Auteursrecht  

IEF 7193

Actieplan vereenvoudiging incasso auteursrechten

Zie artikel FD hieronder: “Bijgaand doe ik, Staatsecretaris EZ,  u, de 2e Kamer,  toekomen een gezamenlijk actieplan van bedrijfsleven en auteursrechtenorganisaties om in de komende periode de incasso van auteursrechtvergoedingen (en vergoedingen voor naburige rechten) te vereenvoudigen en te verbeteren.”

Lees de begeleidende brieven van de minister en de brief van  VNONCW / MKB / Voice (dat is het actieplan)  hier.

IEF 7191

Virtuele 'goederen' zijn goederen

RuneScape

Rechtbank Leeuwarden, 21 oktober 2008, LJN: BG0939, Strafzaak (Diefstal virtueel goed).

Wegnemen van virtuele items uit online computerspel RuneScape is diefstal. Eerste keer dat in Nederland veroordeling voor diefstal van virtuele goederen is uitgesproken.

De rechtbank was met de officier van justitie van oordeel dat een virtueel goed onder het begrip ‘goed’ - als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht - valt en achtte diefstal met geweld bewezen.De 15-jarige jongen werd veroordeeld tot 160 uur werkstraf met daarnaast een voorwaardelijke jeugddetentie van vier weken met een proeftijd van twee jaar, de 14-jarige, die tevens voor twee andere feiten terechtstond, kreeg 200 uur werkstraf met daarnaast een voorwaardelijke jeugddetentie van twee maanden met een proeftijd van twee opgelegd.

De officier van justitie betoogde tijdens haar requisitoir op 7 oktober jl., dat de virtuele items van het spel Runescape, in een tijd waarin het winnen, verzamelen of verkrijgen van objecten in de virtuele wereld een steeds prominentere plaats innemen, als goederen kunnen worden beschouwd en dat het wegnemen ervan dus diefstal is. Als deze goederen daarnaast voor de bezitter waarde hebben en de eigenaar ervan er niet meer over kan beschikken, is er sprake van diefstal.

Lees het vonnis  hier. Persbericht OM hier.

IEF 7190

Problemen auteursrecht aangepakt

Artikel in het FD met veelbelovende kop: "Problemen auteursrecht aangepakt. Zelfregulering moet onvrede bij bedrijven over hoge en onduidelijke kosten verminderen. Er komt een gezamenlijke aanpak om de onvrede onder ondernemers te verminderen over de kosten en inning van auteursrechten. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben met de inningsorganisaties een plan opgesteld dat uitgaat van zelfregulering.

(…) In het plan zijn afspraken gemaakt over het vereenvoudigen van de heffingsgrondslag voor auteursrechten, het terugdringen van het aantal rekeningen dat bedrijven ontvangen, en het certificeren van de organisaties die auteursrechten innen.

 (…) Om het actieplan uit te voeren, wordt een werkgroep opgezet met daarin alle betrokken organisaties. Economische Zaken moet de onafhankelijke voorzitter leveren."

Lees hier meer.

IEF 7185

Een foto van Johan Cruijff

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, sector kanton, 02 oktober 2008, LJN: BF9979, Eiser tegen Gedaagden G (zoon) en A (vader).

Kort kantonvonnis. Auteursrecht op foto’s van (met) Johan Cruijff. Publicatie op internet zonder toestemming en naamsvermelding van de maker is onrechtmatig. Begroting schade conform gebruikelijke tarieven. Portretrecht van Cruijff zelf doet niet ter sprake. 

“(…) Dat de foto nooit op de server van de website van gedaagde A. heeft gestaan en niet door deze website is “ge-upload” doet - wat daar overigens van zij - niet ter zake. De foto is op de website geplaatst. Gedaagden erkennen dit. Daarmee is de foto openbaar gemaakt zonder toestemming van de gerechtigde en dit is niet toegestaan.

Ook het verweer dat eiser zijn foto's beter had moeten beschermen kan geen doel treffen. Zelfs al zou de foto niet (doeltreffend) zijn beschermd, dan betekent dit nog geen vrijbrief voor onrechtmatige publicatie.  Dat de foto bij plaatsing op de website is versmald is eenvoudig vast te stellen, zodat ook het hierop betrekking hebbende onderdeel van het verweer van gedaagden moet worden gepasseerd.

Het bij dupliek nog gevoerde verweer dat niet aangetoond is dat eiser “beschikt over en/of gebruik mag maken van" het portret recht van Johan Cruijff is in dit geding niet ter zake.

(…) Hij [gedaagde A.] is dus verplicht de door eiser geleden schade te vergoeden [€2420,00]. Eiser heeft bij de begroting daarvan aangeknoopt bij de maatstaven genoemd in de algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie. Gedaagden hebben daarvan gezegd, dat algemene voorwaarden slechts van toepassing zijn op een tussen partijen gesloten overeenkomst en dat tussen hen en eiser (zij noemen in dit verband kennelijk ten onrechte de naam van de eerste gemachtigde van eiser) geen overeenkomst is aangegaan. Deze stelling van gedaagden is niet onjuist, echter dit neemt niet weg, dat, waar de schade van eiser niet exact kan worden vastgesteld, de in de algemene voorwaarden genoemde maatstaven een redelijk aanknopingspunt voor de begroting van de schade geven. Dit als zodanig hebben gedaagden niet bestreden, evenmin als de in de begroting van eiser genoemde bedragen, zodat de kantonrechter eiser daarin zal volgen.

Eiser heeft daarnaast een recht op integrale vergoeding van zijn kosten van rechtsbijstand. Deze zijn door eiser begroot op een totaalbedrag van € 1.456,93, welk bedrag de kantonrechter correct voorkomt, met dien verstande, dat in dit bedrag nog geen rekening is gehouden met het bij dagvaarding gevorderde griffierecht van € 201,00. Ter zake zal worden toegewezen een bedrag van € 1.647,93. “

Lees het vonnis hier.   

IEF 7181

Met uitzondering van de tepel van Angelina Jolie

Links Bruno Press - Rechts Showbiznewz.nl - Doutzen Kroes (Klik voor vergroting)Vzr. Rechtbank Amsterdam, 16 oktober 2008, KG ZA 08-1710 Pee/BB, Bruno press B.V. Image Media & Televisie B.V. (met dank aan Fulco Blokhuis, Boekx)

Auteursrecht. Gelegenheid geven tot inbreukmaken is ook inbreuk. Stockfotobureau maakt succesvol bezwaar tegen gebruik foto’s op website gedaagde. Websitehouder stelt dat foto’s niet door haarzelf, maar door bezoekers op de site zijn geplaatst, maar dat mag niet baten. “Door gelegenheid te geven tot publicatie van foto's op haar website waarop auteursrecht van derden rust, wat bij de thans besproken foto's het geval was zoals IMT heeft erkend, heeft ook IMT inbreuk gemaakt op dat auteursrecht en is zij in beginsel aansprakelijk voor schade die uit haar onrechtmatig handelen voortvloeit.” “Het is aan IMT om haar bedrijf zodanig in te richten dat zij maatregelen treft ter voorkoming van inbreukmakende handelingen.” Een samenvatting in citaten.

“2.2. IMT is een onderneming die zich richt op de audio-visuele markt. Zij is houder van de domeinnaam showbiznewz.nl. Op haar website zijn foto's geplaatst die Bruno Press als rechthebbende in Nederland op de markt brengt. Het gaat daarbij om 13 foto's van Doutzen Kroes en de 20 foto's vermeld onder punt 8 van de dagvaarding, met uitzondering van foto 9, genaamd 'De tepel van Angelina Jolie'. 

(…) 4.2. Dat door plaatsing van de hier bedoelde foto's zonder toestemming van Bruno Press haar auteursrecht is geschonden is door IMT erkend.

4.3. Ervan uitgaande dat de foto's die hier onderwerp van het geding zijn door bezoekers van de site van IMT door uploaden op de website zijn geplaatst is de kern van het geschil of IMT als houder van de website ShowbiZnewZ.nl verantwoordelijk kan worden gehouden voor materiaal dat door bezoekers van die site in strijd met rechten van derden erop wordt geplaatst. (…)

 4.4. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan IMT geen aanspraak maken op bescherming tegen aansprakelijkheid krachtens artikel 6: 196c BW. Immers op haar website geeft IMT grotendeels van haar zelf afkomstige informatie door en door de opzet van haar website nodigt zij bezoekers uit tot het plaatsen van foto's van zogenoemde sterren. Zij neemt aldus het initiatief tot het doorgeven van informatie door haar bezoekers. Door de indeling van haar website maken de door haar bezoekers daarop geplaatste foto's deel uit van het geheel van die website. Het is onmiskenbaar dat IMT de aantrekkelijkheid van haar website tracht te bevorderen door haar bezoekers daarop foto's als thans in geding te laten plaatsen.

4.5. Bij het type foto's dat op haar website wordt geplaatst, te weten (portret)foto's van (internationale) beroemdheden, dient IMT er bedacht op te zijn dat op die foto's een auteursrecht rust. Zij kan er daarbij niet zonder meer vanuit gaan dat de voor haar onbekende bezoeker die een foto op die website heeft geplaatst ook de rechthebbende van die foto is.

4.6. Aan IMT kan worden toegegeven dat het voor haar niet eenvoudig zal zijn van elke door een bezoeker geplaatste foto na te gaan of daarop een auteursrecht rust en wie de rechthebbende daarop is. Zij kan aan aansprakelijkheid voor het onrechtmatig publiceren van die foto's echter niet ontkomen door te volstaan met het plaatsen van de hiervoor bedoelde disclaimer op haar website. Zou dat wel zo zijn dan verplaatst zij zonder enige inspanning van haar kant de bezwaren die zij zelf heeft tegen onderzoek naar auteursrecht naar de auteursrechthebbenden, die immers in de visie van IMT ter bescherming van hun rechten een dagelijkse zoektocht op internet zouden moeten ondernemen naar onrechtmatige inbreuken op hun rechten om zo hun rechtmatige belang veilig te stellen. Bij afweging van de belangen van IMT, die zich niet kan beroepen op enig recht om tot publicatie over te gaan, bij publicatiemogelijkheid zonder onderzoek naar de herkomst van de foto's tegenover het belang van Bruno Press bij handhaving van (de waarde van) haar auteursrecht ligt de zorgplicht aan de kant van IMT en niet bij de auteursrechthebbende. Het is aan IMT om haar bedrijf zodanig in te richten dat zij maatregelen treft ter voorkoming van inbreukmakende handelingen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de mogelijkheid degene die een foto als hier bedoeld op de site van IMT plaatst na een toelichting vooraf te laten verklaren dat hij of zij de rechthebbende op die foto is. De in de voorwaarden van IMT opgenomen disclaimer is daartoe in ieder geval niet voldoende.

4.7. Door gelegenheid te geven tot publicatie van foto's op haar website waarop auteursrecht van derden rust, wat bij de thans besproken foto's het geval was zoals IMT heeft erkend, heeft ook IMT inbreuk gemaakt op dat auteursrecht en is zij in beginsel aansprakelijk voor schade die uit haar onrechtmatig handelen voortvloeit.

(…) 4.11. Bruno Press heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij licentieinkomsten heeft gederfd als gevolg van het gebruik van de foto's door IMT. (…)  Aangezien niet is weersproken dat - sommige foto's meermalen door verschillende bezoekers op de website zijn geplaatst, alle foto's tezamen 67 keer, is voorshands aannemelijk dat de bodemrechter aan gederfde inkomsten een bedrag van EUR 6.700,= zal toewijzen.(…)

(…) 4.14. IMT zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. (…)  IMT heeft tegen de hoogte van de door Bruno Press opgevoerde kosten geen verweer gevoerd. Nu deze kosten als redelijk en evenredig kunnen worden aangemerkt zal IMT worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Bruno Press begroot op EUR 8.141, 11.

Lees het vonnis hier.

IEF 7179

Het Franse honingpotje

DM 024 442Gerechtshof ’s-Hertogenbosch,  14 oktober 2008, HD 103.003.078, Famille Michaud Apicultures S.A. tegen Graham Packaging Company B.V. (Met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh).

Auteursrecht. Modellenrecht. Tweede tussenarrest in honingpotjeszaak. Parallele procedures in Frankrijk en Nederland. Recht dat de inbreuk beheerst en recht dat het houderschap beheerst. Model is nietig, maar honingpotje van eiser is wel beschermd op grond van het auteursrecht. Deskundigenrapport is daarbij van doorslaggevende betekenis.

Het hof oordeelt dat de uitkomst van een parallelle Franse procedure over dezelfde potjes niet van doorslaggevende betekenis is voor de procedure in Nederland. Het verdient weliswaar de voorkeur dat verschillende nationale uitspraken met elkaar in overeenstemming zijn, maar auteurs- en het modelrecht zijn toch een nationale aangelegenheid en aanhouding is niet nodig. Ook een ‘central attack’ is niet mogelijk. De nietigheid van het (internationale) model in Frankrijk heeft geen gevolgen voor hetzelfde (internationale) model in Nederland.

De vraag of een depot nietig is omdat de kenmerkende eigenschappen van een model er niet voldoende uit blijken is naar het oordeel van het hof daarnaast niet een kwestie van formaliteiten of administratieve vereisten (kleurenfoto of zwart/wit?), waarvoor het Reglement bepalend is, maar een kwestie van rechtskracht en beschermingsomvang die door het nationale recht wordt beheerst. I.c. betekent dit dat onderzocht dient te worden of de kenmerkende eigenschappen van het model voldoende blijken uit het thans overgelegde afschrift van de modelregistratie.

“7.16 Naar het oordeel van het hof is dat niet het geval. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat in dit afschrift de relatief grote donkergele dop een in het oog springende plaats inneemt terwijl de aanspraken van Michaud nu juist geen betrekking hebben op de dop, maar uitsluitend op het potje zonder die dop. De dop moet bij de beoordeling van het depot als het ware worden weggedacht. Wat dan resteert, is naar de eigen waarneming van het hof niet meer dan de tamelijk vage contouren van een enigermate bol flesje of potje. Volgens Michaud is uit de afbeelding zonder meer het honingpotje af te leiden zoals dat in de praktijk wordt gebezigd, maar het hof kan zich in dit standpunt bepaald niet vinden. De afbeelding van het potje (zonder dop) kan tot vele uiteenlopende vormen leiden, zoals door Owens bij het pleidooi aangetoond, en niet specifiek tot de bepaalde vorm die Michaud beoogd heeft te deponeren. De omschrijving van het model is daarbij zeer globaal, zodat ook daarin geen aanknopingspunt is te vinden voor een nadere bepaling van de kenmerkende eigenschappen van het model.

7.17 Een en ander brengt mee dat het hof tot dezelfde conclusie komt als de rechtbank, namelijk dat depot nietig is en aan het honingpotje in de Benelux geen modelrechtelijke bescherming toekomt.”

Het honigpotje van eiser Michaud is echter wel beschermd op grond van het auteursrecht. Het door eiser overgelegde deskundigenrapport blijkt daarbij van doorslaggevende betekenis.

“7.20 Het rapport van prof. Jacobs is opgesteld door een door één der partijen ingeschakelde deskundige. Dergelijke rapporten dienen in het algemeen met enige terughoudendheid bezien te worden. Ook wanneer dat in aanmerking wordt genomen, stelt het bof vast dat het rapport een deugdelijke onderbouwing van het standpunt van Michaud inhoudt terwijl de inhoudelijke betwisting ervan door Owens niet voldoende gemotiveerd is en in feite neerkomt op een herhaling van eerdere, door prof. Jacobs reeds weerlegde stellingen.

7.21 Het hof gaat er op grond van deze overwegingen van uit dat het honingpotje niet is ontleend aan enig ander werk en wel het persoonlijk stempel van de maker draagt, zodat het in beginsel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.”

Over het makerschap en het huidige houderschap van het auteursrecht (op de vaststelling waarvan Frans recht van toepassing is) is nog enige onduidelijkheid Het hof acht de stelling van Michaud dat Barrault, die vervolgens zijn rechten aan Michault zou hebben overgedragen, als ontwerper van het honingpotje heeft te gelden voorshands bewezen, behoudens tegenbewijs van de kant van Owens. Het hof laat Owens overeenkomstig haar bewijsaanbod toe tot dit tegenbewijs en houdt iedere beslissing aan.

Lees het arrest hier. Eerder tussenarrest hier.

 

IEF 7178

Het bollende effect van de broek

Boven Elwood - onder JJ75. Klik voorvergrotingVzr. Rechtbank Amsterdam, 16 oktober 2008, KG ZA 08-1621 P/MV, G-Star International B.V. tegen Bestseller A/S (met dan aan Leonie Kroon, DLA Piper)

Auteursrecht. Merkenrecht. Vormmerken. Eiser G-Star. stelt dat met de door gedaagde Bestseller onder de merknaam Jack & Jones verkochte JJ75-spijkerbroek inbreuk wordt gemaakt op de rechten van G-Star met betrekking tot G-Stars eigen bestseller, de Elwood-spijkerbroek. De voorzieningrechter oordeelt echter dat de totaalindruk van beide broeken niet gelijk is, een bolle knie tegenover een platte knie, en wijst de vorderingen af.  Geen eenvoudig kort geding, proceskosten €14.666,-. Klik op afbeelding voor vergroting (boven: G-star Elwood).

“4.3. Anders dan G-Star heeft gesteld is de totaalindruk van beide broeken niet gelijk. De Elwood kenmerkt zich door de driedimensionale, bollende (op een motorbroek geïnspireerde) pasvorm. Met name de kniestukken en de wijze waarop de naad in de knieholte is aangebracht geven de Elwood het karakteristieke bollende effect. De broek van Bestseller is daarentegen "plat". De vijf volgens G-Star onderscheidende elementen van de Elwood (zie 2.2) zijn niet één op één terug te vinden in de broek van Bestseller. Wel zijn van die vijf elementen er drie in gewijzigde vorm terug te vinden. Het betreft de volgende drie elementen:

(1) beide broeken beschikken over (een soort van) kniestuk. Het kniestuk van de Elwood is een "echt" ingezet kniestuk dat door de coupenaden aan beide zijden en door de wijze waarop de naad in de knieholte is aangebracht een bollend effect aan de broek geeft. Het kniestuk van de broek van Bestseller betreft geen echt kniestuk. De stof van de pijp loopt door en op die pijp zijn stiksels aangebracht die slechts de suggestie wekken van een kniestuk. Het kniestuk bolt niet en heeft niet aan iedere zijde één coupenaad (zoals de Elwood), maar alleen aan de binnenzijde twee coupenaden.

(2) de Elwood heeft in de knieholte, ter hoogte van het kniestuk, een naad die mede bijdraagt aan het bollende effect van de broek. De broek van Bestseller heeft onder de knieholte (ongeveer 20 centimeter gerekend vanaf het midden van het "kniestuk) een naad, die geen bollend effect tot gevolg heeft.

(3) op beide broeken bevindt zich aan de voorkant een schuine naad van heup tot lies, echter de naad bij de broek van Bestseller loopt aanmerkelijk schuiner dan bij de Elwood. De twee andere (volgens G-Star) kenmerkende elementen, te weten het ronde stiksel op het zitvlak en de band aan de achterzijde aan de onderkant van de pijp, komen in de broek van Bestseller niet voor. De drie in gewijzigde vorm overgenomen elementen maken dat de broeken weliswaar enige gelijkenis vertonen, maar deze gelijkenis is onvoldoende om te oordelen dat de totaalindruk van beide broeken gelijk is. De vraag of de Elwood auteursrechtelijk beschermd is, kan in dit geding dan ook onbeantwoord blijven. Ook indien wordt uitgegaan van auteursrechtelijke bescherming van de Elwood, dan is geen sprake van inbreuk op dit auteursrecht.

4.4. Naast het auteursrecht heeft G-Star zich beroepen op de onder 2.3 genoemde vormmerken. Bestseller heeft aangevoerd dat deze merken met een grote mate van waarschijnlijkheid door een bodemrechter nietig zullen worden verklaard en dat G-Star zich om die reden niet op de merken kan beroepen. Ook de vraag of dit het geval is, kan in dit geding in het midden blijven, aangezien - uitgaande van de geldigheid van de merken van G-Star - de broek van Bestseller geen inbreuk maakt op die merken. De verschillen tussen de Elwood en de broek van Bestseller zijn - zoals hiervoor reeds beschreven - te groot. Ook hier geldt dat de Elwood zich kenmerkt door de bollende pasvorm, dat dit met betrekking tot het vormmerk voor het kniestuk ook zo is beschreven (zie onder 2.3 "het kniestuk bolt enigszins") en dat de broek van Bestseller "plat" is. Door het gebrek aan overeenstemming tussen de broeken, is voorshands geen sprake van verwarringsgevaar.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7177

Door het niet inhoudelijk ingaan

Bert Doorn, EuroparlementariërEuropees Parlement, schriftelijke vraag Bert Doorn (CDA/EVP) naar aanleiding van Professor Hugenholtz’ ‘Open Letter concerning European Commission's 'Intellectual Property Package’, een open brief aan de Europese Commissie over het onzorgvuldige gebruik van (zijn) onderzoeksresultaten.

“De Europese Commissie heeft zich gecommitteerd aan de Impact Assessment Guidelines. De Europese Commissie heeft in aanloop naar het voorstel tot wijziging van richtlijn 2006/116 (voorstel 2008/464 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten) externe expertise aangevraagd over onder meer het voornemen de termijn van rechten van artiesten op fonogrammen te verlengen. Het wetgevend voorstel en de impact assessment bevatten uiteindelijk geen inhoudelijke analyse van de uitkomst van deze studie. De richtsnoeren schrijven evenwel voor dat de impact assessment moet aangeven of externe expertise is gebruikt, en zo ja hoe, alsmede dat de impact assessment verslag moet doen over de resultaten van expertise en hoe deze input in overweging is genomen.

Kan de Commissie, gelet op deze feiten, antwoord geven op de volgende vragen:

- Erkent de Commissie dat de uitgevoerde impact assessment bij genoemd voorstel door het niet inhoudelijk ingaan op externe expertise niet aan de Guidelines heeft voldaan?

- Deelt de Commissie de opvatting dat het toezicht op de kwaliteit van impact assessment niet voldoet gezien het feit dat de richtsnoeren in het genoemde geval niet in acht zijn genomen en dit kennelijk niet is gecorrigeerd door de Impact Assessment Board? Onderstreept deze gang van zaken niet de opvatting van het Europees Parlement dat een onafhankelijk toezicht op de kwaliteit van impact assessment onontbeerlijk is?”

Lees de gehele vraag hier. Persbericht hier. Open brief hier. Rapport hier.

IEF 7176

Gedraaid filmmateriaal

Gemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba, 7 oktober 2008, LJN: BF9830, Eiser tegen Gedaagde (Filmmateriaal)

Auteursverordening 1913. “De vraag is of er inbreuk is gemaakt op het auteursrecht van geïntimeerde op door haar gedraaid filmmateriaal. Het auteursrecht komt toe aan maker van het werk. Door appellante is onvoldoende gemotiveerd dat geïntimeerde in dienst stond van de stichting. Uit stellingen van partijen volgt dat er sprake is van een gemeenschappelijk werk, dat zich niet laat scheiden door zijn aard. Beiden zijn mederechthebbende. Dat laat onverlet dat het appellante niet vrijstond om zonder toestemming het materiaal te bewerken en openbaar te maken. GEA heeft terecht geoordeeld dat appellante onrechtmatig handelde. Beschuldiging dat materiaal beschadigd of vernietigd is, wordt niet voldoende bewezen geacht.”

Lees het arrest hier

IEF 7175

Weeswerken

Mirjam Elferink, Allard Ringnalda (CIER):  Digitale ontsluiting van historische archieven en verweesde werken. Een inventarisatie. Onderzoek in opdracht van het WODC (Ministerie van Justitie).

“Een oplossing die (her)gebruik van verweesde werken mogelijk maakt, lijkt alleen maar te kunnen bestaan in een wettelijk ingrijpen. De oplossingen die in dit rapport worden beschreven, omvatten alle een wettelijke ingreep, vaak in de vorm van een licentiëringssysteem (wettelijke licentie) of een exceptie. Door aldus een uitzondering op het auteursrecht te maken, wordt wettelijk geregeld dat er voor verweesde werken een uitzondering geldt op de hoofdregel dat in beginsel voorafgaand aan gebruik van andermans werk aan de rechthebbende toestemming moet worden gevraagd. Een auteursrechtinbreuk – zoals wel geschiedt bij particuliere initiatieven à la Foto Anoniem – wordt hiermee dus voorkomen.”

Lees het volledige rapport hier.