DOSSIERS
Alle dossiers

Wet- en regelgeving  

IEF 10711

Verslagen en moties debat auteursrechten

Verslag algemene overleg in plenaire zaal, 20 december 2011. - stemmingen

Inclusief een aantal moties (en reactie van Staatssecretaris Teeven) betreffende:

nr. 33 afzien van het downloadverbod en op zoek naar alternatieven om het legale aanbod te stimuleren, aangenomen
nr. 34 intrekken licentie Buma voor innen van gelden, verworpen
nr. 35 blokkeren van websites, aangenomen
nr. 36 grondig onderzoek naar Buma/Stemra, aangenomen
nr. 37 onder curatele stellen van Buma/Stemra, aangehouden
nr. 38 besturen en raden van toezicht van beheersorganisaties zijn samengesteld uit makers en onafhankelijke experts, aangehouden
nr. 39 fair-use uitzondering voor hernieuwde openbaarmaking voor "not-for-profit"-organisaties, en beheersorganisaties te vragen voor een lichter fair-use tarief (in't kader van Europese onderhandelingen), aangenomen en
nr. 40 verbreding grondslag thuiskopieheffing en tot die tijd geen onomkeerbare stappen te nemen (in't kader van Europese onderhandelingen), verworpen.

nr. 33 afzien van het downloadverbod en op zoek naar alternatieven om het legale aanbod te stimuleren, kamerstuk, aangenomen

Mijn benadering van het downloaden staat in het teken van het verbeteren van de aanpak van de bron. Die benadering is dus niet gericht op downloaders; ik heb dat ook in mijn tweede termijn in het AO nadrukkelijk naar voren gebracht. Voor downloaders gelden twee dingen. Voor iedereen moet duidelijk zijn dat legaal gebruik de norm is. Daar kun je voorlichting over geven. Voor de paar fanatiekelingen moet duidelijk zijn dat je voor grootschalig illegaal gebruik ook civielrechtelijk aansprakelijk wordt gesteld. Dat is de benadering. Ik zou graag de kans krijgen om die te gaan uitwerken. Uiteraard is het dan aan de Kamer om daar een oordeel over te geven, maar zoals deze motie is geformuleerd, zou je bijna moeten stoppen met regeren en dat kan niet de bedoeling zijn. Ik ontraad dus aanneming van de motie.

nr. 34 intrekken licentie Buma voor innen van gelden, kamerstuk, verworpen.

Ik kom op de motie van de heer Bontes op stuk nr. 34. Hij vraagt daarin om het intrekken van de licentie. De toezichthouder doet op dit moment onderzoek. Ik heb volgens mij in de eerste termijn van het algemeen overleg al toegezegd dat ik met het college in gesprek zal gaan. Dat gesprek vindt overigens morgen plaats. Wat dat betreft, is het intrekken van de vergunning voorbarig. Net als in het algemeen overleg wijs ik erop dat de vergunning al sinds 1933 loopt. Er is anno 2012 dus wel sprake van enige verworven rechten. Als de Staat de vergunning intrekt -- dat zou allemaal best kunnen -- moet de aansprakelijkheid die dan voor de Staat zou ontstaan, ook worden bekeken. Het onderzoek van het College van Toezicht Auteursrechten moet nog worden afgerond. Om die reden ontraad ik de motie. Op basis van dat onderzoek kan de situatie best anders worden, maar op dit moment kan ik de motie niet omarmen.

nr. 35 blokkeren van websites, Kamerstuk, aangenomen.

De heer Verhoeven heeft in zijn motie op stuk nr. 35 gevraagd een bepaalde handhavingsoptie niet mee te nemen in toekomstige wetsvoorstellen rondom auteursrechten. Het was al duidelijk dat de regering en de fractie van D66 op dit punt van mening verschillen. Het betreft met name maatregelen die in de richting van isp's kunnen worden genomen. Ik heb in het algemeen overleg al gezegd dat ik voor de isp's geen actieve rol zie bij het opsporen van illegale inhoud. Het is en blijft dus aan de rechthebbenden om het privaatrecht te handhaven. Isp's worden ook geen politieagent in de optie die ik in het algemeen overleg voor de Kamer heb geschetst. Isp's hebben echter wel een bijzondere, uitvoerende rol. In bijzondere gevallen, als rechthebbenden zonder succes hebben geprobeerd om een website aan te pakken, zou er soms een rol voor de access provider kunnen zijn. Ik zeg tegen de heer Verhoeven dat de motie volgens mij op misverstanden is gebaseerd. Die zal ik ten aanzien van de handhaving meenemen in het wetsvoorstel. Wat mij betreft is ook deze motie dus voortijdig en moet ik haar ontraden. Wellicht is mijn toelichting -- ik sta hier niet met mijn ogen dicht -- voldoende reden voor de heer Verhoeven om zijn motie aan te houden.

nr. 36 grondig onderzoek naar Buma/Stemra, kamerstuk, aangenomen.

Ik ga verder met de motie-Gesthuizen/Van Dijk op stuk nr. 36. Daarin is naar mijn mening terecht geconstateerd dat het vertrouwen in het functioneren van de auteursrechtenorganisatie schade is toegebracht door hetgeen bij Buma/Stemra is gebeurd. Die overweging lijkt mij terecht. In de motie wordt de regering verzocht grondig onderzoek naar het functioneren van Buma/Stemra te doen en zo nodig passende maatregelen te nemen. Ik zie deze motie eigenlijk als ondersteuning van beleid, want ik heb al aangekondigd dat het College van Toezicht Auteursrechten onderzoek gaat doen. Ik heb morgen een gesprek met het college over de diepgaandheid van dat onderzoek.

Ik zie dit dus als ondersteuning van het beleid. In die zin heb ik geen bezwaar hiertegen. Ik laat het oordeel over deze motie over aan de Kamer. Het is wat mij betreft helpen bij hetgeen al in gang is gezet.

nr. 37 onder curatele stellen van Buma/Stemra, kamerstuk, aangehouden.

Ik kom nu op de motie-Gesthuizen/Jasper van Dijk op stuk nr. 37 waarin de regering wordt verzocht om Buma/Stemra onder curatele te stellen of er zelf zorg voor te dragen dat Buma/Stemra hangende het onderzoek scherp in de gaten wordt gehouden. Ik wil daaraan toevoegen: "en meer bevoegdheden, indien de toezichtwet wordt aanvaard", want die zinsnede hoort daar ook bij. In het algemeen overleg heb ik dit ook al met de leden gewisseld. Op dit moment heb ik niet de bevoegdheid om te doen wat mevrouw Gesthuizen van mij vraagt. Om die reden ontraad ik formeel de aanneming van de motie. Ik heb echter al gezegd dat ik met het college in gesprek ben over het onderzoek dat het gaat doen. Als wij straks de wet inzake het toezicht hebben behandeld, waarin een aantal bevoegdheden zit, hebben wij die bevoegdheden mogelijk wel. Dan kunnen wij meer doen. Deze motie is dus op dit moment iets te vroeg. Wij moeten eerst bekijken wat het handelen van het college oplevert en wat de behandeling van het wetsvoorstel versterking toezicht oplevert.

nr. 38 besturen en raden van toezicht van beheersorganisaties zijn samengesteld uit makers en onafhankelijke experts, kamerstuk, aangehouden.

Ik kom nu op de motie-Peters op stuk nr. 38. Zij verzoekt de regering in die motie om via de huidige en toekomstige bevoegdheden -- die bevoegdheden heb ik dus nog niet, maar dat zou kunnen -- te bewerkstelligen dat besturen en raden van toezicht van beheersorganisaties zijn samengesteld uit makers en onafhankelijke experts. Dit zou een uitkomst kunnen zijn van het wetgevingsproces. Dit zou bovendien een uitkomst kunnen zijn van de wens van de Kamer over de samenstelling van de besturen en de raden van toezicht. Wat mij betreft moet vooropstaan -- ik deel die visie met mevrouw Peters -- dat de besturen representatief zijn voor de rechthebbende die de cbo vertegenwoordigt. Daarin kunnen dus ook uitgevers zitten. Er komt een kritisch onderzoek naar het bestuur. Op dit moment zal ik de motie echter moeten ontraden, want ik kan het gevraagde op dit moment niet bewerkstelling. Dat is de feitelijke situatie. Het is voor mij onmogelijk om deze motie uit te voeren, maar ik deel wel de overwegingen van de motie en de mate van representativiteit waarover mevrouw Peters spreekt. Ik vind de inhoud van de motie dus wel sympathiek, maar ik ben feitelijk gezien op dit moment niet in de omstandigheid om deze motie uit te voeren. Mevrouw Peters ziet dit zelf ook; daarom heeft zij de term "toekomstige bevoegdheden" in haar motie opgenomen. Die term verklaart eigenlijk precies waar de problemen zitten.

nr. 39 fair-use uitzondering voor hernieuwde openbaarmaking voor "not-for-profit"-organisaties, en beheersorganisaties te vragen voor een lichter fair-use tarief (in't kader van Europese onderhandelingen), Kamerstuk, aangenomen.

In de motie-Peters c.s. op stuk nr. 39 wordt de regering verzocht, in afwachting van de uitkomst van Europese wetgevingsonderhandelingen van beheersorganisaties te vragen een lichter "fair use"-tarief voor niet-commercieel of privégebruik te hanteren. De indieners gaan ervan uit dat wij in Nederland de ruimte hebben om dit nationaal te regelen, maar dat klopt niet. De uitzonderingen op dit punt worden geregeld in de Europese richtlijn, zoals ik ook in het AO heb gedeeld. Ik ben het wel eens met het verzoek om te pleiten voor een fair-use-uitzondering in Europa; dat zullen wij ook doen. Een nationale uitzondering kan echter niet. Laten wij het stap voor stap doen. Ik wil zeker pleiten voor een fair-use-uitzondering. Wellicht geeft deze bereidheid van de regering aanleiding om de motie aan te houden.

nr. 40 verbreding grondslag thuiskopieheffing en tot die tijd geen onomkeerbare stappen te nemen (in't kader van Europese onderhandelingen), kamerstuk, verworpen.

In de motie-Peters/Gesthuizen op stuk nr. 40 wordt de regering verzocht, tot die tijd geen onomkeerbare stappen te nemen en in ieder geval Europeesrechtelijke initiatieven met betrekking tot de thuiskopieheffing af te wachten. Wat mij betreft, zijn heffingen een stap terug. Ik heb in het algemeen overleg aangegeven dat het helemaal niet zeker is dat de Europese Unie in de loop van volgend jaar, in juli of augustus, daadwerkelijk komt met die initiatieven. Er zijn natuurlijk meer landen die andere ideeën hebben. De motie betekent een bredere grondslag voor de thuiskopieheffing. Dat is heel iets anders dan wat het kabinet in de speerpuntenbrief heeft gezegd en ook heel iets anders dan wat de werkgroep-Gerkens in 2009 heeft opgeschreven. Die weg willen wij op dit moment niet opgaan, maar wij zijn wel in gesprek over de alternatieven, zoals ik bij een eerdere motie heb gezegd. Deze motie zal ik moeten ontraden.

Eveneens zijn de ongecorrigeerde verslagen van het Algemeen Overleg auteursrechten beschikbaar: 30 november 2011 en Vervolg van 7 december 2011.

IEF 10586

Tweede Kamer Agendapunten auteursrecht

Agenda Veiligheid en Justitie, woensdag 30 november 2011, 10:00 - 13:00, Troelstrazaal, Auteursrechten 

1. Rapport "Ups and downs" inzake technologische en maatschappelijke ontwikkelingen in de sectoren muziek, film en gaming 29838-14 d.d. 17 januari 2009
2. Kabinetsreactie op het rapport van de werkgroep Auteursrecht 29838-22 d.d. 2 november 2009 29838-18 d.d. 17 juni 2009 Rapport van de werkgroep Auteursrecht 29838-28 d.d. 15 juni 2010 Brief van de Werkgroep Auteursrecht over het laten vervallen van passages over "Deep Packet Inspection (DPI)" in haar rapport 
3. Onderzoek onverdeelde gelden collectieve beheersorganisaties en jaarverslag College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten 2008 32123-VI-73 d.d. 7 december 2009 
4. Verhouding tussen het nieuwe EU regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector en regelgeving inzake downloaden uit illegale bron 29838-24 d.d. 28 januari 2010 
5. Beantwoording vragen commissie Justitie inzake de heffing door Buma/Stemra op het particuliere gebruik van muziekvideo?s op internet 29838-26 d.d. 23 februari 2010 
6. Speerpuntenbrief auteursrecht 20©20 29838-29 d.d. 11 april 2011 
7. EU-voorstel: Richtlijn verweesde werken COM(2011)289 (Engelse versie) 
8. Fiche: Richtlijn gebruikswijzen verweesde werken 22112-1192 d.d. 11 juli 2011 
9. Fiche: richtlijn gebruikswijzen verweesde werken (rectificatie) 22112-1211 d.d. 6 september 2011 
10. Verslag van een schriftelijk overleg inzake de speerpuntenbrief auteursrecht 20©20 29838-30 d.d. 5 oktober 2011

IEF 10525

Ook Europees filmerfgoed in EUROPEANA

Resolutie van het Europees Parlement van 16 november 2011 over de Europese cinema in het digitale tijdperk (2010/2306(INI))

Niet-bindende resolutie. Auteursrecht. Persoonlijkheidsrechten (3D niet als 2D-film projecteren). Gevaren, Interoperabiliteit, normalisatie en archivering in de Europese cinema in het digitale tijdperk. uropees parlement verzoekt commissie om takenpakket van de digitale bibliotheek EUROPEANA aan te passen om ook Europees cultureel filmerfgoed hierin op te nemen.

Europees parlement neemt hiertoe een resolutie aan aan de hand van opsomming van huidige stand van zaken, Kansen en uitdagingen, Gevaren, Interoperabiliteit, normalisatie en archivering, Staatssteun, Financieringsmodellen, Virtual Print Fee (VPF), Filmeducatie, Het MEDIA-programma, Distributiemodellen, Promotie van de Europese cinema.

Gevaren 
40.  vraagt de aandacht voor de moeilijke positie van kleine bioscopen in steden die, evenals de arthousebioscopen, helpen bij het behoud van het cultureel erfgoed;
41.  beseft dat de digitalisering van kleine en onafhankelijke bioscopen met zo groot mogelijke spoed moet worden gerealiseerd om ze open te houden voor films, gevarieerde culturele evenementen en het publiek;
42.  wijst op de bedreiging die voor de bioscoopbranche uitgaat van auteursrechtenfraude en illegaal downloaden; roept de lidstaten ertoe op de intellectuele-eigendomsrechten behoorlijk te handhaven;
43.  beseft voorts dat zilverschermen, die aanzienlijke helderheidsverschillen in het beeld veroorzaken, risico's inhouden voor de kwaliteit van de geprojecteerde werken en de eerbiediging van het persoonlijkheidsrecht van de maker; beveelt aan op zilverschermen, die gemaakt zijn voor de vertoning van 3D-films, geen 2D-films te projecteren om het persoonlijkheidsrecht van de maker te eerbiedigen en een kwalitatief goede ervaring voor de kijker te waarborgen;

Interoperabiliteit, normalisatie en archivering
57.  geeft toe dat de archivering van films die worden gedigitaliseerd of geheel digitaal zijn geproduceerd, weliswaar technisch eenvoudiger wordt, maar op het punt van standaards en auteursrechtelijke kwesties in de toekomst meer vragen zal opwerpen;
58.  beveelt lidstaten aan wetgevende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat audiovisuele werken, die in de toekomst de basis kunnen vormen van een Europese multimediabibliotheek en kunnen uitgroeien tot een belangrijk instrument voor de bescherming en de bevordering van het nationale erfgoed, worden gedigitaliseerd, verzameld door middel van een verplichte afgifteregeling, gecatalogiseerd, bewaard en verspreid voor culturele, educatieve en wetenschappelijke doeleinden, terwijl tegelijk het auteursrecht wordt beschermd;
59.  beveelt aan de digitale overgang zo snel mogelijk te voltreken om de onkosten in verband met de productie van films zowel op celluloid als digitaal en van een dubbel distributie- en vertoningssysteem te vermijden en tegelijk de adverteerders een stimulans te bieden om over te schakelen van 35 mm op het digitale formaat;
60.  verzoekt de Commissie in de Europese digitale bibliotheek EUROPEANA niet alleen grafische producten, maar ook een Europees filmerfgoed bijeen te brengen, en daartoe het takenpakket van EUROPEANA aan te passen;

IEF 9927

Auteurscontractenrecht wordt vernieuwd

Auteursrecht. Wijziging auteurscontractenrecht. Zoals al was aangekondigd in april in de speerpuntenbrief Auteursrecht 20@20 wil het kabinet de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars verstevigen. De Ministerraad heeft daarom ingestemd met het wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) over wijzigingen in het auteurscontractenrecht. Makers krijgen recht op een billijke vergoeding voor het verlenen van de exploitatiebevoegdheid. De hoogte van deze vergoeding wordt door de Minister van OCW vastgesteld op gezamenlijk verzoek van de vereniging van makers en exploitanten. Ook wordt de bestellerbepaling geïntroduceerd waarbij de maker een hogere vergoeding kan claimen bij onverwacht succes. Het contract kan door de maker geheel of gedeeltelijk ontbonden worden als het werk niet voldoende wordt geëxploiteerd. Bij filmwerken krijgen de belangrijkste makers een proportionele vergoeding als ze rechten aan producent overdragen.

Lees het persbericht hier

IEF 9878

Internetconsultatie verweesde werken

Internetconsultatie verweesde werken 2011

Leest u de uitkomsten van deze consultatie in ons overzichtsartikel IEF 10142. Op 24 mei 2011 heeft de Europese Commissie het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (COM (2011) 289 definitief) gepresenteerd.

Doel van de regeling
Verweesde werken zijn boeken, kranten, films, etc die auteursrechtelijk zijn beschermd maar waarvan de rechthebbende niet bekend of onvindbaar is. Aangezien voor de openbaarmaking van een auteursrechtelijk beschermd werk toestemming van de rechthebbende noodzakelijk is, kan het werk niet rechtmatig ter beschikking worden gesteld van het publiek via internet. Voornaamste doelstelling van het voorstel is het creëren van een rechtskader om de rechtmatige en grensoverschrijdende online- toegang te verzekeren tot verweesde werken uit het oogpunt van publiek belang. Gedacht kan worden aan online digitale bibliotheken of archieven van de diverse in het voorstel gespecificeerde culturele instellingen.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
Rechthebbenden op auteursrechtelijk beschermde werk
Culturele instellingen zoals bibliotheken, musea, onderwijsinstellingen, (film)archieven en publieke omroepen.
Andere belanghebbende personen en organisaties die te maken hebben met de problematiek van verweesde werken.

Verwachte effecten van de regeling
Voor de genoemde instellingen zal het mogelijk worden om verweesde werken:
a) beschikbaar te stellen in de zin van artikel 3 van de auteursrechtrichtlijn 2001/29/EG. Dit houdt in mededeling van het werk aan het publiek, per draad of draadloos, met inbegrip van beschikbaarstelling op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn.
b) te reproduceren in de zin van artikel 2 van de richtlijn 2001/29/EG met als doel de werken te digitaliseren, beschikbaar te stellen, te indexeren, catalogiseren, behouden of restaureren.
De werken mogen niet worden gebruikt om andere dan taken van publiek belang te vervullen.
Het richtlijnvoorstel biedt de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden bij nationale wet te bepalen dat ook voor andere doeleinden werken mogen worden gebruikt (via zogeheten 'extended collective licenses').

Doel van de consultatie
Het kabinet heeft het voorstel om te komen tot een oplossing voor de problematiek van verweesde werken positief ontvangen. Wij vernemen graag uw mening of de door de Commissie gekozen uitwerking naar uw mening werkbaar is. U wordt verzocht daarbij zo concreet mogelijk en met voorbeelden uw standpunt te onderbouwen. De reacties zullen worden gebruikt voor de standpuntbepaling van Nederland in de onderhandelingen over het richtlijnvoorstel.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
U kunt reageren op ieder onderdeel van de regeling.

Publicatie reacties
Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn. Voordat reacties gepubliceerd worden, worden deze eerst gecontroleerd op beledigende of aanstootgevende uitspraken. Deze controle kan enkele dagen duren.

Internetconsultatie verweesde werken 2011 (link)
Impact assessment richtlijnvoorstel verweesde werken (link)
EC Website verweesde werken (link) met de voorgestelde tekst van de richtlijn (link)

IEF 9816

IE te Rijk

Besluit van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken van 7 juni 2011, nr. 3104145, houdende vaststelling van de herziene Algemene Rijksvoorwaarden voor het verstrekken van opdrachten tot het verrichten van diensten (ARVODI-2011), Stcrt. 2011, nr. 10 874. Zie hoofdstuk IE-rechten en toelichting

Het regelen van de intellectuele eigendomsrechten roept in de praktijk allerlei vragen op. De beantwoording daarvan en het omgaan met dergelijke rechten vereist zorgvuldigheid. Om die reden wordt hieronder wat uitgebreider stilgestaan bij dit onderwerp. Ook hier geldt dat men zich van te voren zich een goed beeld moet vormen van wat men precies wil bereiken met de rechten. Dan kan er ook een verantwoorde keuze gemaakt worden voor de overdracht van het intellectuele eigendomsrecht of voor een bepaald gebruiksrecht.

Rijksvoorwaarden voor opdrachtnemers, let op artikel 23 over Intellectuele Eigendomsrechten en de bijbehorende toelichting hierover van de ARVODI-2011;

  • alle intellectuele eigendomsrechten op resultaten liggen bij opdrachtgever (23.1, 23.2),
  • machtiging inschrijving IE in registers (23.3),
  • overdracht persoonlijkheidsrechten (23.5),
  • gebruik door opdrachtnemer en derdenbepaling (23.6),
  • vrijwaring en ontbinding overeenkomst bij schending (23.7-23.8).

23.1 Alle intellectuele eigendomsrechten die kunnen of zullen kunnen worden uitgeoefend – waar en wanneer dan ook – ten aanzien van de resultaten van de verrichte Diensten die Opdrachtnemer voor Opdrachtgever verricht, berusten bij Opdrachtgever.
Deze rechten worden op grond van de Overeenkomst door Opdrachtnemer op het moment van het ontstaan daarvan aan Opdrachtgever overgedragen, welke overdracht door Opdrachtgever reeds nu voor alsdan wordt aanvaard.

23.2 Voor zover de resultaten, bedoeld in het eerste lid, tot stand komen met gebruikmaking van reeds bestaande, niet aan Opdrachtgever toekomende intellectuele eigendomsrechten, verleent Opdrachtnemer aan Opdrachtgever een niet-exclusief gebruiksrecht van onbepaalde duur. Opdrachtnemer garandeert in dat geval gerechtigd te zijn tot het verlenen van vorenbedoeld gebruiksrecht.

23.3 Voor zover voor de overdracht van de rechten, bedoeld in het eerste lid, een nadere akte zou zijn vereist, machtigt Opdrachtnemer Opdrachtgever reeds nu voor alsdan onherroepelijk om zodanige akte op te maken en namens Opdrachtnemer te ondertekenen, onverminderd de verplichting van Opdrachtnemer om op eerste verzoek van Opdrachtgever aan de overdracht van deze rechten medewerking te verlenen, zonder daarbij voorwaarden te kunnen stellen. Opdrachtnemer machtigt voor zover nodig Opdrachtgever hierdoor onherroepelijk om de overdracht van deze intellectuele eigendomsrechten in de desbetreffende registers te doen in- of overschrijven.

23.4 Indien tussen partijen verschil van mening bestaat over intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van de resultaten van de verrichte Diensten wordt, behoudens tegenbewijs, ervan uitgegaan dat die rechten bij Opdrachtgever berusten. In alle gevallen mag Opdrachtgever het bij de Overeenkomst beoogde gebruik van de uitkomst van de resultaten maken.

23.5 Opdrachtnemer doet hierbij afstand jegens Opdrachtgever van alle eventueel aan hem, Opdrachtnemer, toekomende zogenaamde persoonlijkheidsrechten als bedoeld in de Auteurswet, in de mate als de toepasselijke regelgeving zodanige afstand toelaat. Opdrachtnemer doet, hiertoe gevolmachtigd, ook namens het aan zijn zijde betrokken Personeel, afstand jegens Opdrachtgever van alle eventueel aan deze personeelsleden toekomende persoonlijkheidsrechten, in de mate als de toepasselijke regelgeving zodanige afstand toelaat.

23.6 Opdrachtnemer mag de resultaten van de verrichte Diensten in generlei vorm aan derden beschikbaar stellen, noch hierover aan derden enige inlichting te verschaffen, tenzij Opdrachtgever uitdrukkelijk toestemming hiervoor heeft verleend. Opdrachtgever kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

23.7 Opdrachtnemer vrijwaart Opdrachtgever tegen aanspraken van derden ter zake van (eventuele) inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van die derden, vergelijkbare aanspraken met betrekking tot kennis, ongeoorloofde mededinging en dergelijke daaronder begrepen. Opdrachtnemer verplicht zich tot het op zijn kosten treffen van alle maatregelen die kunnen bijdragen tot voorkoming van stagnatie en tot beperking van de te maken extra kosten of de te lijden schade als gevolg van bedoelde inbreuken.

23.8 Onverminderd het hiervoor bepaalde kan Opdrachtgever, indien derden Opdrachtgever ter zake van schending van intellectuele eigendomsrechten aansprakelijk stellen, de Overeenkomst schriftelijk, buiten rechte, geheel of gedeeltelijk ontbinden. Van zijn recht tot ontbinding van de Overeenkomst maakt Opdrachtgever geen gebruik dan na voorafgaand overleg met Opdrachtnemer.

Lees het complete besluit hier (link)

IEF 9716

COM/2011/288 en COM/2011/289

Observatory Namaak en Piraterij & Verordening Verweesde Werken

In navolging van IEF 9695 Blueprint IER-strategie, IEF 9701 Douane Anti-Piratij Verordening en het uitgewerkte voorstel IEF 9706.

Het OHIM belast met bepaalde taken voor het beschermen van intellectuele eigendomsrechten als Observatorium voor Namaak en Piraterij (COM/2011/288).

Article 1 Subject matter
This Regulation entrusts the Office for Harmonization in the Internal Market (hereinafter referred to as "the Office") with certain tasks related to the protection of intellectual property rights. In carrying out these tasks the Office shall regularly invite experts, authorities and stakeholders which will assemble under the name "European Observatory on Counterfeiting and Piracy"(hereinafter referred to as "the Observatory").

Daarbij ligt nu eveneens een voorstel voor de Richtlijn inzake bepaald toegestaan gebruik van Verweesde Werken (COM/2011/289), selectie van kernbepalingen:

Article 3 Diligent search
1. For the purposes of establishing whether a work is an orphan work, the organisations referred to in Article 1(1) shall ensure that a diligent search is carried out for each work, by consulting the appropriate sources for the category of works in question.
2. The sources that are appropriate for each category of works shall be determined by each Member State, in consultation with  rightholders and users, and include, the sources listed in the Annex. 
3. A diligent search is required to be carried out only in the Member State of first publication or broadcast.
4. Member States shall ensure that the results of diligent searches carried out in their territories are recorded in a publicly accessible database.

Article 4 Mutual recognition of orphan work status
A work which is considered an orphan work according to Article 2 in a Member State shall be considered an orphan work in all Member States. 

Article 5 End of orphan work status 
Member States shall ensure that a rightholder in a work considered to be orphan has, at any time, the possibility of putting an end to the orphan status.

IEF 9644

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 mei 2011 tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de CAO voor Huis-aan-Huisbladjournalisten, Stcrt. 2011, 6639

CAO Huis-aan-Huisbladjournalisten; Auteursrechtbepaling

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 mei 2011 tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de CAO voor Huis-aan-Huisbladjournalisten, Stcrt. 2011, 6639

Bepaling rondom het auteursrecht in de vandaag gepubliceerde algemeen verbindendverklaring van de CAO voor Huis-aan-Huisbladjournalisten. Opvallende auteursrechtbepalingen door de redactie gearceerd.

Artikel 12 Auteursrecht

1. Indien van een door een journalist in het kader van zijn dienstbetrekking gemaakt werk een ander gebruik wordt gemaakt dan ten behoeve van het blad of bladen waarvoor de journalist krachtens zijn arbeidsovereenkomst is aangesteld, is daarvoor toestemming vereist van zowel werkgever als journalist.
2. Onder werk waarvan gebruik gemaakt wordt ten behoeve van het blad of bladen waarvoor de journalist krachtens zijn arbeidsovereenkomst is aangesteld, wordt ook verstaan werk, waarvan gebruik gemaakt wordt binnen enigerlei vorm van vast redactioneel samenwerkingsverband en werk ten behoeve van incidentele, gezamenlijke journalistieke producties binnen hetzelfde concern.
3. Het in lid 1 bedoelde en hierna in de leden 4 t/m 7 verder uitgewerkte vereiste blijft ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomst van kracht.
4. Indien een journalist een ander gebruik wil maken van zijn in dienstverband tot stand gekomen werk dan voor het blad of de bladen waarvoor hij is aangesteld, mag de werkgever zijn toestemming tot verder gebruik slechts onthouden, in de gevallen genoemd in artikel 11.
5. Indien een werkgever een ander gebruik – mits niet voor advertentiedoeleinden – van het werk van een journalist wil maken dan voor het blad of de bladen waarvoor deze is aangesteld, mag de journalist zijn toestemming tot verder gebruik slechts onthouden:
a. hetzij om redenen van principiële aard, verband houdende met het journalistieke karakter, de aard of richting van het publiciteitsorgaan;
b. hetzij als de inhoud van het werk in overwegende mate wordt gewijzigd of aangetast;
c. hetzij als hem geen redelijke vergoeding wordt aangeboden.
6. Indien de werkgever aan de journalist een redelijke vergoeding aanbiedt, en in redelijkheid niet kan weten of vermoeden dat de journalist het in het vorige lid sub a genoemde bezwaar zal aanvoeren, behoeft hij in spoedeisende gevallen geen toestemming vooraf van de journalist.
7. Voor de bepaling van wat een redelijke vergoeding is wordt gelet op hetgeen bij de betrokken onderneming gebruikelijk is, voor zover dit niet te ver in ongunstige zin afwijkt van hetgeen bij andere huis-aan-huisbladondernemingen gebruikelijk is.

IEF 9545

bijlage Kamerstukken II 2010/11, 29 838, nr. 29

Twee rapporten

Twee rapporten die vandaag in de slipstream van de Speerpuntenbrief Auteursrecht 20@20 (IEF 9541) zijn vrijgegeven:

1- Wat er speelt. De positie van makers en uitvoerende kustenaars in de digitale omgeving, onderzoek in opdracht van het WODC.

“Het algemene beeld dat uit het onderzoek naar voren komt, is dat over de gehele linie makers en uitvoerend kunstenaars een traditionelere blik hebben op het auteursrecht dan wel eens wordt gesuggereerd. (…)  De meeste makers richten zich voor digitale exploitatie van hun werk bij voorkeur op traditionele partijen (…) en velen zien in digitale distributie en exploitatie eerder een bedreiging dan een kans. (...) Daar staat tegenover dat een meerderheid zich uitspreekt tegen wettelijke bemoeienis met de overdraagbaarheid van rechten, en ruim 40 procent denkt dat exploitanten minder risico zullen nemen bij het investeren in nieuw werk wanneer makers exclusieve licenties na vijf jaar kunnen opzeggen. (…) De bovenstaande gemiddelde uitkomsten zijn relevant, maar doen tegelijk geen recht aan de verscheidenheid aan opinies die daaronder verscholen ligt. (…) Fotografen, beeldend kunstenaars en ontwerpers exploiteren al sinds jaar en dag hun werk zonder tussenkomst van uitgevers en doen dat bij voorkeur ook in het digitale tijdperk. Makers en uitvoerenden die een bijdrage leveren aan groepswerken zoals films (bijvoorbeeld acteurs en scenarioschrijvers) zijn juist gewend meer rechten uit handen te geven. Ook blijken makers en uitvoerenden in de muziekindustrie, die tot nu toe de sterkste (financiële) gevolgen hebben ondervonden van digitale distributie en (ongeautoriseerde)filesharing, vaak mildere opinies te hebben dan andere beroepsgroepen. Opvallend genoeg zien ze digitale distributie minder vaak als een bedreiging en vaker als een kans dan de meeste andere beroepsgroepen. (...)"

Lees het rapport hier

2- De wisselwerking tussen auteursrecht en mededingingsrecht. Rechts- en economisch-wetenschappelijke bevindingen.

"In dit rapport werd een uitgebreide analyse gemaakt van de wijze waarop auteursrecht en mededingingsrecht met elkaar in interactie treden in de rechtspraak van Nederlandse en Europese/buitenlandse rechterlijke instanties en mededingingsautoriteiten. Daarbij werd vastgesteld dat mededingingsrecht in beginsel het bestaan en de inhoud van auteursrecht onverlet laat. (…) Sommige exploitatiewijzen kunnen echter vanuit economisch oogpunt schadelijke effecten hebben en op grond van het mededingingsrecht worden verboden. (…) dat wat economisch (theoretisch) wenselijk is, in de juridische realiteit vaak moeilijk (praktisch) toepasbaar lijkt. "

Lees het rapport hier.

IEF 9539

Aanhangsel Handelingen II 2010-2011, nr. 2004

Naar mij is gebleken

Kamerstukken. Auteursrecht. Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Hennis-Plasschaert, Taverne en Van der Steur (allen VVD) en anvullende vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de minister van Veiligheid en Justitie over inbeslagname servers door Stichting Brein. (ingezonden 23 februari 2011, kenmerk 2011Z03793 en 2011Z03851)

2, 3 en 4. Klopt het dat Stichting Brein servers in beslag heeft genomen zonder gerechtelijk bevel? (…)

Naar mij is gebleken, gaat het hier om servers van een derde die bij een provider waren ondergebracht. Stichting Brein heeft deze provider gesommeerd om de servers aan hen te overhandigen. De provider heeft aan deze sommatie voldaan. Volgens Stichting Brein is de sommatie gebaseerd op artikel 28 van de Auteurswet. Dit artikel geeft de bevoegdheid aan de auteursrechthebbende om roerende zaken, die in strijd met het aan hem toekomende auteursrecht zijn openbaar gemaakt of een niet geoorloofde verveelvoudiging vormen of die materialen of werktuigen zijn die voornamelijk bij de schepping of vervaardiging van deze zaken zijn gebruikt, als zijn eigendom op te eisen. In de situatie die door het aangehaalde bericht is beschreven, was daarom geen sprake van een beslaglegging.(…)

Lees alle vragen en antwoorden hier.