DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 5589

In strijd met de zorgvuldigheid

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, KG ZA 07-2249 P/TF, Stichting Brein tegen M. (met dank aan Ruber Brouwer, Hocker).

Auteursrecht. Website faciliteert systematisch en structureel het downloaden van bestanden die slechts door inbreuken op rechten van anderen beschikbaar gesteld zijn. Strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Geen volledige proceskostenveroordeling: geen IE, maar OD.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Brein bestrijdt Intellectuele eigendomsfraude namens de bij haar aangesloten recht- en belanghebbende, zoals BUMA, STEMRA, IFPI, MPA, NVPI en NVF. M. is houder en beheerder van de website www.shareconnector.com. Deze website fungeert als een portaal om bestanden te downloaden. 95% van deze bestanden worden zonder toestemming van de rechthebbende gedownload. Brein vraagt een verbod op grond van auteursrecht, naburige rechten en/of onrechtmatige daad.

De Voorzieningenrechter oordeelt dat ShareConnector zelf niet beschikt over bestanden en dat zij deze dus ook niet kan aanbieden. M, al dan niet met anderen, selecteert en indexeert de via het eDonkey-netwerk beschikbare bestanden en maakt deze geselecteerde bestanden toegankelijk via het eDonkey peer-to-peer netwerk. Hieruit volgt volgens de voorzieningenrechter dat M niet zelf die bestanden openbaar maakt. Het feit dat hij die openbaarmaking door anderen via ShareConnector faciliteert, maakt dit niet anders. Er is derhalve geen sprake van inbreuk op de Auteurswet en/of de Wet op de Naburige rechten.

De vraag resteert of de handelswijze van M onrechtmatig is jegens de rechthebbende. In beginsel staat het M immers vrij om op internet beschikbare bestanden te selecteren en te indexeren en vervolgens die bestanden voor anderen toegankelijk te maken. Echter, onder omstandigheden kan deze handelswijze toch onrechtmatig zijn. Zo ook in dit geval. Het is bekend dat 95% van de door M samen met anderen geselecteerde bestanden openbaar zijn gemaakt zonder toestemming van de rechthebbenden. Zijn website faciliteert dus systematisch en structureel het downloaden van bestanden die slechts door inbreuken op rechten van anderen beschikbaar gesteld zijn. De voorzieningenrechter oordeelt derhalve dat deze handelswijze in strijd is met de zorgvuldigheid die M in het maatschappelijk verkeer betaamt en dus onrechtmatig is jegens de belangen wier belangen door Brein worden vertegenwoordigd. Het feit dat M met zijn hobby geen inkomsten genereert doet niets af aan het onrechtmatige karakter. 

De vorderingen van Brein worden aldus grotendeels toegewezen. Echter, de vordering tot vergoeding van de volledige proceskosten van Brein wordt afgewezen nu de vorderingen tegen M niet op een IE-recht, maar op onechtmatige daad worden toegewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5558

Rechtvaardigen

NMA, 21 december 2007, zaaknummer: 4070, XS4ALL – Buma.

Eerder gemeld, nog niet samengevat. XS4ALL beklaagt zich bij de Nma over een tweetal handelingen van Buma welke naar het oordeel van XS4ALL strijd met art. 24 Mededingingswet (Mw) op leveren, namelijk: 1) de volledige en verstrekkende overdracht van rechten waartoe Buma haar aangeslotenen verplicht, waardoor Buma iedere mogelijkheid voor de bij haar aangelsotenen uitsluit om zelfstandig toestemming te verlenen tot het gebruik van hun muziekrepertoire, en 2) de weigering van Buma XS4ALL toe te staan rechtstreeks met de bij Buma aangeslotenen afspraken te maken mbt (bepaalde aspecten van) het gebruik van hun muziekrepertoire. De Nma wijst de klacht af.

Met betrekking tot de markt overweegt de Nma dat Buma zowel op de markt voor beheersdiensten van auteursrechtelijk beschermde muziek aan auteurs inzake openbaarmaking, als op de markt voor het verlenen van toestemming voor openbaarmaking van auteursrechtelijk beschermde muziek actief is. De geografische markt is naar het oordeel van de Nma waarschijnlijk niet meer uitsluitend nationaal. Een exacte afbakening kan echter in het midden blijven.

 

1. Misbruik van Buma door individuele exploitatie onmogelijk te maken

De Nma geeft aan dat bij de toetsing van het Exploitatiecontract voor auteurs het basiskader  voor de mededingingsrechtelijke beoordeling van de relatie tussen collectieve beheersorganisaties en hun aangeslotenen, mn voor wat betreft de overdracht van rechten, wordt gevormd door de drie GEMA beschikkingen.

De Nma onderscheidt drie aspecten  ten aanzien van de door Buma vereiste overdracht
a. overdracht van rechten
b. overdracht volledige muziekauteursrecht
c. overdracht bestaande en toekomstig repertoire

ad a: De Nma geeft aan dat overdracht van rechten aanvaardbaar is voorzover dit noodzakelijk is (BRT II) en dat de overdracht aanvaardbaar is om het machtsverschil tussen individuele rechthebbenden en gebruikers te herstellen (GEMA III). De technologische ontwikkelingen brengen niet mee dat deze jurisprudentie hierzien zou moeten worden.
ad b: Nu Buma rechthebbenden in staat stelt bepaalde exploitatiemogelijkheden of landen bij de overdracht aan Buma uit te sluiten (art. 19 Exploitatiecontract en art. 7 Exploitatiereglement), is er geen sprake van misbruik in de zin van art. 24 Mw.
ad c: Nu Buma een opzegterkijn hanteert, acht de Nma de door Buma verlangde overdracht van huidige en toekomstige rechten in overeenstemming met art. 82 EG.

2. Weigering om toestemming te verlenen voor individueel beheer

De Nma geeft aan dat collectief beheer het uitgangspunt is. De vraag is daarom of de situatie die aanleiding was voor de klacht van XS4ALL een uitzondering op dit uitgangspunt verlangt en wel zodanig dat er sprake is van misbruik bij weigering van deze uitzondering. Dit is niet het geval.

"De redenen die Buma heeft aangedragen voor haar weigering om een uitzondering te maken zijn in overeenstemming met de traditionele rechtvaardiging voor het vereiste van overdracht van rechten, te weten een opheffing van het verschil in machtsverhoudingen. Niet duidelijk is waarom er in het kader van het rechtenvrije festival georganiseerd door XS4all, geen verschil in machtsverhoudingen aan de orde zou zijn. De traditionele rechtvaardiging voor het vereiste van overdracht is dus ook in de betrokken situatie van toepassing. En zelfs als de traditionele rechtvaardiging voor het vereiste van overdracht in de betrokken situatie niet zou gelden, dan is het nog de vraag of het noodzakelijk is voor Buma om een uitzondering te maken op het vereiste van overdracht om misbruik te voorkomen. Het belang van het maken van een uitzondering zou dan op moeten wegen tegen de kosten die gemoeid zijn met het beoordelen van verzoeken om uitzonderingen. De NMa betwijfelt of dit het geval is. Hoewel de methode van terugbetaling van reeds geïnde bedragen in de betrokken situatie omslachtig is, lijkt dit gerechtvaardigd en proportioneel ten einde het systeem van collectief beheer te kunnen handhaven." (ov. 64)

Conclusie:

"De klacht van XS4ALL gericht tegen de vermeende overtreding door Buma van artikel 24 van de Mw wordt afgewezen. De redenen voor deze afwijzing zijn de volgende:
1)De NMa is van oordeel dat Buma geen misbruik maakt door te eisen dat rechthebbenden hun rechten aan Buma overdragen. Daarbij neemt de NMa in overweging dat een rechthebbende bepaalde delen van zijn repertoire tevens individueel kan beheren waar het gaat om nietcommercieel gebruik.
2)De NMa is van oordeel dat Buma de mogelijkheid geeft aan rechthebbenden om bepaalde exploitatievormen en/of landen uit te sluiten van een overdracht aan Buma. Het feit dat Buma in beginsel de overdracht verlangt van het volledige auteursrecht levert dan ook evenmin misbruik op in de zin van artikel 24 Mw.
3) De NMa is van oordeel dat Buma geen misbruik maakt door te eisen dat een rechthebbende zijn huidige en toekomstige rechten dient over te dragen.
4)De NMa is van oordeel dat Buma geen misbruik maakt door te weigeren gebruik te maken van de mogelijkheid onder artikel 3 van haar Exploitatiereglement of vergelijkbare bepalingen in haar standaardcontracten voor andere rechthebbenden in de situatie die aanleiding was voor de klacht van XS4ALL.(ov. 67)
Gelet op het bovenstaande wordt de aanvraag van XS4ALL om een boete en/of een last onder dwangsom op te leggen aan Buma ingevolge artikel 56 Mw voor een mogelijke overtreding van artikel 24 Mw, afgewezen. (ov. 68)"

Lees het besluit hier.

IEF 5487

Verdacht goedkoop

Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 december 2007, HA ZA 07-2052, Stichting De Thuiskopie tegen Media-Madness B.V.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Incidentele vordering tot onbevoegdheidverklaring van de rechtbank afgewezen. Het innen van de thuiskopievergoeding is niet op publiekrechtelijke, maar op privaatrechtelijke grondslag gebaseerd.

Thuiskopie heeft tussen januari 2005 en februari 2007 op meerdere momenten controles verricht/aankopen gedaan in de winkels van Media-Madness. Zij heeft geconstateerd dat door Media-Madness blanco informatiedragers tegen een dusdanige lage verkoopprijs werden aangeboden dat daarover volgens Thuiskopie waarschijnlijk geen thuiskopievergoeding is geheven. Thuiskopie heeft Media-Madness daarop verzocht – kort gezegd - opgave te doen van de geïmporteerde en/of verhandelde blanco informatiedragers.

Media-Madness vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart in de hoofdzaak. Volgens Media-Madness is Thuiskopie een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub b Awb dat onder toezicht staat op grond van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (CvTA). De inning heeft volgens Media-Madness een publiekrechtelijk karakter omdat het thuisgebruik ingevolge de Auteurswet geen auteursrechtinbreuk oplevert.

De rechtbank oordeelt dat Thuiskopie geen bestuursorgaan is. Ook een private rechtspersoon kan met openbaar gezag als bedoeld in art. 1:1 lid 1 sub b Awb zijn bekleed. “2.14. De omstandigheid dat Thuiskopie als enige gerechtigd is tot de inning van de rechtstreeks uit de wet voortvloeiende thuiskopievergoedingen, betekent niet dat zij is belast met een overheidstaak en daartoe over publiekrechtelijke bevoegdheden beschikt. De vergoeding is privaatrechtelijk van aard aangezien zij in het auteursrecht haar grondslag vindt. Dat de thuiskopieregeling dient te voldoen aan hetgeen in de wet aan beperkingen en restricties is opgenomen, maakt dit niet anders.

Lees het vonnis hier.

IEF 5444

Eerst even voor jezelf lezen

NMA, 21 december 2007, zaaknummer: 4070, XS4ALL – Buma.

“XS4ALL heeft een klacht ingediend bij de NMa gericht tegen de collectieve beheersorganisatie Buma. XS4ALL verzoekt de NMa te verklaren dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door de leden van Buma te verplichten hun volledige rechten over te dragen. Vervolgens beklaagt XS4ALL zich over de weigering van Buma XS4ALL toe te staan rechtstreeks met de bij Buma aangeslotenen afspraken te maken ter zake bepaalde aspecten van het gebruik van hun muziekrepertoire. De klacht van XS4ALL gericht tegen de vermeende overtreding door Buma van artikel 24 van de Mw wordt door de NMa afgewezen.

De NMa komt tot dit oordeel mede gelet op het feit dat er wel degelijk een mogelijkheid bestaat voor auteursrechthebbenden/leden om bepaalde exploitatievormen en/of landen uit te sluiten van overdracht aan Buma. Zie artikel 19 van het standaardexploitatiecontract dat Buma hanteert voor auteursrechthebbenden. Verder acht de NMa de door Buma vereiste overdracht van rechten nog steeds gerechtvaardigd om een systeem van collectief beheer te kunnen waarborgen, ook in het digitale tijdperk.

Lees de uitspraak hier.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 8 januari 2008, LJN: BC2703, Dijkzicht Beheer B.V. tegen Euro Management Consultants België N.V.

“4.8 Het hof overweegt hierover het volgende. Het begrip 'belanghebbende' in verband met het inroepen van verval dient op zichzelf ruim uitgelegd te worden. EMC België valt daar in beginsel onder; dat is tussen partijen niet in discussie. Echter, het begrip is in die zin beperkt dat er niet onder valt degene die op grond van bijzondere omstandigheden onbehoorlijk zou handelen jegens degene van wiens merk hij de vervallenverklaring vordert. Van dergelijk onbehoorlijk handelen is sprake indien dat handelen neerkomt op misbruik van bevoegdheid.

De omstandigheden die Dijkzicht in dit verband aanvoert betreffen handelen van EMC België dat op zichzelf genomen los staat van het voeren van het merk. Het door Dijkzicht gestelde onbehoorlijk handelen betreft daardoor een andere situatie dan waarop de hiervoor bedoelde beperking van het begrip 'belanghebbende' ziet. Ook indien hetgeen Dijkzicht over het handelen van EMC België heeft aangevoerd juist is, rechtvaardigt dat niet de conclusie dat EMC België misbruik van bevoegdheid maakt door de vervallenverklaring van het merk te vorderen dan wel anderszins daardoor zodanig onbehoorlijk jegens Dijkzicht handelt dat zij niet als belanghebbende in de zin van artikel 2:27 BVIE kan worden aangemerkt.”

Lees het arrest hier

Rechtbank 's-Gravenhage, 28 januari 2008, LJN: BC2824. Strafzaak.

Samenvatting rechtspraak.nl: “Computervredebreuk, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd. Verdachte heeft zich ten behoeve van haar nieuwsgaring via aan derden verleende inlogcodes de toegang verschaft tot de nieuwsserver van het ANP en daarvan ook veelvuldig gebruik gemaakt. De boete die de rechtbank oplegt is aanmerkelijk lager dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank heeft onvoldoende zicht op de schade die verdachte door haar handelwijze het ANP heeft toegebracht en daarom gaat zij voorbij aan de berekening die de officier van justitie ter onderbouwing van zijn eis heeft gehanteerd.

Daarnaast betrekt de rechtbank in haar oordeel dat het ANP, zonder daarmee aan de strafbaarheid van verdachte of de hoogte van de zwaarte van de op te leggen straf af te doen, niet voldoende alert is geweest om handelingen als deze te voorkomen. Pas nadat de gedragingen van verdachte aan het licht waren gekomen heeft zij de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen getroffen. De rechtbank acht een hogere geldboete voor de rechtspersoon op zijn plaats dan de boetes die zijn opgelegd aan de oprichter/directeur en aan de hoofdredacteur omdat het zwaartepunt van de verweten gedragingen ligt bij de gehele bedrijfsvoering van verdachte en in mindere mate bij het individuele handelen van de natuurlijke personen. Geldboete van € 4000,-, waarvan € 2000,- voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar."

Lees het vonnis hier.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 22 januari 2008, LJN: BC2420, Stichting Postwanorder tegen Otto B.V.

Reclamerecht. Samenvatting rechtspraak.nl: “Otto biedt op haar website een lcd tv te koop aan voor € 99,--. Een groot aantal consumenten heeft dit aanbod aanvaard door via de website een tv te bestellen. De Stichting stelt zich namens de bij haar aangesloten consumenten op het standpunt dat een geldige overeenkomst tot stand is gekomen en vordert nakoming (levering van de lcd tv voor € 99,--). Net als de kortgedingrechter oordeelt het hof dat geen sprake is van een geldig aanbod. Door de aanvaarding van een dergelijk aanbod komt geen overeenkomst tot stand (artikel 3:33/35 BW). Otto heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een vergissing en het moet ook voor de consumenten op het moment dat zij deze televisie, een HD ready breedbeeld lcd televisie van een A-merk met beelddiameter van 80 cm., bestelden duidelijk zijn geweest dat het om een vergissing ging. Er was niet bij vermeld dat het een stuntaanbod was of zo.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 29 januari 2008, zaak C-275/06, Productores de Música de España (Promusicae)
tegen Telefónica de España SAU.

Auteursrecht. Spaanse prejudiciële vragen over verplichtingen van serviceproviders.

“De lidstaten zijn (…) niet gehouden, in een situatie als die van het hoofdgeding de verplichting op te leggen om ter verzekering van de doeltreffende bescherming van het auteursrecht in het kader van een civiele procedure persoonsgegevens te verstrekken.

De lidstaten dienen er krachtens het gemeenschapsrecht bij de omzetting van deze richtlijnen wel acht op te slaan dat zij zich baseren op een uitlegging daarvan die het mogelijk maakt een juist evenwicht tussen de verschillende door de communautaire rechtsorde beschermde grondrechten te verzekeren. Bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen ter omzetting van deze richtlijnen moeten de autoriteiten en de rechterlijke instanties van de lidstaten vervolgens niet alleen hun nationale recht conform deze richtlijnen uitleggen, maar er ook acht op slaan dat zij zich niet baseren op een uitlegging van deze richtlijnen die in conflict zou komen met deze grondrechten of de andere algemene beginselen van gemeenschapsrecht, zoals het evenredigheidsbeginsel.”

Lees het arrest hier.  

IEF 5430

Safety 1st / Bauhaus / Specialsauce / SENA / Plazacasa / BREIN / Aventis / Chick on a mission / Alfa Romeo

1- GvEA, 24 January 2008, zaak T-88/06, Dorel Juvenile Group, Inc tegen OHIM.

Weigering woordmerk SAFETY 1st. “It follows, as the Board of Appeal correctly found, that the relevant English-speaking public’s overall perception of the mark applied for will not be as an indication of the commercial origin of the goods which that mark covers; therefore, for the public in question, that mark is devoid of any distinctive character in respect of those goods. The plea in law alleging infringement of Article 7(1)(b) of Regulation No 40/94 must therefore be rejected.”

Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar).

2- GvEA, 23 januari 2008, zaak T-106/06, Demp BV tegen OHIM / BAU HOW GmbH.

Oppositie BAUHAUS tegem BAU HOW. “In Anbetracht der erheblichen Unterschiede zwischen den Zeichen in visueller Hinsicht, des geringeren Gewichts ihrer klanglichen Ähnlichkeit und der Tatsache, dass die Zeichen entweder für einen begrifflichen Vergleich ungeeignet sind oder einige wahrnehmbare begriffliche Unterschiede aufweisen, ist im Ergebnis festzustellen, dass die Beschwerdekammer fehlerfrei entschieden hat, dass eine Verwechslungsgefahr im Sinne von Art. 8 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94, auch wenn die von den Zeichen erfassten Waren identisch oder ähnlich sind, ausscheidet.“

Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar). 

3- Rechtbank Amsterdam, 9 januari 2008, LJN: BC2660, Specialsauce B.V. tegen Proud Design B.V.

Samenvatting Rechtspraak.nl: “Inbreuk auteursrecht voor het gebruik van een foto, auteursrechtelijk beschermd werk De rechtbank komt tot het oordeel dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen ten aanzien van het gebruik van de diensten van de fotograaf voor een reclamecampagne, nu partijen geen overeenstemming hadden bereikt over de rechten op foto’s en dit als wezenlijk onderdeel van de overeenkomst kan worden beschouwd. Ook is geen sprake van onrechtmatig afgebroken onderhandelingen. Wel wordt aansprakelijkheid aangenomen voor inbreuk op het auteursrecht voor gebruik van een foto in een reclamecampagne die op wezenlijke onderdelen overeenstemt met de foto gemaakt door de fotograaf in het kader van een proefserie. De wezenlijke kenmerken stemmen overeen. Het verweer dat geen sprake was van een auteursrechtelijk beschermd werk omdat het een productfoto betrof en deze iedere originaliteit ontbeert, wordt verworpen.”

Lees het vonnis hier

4- Rechtbank Amsterdam , 31 oktober 2007, LJN: BC2662. Eisers tegen Stichting Ter Exploitatie Van Naburige Rechten.

Samenvatting rechtspraak.nl: Aanspraak op uitkering op grond van de Wet op de Naburige rechten? Zijn eisers aan te merken als fonogrammenproducent? Zijn eisers aan te merken als uitvoerend kunstenaars? Voornemen om vragen te stellen aan het HvJ EG Artikel 1 sub a en d WNR Aan de orde is onder meer de vraag of eisers sub 7 tot en met 10 zijn aan te merken als producent van fonogrammen, welke vraag uiteindelijk in negatieve zin wordt beantwoord. Ook is aan de orde de vraag of eisers sub 7 tot en met 10 kunnen worden aangemerkt als uitvoerend kunstenaars in de zin van artikel 1 sub a WNR.

De rechtbank ziet in de omstandigheid dat de producer - anders dan de dirigent, orkestleider of regisseur – in wet noch verdrag, noch de totstandkomingsgeschiedenis daarvan als uitvoerend kunstenaar wordt genoemd, een aanwijzing dat de producer niet als zodanig gekwalificeerd behoort te worden. Alvorens de vorderingen af te wijzen, en nu de rechtbank van oordeel is dat het begrip uitvoerend kunstenaar een autonoom gemeenschapsrechtelijk begrip is dat binnen de Europese Gemeenschappen uniform moet worden uitgelegd en dit begrip in de Richtlijn niet nader wordt toegelicht en de betekenis ervan ook niet anderszins uit de Richtlijn blijkt, ziet de rechtbank aanleiding om het HvJ EG te vragen of een lidstaat in strijd handelt met het doel en de strekking van de Richtlijn, indien hij oordeelt dat de producer die betrokken is bij het maken van de arrangementen voor een op te nemen werk en voorts de instrumenten en sessiemuzikanten uitkiest, speelinstructies en zanginstructies geeft, het tempo, de dynamiek, de frasering, de timing en de klankkeuze van het op te nemen werk bepaalt en zijn invloed op de verschillende deelopnamen en de mixage daarvan uitoefent, niet onder het begrip uitvoerend kunstenaar in de zin van artikel 8 van de Richtlijn 2006/115/EG kan worden gebracht. Alvorens deze vraag aan het HvJ EG voor te leggen zullen genoemde eisers en SENA in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte over de geformuleerde vraag uit te laten. 

Lees het vonnis hier.

5- Vzr. Rechtbank Alkmaar, 24 januari 2008, LJN: BC2614, Stichting Baas In Eigen Huis tegen  Plazacasa B.V.

Jaap II. Collectieve actie. “4.10 Op grond van het voorgaande komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de stichting niet voldaan heeft aan de door het Gerechtshof gestelde voorwaarden, nu zij nog altijd onvoldoende onderscheid maakt tussen voor- en tegenstanders van de handelwijze van Plazacasa. Dit brengt mee dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de stichting gelijksoortige belangen behartigt en dat zij dientengevolge niet in haar vordering kan worden ontvangen.”

Lees het vonnis hier.  

6- Rechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, KG ZA 07-2249 P/TF, Stichting Brein tegen M. (met dank aan Ruber Brouwer, Hocker).

“5.1. Beveelt M. om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden ieder onrechtmatig handelen jegens de rechthebbenden wier belang Brein vertegenwoordigt, door te bevorderen dat auteurs- en nabuurrechtelijke inbreuken plaatshebben door het ter beschikking stellen  met behulp van de domeinnaam “Shareconnector.com” of anderszins van hashcodes of links, al dan niet via andere netwerken, naar auteursrechtelijk of nabuurrechtelijk beschermde werken, die zonder toestemming van de rechthebbenden zijn openbaar gemaakt, alsmede het doen of laten verrichten van zodanige handelingen en het daarbij direct of indirect betrokken zijn.”

Lees het vonnis hier.

7- Rechtbank Maastricht, 23 janurai 2008, HA ZA 06-1003, Private Limited Company Ofpact Ltd. tegen Vandenhof c.s. (met dank aan Kees Berendsen, Croon Davidovich).

3.6 De rechtbank is van oordeel dat de werking die Cyborg geeft aan het geciteerde arrest verder gaat dan de uitzondering die op basis ervan kan worden aangenomen. Ten eerste hebben de stills het primaire doel om reclame te maken voor de eigen, tegen betaling te raadplegen, website en worden zij niet rechtstreeks getoond in verband met de verkoop van de film zelf. Ten tweede beperkt Cyborg zich kennelijk niet tol het tonen van de verpakking of voorzijde van de betreffende DVD's, maaroont zij er fragmenten uit, hetgeen veel verder gaat dan voor de aanprijzing van het product nodig is.”

Lees het vonnis hier

8- Rechtbank ’s-Gravenhage, 23 januari 2008, HA ZA 03-39, Dr. O.K. Wack Chemie Gmbh tegen Brookside Imports Specialties inc.

“4.9. Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat BIS het merk S100 te kwader trouw heeft gedeponeerd. Het betoog van BIS dat de toepassing van het begrip “te kwader trouw” in artikel 3 lid 2 sub d van de merkenrechtrichtlijn (…) beperkt is tot gevallen van misbruik door de deposant, kan niet leiden tot een ander oordeel. Het deponeren van een merk wetende op grond van een rechtstreekse betrekking dat een ander het merk al jaren buiten de Benelux gebruikt, moet immers, behoudens bijzondere omstandigheden, worden gezien als misbruik. Juist daarom is die situatie in het BVIE opgenomen als voorbeeld van een depot te kwader trouw. (…)”

Lees het vonnis hier.

9- Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 januari 2008, KG ZA 07-1439, Aventis tegen Apothecon.

“3.1. Aventis vordert, uitvoerbaar bij voorraad, kort gezegd, een verbod op inbreuk in Nederland door Apothecon en Ratiopharm op EP 976, met name door verkoop of verhandeling van een geneesmiddel bevattende fexofenadine.

Lees het vonnis hier

10- Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 22 januari 2008, KG C0601411, Chick on a Mission tegen Christine Le Duc (met dank aan Paul Steinhauser, Steinhauser Heezius Rijsdijk).

“4-18 Voorts speelt een rol de mate van aandacht en inzicht die in dit geval aan het relevante publiek kan worden toegeschreven. Beide partijen rekenen vrouwen tot hun doelgroep, zodat in zoverre een zekere overeenstemming bestaat. Echter, aan de doelgroep van CoaM zoals deze door CoaM wordt omschreven mag een kritische instelling, een meer dan gemiddeld inzicht in de ontwikkeling van de mode en wat daarmee samenhangt en enige kennis van het winkelaanbod worden toegeschreven. Deze doelgroep zal niet snel een verband zien tussen de gewenste exclusieve mode en de producten in de erotische/seksuele sfeer die ClD aanbiedt.”

Lees het arrest hier.

11- Gerechtshof ’s-Gravenhage, 17 januari 2008, KG ZA 06/20, Alfa Romeo Nederland B.V. tegen Houthuijzen c.s. (met dank aan Simone Davina, Boekel De Neree).

“De verordening (Verordening (EG) Nr. 1400/2002 betreffende de toepassing van artikel 81 lid 3 EG op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector) bevat geen regels ten aanzien van het handelen van derden die geen partij zijn bij een distributieovereenkomst. Meer in het bijzonder staat de verordening er niet aan in de weg dat een marktdeelnemer, die noch een erkend wederverkoper is, noch een gevolmachtigd tussenpersoon, zich bezig houdt met de parallelimport van nieuwe voertuigen van het merk en deze vervolgens als onafhankelijk wederverkoper verkoopt."

Lees het arrest hier.

IEF 5427

Enkel suggereren

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 16 januari 2008, HA ZA 07-1794, Stichting De Thuiskopie tegen Gedaagde.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Stichting De Thuiskopie heeft tijdens bezoeken aan de zwarte markt geconstateerd dat gedaagde blanco informatiedragers verkocht tegen prijzen die lagen onder het niveau van de thuiskopievergoeding. Naar aanleiding van het bezoek stuurde gedaagde (om te voldoen aan zijn informatievoorzieningsplicht)  de Thuiskopie een factuur van 23 juni 2006 van Le Group, betreffende een door Le Group aan gedaagde geleverde partij blanco informatiedragers. Onder aan de factuur staat:

Copyrightheffing DVD+R 14100 schijfs 0,40 E 5.640,00
Copyrightheffing DVD-R 5000 schijfs 0,60 E 3.000,00
Copyrightheffing CD-R 6300 schijfs 0,14  E   882,00

Thuiskopie stelt dat gedaagde met de factuur niet heeft voldaan aan haar verplichtingen uit artikel 16ga Aw. De rechter oordeelt dat de getoonde facturen niet aantonen dat de thuiskopievergoeding door Le Group, althans door de fabrikant of importeur, is betaald. "De op de factuur afzonderlijk in rekening gebrachte "copyright heffing" suggereert enkel dat dit het geval is" (rov. 4.3)

In het licht van de omstandigheden acht de rechter deze suggestie onvoldoende om aan te nemen dat de fabrikant of importeur de heffing betaald heeft. Gedaagde dient alsnog de thuiskopieheffing te betalen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5415

Er lijkt sprake te zijn van een misverstand

tptgr.gifKamervragen nr. 921, met antwoord,  2e Kamer. Vragen van de leden Atsma en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschap over de taptoe in Groningen. (Ingezonden 29 november 2007).

1 Vraag:  Kent u het bericht ‘Buma/Stemra wil verbod op taptoe in Groningen’?

Antwoord:  Ja. De taptoe Groningen heeft inmiddels plaats gevonden nadat de organisatie en Buma contact met elkaar hebben gehad. De organisatie van de taptoe heeft besloten de rekening van Buma waarover het in het bericht gaat, te voldoen.

2 Vraag:  Bent u op de hoogte van een zelfde soort situatie bij de Taptoe Hasselt die op 29 september jl. gehouden is? Bij welke andere evenementen is dit aan de orde? Is hier sprake van nieuw beleid?

Antwoord:  Er lijkt sprake te zijn van een misverstand, de Taptoe Hasselt heeft geen rekening ontvangen en is derhalve niet vergelijkbaar met de Taptoe in Groningen.  De drie landelijke muziekorganisaties, FKM, KNFM en NFCM, hebben een overeenkomst met Buma afgesloten waardoor de aangesloten leden voor hun reguliere concerten geen afzonderlijke auteursrechten hoeven af te dragen. In gevallen dat activiteiten niet onder de overeenkomst vallen, moet de organisatie zelf een regeling met Buma treffen. Het is voor mij niet te overzien bij welke evenementen dit nog meer aan de orde is. De uitoefening van het auteursrecht of van naburige rechten is in de eerste plaats een zaak van de betrokken rechthebbenden, of van hun uitvoeringsorganisaties; er lijkt in deze geen sprake te zijn van nieuw beleid.

3 Vraag: Deelt u de mening dat er door de korpsen voldoende betaald wordt voor de rechten op bladmuziek en dat het niet nodig is om nog een deel van de inkomsten af te staan aan Buma Stemra?

Antwoord: Het betalen van een vergoeding door korpsen voor het maken van kopieën van bladmuziek verschilt van de betaling van een vergoeding aan Buma. De rechten op bladmuziek worden door de muziekvereniging betaald om, als zij voor ieder lid originele bladmuziek heeft gekocht, van deze originelen fotokopieën te kunnen maken voor een enkel nieuw lid, om aantekeningen op te maken, om beschadigde of zoekgeraakte exemplaren te vervangen, etc. Met het betalen van deze vergoeding wordt nog geen toestemming verkregen voor het in het openbaar uitvoeren van de muziekwerken. Daarvoor is toestemming van Buma nodig, die belast is met het collectief beheer van de muziekrechten.

4 Vraag:  Deelt u de mening dat er niet dubbel betaald hoeft te worden voor de rechten op bladmuziek?

Antwoord:  Zie het antwoord op vraag 3.

5 Vraag:  Waarom moet dezelfde muzikant in een iets andere samenstelling, bijvoorbeeld een dweilorkest, opnieuw voor deze rechten op bladmuziek betalen?
Antwoord:  De auteursrechtelijke vergoedingen voor uitvoeringen en het kopiëren van bladmuziek worden afgerekend op basis van afspraken per orkest. De muzikant die in verschillende orkesten speelt, hoeft dus niet per orkest afzonderlijk rechten te betalen. Er wordt per orkest afgerekend, ongeacht welke muzikanten daarin spelen; individuele afspraken met de afzonderlijke muzikanten in een orkest zou de inning nodeloos omslachtig maken.

6 Vraag: In hoeverre is er sprake van willekeur in het beleid van Buma/Stemra?

Antwoord:  Willekeur kan geen basis voor het beleid van Buma/Stemra zijn. Buma/Stemra baseert haar beleid en de uitvoering daarvan op wet- en regelgeving. Die uitvoering geschiedt zoveel mogelijk aan de hand van standaard-regelingen en standaardovereenkomsten. Het is mij niet bekend dat bij de voorbeelden die u noemt afgeweken wordt van vaste standaardregelingen van Buma/Stemra, noch in bevoordelende zin, noch in benadelende zin.  

7 Vraag: Kunt u aangeven hoe de regelgeving op dit punt luidt?

Antwoord:  De auteur heeft het exclusieve recht zijn werk openbaar te maken en zijn bladmuziek te verveelvoudigen (artikel 1 van de Auteurswet 1912). De auteur kan anderen toestemming geven tot openbaarmaking en verveelvoudiging en hij kan daaraan voorwaarden verbinden, zoals de betaling van een vergoeding. De auteur kan het recht om toestemming te verlenen en om vergoedingen te innen en te verdelen collectief uitoefenen door middel van collectieve beheersorganisaties. Voor de openbaarmaking van een muziekwerk dient dat via Buma te geschieden, die door de Minister van Justitie met uitsluiting van anderen is aangewezen te bemiddelen inzake muziekauteursrecht (zie artikel 30a Auteurwet en de aanwijzing van BUMA bij beschikking van 24 maart 1933, Stcrt. 60).

8 Vraag: Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat er veel geld van amateurverenigingen en stichtingen naar Buma/Stemra gaat terwijl deze verenigingen en stichtingen geen winst maken en daarnaast veel moeite moeten doen om sponsoren te krijgen?

Antwoord:  In de Auteurswet noch bij de uitoefening van het auteursrecht bestaat een onderscheid tussen gebruik door op winst gerichte licentienemers of gebruik door non-profit instellingen. Buma hanteert evenwel voor amateurmuziek een aangepast tarief. De vraag of weinig of veel moeite moet worden gedaan om sponsorgeld te verkrijgen kan geen criterium zijn bij de uitoefening van intellectuele eigendomsrechten.

9 Vraag: Bent u van plan maatregelen te treffen om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen? Is aanpassing van de wet mogelijk, bijvoorbeeld door het afschaffen van de heffing door Buma/Stemra bij amateurmuziekverenigingen of stichtingen?

Antwoord:  Voor beperkingen en uitzonderingen ten aanzien van het auteursrecht en de naburige rechten geldt Europese regelgeving. Richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) geeft in artikel 5, tweede lid, een limitatieve opsommingen van beperkingen en uitzonderingen. Een uitzondering van de aard zoals in de vraag bedoeld, komt daarin niet voor. Een wijziging van de wet zoals door vragenstellers voorgesteld, is dan ook niet mogelijk.

Bovendien kunnen belanghebbenden die klachten hebben over de inning van vergoedingen zich wenden tot het College van Toezicht Auteursrechten. Dit college oefent op basis van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteursrecht en naburige rechten toezicht uit op de inning en verdeling van auteursrechtgelden en behandelt geschillen daarover tussen de collectieve beheersorganisatie en belanghebbenden (Stb. 2003, 111).

IEF 5387

Motie aanpassing vergoeding kunstenaars thuiskopieën

Kamerstukken II, 31200 VIII, nr. 135. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 ; Verslag van een wetgevingsoverleg over de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2008, onderdeel Cultuur (31200-VIII). De Kamer verzoekt de regering om in navolging van andere Europese landen de vergoeding voor kunstenaars ten aanzien van thuiskopieën aan te passen,

De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat door het gebruik van losse opslagmedia op mp3-spelers en harddiskrecorders veel kunstenaars de vergoeding aan de rechthebbenden niet terugzien; verzoekt de regering om in navolging van andere Europese landen de vergoeding voor kunstenaars ten aanzien van thuiskopieën aan te passen,en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:  Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ham en Halsema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 120 (31200-VIII). Ik betwijfel of deze motie hier thuishoort, en niet bij EZ. De heer Van der Ham (D66): Het is de regering! Ik heb nog een vraag aan de minister gesteld waarop hij schriftelijk zou terugkomen. Dan weet ik niet precies of de motie nog nodig is. Ik ga haar wel indienen.

Lees hier meer

IEF 5383

Prijzen die zo laag zijn

Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 december 2007, HA ZA 06-2209, Stichting De Thuiskopie tegen Crios Holding B.V. c.s.

Wel gemeld. Nog niet besproken. Vonnis over de afdracht van thuiskopievergoeding over blanco informatiedragers.

De heer A. heeft zijn handel in blanco informatiedragers op de Beverwijkse Bazar ondergebracht Crios Holding BV (“Crios”). Van die BV is A.  bestuurder en is de St. Sharif enig aandeelhouder. Nadat Crios e.a. onvolledige opgave hadden gedaan van het totaal aantal ingekochte blanco informatiedragers en Stichting de Thuisko-pie Crios e.a. zonder succes heeft gesommeerd die opgave alsnog te doen, heeft Stichting de Thuiskopie proces verbaal laten opmaken van de aantallen blanco informatiedragers die op de stand van Crios e.a. aanwezig waren. Toen Crios e.a. de thuiskopievergoeding op basis van die aantallen niet betaalde, heeft Stichting de Thuiskopie beslag gelegd op de voorraad blanco informatiedragers van Crios e.a.

Crios Holding BV heeft niet betwist dat zij huurder is van de stand op de Bever-wijkse Bazar en dat uit haar naam en onder haar verantwoordelijkheid blanco in-formatiedragers zijn verkocht tegen prijzen die zo laag zijn dat daarvan de thuisko-pievergoeding niet kan zijn voldaan of dat over die verkopen geen noemenswaar-dige marge zou worden gerealiseerd. Aan de stelling van Crios dat over de infor-matiedragers wel al een thuiskopievergoeding is betaald, gaat de rechtbank voor-bij, omdat die stelling door Crios op ongeloofwaardige wijze is onderbouwd (zie r.o. 4.3.). De vorderingen van Stichting de Thuiskopie worden voor het overgrote deel tegen Crios toegewezen.

De vorderingen worden ook toegewezen tegen de heer A. aangezien hij ter com-paritie heeft aangegeven steeds bij de inkoop van de informatiedragers betrokken te zijn geweest.

De vorderingen worden ten aanzien van de stichting afgewezen, omdat van on-rechtmatig handelen van die stichting niet is gebleken. Het feit dat de heer A. be-stuurder was van stichting en dat stichting enig aandeelhouder is van Crios, is onvoldoende om betrokkenheid bij de handel van Crios / A. aan te nemen.

Lees het vonnis hier

IEF 5379

Het is de regering!

Kamerstukken II, 31200 VIII, nr. 135. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 ; Verslag van een wetgevingsoverleg over de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2008, onderdeel Cultuur (31200-VIII)
 

De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat door het gebruik van losse opslagmedia op mp3-spelers en harddiskrecorders veel kunstenaars de vergoeding aan de rechthebbenden niet terugzien;
verzoekt de regering om in navolging van andere Europese landen de vergoeding voor kunstenaars ten aanzien van thuiskopieën aan te passen,
en gaat over tot de orde van de dag.


 

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ham en Halsema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 120 (31200-VIII).
Ik betwijfel of deze motie hier thuishoort, en niet bij EZ.

De heer Van der Ham (D66):
Het is de regering!
Ik heb nog een vraag aan de minister gesteld waarop hij schriftelijk zou terugkomen. Dan weet ik niet precies of de motie nog nodig is. Ik ga haar wel indienen.


Lees het kamerstuk hier