DOSSIERS
Alle dossiers

Diversen  

IEF 767

Zeldzame en onbekende IE-rechten (2)

Nog even een aanvulling op het gelijknamige artikel van vanochtend: Spoor, Verkade & Visser gaan veel dieper in op het groot-en kleinrecht dan gesuggereerd. Snel lezen en weinig zin om grote stukken tekst over te typen wreekt zich natuurlijk onmiddellijk, dat blijkt maar weer. 

Spoor, Verkade & Visser (koop dat boek!) p. 469: "Art. 30a spreekt over het bemiddelen inzake 'muziekauteursrecht', en geeft een lange omschrijving van hetgeen onder deze term verstaan wordt. In essentie komt het hierop neer, dat ieder in het openbaar ten gehore brengen van muziek, al dan niet voorzien van tekst, eronder valt, met één uitzondering: de uitvoering van muziekdramatische werken e.d. die gepaard gaat met een opvoering daarvan. Men duidt het auteursrecht met betrekking tot dit soort gecombineerde op- en uitvoeringen wel aan als grootrecht, zulks in tegenstelling tot het door Buma beheerde kleinrecht.

Deze uitzondering is vermoedelijk een afspiegeling van een in andere landen historisch gegroeide praktijk, waarbij Buma's zusterorganisaties aldaar zich niet bezig hielden met opvoeringen van opera's, musicals, balletten, etc., omdat die van oudsher tot het werkterrein van aparte organisaties (bijv. in Frankrijk) of muziekuitgevers (o.a. in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) behoorden. Economisch gezien speelt het kleinrecht ongetwijfeld een veel grotere rol dan het grootrecht. Het kleinrecht omvat ieder in het openbaar ten gehore brengen, uitzenden of toegankelijk maken (zie par. 4.28-4.39) van muziek, zoals: iedere zaaluitvoering, ook de zgn. concertuitvoering van een opera (dus muziek zonder toneel); radio- en tv-uitzending van muziek (voor wat de tv betreft weer met uitzondering van opvoeringen); muziek in openbare gelegenheden, ongeacht de bron (live, radio, cd's, bandopnamen, jukeboxen); achtergrondmuziek in het openbaar, beschikbaarstelling via internet (met uitzondering van audiovisuele opvoeringen) enz. Steeds gaat het primair om de muziek, met of zonder woorden. Buma behartigt dus ook de belangen van tekstdichters, maar slechts ten aanzien van de uitvoering van hun tekst met muziek. De voordracht van een tekst, ook al is die geschreven als songtekst, valt buiten het exclusief aan Buma voorbehouden terrein.

Vgl. twee zaken waarin de onderscheiding grootrecht/kleinrecht ter discussie stond: Pres. Rb. 's-Gravenhage 18 november 1998, IER 1999, nr 12, p. 81 m.nt. FWG  (Musicalfragmenten) en Vzr. Rb. Arnhem 18 december 2002, LJN AF3265 (Littlestar/Wigt, Mamma Mia musical)."

IEF 763

Zeldzame & Onbekende IE-rechten

Geheel conform het onderwerp zijn berichten met dit onderwerp vrij schaars. Lang geleden is het Recht Tot Inkeer al eens aan de orde geweest, nu aandacht voor het in de recente Mamma Mia-zaak (er blijken trouwens meer soortgelijke uitspraken tegen dezelfde gedaagde te zijn) al even aangestipte Grootrecht en Kleinrecht. 

In de vakliteratuur wordt er vrijwel geen aandacht aan besteed. Alleen de 'Spoor/Verkade/Visser' maakt er zijdelings melding van, o.a: "Zo wordt ten aanzien van het uitvoeringsrecht met betrekking tot dramatisch-muzikale werken weer nader onderscheiden tussen zgn. 'grootrecht' (uitvoering met gelijktijdige opvoering) en 'kleinrecht' (uitvoering zonder gelijktijdige opvoering), terwijl bij dit laatste weer onderscheiden kan worden tussen primaire openbaarmaking door radiozenders en secundaire openbaarmaking via de kabel, of door middels van radio-ontvangers in niet-besloten kring."

Google levert ook weinig op. Alleen de website van Muziekuitgeverij Donemus geeft een definitie: "Als een muziekwerk niet concertante wordt uitgevoerd, maar samen met dans, toneel of wat voor andere theatervorm dan ook, dan is er sprake van grootrecht. Dat houdt in dat niet BUMA de auteursrechten int, maar de uitgever."

"De rechter in Mamma Mia zegt er tenslotte het volgende over: "Indien een oorspronkelijk kleinrecht muziekwerk is opgenomen in een muziekdramatisch werk, in die zin dat het een integrerend onderdeel van dit muziekdramatische werk is gaan uitmaken, valt het – voor zover het ten gehore wordt gebracht in het kader van de vertoning van dit muziekdramatische werk – onder het grootrecht waarop de uitzondering van artikel 30a lid 3 Auteursrwet betrekking heeft.

De muziek vormt een integrerend onderdeel van dit muziekdramatische werk indien de plaats en de muziek niet willekeurig is en mede wordt bepaald door de dramatische handeling. Dat de Nederlandse praktijk er van uit ging dat de oorspronkelijke aard van een bepaald werk bepalend was voor de vraag of een werk groot recht kon worden, zoals het rapport van de Studiecommissie grootrecht – kleinrecht stelt, doet hieraan niet af. In het Rapport staat dat men in Nederland alleen stond in die opvatting alsmede dat het in het geval van muziekdramatische werken exploitatie door de auteursrechthebbenden zelf de voorkeur verdient boven exploitatie door belangenorganisaties als de Buma. Bovendien staat noch de tekst, noch de parlementaire geschiedenis van artikel 30a AW in de weg aan de conclusie dat kleinrecht grootrecht kan worden."

IEF 756

Langs Vlaamse wegen (3)

Het bestrijden van plagiaat is populair in Belgie, maar niet voorbehouden aan de Belgen zelf. Na Madonna en Vangelis (zie eerder bericht), wordt nu de Vlaamse zanger Helmut Lotti beschuldigd van plagiaat. De Zuid-Afrikaanse platenfirma Gallo Music beticht Lotti van het gebruik van drie composities, Qongqothwane, Tula tula en Jikela emaweni hamba, van Zuid-Afrikaanse artiesten voor zijn cd 'Out of Africa. 

Volgens Lotti's manager zou het echter gaan om ,,traditionele volksliederen. Maar in Zuid-Amerika heb je ook uitgeverijen die die traditionals hebben bewerkt en ze dan in hun portefeuille hebben gestopt. Dat noem ik pas stelen van het publieke domein.'' Of er ook bezwaar is gemaakt tegen de titel van de CD is niet bekend. Lees meer in de Standaard.

IEF 755

Big brother copycat uitgeschakeld

Het Kroatische Nova TV heeft door gebruik te maken van de naam en format van 'Big Brother' inbreuk gemaakt op de auteursrechten van Endemol, zo bepaalde de Kroatische rechtbank gisteren. Nova TV gebruikte de naam en format van Big Brother in 2003 voor een 'daily reality show', zonder dat zij hiervoor toestemming had van Endemol. Een jaar later was de gelicenseerde versie van Big Brother, uitgezonden door RTL Kroatië, daar een grote hit.

Wim Hoen, Endemol’s Intellectual Property rights manager: “We are regularly confronted with parties who want to take advantage of the success of our formats. Especially in Central Europe there are many copycats. It’s crucial that we deal with such matters. Our victory in the Croatia lawsuit gives us confidence for possible other cases in the future.” Lees hier het bericht.

IEF 751

Geen substantiële overeenkomst

Geen onverbiddelijke bestseller zonder inbreukclaim: Lewis Perdue, schrijver van de boeken Daughter of God en The Da Vinci Legacy claimde dat Dan Brown met zijn bestseller The Da Vinci Code auteursrechtinbreuk maakte, zo meldt literatuurplein. Het boek van Brown zou zijn gebaseerd op Perdues eerdere boeken.

Het Federaal Districtshof in Manhattan vond van niet en stelde vast dat er “geen substantiële overeenkomst” is tussen de boeken van Perdue en dat van Brown. De gelijkenis tussen de betreffende boeken ligt volgens de rechter op het niveau van reeds eerder bekende en ook anderszins niet auteursrechtelijk beschermde ideeën.

Daughter of God, waarin ook de overgang van een door vrouwen naar een door mannen gedomineerde kerk onder keizer Constantinus een rol speelt, is volgens de rechter een “met name op de actie gerichte thriller, met verschillende vuurgevechten en gewelddadige doden”. Dit in tegenstelling tot The Da Vinci Code dat “een intellectuele, complexe speurtocht naar een schat is waarbij het meer gaat om raadsels en aanwijzingen dan om ‘fysieke avonturen’.” Perdue krijgt derhalve niet de schadevergoeding van 150 miljoen dollar die hij had gevraagd. Noch wordt er een verbod uitgevaardigd op de verkoop van The Da Vinci Code en de verfilming van het boek. Perdue heeft aangegeven in beroep te gaan.

IEF 746

Vrijdagmiddagberichten

1-Er is niet altijd per se een jurist nodig om negatieve connotaties in merken te ontdekken. Ongelukkige logo’s hier en hier (laatste doet een beetje denken aan dit eerdere enigzins onzedelijke bericht).

2-Bootleg Toys: The number of toy lines and characters that have been bootlegged is incredible. This page will link you to many of the known bootleg toys. Just click on the name to go to the toy line you would like to see.

3-Advertentie op marktplaats: "Gezocht: een vermeende parodie op Harry Potter en wel een boek met als titel: Tanja Grotter en de Magische contrabas. Ik schrijf een scriptie in het auteursrecht, mbt nabootsing, en zou het boek heel graag een keer lezen om een goed beeld te krijgen van de overeenkomsten met het boek Harry Potter en de Steen der Wijzen, waar het een parodie op zou zijn. Je zou me een heeeel groot plezier doen!!"

IEF 742

Fluitketeltje (2)

Update: “Ik voel me ernstig misbruikt. Dit is zo naar, zo mies zo min. Dit is voor de kunst ook een aanfluiting. Gebruik je creativiteit, doe er iets geks mee, maar neem het niet zomaar over”, aldus Ton Giesbergen. Scholte houdt er een wat vrijere mening op na; volgens hem bestaat originaliteit niet. Scholte ziet dan ook geen probleem in het kopiëren of citeren van andermans beelden. Dit is de tweede maal dat Scholte een werk van Giesbergen kopieert. Volgens de zaakwaarnemer van Scholte zal de kunstenaar na zijn vakantie Giesbergen wel bellen: "Hij denkt wel dat er een goed nieuw werk in deze affaire zit."  (Bron: NRC 04-08-2005). Giesbergens fluitketel hier. Scholtes impressie hier.
IEF 738

Ondertussen in Gramsbergen

De Stentor, editie Vechtdal,  bericht dat de gemeente Hardenberg een overwinning behaald heeft in de juridische strijd met de Stichting Beeldrecht om het 'beeldrecht van het beeld Pieterpad'. Een zaak over hoofdvoorstellingen, collages en afmetingen, mogelijk van groot belang voor bijvoorbeeld ansichtkaartenmakers.

"De gemeente had na de herindeling op 1 januari 2001 in het kader van de nieuwe huisstijl een collage gemaakt voor de gemeentelijke publicaties in huis-aan-huis blad De Toren en de gemeentelijke website. De collage bestond uit afbeeldingen van karakteristieke plaatsen in de drie voormalige gemeenten Avereest, Gramsbergen en Hardenberg. Voor Gramsbergen was de keuze gevallen op het beeld van de Piterpadlopers met de nederlandse hervormde kerk op de achtergrond."

Volgens het bericht eiste de maakster van de beeldengroep twee jaar later 25 euro voor ieder jaar dat de gemeente haar beeld gebruikte.  Een koopje, zou je denken, maar niet voor Hardenberg, die de afbeelding verwijderde uit de collage. In mei 2003 kwam vervolgens  Beeldrecht met een, iets hogere, claim van 16.779 euro en vervolgens in juni 2004 met een claim van 26.185,60 euro.

De rechtbank Zwolle (vonnis nog niet gezien, wie het heeft mag het mailen) oordeelde echter dat "op basis van een artikel uit de Auteurswet geen sprake is van inbreuk op het auteursrecht omdat de afbeelding niet de hoofdvoorstelling vormt en door de grootte duidelijk verschil toont met het oorspronkelijk werk." Lees artikel hier.

IEF 734

Fluitketeltje

Planet bericht dat kunstenaar Rob Scholte van plagiaat wordt beschuldigd. Logo-ontwerper Ton Giesbergen stelt dat het schilderij Casa Rosa van Scholte een exacte reproductie is van zijn ontwerp 'Het Fluitketeltje'. Giesbergen ontwierp ‘Het Fluitketeltje’ in de jaren tachtig voor een overheidscampagne tegen te veel vocht in huis. Het schilderij van Scholte is uit 1997. Hier een afbeelding van Scholtes 'Fluitketel', maar of dat nu hetzelfde werk is als Casa Rosa?

Pas afgelopen zondag kwam Giesbergen achter het bestaan van Scholte’s kunstwerk. Zijn vrouw zag het toevallig op een website staan. Giesbergen vindt dit geen bijdrage aan de kunst: “Hij heeft over mijn rug geld verdiend, zonder me in te lichten.” Giesbergen zegt zich “misbruikt en bezoedeld” te voelen door het schilderij en overweegt nu juridische stappen tegen Scholte te nemen.

IEF 732

UIt eigen onderzoek

KPMG bericht dat uit eigen onderzoek is gebleken dat bedrijven in de media- en entertainmentsector die via derden content aanbieden via het Internet weinig grip hebben op de royalty's die daarmee samenhangen en onvoldoende controleren of de inkomsten waar zij recht op hebben volledig aan hen worden afgedragen. Volgens het onderzoek zou slechts 40% van de ondernemingen jaarlijks controles uitvoeren op de volledigheid van de royalty afdracht. Slechts één op de vijf bedrijven heeft het beheer en het incasseren van de royalty’s geautomatiseerd. Wel verwacht meer dan de helft van de bedrijven dat de inkomsten uit royalty’s de komende twaalf maanden flink zullen toenemen.

Persbericht KPMG: Bedrijven hebben weinig grip op royalty's over online-content

2 augustus 2005

Bedrijven in de media- en entertainmentsector die via derden content aanbieden via het Internet hebben weinig grip op de royalty's die daarmee samenhangen. Zij controleren onvoldoende of de inkomsten waar zij recht op hebben volledig aan hen worden afgedragen.


Niet meer dan 40% van de ondernemingen voert jaarlijks controles uit op de volledigheid van de royalty afdracht. Slechts één op de vijf bedrijven heeft het beheer en het incasseren van de royalty’s geautomatiseerd. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG naar de wijze waarop bedrijven erin slagen de rechten van hun producten op het Internet te verzilveren. Meer dan de helft van de bedrijven verwacht dat de inkomsten uit royalty’s de komende twaalf maanden flink zullen toenemen.

De bedrijven die op reguliere basis controles uitvoeren op de afdracht, stellen vast of ze krijgen waar ze contractueel recht op hebben. Volgens Bob Crouwel, partner bij KPMG Intellectual Property Services, is dit in het algemeen slechts een administratieve check. Crouwel: “De bedrijven controleren bijvoorbeeld of de percentages die in het contract worden genoemd correct worden toegepast. Slechts in een enkel geval vindt controle plaats bij de partner waarmee het contract is afgesloten. Vooral in de mediasector wordt het bewaken van royalty’s van groot belang, zeker gezien het feit dat de sector de komende jaren in toenemende mate overgaat op het in grote volumes verkopen van digitale informatie, waarbij betaling op basis van gebruik plaatsvindt, zoals muziek, ringtones en games. De volledigheid van de opbrengsten is voor deze ondernemingen van essentieel belang voor hun voortbestaan”.

De aandacht van de ondernemingen in deze sector ligt volgens Crouwel primair bij het ontwikkelen van de markt en het genereren van content en verschillende manieren om deze via portals aan de man te brengen. Crouwel: “Het op orde brengen van de administratieve systemen om de volledigheid van de opbrengsten te waarborgen, krijgt hierdoor relatief weinig aandacht. Aangezien het tot nu toe om relatief kleine bedragen gaat en de aanbieders vaak nieuw en klein zijn, is dit begrijpelijk. Het controleren van de contractspartijen wordt echter steeds meer gemeengoed. De controle op bestaande contractrelaties zal dan ook in een stroomversnelling komen”.

Gezien de verwachte groei van de internetinkomsten is het volgens Crouwel van groot belang dat de bedrijven niet alleen investeren in de relatie met hun licentienemers, maar de verantwoordelijkheid voor de inkomstenstroom ook op een duidelijke plek in de organisatie onderbrengen. Crouwel: “Bij veel bedrijven is deze functie niet belegd. Door helder te maken waar de verantwoordelijkheid voor de inkomstenstroom uit royalty’s ligt, is het ook voor iedereen in het bedrijf duidelijk wie de licentienemer moet aanspreken op het niet voldoen aan zijn verplichtingen”.

Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039 of bestel de (Engelstalige) white paper Revenue assurance for online digital content.