigheid die M in het maatschappelijk verkeer betaamt en dus onrechtmatig is jegens de belangen wier belangen door Brein worden vertegenwoordigd. Het feit dat M met zijn hobby geen inkomsten genereert doet niets af aan het onrechtmatige karakter. 

De vorderingen van Brein worden aldus grotendeels toegewezen. Echter, de vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten van Brein wordt afgewezen nu de vorderingen tegen M niet op een IE-recht, maar op onechtmatige daad worden toegewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5558

Rechtvaardigen

NMA, 21 december 2007, zaaknummer: 4070, XS4ALL – Buma.

Eerder gemeld, nog niet samengevat. XS4ALL beklaagt zich bij de Nma over een tweetal handelingen van Buma welke naar het oordeel van XS4ALL strijd met art. 24 Mededingingswet (Mw) op leveren, namelijk: 1) de volledige en verstrekkende overdracht van rechten waartoe Buma haar aangeslotenen verplicht, waardoor Buma iedere mogelijkheid voor de bij haar aangelsotenen uitsluit om zelfstandig toestemming te verlenen tot het gebruik van hun muziekrepertoire, en 2) de weigering van Buma XS4ALL toe te staan rechtstreeks met de bij Buma aangeslotenen afspraken te maken mbt (bepaalde aspecten van) het gebruik van hun muziekrepertoire. De Nma wijst de klacht af.

Met betrekking tot de markt overweegt de Nma dat Buma zowel op de markt voor beheersdiensten van auteursrechtelijk beschermde muziek aan auteurs inzake openbaarmaking, als op de markt voor het verlenen van toestemming voor openbaarmaking van auteursrechtelijk beschermde muziek actief is. De geografische markt is naar het oordeel van de Nma waarschijnlijk niet meer uitsluitend nationaal. Een exacte afbakening kan echter in het midden blijven.

 

1. Misbruik van Buma door individuele exploitatie onmogelijk te maken

De Nma geeft aan dat bij de toetsing van het Exploitatiecontract voor auteurs het basiskader  voor de mededingingsrechtelijke beoordeling van de relatie tussen collectieve beheersorganisaties en hun aangeslotenen, mn voor wat betreft de overdracht van rechten, wordt gevormd door de drie GEMA beschikkingen.

De Nma onderscheidt drie aspecten  ten aanzien van de door Buma vereiste overdracht
a. overdracht van rechten
b. overdracht volledige muziekauteursrecht
c. overdracht bestaande en toekomstig repertoire

ad a: De Nma geeft aan dat overdracht van rechten aanvaardbaar is voorzover dit noodzakelijk is (BRT II) en dat de overdracht aanvaardbaar is om het machtsverschil tussen individuele rechthebbenden en gebruikers te herstellen (GEMA III). De technologische ontwikkelingen brengen niet mee dat deze jurisprudentie hierzien zou moeten worden.
ad b: Nu Buma rechthebbenden in staat stelt bepaalde exploitatiemogelijkheden of landen bij de overdracht aan Buma uit te sluiten (art. 19 Exploitatiecontract en art. 7 Exploitatiereglement), is er geen sprake van misbruik in de zin van art. 24 Mw.
ad c: Nu Buma een opzegterkijn hanteert, acht de Nma de door Buma verlangde overdracht van huidige en toekomstige rechten in overeenstemming met art. 82 EG.

2. Weigering om toestemming te verlenen voor individueel beheer

De Nma geeft aan dat collectief beheer het uitgangspunt is. De vraag is daarom of de situatie die aanleiding was voor de klacht van XS4ALL een uitzondering op dit uitgangspunt verlangt en wel zodanig dat er sprake is van misbruik bij weigering van deze uitzondering. Dit is niet het geval.

"De redenen die Buma heeft aangedragen voor haar weigering om een uitzondering te maken zijn in overeenstemming met de traditionele rechtvaardiging voor het vereiste van overdracht van rechten, te weten een opheffing van het verschil in machtsverhoudingen. Niet duidelijk is waarom er in het kader van het rechtenvrije festival georganiseerd door XS4all, geen verschil in machtsverhoudingen aan de orde zou zijn. De traditionele rechtvaardiging voor het vereiste van overdracht is dus ook in de betrokken situatie van toepassing. En zelfs als de traditionele rechtvaardiging voor het vereiste van overdracht in de betrokken situatie niet zou gelden, dan is het nog de vraag of het noodzakelijk is voor Buma om een uitzondering te maken op het vereiste van overdracht om misbruik te voorkomen. Het belang van het maken van een uitzondering zou dan op moeten wegen tegen de kosten die gemoeid zijn met het beoordelen van verzoeken om uitzonderingen. De NMa betwijfelt of dit het geval is. Hoewel de methode van terugbetaling van reeds geïnde bedragen in de betrokken situatie omslachtig is, lijkt dit gerechtvaardigd en proportioneel ten einde het systeem van collectief beheer te kunnen handhaven." (ov. 64)

Conclusie:

"De klacht van XS4ALL gericht tegen de vermeende overtreding door Buma van artikel 24 van de Mw wordt afgewezen. De redenen voor deze afwijzing zijn de volgende:
1)De NMa is van oordeel dat Buma geen misbruik maakt door te eisen dat rechthebbenden hun rechten aan Buma overdragen. Daarbij neemt de NMa in overweging dat een rechthebbende bepaalde delen van zijn repertoire tevens individueel kan beheren waar het gaat om nietcommercieel gebruik.
2)De NMa is van oordeel dat Buma de mogelijkheid geeft aan rechthebbenden om bepaalde exploitatievormen en/of landen uit te sluiten van een overdracht aan Buma. Het feit dat Buma in beginsel de overdracht verlangt van het volledige auteursrecht levert dan ook evenmin misbruik op in de zin van artikel 24 Mw.
3) De NMa is van oordeel dat Buma geen misbruik maakt door te eisen dat een rechthebbende zijn huidige en toekomstige rechten dient over te dragen.
4)De NMa is van oordeel dat Buma geen misbruik maakt door te weigeren gebruik te maken van de mogelijkheid onder artikel 3 van haar Exploitatiereglement of vergelijkbare bepalingen in haar standaardcontracten voor andere rechthebbenden in de situatie die aanleiding was voor de klacht van XS4ALL.(ov. 67)
Gelet op het bovenstaande wordt de aanvraag van XS4ALL om een boete en/of een last onder dwangsom op te leggen aan Buma ingevolge artikel 56 Mw voor een mogelijke overtreding van artikel 24 Mw, afgewezen. (ov. 68)"

Lees het besluit hier.

IEF 5487

Verdacht goedkoop

Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 december 2007, HA ZA 07-2052, Stichting De Thuiskopie tegen Media-Madness B.V.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Incidentele vordering tot onbevoegdheidverklaring van de rechtbank afgewezen. Het innen van de thuiskopievergoeding is niet op publiekrechtelijke, maar op privaatrechtelijke grondslag gebaseerd.

Thuiskopie heeft tussen januari 2005 en februari 2007 op meerdere momenten controles verricht/aankopen gedaan in de winkels van Media-Madness. Zij heeft geconstateerd dat door Media-Madness blanco informatiedragers tegen een dusdanige lage verkoopprijs werden aangeboden dat daarover volgens Thuiskopie waarschijnlijk geen thuiskopievergoeding is geheven. Thuiskopie heeft Media-Madness daarop verzocht – kort gezegd - opgave te doen van de geïmporteerde en/of verhandelde blanco informatiedragers.

Media-Madness vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart in de hoofdzaak. Volgens Media-Madness is Thuiskopie een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub b Awb dat onder toezicht staat op grond van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (CvTA). De inning heeft volgens Media-Madness een publiekrechtelijk karakter omdat het thuisgebruik ingevolge de Auteurswet geen auteursrechtinbreuk oplevert.

De rechtbank oordeelt dat Thuiskopie geen bestuursorgaan is. Ook een private rechtspersoon kan met openbaar gezag als bedoeld in art. 1:1 lid 1 sub b Awb zijn bekleed. “2.14. De omstandigheid dat Thuiskopie als enige gerechtigd is tot de inning van de rechtstreeks uit de wet voortvloeiende thuiskopievergoedingen, betekent niet dat zij is belast met een overheidstaak en daartoe over publiekrechtelijke bevoegdheden beschikt. De vergoeding is privaatrechtelijk van aard aangezien zij in het auteursrecht haar grondslag vindt. Dat de thuiskopieregeling dient te voldoen aan hetgeen in de wet aan beperkingen en restricties is opgenomen, maakt dit niet anders.

Lees het vonnis hier.