Auteursrecht  

IEF 7223

De voorbankgesprekken

Nu.nl bericht: “De advocaat van Joran van der Sloot, Bert de Rooij, onderzoekt de mogelijkheid om SBS of Peter R. de Vries voor de rechter te slepen. De programmamaker zou met zijn geruchtmakende uitzending over de zaak-Holloway inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van Van der Sloot.
 
"Als er inbreuk gemaakt is door Peter R. de Vries, dan overwegen we uiteraard een schadevergoeding", zegt De Rooij deze week in de Vara Gids. De advocaat vergelijkt de eventuele procedure met de zaak die de erven van de in 2004 vermoorde vastgoedhandelaar Willem Endstra voeren tegen journalisten van Het Parool. Die zaak is nog onder de rechter.

(…) "De uitingen van iemand zijn daarmee beschermd. Als iemand anders die te gelde maakt is dat een inbreuk op je auteursrecht", zegt De Rooij in het interview met journalist Twan Huys.  De Vries zegt in de tv-gids de claim 'met belangstelling' tegemoet te zien. Hij is van mening dat De Rooij 'zich beter kan bekreunen over de inbreuken die Joran heeft gemaakt op het jonge leven van Natalee Holloway'. "Een rechtszaak is een mooi moment om nog eens uitleg over bepaalde gedragingen van Joran te vragen."

Lees hier meer. Eerder bericht. 'De Joran Tapes', hier: IEF 5525.

IEF 7222

Koetjes en kalfjesoftware

Vzr. Rechtbank Utrecht, 31 oktober 2008, KG ZA 08-1310, Cincom Systems Inc.  tegen Electronic Data Systems International B.V. (met dank aan Sophie van Loon, Kennedy Van der Laan).

In het kort: Haviltexen in auteursrechtelijk geschil over softwarelicentie. 250 gebruikers per klant of 250  klanten? EDS maakt geen inbreuk op het auteursrecht van Cincom ten aanzien van haar Smalltalk-software. Cincom had (onder andere) een verbod geëist omdat EDS de software voor meer klanten (named users) zou hebben gebruikt dan haar op grond van de door Cincom verstrekte licentie zou zijn toegestaan. De Voorzieningrechter oordeelt echter dat het gebruik van EDS en haar klanten altijd binnen de door de licentie gestelde grenzen is gebleven, en wijst alle vorderingen van Cincom af. Cincom wordt op basis van artikel 1019h Rv veroordeeld in de proceskosten, €16.758,90.

4.14. Uit de inhoud van de door EDS als productie 1 overgelegde licentieovereenkomst van 13 april 2000, blijk ondubbelzinnig dat de licentie, na inventarisatie, is verleend voor niet alleen NS en haar dochterondernemingen, maar ook voor FDF en RWS en dat direct daarna wordt vermeld dat het totaal aantal users 250 named users voor Cincom Smalltalk applicaties is. Voorts is in die overeenkomst aangegeven dat alleen indien het aantal "named users" van Cincom Smalltalk boven de limiet van 250 komt een aanpassing van het contract dient te volgen. Uit die overeenkomt blijk echter niet dat daarbij een restrictie is opgelegd in die zin dat dit per klant van EDS zou hebben te gelden.

Uit de nadien gesloten overeenkomsten blijkt bovendien niet dat op enigerlei wijze een wijziging heeft plaatsgevonden met betrekking tot het aantal "named users" en/of dat dit slechts per klant van EDS gelding zou hebben gekregen. Juist bezien in samenhang met de afzonderlijke door EDS met Cincom gesloten licentieovereenkomsten met betrekking tot de ‘Servers License’ en de 'Development License’ en bezien in samenhang met de expliciete bepalingen over de 'named users’ in  de overeenkomsten van 2000 en 2003 waarop ook geen essentiële veranderingen zijn aangebracht in de nadien gesloten overeenkomsten met betrekking tot de 'named users', moet vooralsnog worden aangenomen dat de eindgebruikerslicentie beoogde aan EDS een licentie te verlenen voor al haar klanten tot een totaal aantal van 250  named users’ voor het (indirect) gebruik van de software. Een redelijke uitleg van het bepaalde met betrekking  tot het maximaal aantal 'named users" brengt dan ook mee, dat daaronder moet worden begrepen het totaal aantal ‘named users’ van alle klanten van EDS.”

Lees het vonnis hier.
 

IEF 7210

Een doodshemd heeft geen zakken

Forbes Dead CelebritiesDe jaarlijkse lijst van Forbes: "While things might be topsy-turvy in the financial markets above ground, it's still a bull market in the boneyard. The 13 famous names that make up our Top-Earning Dead Celebrities earned a combined $194 million over the last 12 months.

Topping the list for the second year running, is the former King of Rock 'n' Roll, Elvis Presley. Without so much as lifting a finger, the Memphis Flash earned a whopping $52 million in the last year. That's more than some of the music industry's biggest living acts command--Justin Timberlake pulled in $44 million last year; Madonna $40 million.

Debuting on the list in third place is Australian actor Heath Ledger, most famous for his role as the Joker in The Dark Knight, the latest installment of the Batman movie franchise. At the time of his tragic overdose in January, the 28-year star seemed poised on the cusp of a lucrative film career."

Lees hier meer.

IEF 7209

Het Umfeld en de substantiële gelijkenis

Vzr Rechtbank Arnhem, 28 oktober 2008, LJN BG 4488, KG ZA 08-580, Nibe AB tegen Interfocos B.V. (Met dank aan Ernst-Jan Louwers, Louwers IP Technology Advocaten).

Eerst even voor jezelf lezen. Houtkachelzaak. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. De houtkachels van eiser zijn weliswaar werken in de zin van de Auteurswet, maar de voorzieningenrechter krijgt geen goed zicht op het Umfeld, komt er na gemotiveerd wikken en wegen in kort geding niet uit of er sprake is van inbreuk en wijst de vorderingen derhalve af. Ook geen slaafse nabootsing, o.a. omdat verwarring minder aannemelijk is gezien de hoge graad van oplettendheid bij de aanschaf van dure designproducten. Proceskosten voor niet-eenvoudig kort geding €9.000,00

“4.17. Hoewel in zaken met betrekking tot het beweerdelijk nabootsen van producten de eisende partij vaak een spoedeisend belang heeft om daar door middel van een kort gedingprocedure een einde te maken en daar ook dikwijls een voorziening bij voorraad nodig is, zal de voorzieningenrechter in het onderhavige geval de op grond van het auteursrecht gevorderde voorzieningen afwijzen. Enerzijds omdat een zorgvuldig oordeel over de gestelde auteursrechtinbreuk naar het oordeel van de voorzieningenrechter een grondiger onderzoek vergt naar de rest van de markt, het eerder genoemde "Umfelt", waarvoor Interfocos in dit kort geding door de beperkte substantiëring in de dagvaarding onvoldoende mogelijkheid heeft gehad. Een bodemprocedure leent zich bij uitstek voor een gedegen onderzoek naar het "Umfelt". De voorzieningenrechter acht zich op dit punt nog onvoldoende voorgelicht. Anderzijds omdat het spoedeisend belang van Nibe naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet zodanig groot is, dat een uitkomst in de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Nibe heeft Interfocos in maart 2007 gesommeerd om de verhandeling van de in geding zijnde Eco kachels te staken en is dus al minstens 1,5 jaar op de hoogte van het bestaan van die Eco kachels. Toewijzing in kort geding van de gevorderde staking van de verhandeling van de Eco 600 heeft voor Interfocos vergaande financiële consequenties en brengt, gezien de onzekerheid over de uitkomst in de bodemprocedure, naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter in dit geval een te groot risico met zich mee.

Slaafse nabootsing?

4.18. Nabootsing van producten is volgens vaste rechtspraak alleen dan ongeoorloofd, indien men, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en de bruikbaarheid van de producten, op bepaalde punten evengoed een andere weg had kunnen inslaan en men, door dit na te laten, verwarring sticht. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat Nibe onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van verwarringsgevaar bij het publiek. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de consument hij de aankoop van dure designproducten, zoals de onderhavige producten zijn, die niet dagelijks en zelfs niet jaarlijks wordt aangeschaft, in het algemeen veel oplettender dan bij de aankoop van meer gebruikelijke en minder dure producten die vaker worden aangeschaft. Dit publiek bekijkt, juist omdat ook het uiterlijk van de producten voor hen van belang is, de producten vóór aankoop meestal zorgvuldig wanneer hij zijn keuze tussen de verschillende waren van die categorie voorbereidt en maakt, zie ook HvJ EG 12 januari 2006, ETMR 2006,67 (Picasso/Picaro). Daardoor is het ook denkbaar dat hen de verschillen tussen de in het geding zijnde producten, zoals opgesomd onder 4.12, juist wel opvallen en dat zij niet in verwarring raken.

4.19. Daarnaast is voor het aannemen van verwarringsgevaar vereist dat de Contura kachels zich uiterlijk aanmerkelijk onderscheiden van de andere in de handel zijnde modellen, zodat deze kachels een eigen plaats in de markt innemen. Bij de beoordeling of dat het geval is, speelt het "Umfe1d" weer een belangrijke rol, zoals de voorzieningenrechter met betrekking tot de gestelde auteursrechtinbreuk al heeft overwogen. Op dit punt acht de voorzieningenrechter, zoals ook al overwogen, zich onvoldoende voorgelicht. De gevorderde voorzieningen zullen dus ook worden afgewezen, voor zover deze zijn gebaseerd op onrechtmatig handelen, te weten slaafse nabootsing.

Proceskosten

4.20.(...) De voorzieningenrechter zal ten aanzien van het salaris van de procureur aansluiten bij de per 1 augustus 2008 in werking getreden indicatietarieven in IE-zaken. Voor niet-eenvoudige kort gedingen liggen deze tarieven tussen €6.000,00 en €15.000,00. De voorzieningenrechter ziet aanleiding de gevorderde kosten te matigen tot €9.000,00. De voorzieningenrechter komt tot dit oordeel omdat naar zijn mening de gevorderde proceskosten (€ 17.180,00) niet door de aard en de complexiteit van het geschil worden gerechtvaardigd. De complexiteit vergt bijvoorbeeld in elk geval niet dat Interfocos, zoals opgevoerd, ter zitting door maar liefst drie advocaten werd bijgestaan. De kosten aan de zijde van Interfocos worden, gezien het voorgaande, begroot op totaal €9,254,00.

(N.B. De inzendende advocaat voegt aan dit laatste punt toe: “Dit is opmerkelijk omdat Interfocos ter zitting slechts door Louwers en Vos werd bijgestaan. Kennelijk heeft de rechtbank de toehorende advocaatstagiaire Annemarie Bolscher meegerekend! Pas dus op met meenemen van kantoorgenoten naar zittingen. Dat kan u duur komen te staan...”)

Lees het vonnis hier. (LJN link)

IEF 7205

Zouden de kosten van de auteursrechten exponentieel stijgen

Kamerstukken II, 2008D09636, Bijlage. Brief van minister Plasterk (OCW) in reactie op brief particulier over de ontvangst van de Nederlandse publieke omroep in het buitenland (bijlage bij 2008D09636).

"In uw brief schrijft u dat de televisiezenders Nederland 1, 2 en 3 via de satelliet gecodeerd worden uitgezonden en dat u daarom deze zenders niet kunt ontvangen in uw woonplaats in Duitsland. U refereert daarbij aan twee brieven van de voormalig minister van OCW, mevrouw Van der Hoeven. U stelt verder dat de Duitse publieke zenders wel ongecodeerd te ontvangen zijn via de satelliet en u verzoekt de Nederlandse regering u op korte termijn te voorzien van een gratis smartcard.
 
In de twee brieven waarnaar u refereert wordt ingegaan op de ontvangst van de Nederlandse publieke omroep in het buitenland. Hetgeen mevrouw Van der Hoeven schrijft is nog steeds actueel. Het uitgangspunt is dat de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) alleen auteursrechten betaalt voor de uitzending van de televisieprogramma’s in Nederland. De NPO betaalt voor de buitenlandse aankoop geen vergoeding voor huishoudens in het buitenland. Deze programma’s worden niet nagesynchroniseerd en alleen ondertiteld en zijn daarom ook voor buitenlandse huishoudens interessant. Indien de NPO deze programma’s ongecodeerd zou uitzenden, zouden de kosten van de auteursrechten exponentieel stijgen. Omdat het technisch niet mogelijk is het satellietsignaal van de NPO te beperken tot Nederland, worden de programma’s gecodeerd uitgezonden." 

Lees de gehele brief hier.

IEF 7204

Het huidige auteursrecht voor bibliotheken

Kamerstukken II 2008/09, 28330, nr. 30. Aanbieding advies Bibliotheekvernieuwing 2009 - 2012 (bijlage bij 28330, nr. 30). 

"Aan het toegang bieden tot specialistische informatie zijn voor bibliotheken immers hogere kosten verbonden en daar kan eventueel een extra vergoeding voor worden gevraagd. Daarnaast kent het huidige auteursrecht voor bibliotheken een belemmering om de digitale bibliotheek ook thuis voor gebruikers beschikbaar te stellen, waardoor de dubbelzinnige situatie ontstaat dat digitale informatie gebonden is aan een specifieke locatie. Deze auteursrechtelijke implicaties, die ook voor andere sectoren relevant zijn, vallen buiten het bestek van deze aanvraag. De Raad zal er nader op ingaan in zijn verkenning van het publiek domein die later dit jaar zal verschijnen."

Lees het kamerstuk hier.

IEF 7202

Het onderscheidende vermogen van de KLM-huisjes

Huisjes Goedewaagen & Bols (doorelkaar). Klik voor vergroting.Gerechtshof ’s-Gravenhage, 21 augustus 2008, zaaknr. 105.000.248/01, Goedewaagen Gouda B.V. tegen Bols Benelux B.V. (met dank aan Jeroen van Hezewijk en Peter Hendrick, Freshfields Bruckhaus Deringer).  

Eindarrest in de (een) KLM-huisjeszaak. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Stukgelopen samenwerking. Verfijning van slaafse-nabootsingsleer? Toepassing van aan het merkenrecht ontleende criteria als ‘onderscheidend vermogen’, ‘overeenstemmend totaalbeeld’ en ‘gevaar voor indirecte verwarring’ bij het ‘relevante publiek’. Relevantie van een ‘serie’ producten.

In een tussenarrest was de op auteursrecht gebaseerde vordering reeds afgewezen, omdat er op de individuele huisjes wel, doch op de serie huisjes alszodanig volgens het Hof geen auteursrecht rust (zie IEF 251). In dit eindarrest was daarom enkel nog de vraag aan de orde of sprake is van slaafse nabootsing die een onrechtmatige daad oplevert. Dat is het geval. Het Hof:

Slaafse nabootsing van een serie:  “10. Partijen twisten over de vraag wie de maker in de zin van de Auteurswet 19 I2 van de KLM-huisjes is. Naar het oordeel van het hof behoeft die vraag geen beantwoording, omdat op grond vanartikel 8 van de  van de raamovereenkomst moet worden aangenomen dat tussen partijen is overeengekomen dat tussen hen Henkes/Bols als auteursrechthebbende op de (individuele) KLM-huisjes heeft te gelden, hetgeen meebrengt dat in die relatie slaafse nabootsing door Goedewaagen niet is toegestaan.

Nabootsing van een product is op zichzelf alleen ongeoorloofd, indien men zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen op bepaalde punten even goed een andere weg had kunnen inslaan en men door dit na te laten verwarring sticht. Van verwarringsgevaar kan in beginsel slechts sprake zijn indien het nagebootste product zich door zijn uiterlijk van andere in de handel zijnde producten onderscheidt. Naar het oordeel van het hof gelden dezelfde criteria voor de beoordeling van een product dat zozeer in een serie van producten past dat het publiek daardoor zou kunnen denken dat het bij die serie hoort en dezelfde herkomst heeft. De tot de serie behorende producten moeten dan onderscheidend vermogen hebben en bovendien door het publiek (door overeenstemmende kenmerken van de individuele producten) worden herkend als behorend tot die specifieke serie.”

Onderscheidend vermogen: “11. (...) Het hof [gaat] er van uit dat de KLM-huisjes grote bekendheid genieten en door hun uiterlijk door het publiek als van KLM afkomstige huisjes, behorend tot de specifieke KLM-huisjesserie, worden onderscheiden van andere soortgelijke huisjes.”

Gevaar voor (indirecte) verwarring: “ 13. (...) [H]et totaalbeeld van [de litigieuze Goedewaagen-huisjes] [stemt] zodanig overeen met het totaalbeeld van de KLM-huisjes dat bij het relevante publiek (indirecte) verwarring kan ontstaan in die zin dat het zou kunnen menen dat deze huisjes onderdeel uitmaken van de KLM-huisjes serie.”

Lees het arrest hier. Tussenarrest hier. Vonnis Rb. Den Haag (1999!) hier.

IEF 7197

(maar juist is erkend)

Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 oktober 2008, HA ZA 04-2489, ARAI Helmet Europe B.V. tegen Helmets & More GmbH c.s. (Met dank aan Willem Hoorneman, CMS Derks Star Busmann).

Even kort, ook weer voor wie niet kan wachten op de pdf van de rechtbank zelf: Merkenrechten Auteursrecht m.b.t. valhelmen. Parallelimport. Selectief distributiestelsel. Geen uitputting. Grensoverschrijdend inbreukverbod (ook auteursrecht). Onrechtmatige daad door handelen in strijd met het toepasselijke BTW recht.

Uitputting: “4.5. In de eerste plaats heeft [gedaagde] H&M niet voldoende gestaafd geconcretiseerd dat al haar helmen, ter zake waarvan zij zich op uitputting van Ara’s merkenrechten beroept, zijn betrokken uit kanalen binnen de EER. Zij heeft dit slechts met betrekking tot 21 helmen trachten te concretiseren, terwijl zij tevens aangeeft veel meer te hebben afgezet. Daarop strandt dit verweer al. Zodoende heeft H&M niet aan haar stelplicht voldaan met betrekking tot haar uitputtingsverweer. Anders gezegd: Zij heeft haar verweer ter zake onvoldoende gemotiveerd. Aan (nadere) bewijslevering wordt niet toegekomen.

(…) 4.8. Nu overigens niet is betwist (maar juist is erkend) dat H&M Arai merkhelmen verkoopt en levert, ligt daarmee het auteurs- en merkinbreukverbod voor toewijzing gereed als in het dictum verwoord – en wel op de “a”-grondslag: niet voldoende kenbaar gemotiveerd is aangegeven waarop het daarnaast gevorderde verbod op de “d” grondslag is gestoeld.

Onrechtmatige daad: (…) 4.11. Mede gelet op de aldus onderbouwde stellingen van Arai had het op de weg van H&M gelegen gemotiveerd en onderbouwd verweer te voeren tegen de stelling dat H&M oneigenlijk gebruik maakt van een Engelse BTW-faciliteit, ten gevolge waarvan Arai als concurrent schade leidt, maar dat heeft zij niet in voldoende te achten mate gedaan. Haar verweer dat het haar als kleine onderneming aan middelen zou ontbreken om genoemde Legal opinion van Arai te weerleggen, is daartoe ontoereikend.

4.12. Door te handelen in strijd met het toepasselijke BTW recht is H&M in staat tegen (veel) lagere eindverkoopprijzen te leveren. Dat levert – onder toepassing van de zogenoemde correctie Langemeijer – een onrechtmatige daad op jegens Arai waardoor mogelijk aannemelijk is da zij daardoor schade leidt, waarvoor H&M aansprakelijk is, Dit deel van de gevorderde schadevergoeding staat los van de gevorderde schadevergoeding wegens merk- en auteursrechtinbreuk. Eerstbedoelde schade kan cumuleren met d gevorderde winstafdracht wegens gepleegde inbreuk, laatstbedoelde niet, hetgeen ook in het dictum tot uitdrukking wordt gebracht.”

Lees het vonnis hier (en hier inmiddels ook de copy-pastable pdf van de rechtbank zelf)

IEF 7196

Geen vast omlijnde vormentaal

Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 oktober 2008, HA ZA 07-1225, Howe A/S c.s. tegen Casala Meubelen Nederland B.V.

Even kort, voor wie niet kan wachten op de pdf van de rechtbank zelf: Inbreuk op auteursrecht en ongeregistreerd gemeenschapsmodellenrecht. Bodemprocedure in stoelenzaak. (vonnis in kort geding, met goede afbeeldingen: IEF 2765). Poging tot Prior Art slaagt ook hier niet. Indicatietarieven voor zaken met repliek, dupliek en pleidooi.

 4.15. Onder verwijzing naar hetgeen de rechtbank hiervoor overwogen, komt zij tot het oordeel dat de Tutor in de periode van 19 oktober 2004 tot en met 18 oktober 2007 bescherming genoot als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel. De Tutor was nieuw en had een eigen karakter. De Curvy-tafel maakte daarop inbreuk, nu deze geen andere algemene indruk wekt. Gelet op de grote mate van overeenstemming is bovendien sprake van ontlening. Hetgeen Casala heeft gesteld, kan - gelijk hiervoor onder 4.10 tot en met 4.12. is overwogen - niet leiden tot een ander oordeel. De op het niet-ingeschreven Gemeenschapsrnodel gebaseerde vorderingen zullen daarom als nader in het dictum bepaald worden toegewezen. Dat is niet het geval voor zover dit de vordering tot schadevergoeding betreft, nu deze reeds op grond van de auteursrechtinbreuk wordt toegewezen. Ook het gevorderde gebod om elke inbreuk op de modelrechten van Howe te staken en gestaakt te houden zal worden afgewezen. De beschermingsduur van het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel is immers verstreken.

(…) 4.18. De rechtbank stelt voorop dat de indicatietarieven IE-zaken een indicatie geven van het maximale bedrag aan proceskosten dat door de bank genomen nog als redelijk en en evenredig kan worden aangemerkt in zaken als de onderhavige. Voor een eenvoudige bodemzaak met repliek, dupliek en pleidooi wordt maximaal f 10.000.00 redelijk en evenredig geacht. Voor overige zaken met repliek, dupliek en pleidooi is dat maximaal E 25.000,00. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een eenvoudige IE-zaak, waarvoor het genoemde bedrag van E 10.000.00 als indicatie geldt. Omdat de vordering niet is betwist tot het hogere bedrag van E 15.000,00 zullen de gevorderde kosten evenwel tot dat bedrag worden toegewezen. Omdat de helft daarvan wordt toegerekend aan de reconventie, zal in conventie een bedrag van € 7.500,00 worden toegewezen.”

Lee het vonnis hier. (en hier inmiddels ook de copy-pastable pdf van de rechtbank zelf)

IEF 7194

Met enige zorg kennisgenomen van de beoogde verlenging

Tweede kamer der Staten GeneraalKamerstuk 22112, Eerste Kamer, Brief aan de minister van Justitie Ontwerprichtlijn inzake de beschermingstermijn van het auteursrecht (COM(2008)464).

“Zowel het BNC-fiche als het richtlijnvoorstel zijn door de commissie Justitie besproken in haar vergadering van 7 oktober 2008. De commissie heeft daarbij met enige zorg kennisgenomen van de beoogde verlenging van de beschermingstermijn tot 95 jaar. Zij hecht er dan ook aan bij deze nadrukkelijk steun uit te spreken voor het door de regering in het BNC-fiche geformuleerde standpunt. De leden van de commissie doelen daarbij met name op het gestelde in de laatste alinea onder punt 9, te weten dat “Nederland niet overtuigd (is) van de noodzaak van een termijnverlenging (…) en zich derhalve kritisch-terughoudend, danwel – als de nadere Commissietoelichting niet overtuigt – negatief (zal) opstellen”.

Lees de gehele brief hier.