DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 7045

Inmiddels zijn we 25 jaar verder

Prof. mr. P.B. HugenholtzProf. mr. P.B. Hugenholtz, IViR: Toegang tot de bron: het auteursrecht en het internet. Gepubliceerd in Ars Aequi, 2008-07/08, p. 581-588.

“Een minder vergaande oplossing die aan deze bezwaren tegemoet komt, zou zijn het afsluiten van collectieve licenties door organisaties van auteurs en rechthebbenden met de ISP’s die de massale inbreuk op het auteursrecht door hun abonnees al jaren oogluikend toestaan.20 Zo’n collectief contract zou niet zonder precedent zijn. In de jaren 80, toen het internet nog in de kinderschoenen stond, vormde de kabel de bron van alle auteursrechtelijke kwaad. Volgens de kabelexploitanten was het doorgeven van televisieprogramma’s een louter technische aangelegenheid, waar het auteursrecht buiten stond.

Inmiddels zijn we 25 jaar verder en is het betalen van vergoedingen voor de doorgifte van omroepprogramma’s via de kabel algemeen geaccepteerd. Als we aan de hand van het verleden de toekomst moeten voorspellen, ligt er voor het auteursrecht op het internet ook een happy end in het verschiet. Iedereen blij: de internetgebruikers, die tegen een kleine extra vergoeding onbeperkt mogen down- en uploaden; de auteurs en rechthebbenden, die eindelijk betaald krijgen; de rechterlijke macht, die niet langer met lastige handhavingsproblemen belast wordt; en de auteur van deze bijdrage, die het auteursrecht even belangrijk vindt als de informatievrijheid.”

Lees het artikel hier.

IEF 7029

In het kader van de pilot

Persbericht: Creative Commons en Buma/Stemra verlengen project.Creative Commons Nederland (CC) en Buma/Stemra hebben besloten hun gezamenlijke project met een jaar te verlengen. De pilot waarbij aangeslotenen van Buma/Stemra onder bepaalde voorwaarden werken onder een CC-licentie beschikbaar kunnen stellen, was aangegaan voor een jaar, en zou op 22 augustus 2008 aflopen. De voorwaarden tijdens de nieuwe projectperiode zijn niet veranderd. De tot zover in het kader van de pilot verstrekte licenties blijven tot 22 augustus 2009 geldig.

CC Nederland en Buma/Stemra bekijken of de informatievoorziening over de pilot kan worden verbeterd. Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is te achterhalen waarom slechts een zeer bescheiden aantal Buma/Stemra-aangeslotenen gebruik heeft gemaakt van de faciliteit om werken met een CC-licentie aan te bieden. Ten slotte staat op het programma om te onderzoeken of, en zo ja hoe, in het kader van het project CC-licenties op 'social networking websites' kunnen worden ingezet. 

Lees hier meer.

IEF 7021

Prs vs. Buma

District Court of Haarlem, 19 August 2008, Judgment in summary proceedings, in the case between Performing Right Society (PRS) and Buma 

On August 19, the District Court in Haarlem handed down a preliminary injunction in a case between the collecting societies PRS (UK) and Buma (NL). PRS had sought the injunction to prevent Buma from continuing to breach its contract of representation with PRS by granting multi-territorial licences for online use of the PRS repertoire outside the Netherlands thereby causing licensees to infringe the copyrights of PRS’ members.
 
On 21 July 2008 Buma announced that it had issued a pan-European licence to online music store Beatport.com, claiming that it was for worldwide repertoire, including that controlled by PRS. Under its representation contract with PRS, Buma is not authorised to include PRS repertoire in a licence anywhere outside the Netherlands. However, Buma claimed that as result of the EU Commission Decision in the CISAC case of 16 July 2008, it was no longer bound to any territorial delineation in the contract.
 
Following a hearing that took place on 8 August, the judge ordered Buma to refrain from offering licences that involve the use of PRS repertoire outside of the Netherlands. The judge found that Buma offered “no convincing arguments” in its case. The judgement of the District Court of Haarlem confirms that collection societies cannot issue licences without the explicit consent of rights holders and that this principle of law is not affected by the recent CISAC decision.
 
Read the entire judgment here (translation made available by Pauline Kuipers, Bird & Bird) IEFenglish

IEF 7016

Cross-border BUMA

IE-poes BrammarieDe IPkat bericht: "Displaying a previously unrevealed talent for reading legal decisions in Dutch, and with only a tiny bit of help from his friend Kristof Neefs (Laga), the IPKat brings news of a dramatic development in the Netherlands. In essence, a Dutch interim judge in Haarlem has issued a preliminary injunction prohibiting BUMA (a Dutch copyright collecting society) from granting any further licences for the online sale of the repertoire of works administered by the Performing Rights Society (PRS), in so far as those licences extend beyond the territory of the Netherlands. BUMA had previously granted a licence for the territory of the entire European Community to beatport.com."

Lees hier meer.

IEF 7003

Buiten Nederland (2)

Weblog Marie-José Klaver op NRC.nl: `Wat is online muziekgebruik buiten Nederland?De eerste reactie op het Buma vonnis “Buma mag op grond van een uitspraak van de kort geding rechter in Haarlem geen licenties meer geven voor “online muziekgebruik buiten Nederland”. Advocaat en hoogleraar Intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden Dirk Visser vraagt zich af wat “online muziekgebruik buiten Nederland” eigenlijk inhoudt. “Met kabel en satelliet kan je muziekgebruik tot een bepaald territorium beperken maar met aanbod via internet is dat buitengewoon lastig. Internet-aanbod is in de regel wereldwijd”, aldus Visser. De jurist vreest dat het vonnis betekent dat Buma nu geen licenties meer mag geven voor muziekgebruik op websites die van buiten Nederland toegankelijk zijn. “Dat is een goed verdedigbare lezing van het vonnis”, aldus Visser.”

Lees hier meer. Eerder bericht + vonnis hier.

IEF 7001

Buiten Nederland

Vzr. Rechtbank Haarlem 19 augustus 2008, LJN: BE8765, The Performing Right Society Limited tegen Vereniging Buma.

Auteursrecht, met als hamvraag: Wat is online-muziekgebruik buiten Nederland? Hebben website-eigenaren nu toestemming nodig van alle honderden nationale Buma’s?

“De voorzieningenrechter in kort geding verbiedt de Nederlandse muziekrechtenorganisatie BUMA om licenties voor online muziekgebruik (via satelliet, kabel of internet) van het muziekrepertoire van de Britse muziekrechtenorganisatie PRS buiten Nederland aan te bieden, af te sluiten of daaraan uitvoering te geven. BUMA is niet bevoegd dergelijke licenties te verlenen, nu PRS haar die rechten nimmer heeft overgedragen. Een redelijke contractsuitleg van de wederzijdse overeenkomst tussen partijen brengt dat ook niet mee.

Voorts leidt de beschikking van de Europese Commissie van 16 juli 2008 in de zogenoemde CISAC-zaak niet van rechtswege tot nietigheid van de gebiedsbeperking in de wederzijdse overeenkomst. En als al tot nietigheid van de gebiedsafbakening in de wederzijdse overeenkomst zou moeten worden geconcludeerd, dan heeft BUMA daarmee niet het recht om licentierechten van het PRS-repertoire, die zij zelf niet van PRS overgedragen heeft gekregen, wel zelf over te dragen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6598

Ik ben niet van plan om het te gaan doen en ik heb gezegd waarom

Handelingen II 2007/08, nr. 103, pag. 7358-7358. Voortzetting van de behandeling van het verslag van een algemeen overleg met de minister van Economische Zaken over Bagatelregeling mededingingswet/Jaarverslag NMa (31200 XIII, 24036, nr. 58), ... en de motie-Aptroot over het stellen van eisen aan de jaarverslagen van de auteursrechtenorganisaties (31200 XIII, nr. 64).

Minister Van der Hoeven: Voorzitter. Laat ik beginnen met te citeren uit het werk van de Kamer, dat wil zeggen uit het verslag van het algemeen overleg van 14 mei 2008: ’’De minister laat een extern onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de wisselwerking tussen het mededingingsrecht en de auteursrechten, inclusief de tariefstijgingen. Dit geldt dus niet voor de interne bedrijfsvoering.’’ Dat heb ik toen zo gezegd. Het staat in het verslag van de Kamer en daaraan heb ik mij gehouden. Ik heb verder aangegeven dat het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteursrechten en naburige rechten de bevoegdheid krijgt om tariefstijgingen preventief te toetsen. Ik heb gezegd wat voor extern onderzoek ik zal laten doen.

Daarna heb ik een brief gestuurd aan de Kamer waarin ik heb uitgelegd waarom ik het niet wenselijk vind om daar de financiële positie van die CBO’s in te betrekken. Die financiële positie is geregeld in de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten. Dat wetsvoorstel ligt voor om te wijzigen. Met die wijzigingen wordt het toezicht versterkt: de bezoldiging van bestuurders, de tarieven, de tariefgrondslagen en de statuten worden openbaar gemaakt. Er worden ook nadere eisen gesteld aan het jaarverslag en de jaarrekening. Dat is in een brief van 19 maart 2008 aan de Kamer gemeld. Dat wetsvoorstel gaat deze zomer in procedure. Het strekt ook tot uitvoering van onder andere door de heer Aptroot ingediende moties over de aanscherping van het toezicht. Als de heer Aptroot niet tevreden is met de maatregelen die in dat wetsvoorstel worden voorgesteld, denk ik dat de behandeling van het wetsvoorstel het juiste moment is om dit aan de orde te stellen.

Het CvTA doet onderzoek naar de verdeling van gelden en fondsvorming bij de vijf wettelijke CBO’s die nu onder het toezicht vallen. Daarover is de Kamer geïnformeerd op 28 maart 2007 en via de beleidsbrief auteursrecht van 20 december 2007. De uitkomsten van dat onderzoek worden binnenkort verwacht. Het verzoek in deze motie voegt daar niets aan toe. Daarom ontraad ik het aanvaarden van deze motie.

De heer Aptroot (VVD): De koppeling ligt iets anders. Kan de minister zich indenken dat gezien het feit dat de werkgroep van de vaste commissie voor Justitie onderzoek doet naar auteursrechten, deze informatie over de huidige situatie, ook financieel, toegevoegde waarde heeft voor de Kamer en dat zij er om die reden om vraagt?

Minister Van der Hoeven: Ik ben niet van plan om het te gaan doen en ik heb gezegd waarom, namelijk omdat de zaken die worden gevraagd al worden gedaan."

Lees de handelingen hier.

IEF 6502

Faits divers

Ethiekcode Voor Reikimasters Van De Reiki Alliance:

#8: Ik respecteer andermans eigendom, behoud mijn professionele integriteit en onthoud mij van geldmisbruik.
• Ik onthoud mij van wangedrag zoals: plagiaat, het achterhouden van informatie en het doen van onware of bedrieglijke uitspraken.
• Ik onthoud mij van het beroepsmatig gebruik van methodes en disciplines van anderen totdat ik deze werkelijk heb leren kennen. Ik zal de herkomst hiervan vermelden.

Lees hier meer (Paranormaal.blog.nl).

Tegen de titel. “Arbeidsbemiddelaar Brunel zal de naam B.L.E.N.D. niet meer gebruiken. Dit omdat de naam inbreuk maakt op die van het vier jaar oude lifestylemagazine Blend. (…) Uitgever Jurriaan Bakker van Blend maakte bezwaar tegen de titel. ‘Wij zullen voor het relatiemagazine een andere naam gaan gebuiken’, aldus Van Schaik, directeur van New Amsterdam, die excuses aanbiedt voor de ontstane verwarring. 

Lees hier meer (Adformatie).

Beatamax. “Judge In Betamax Case Dies. Federal Judge Warren Ferguson, whose decision in the so-called Betamax case in 1979 set the stage for the home-video revolution, died on June 25 in Fullerton,CA, published reports said Sunday. Ferguson had ruled in favor of the Sony Corporation which had been sued by Universal Studios and Walt Disney Productions, who had claimed that Sony’s home recording device, the Betamax, would encourage copyright infringement and curtail their ability to syndicate reruns of their television shows and movies. Ferguson’s ruling held that home recording was lawful, and the subsequent proliferation of video recorders eventually led to the studios themselves developing a new lucrative market for their library material.”

Lees hier meer. (Showbizdata).

Economists Prove That Patents Harm Innovation. Bessen and Meurer's data suggest that outside of the chemical and pharmaceutical industries, litigation costs for the average public firm actually exceed profits from their patent portfolio by a wide margin.

Lees hier meer. (Dzone.com).

Copyright vastgelegd. “In een dromerige, serene, Keltische sfeer. Twaalf sprookjesachtige taferelen, die bij elkaar een sterrenbeeldkalender vormen.(…) Ze hebben het copyright voor hun kalender wereldwijd geregistreerd, de twee jonge West-Brabantse vrouwen die het idee hadden en samen, met minimale middelen, iets bijzonders maakten.”

Lees hier meer (BN / De Stem).

Buma boos. “De Europese Commissie liberaliseert de markt voor auteursrechtenorganisaties. Buma/Stemra vreest voor zijn eigen voortbestaan. (…) Buma/Stemra, de organisatie die voor Nederland de auteursrechten int, klaagt dat de maatregel onvoldoende waarborgen biedt. De meerderheid van de rechten voor populaire muziek zal belanden bij 'drie of vier concurrentievervalsende muziekkolossen', waarschuwt de organisatie in een persbericht.”

Lees hier meer (Webwereld).

IEF 6501

Europese Commissie: Collectieve beheersorganisaties

“The European Commission has adopted an antitrust decision prohibiting 24 European collecting societies from restricting competition by limiting their ability to offer their services to authors and commercial users outside their domestic territory. However, the decision allows collecting societies to maintain their current system of bi-lateral agreements and to keep their right to set levels of royalty payments due within their domestic territory. The prohibited practices consist of clauses in the reciprocal representation agreements concluded by members of CISAC (the "International Confederation of Societies of Authors and Composers") as well as other concerted practices between those collecting societies. The practices infringe rules on restrictive business practices (Article 81 of the EC Treaty and Article 53 of the EEA Agreement).

The Commission decision requires the collecting societies to end these infringements by modifying their agreements and practices, but does not impose fines. The removal of these restrictions will allow authors to choose which collecting society manages their copyright (e.g. on the basis of quality of service, efficiency of collection and level of management fees deducted). It will also make it easier for users to obtain licences for broadcasting music over the internet, by cable and by satellite in several countries from a single collection society of their choice.”

Lees hier meer.

IEF 6430

Verse rechtspraak.

ima.gifGerechtshof ’s-Gravenhage,, 10 juli 2008, HA ZA 05-1547, Stichting de Thuiskopie tegen Imation Europe B.V.(met dank aan Arnout Groen, De Brauw, Blackstone Westbroek)

Auteursrecht. De Thuiskopie heeft onvolledig voorgelicht over haar tarieven en heeft met name een belangrijke 20% kortingsregeling geheim gehouden. Thuiskopie moet zo’n € 815.000,-  aan Imation betalen.

“Thuiskopie is op grond van de wet en als enige instantie belast met en gerechtigd tot de inning van de thuiskopievergoeding. In dat verband sluit zij incasso-overeenkomsten. Met de inning is het verstrekken van informatie over de geldende tarieven - kortingsregelingen als de onderhavige daaronder begrepen - onlosmakelijk verbonden. Fabrikanten en importeurs zijn wettelijk verplicht de vergoeding aan Thuiskopie te voldoen. Het hof is met de rechtbank ban oordeel dat Thuiskopie, mede gelet op haar voormelde bijzondere positie. ervoor heeft zorg te dragen dat de door haar verstrekte informatie met betrekking tot de geldende tarieven juist en volledig is en dat partijen als Imation in beginsel van de juistheid en volledigheid van die informatie mogen uitgaan.”

Lees het arrest hier.

crcs.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 14 juli 2008, KG ZA 08-593, Capelli Europe GmbH tegen Crocs Europe B.V. c.s.

Modellenrecht. Geen opheffing conservatoir douanebeslag. Geldig modelrecht, althans in deze zaak. Proceskosten:  € 21.000, -

 “4.7. (…) In de onderhavige procedure is het juist aan Capelli om na summier onderzoek aannemelijk te maken dat het ingeroepen recht niet geldig is. Bij de beoordeling van de mate van aannemelijkheid moet daarbij voor ogen worden gehouden dat het conservatoir beslag tot afgifte tot doel heeft te verzekeren dat de mogelijkheid tot afgifte van de schoenen wordt gehandhaafd tot het tijdstip dat definitief over de geldigheid van het recht is geoordeeld. Deze laatste afweging brengt met zich dat in deze procedure, anders dan in de door Capelli aangehaalde zaak, niet reeds de vaststelling dat het model door het Bureau nietig is verklaard voldoende reden is om aan Crocs de door haar gewenste voorlopige maatregelen te onthouden. In deze procedure dient de geldigheid van het recht inhoudelijk te worden beoordeeld aan de hand van hetgeen daartegen door Capelli wordt aangevoerd.

(…) 4.14. Gezien het voorgaande moet er in deze procedure vanuit gegaan worden dat het Beachmodel geldig is. Capelli heeft niet bestreden dat de inbeslaggenomen schoenen inbreuk maken op het model.

4.15. Capelli doet beroep op het arrest Montex – Diesel (HvJEG 9 november 2006, C-281/05). Zij stelt het volgende. Het inbeslaggenomen schoeisel wordt doorgevoerd naar Duitsland. Zoals blijkt uit de onder 2.6 vermelde beslissing van de Duitse rechter kunnen de goederen in Duitsland worden verkocht zonder inbreuk te maken op het modelrecht van Crocs. Uit het arrest Montex – Diesel volgt dat onder die omstandigheden de doorvoer niet kan worden verboden.

4.16. Ook dit verweer moet voorshands onjuist worden geoordeeld. Nu in deze procedure moet worden uitgegaan van de geldigheid van het modelrecht van Crocs, moet eveneens worden aangenomen dat Crocs dat recht ook in Duitsland kan inroepen omdat het geldt voor de gehele Gemeenschap. Dat de Duitse rechter in een procedure tussen andere partijen en op grond van andere stellingen de geldigheid van het modelrecht anders heeft beoordeeld, heeft voor deze procedure voor dit geval geen consequenties.

4.17. De GModVo geeft, zoals Capelli terecht heeft aangevoerd, de houder van het modelrecht geen aanspraak op afgifte van inbreukmakende voortbrengselen. Artikel 89 lid 1 sub d GModVo bepaalt echter dat in geval van inbreuk of dreigende inbreuk de sancties kunnen worden opgelegd waarin het recht van de lidstaat waar de inbreuk plaatsvindt voorziet. Voor Nederland leidt dat tot toepasselijkheid van artikel 3.17 lid 3 van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen), waarin het recht op afgifte is geregeld.

4.18. Uit het voorgaande volgt dat vooralsnog niet summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de door Crocs gestelde inbreuk op haar modelrecht en het recht op afgifte van de inbreukmakende goederen. Crocs heeft daarmee gerechtvaardigd belang bij het door haar gelegde conservatoir beslag

Lees het vonnis hier.

Hoge Raad, LJN: BD2416, 11 juli 2008, Eiser tegen Stichting ISDS. 

Octrooirecht. 81 RO: klachten nopen niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Wel inhoudelijke conclusie van de enigszins geërgerde A-G Spier (“Fundamenteler is dat de verhouding tussen eiseres 2 en eiser 1 volkomen duister is (gebleven).(…) Dit alles moge formeel klinken (in zekere zin is het dat ook) maar van partijen mag worden gevergd dat ze duidelijk maken wat ze willen en waarom. De uiteenzettingen van eiser c.s. schieten op dit punt in alle gedingstukken in feitelijke aanleg wezenlijk tekort.”).  

ISDS heeft op eigen naam op 22 april 1993 een Nederlandse octrooiaanvrage gedaan ter zake van een "Tunnelbouwmachine". Eiser 1 is hierbij als uitvinder genoemd. Op een later moment heeft ISDS de rechten uit deze octrooiaanvraag, vermeend onbevoegd, overgedragen aan ITM. Op 15 augustus 2000 heeft ITM deze aanvraag ingetrokken. Het Hof heeft het bestreden vonnis bekrachtigd, waartoe wordt overwogen:

 “4. De Nederlandse octrooiaanvrage (..) kan slechts dan rechtsgeldig door ISDS aan ITM zijn overgedragen (en nadien door ITM zijn ingetrokken), indien de aanvrage alleen op naam van ISDS stond. Immers, ISDS kon niet méér overdragen dan hetgeen op haar naam stond ingeschreven (in het desbetreffende register) en ITM kon nadien de aanvrage alleen dan intrekken, indien zij alstoen als alleengerechtigde stond ingeschreven. Hieruit leidt het hof af, dat ISDS als enige houdster was van de aanvrage en mitsdien bevoegd was de aanvrage over te dragen. Het staat de houder van een octrooiaanvrage vrij om de aanvrage aan een derde (i.c. ITM) over te dragen. Dit zou slechts anders zijn, indien de houder zich heeft verbonden de aanvrage niet over te dragen of over te dragen aan een ander dan die derde. Dit laatste is precies was eiser c.s. in de onderhavige procedure stellen. ISDS zou met eiser 1 zijn overeengekomen, dat de aanvrage tijdelijk op naam van ISDS zou worden gesteld en aan eiseres 2 zou worden overgedragen, zodra eiseres 2 zou zijn opgericht. Doordat ISDS de aanvrage heeft overgedragen aan ITM kon zij deze niet meer overdragen aan eiseres 2. (…)

5. Bij het overdragen van de octrooiaanvragen door ISDS aan ITM is van een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW naar het oordeel van het hof geen sprake, nu daarbij - los van mogelijke wanprestatie - door ISDS geen inbreuk is gemaakt op een (subjectief) recht van eiser 1, noch is gehandeld in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt."

Lees het arrest hier.

rvdi.gifHoge Raad, LJN: BD3122, 11 juli 2008, Eiser tegen Verweerster

Verbintenissenrecht. Geschil over provisie uit een sponsorovereenkomst. 81 RO: klachten nopen niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Eiser bemiddelt voor producenten van theaterproducties of showvoorstellingen bij de totstandkoming van overeenkomsten met sponsors die dergelijke producties of voorstellingen willen sponsoren. Verweerster heeft een mobiele discoshow, de Veronica Drive-In Show georganiseerd.

"De mededelingen die verweerster aan eiser heeft gedaan bij (...) brief van 18 november 1993 kunnen redelijkerwijs niet anders worden verstaan dan dat verweerster de bestaande relatie met eiser met betrekking tot de sponsorbemiddeling heeft willen beëindigen. Indien die relatie in een agentuurovereenkomst was neergelegd, zoals eiser heeft gesteld, dan heeft verweerster met de genoemde brief die overeenkomst dus opgezegd. Feiten of omstandigheden waaruit volgt dat die opzegging niet rechtsgeldig is geweest, zijn niet of niet voldoende gesteld of gebleken. Uit de stellingen van partijen volgt ook niet dat na 18 november 1993 nog nieuwe sponsorovereenkomsten ten behoeve van verweerster zijn gesloten door bemiddeling van eiser. De provisie die eiser nog van verweerster heeft ontvangen, heeft slechts betrekking op de verlenging van eerder gesloten sponsorovereenkomsten en de aanspraak daarop vond daarmee haar oorsprong in de daarvoor verleende bemiddeling. Het hof houdt het er daarom voor dat de beweerde agentuurovereenkomst, voor zover die heeft bestaan, per 18 november 1993 is beëindigd."

Lees het arrest hier

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, LJN: BD7011, Uitgeverij Provinciale Zeeuwse Courant B.V. tegen Geïntimeerde.

Fotoafdrukken die t.b.v. een krant zijn gemaakt; art. 3:109 en 119 BW. 

In deze zaak gaat het om de vraag wie eigenaar is van de afdrukken van foto's die geïntimeerde in de periode 1987-1997 in opdracht van PZC heeft gemaakt en aan deze heeft doen toekomen. Na beëindiging van de samenwerking, in 2002, heeft geïntimeerde PZC om teruggave van alle, ooit door hem aan PZC overhandigde afdrukken verzocht. Wat betreft de periode na 1997 heeft PZC grotendeels aan dit verzoek kunnen voldoen; wat betreft de periode tussen 1987 en 1997 is dat niet het geval. geïntimeerde vordert vergoeding van de schade die het gevolg is van het verlies van bedoelde afdrukken.

8. Het hof is van oordeel dat hetgeen geïntimeerde aanvoert onvoldoende is om het wettelijk vermoeden, dat PZC rechthebbende is op de fotoafdrukken, te weerleggen. Het door geïntimeerde gestelde branchegebruik zou op zichzelf kunnen leiden tot de conclusie dat partijen er over en weer vanuit mochten, respectievelijk moesten gaan dat de eigendom van de fotoafdrukken bij geïntimeerde bleef. Daarbij zou het dan echter wel moeten gaan om branchegebruik ten tijde van het aangaan van de samenwerking tussen partijen. (…)

Dat geïntimeerde bij een aantal uitgevers, voor wie hij eerder opdrachten uitvoerde, de door hem ingeleverde fotoafdrukken op eerste verzoek terugkreeg, ondersteunt evenmin zijn stelling dat deze afdrukken zijn eigendom zijn gebleven. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat PZC op enig moment aan een verzoek daartoe heeft voldaan. Honorering van het verzoek impliceert niet dat geïntimeerde eigenaar is gebleven; het verzoek kan ook om andere redenen zijn gehonoreerd.

(…) Ook in onderlinge samenhang bezien leiden de door geïntimeerde gestelde omstandigheden niet tot de conclusie dat partijen er over en weer vanuit mochten, respectievelijk moesten gaan dat de eigendom van de fotoafdrukken bij geïntimeerde bleef. Daarentegen is een aanwijzing voor het tegendeel gelegen in de door PZC gestelde omstandigheid dat zij de afdrukken zonder protest van geïntimeerde verknipte en versneed. Daarbij acht het hof de stelling van geïntimeerde, dat hij daar niet van geweten zou hebben, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet aannemelijk. geïntimeerde heeft derhalve onvoldoende gesteld om het wettelijk vermoeden, dat PZC rechthebbende is op de fotoafdrukken, te weerleggen.

Lees het arrest hier.