Auteursrecht  

IEF 7284

Dit specifieke, enigszins a-typische geval

CrocsVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 13 november 2008, KG ZA 08-1296, Crocs Inc. c.s. tegen X Holding B.V.

Crocs-zaak. Merkenrecht. Modellenrecht. Auteursrecht. Geen spoedeisend belang. Uit strafzaak tegen gedaagde kan niet worden afgeleid dat gedaagde ‘thans nog steeds het vermeend inbreukmakend schoeisel vermarkt’. Ook weigering om onthoudingsverklaring te ondertekenen levert in dit geval geen spoedeisend belang op. Proceskosten zijn voor eiser Crocs: €5.779,75.

“4.5. Zij [eiser] stelt dat het haar pas tijdens de strafzitting van 22 juli 2008 jegens bedoelde derde duidelijk is geworden dat X (of een van diens vennootschappen) door het leveren van vermeend inbreukmakend schoeisel aan deze derde nog steeds inbreuk op haar auteurs- en Gemeenschapsmodelrechten maakt. De voorzieningenrechter kan Crocs niet in haar stelling volgen. Onbetwist staat vast dat het proces-verbaal in het strafrechtelijke onderzoek jegens meerbedoelde derde op 30 november 2007 is gesloten, zodat de strafzaak slechts betrekking heeft op feiten van voor die datum en daaraan derhalve niet de conclusie kan worden verbonden dat X (of een van diens vennootschappen) thans nog steeds het vermeend inbreukmakend schoeisel vermarkt. Bovendien stelt Crocs dat deze verdachte ter zitting zou hebben gesteld dat X hem zou hebben beleverd, welke uiting van deze verdachte in een strafzaak door X ter zitting in de onderhavige procedure uitdrukkelijk is betwist.

Bij gebreke van verdere concrete aanwijzingen wordt voorshands niet aannemelijk geacht dat X (of een van diens vennootschappen) deze derde voorafgaand aan november 2007 zou hebben beleverd. Daarenboven is het gelet op de verklaring van X tijdens de mondelinge behandeling van de onderhavige zaak, welke verklaring door Crocs niet of onvoldoende gemotiveerd is betwist, voldoende aannemelijk dat X en de door hem gecontroleerde vennootschappen op zijn laatst na de inbeslagname door de FIOD-ECD op 25 februari 2008 zijn gestopt met de vermeende inbreuk op de auteurs- en Gemeenschapsmodelrechten van Crocs en is er geen enkele andere concrete aanwijzing aannemelijk gemaakt dat verdere inbreuk dreigt.

4.6. De enkele weigering door de Holding om de door Crocs voorgelegde onthoudingsverklaring te ondertekenen – die naar de stellingen van X allerlei ‘wurgbepalingen’ bevat, terwijl bovendien als onbetwist gesteld aannemelijk is dat de Holding geen andere activiteiten ontplooit dan het houden van aandelen en derhalve geen inbreuk kan plegen – is naar het oordeel van de voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden van dit specifieke, enigszins a-typische geval onvoldoende om een spoedeisend belang aan te nemen bij de gevraagde voorlopige voorzieningen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7272

Tegen de Staat der Nederlanden (HB)

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 11 november 2008, zaaknr. 299597, Stichting NORMA, Pieter Blok, Carel Kraayenhof, Ricky Koole, Caroline de Bruijn, NTB & FNV tegen Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding, De Staat der Nederlanden,  STOBI & FAIR (met dank aan Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap)

Geen heffing op MP3-spelers. De AMvB waarbij de Thuiskopie-tarieven voor 2008 werden bevroren en niet uitgebreid naar hardware (harddisk-recorders en mp3-spelers) was een rechtmatig besluit. Er is geen sprake van strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM. Geen disproportionele beperking. Er blijft voldoende billijke compensatie over.

Ook is er geen sprake van strijd met de Auteurswet. Als partijen er in de SONT niet uitkomen, en daar blijkt sprake van, mag de Minister ingrijpen met een AMvB. De Minister heeft in redelijk tot dit besluit kunnen komen en er is sprake van een redelijke afweging van belangen. Ten overvloede merkt het hof op dat dit in de toekomst anders zijn kan. Anders dan d erechtbank oordeelt het hof dat het hier geen IE-geschil betreft, de kostenveroordeling geschiedt dus volgens het liquidatietarief.

Lees het arrest hier. Vonnis Rechtbank Den Haag hier.

IEF 7269

Feitelijk belang

Howards HomeRechtbank ’s-Gravenhage,  5 november 2008, HA ZA 08-2892, AD Nieuwsmedia B.V. tegen Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V. c.s en tegen Knowledge Exchange B.V. .

Vonnis in voegingsincident. Knipseldienst HowardsHome heeft feitelijk belang bij voeging in geschil over gebruik nieuwsberichten. Bevel tot pleidooi tevens comparitie van partijen.

Het AD vordert in de hoofdzaak, kort gezegd, een verklaring voor recht dat De Telegraaf inbreuk maakt op haar auteurs- en databankrechten door het weergeven op haar website regioselect.nl en in haar elektronische nieuwsbrief van (een gedeelte van) regionale en lokale nieuwsberichten in de vorm van (rechtstreekse) deeplinks naar het betreffende nieuwsberichten op de website met domeinnaam ad.nl.

In dit incident vordert knipseldient HowardsHome voeging aan de zijde van de Telegraaf. Zij stelt belang te hebben bij afwijzing van de vorderingen van AD, omdat zij een bedrijf is dat in opdracht van derden, waaronder De Telegraaf, relevante nieuwsberichten die in online media zijn verschenen met een geavanceerde zoekmachine zoekt en opdrachtgevers verwijzingen naar deze berichten aanbiedt en omdat (gedeeltelijke) toewijzing van de vorderingen grote consequenties kan hebben voor haar aansprakelijkheid en bedrijfsvoering. De vordering wordt toegewezen.

“4.1. Een derde kan voeging in de zin van artikel 217 Rv vorderen, indien hij feitelijk belang heeft bij de voeging in verband met de juridische of feitelijke gevolgen die hij mogelijk van het vonnis in de procedure tussen partijen zal ondervinden. Gelet op haar werkzaamheden heeft HowardsHome belang om zich te voegen aan de zijde van De Telegraaf. De rechtbank merkt op dat wet geen aanknopingspunten biedt om aan de toewijzing van de vordering tot voeging nadere voorwaarden te verbinden, zoals een hoofdelijke veroordeling in de proceskosten die samenhangen met de voeging van HowardsHome. Evenzo biedt de wet geen aanknopingspunten voor een gedeeltelijke voeging des dat deze wordt toegestaan wat betreft de hoofdzaak en wordt geweigerd wat betreft de tevens gevorderde voorlopige voorziening. De incidentele vordering tot voeging zal onverkort en zonder nadere voorwaarden worden toegewezen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7265

Een kussen als zetel

Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen, 31 oktober 2008, 04-6468-A, bvba Zet tegen bv Fatboy the Original (met dank aan Jeff Keustermans, De Bandt Keustermans & Van den Brande).

Zet - Sit On It ZitzakAuteursrecht. Belgische evenknie van het de recente en veelbesproken Bossche Fatboy kort-gedingvonnis (zie  IEF 6301), waarin de eiser in onderhavige zaak,  ZET,  gevoegde partij was.  Ook de Rechtbank Antwerpen oordeelt dat de FATBOY zitzak geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Ook geen sprake van onrechtmatig kopiëren met verwarringstichting en aanhaking of parasitaire mededinging.

Auteursrecht: “De rechtbank is van oordeel dat het samenbrengen en uitwerken van voormelde elementen geen blijk geeft van een voldoende intellectuele inspanning van de auteur. Het gaat hier niet om een eigen vormgeving die meer is dan alleen maar een idee, een stijl of genre. De vormgeving is bovendien in grote mate bepaald door functionele vereisten.

Het kan niet betwist worden dat het gebruik van een kussen als zetel een eeuwenoud gebruik is en dat de zitzak als zitelement sedert de jaren zestig gemeengoed is. De uiterlijke vormgeving van de "Fatboy the original" is een uitvergroting van het wereldwijd bekende hoofdkussen. De dubbele naad is gekend van het bekende "Oxfordkussen". De omvang van het kussen is ingegeven door functionele vereisten.

De "Fatboy the original" heeft immers niet alleen een zitfunctie maar ook een slaapfunctie (stuk 18 bundel verwerende partij). Het spreekt voor zich dat een zitzak een zekere afmeting moet hebben opdat een volwassene op een zitzak zou kunnen liggen en aldus zou kunnen voldoen aan de slaapfunctie. Het gebruik van nylon en van een groot rechthoekig label werd reeds eerder gebruikt zoals blijkt uit de door verwerende partij voorgebrachte foto's van de zitzak gekend onder de naam "Airbag" (hierna: de "Airbag"). (…) De "Airbag" is ontworpen in 1997 terwijl "Fathoy the original" ontworpen werd in 1998.

(…) De afzonderlijke kenmerkende elementen van de "Fatboy the original" zijn dus om voormelde redenen niet origineel. Is de combinatie van deze kenmerkende elementen dan wel origineel?

Het overheersende element bij de "Fatboy the original" is de uitvergroting van een bekend kussen met brede rand en dubbele stik. Een uitvergroting van een alom bekend element kan niet auteursrechtelijk worden beschermd omdat het geen uiting is van een creatieve inspanning op basis van een keuze die is ingegeven door louter subjectieve factoren.

De andere details zijn niet bepalend voor de vorm van de "Fatboy the original" en werden reeds samen gecombineerd bij een zitzak die ontworpen werd voor de "Fatboy the original". De rechtbank is van oordeel dat de ontwerper van de "Fatboy the original" door het samenbrengen van hogervermelde elementen niets fundamenteels persoonlijk heeft toegevoegd aan een bestaand basisidee.

Aangekochte rechten Airbag: “Verwerende partij heeft in januari 2008 de rechten op de "Airbag" aangekocht. Eisende partij vordert dat tevens voor recht zou worden gezegd dat ook de "Airbag" geen auteursrechtelijke bescherming geniet.

De rechtbank dient echter vast te stellen dat de discussie tussen partijen betreffende de "Airbag" gaat over de vraag of de ontwerper van de "Fatboy the original" de oudste tekening van deze zitzak al dan niet heeft overgetekend van de "Airbag" en over de gelijkenissen die er zouden bestaan tussen de "Airbag" en de "Fatboy the original".

De vraag of de "Airbag" in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming wordt niet behandeld in conclusies.Dit onderdeel van de zaak is bijgevolg niet in staat.”

Onrechtmatig kopiëren en aanhaking of parasitaire mededinging:  “De rechtbank is van oordeel dat niet wordt aangetoond dat het publiek een verband legt tussen het gebruik van een groot kussen als zitzak met de volgens verwerende partij kenmerkende elementen en de "Fatboy the original". De volgens verwerende partij kenmerkende elementen van de "Fatboy the original" hebben geen voldoende onderscheidend vermogen zodat de "sit on it" van eisende partij niet kan beschouwd worden als verwarringstichtend.

(…) De nagebootste prestatie dient het gevolg te zijn van een creatieve inspanning. De rechtbank is van oordeel dat de inspanningen van de ontwerper van de "Fatbot the original" niet voldoende creatief zijn.  Aan de hand van de voorgebrachte stukken wordt door verwerende partij niet aangetoond dat zij investeringen van een voldoende belangrijkheid heeft geleverd. De vorderingen op grond van parasitaire mededinging is tevens ongegrond.

(…) De rechtbank zegt voor recht dat de "Fatboy the original" geen auteursrechtelijke bescherming geniet en dat eisende partij geen onrechtmatige daad pleegt jegens verwerende partij. De rechtbank wijst het meer gevorderde af en verwijst de vordering betreffende de "Airbag" naar de bijzondere rol.”

Lees het vonnis hier

IEF 7260

Versterking en verbreding van het toezicht

Wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten. Voorstel Van Wet.

 “Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten wordt gewijzigd, om het toezicht op collectieve beheersorganisaties te versterken en uit te breiden en te voorzien in de instelling van een onafhankelijke geschillencommissie voor de beslechting van geschillen over de vergoeding voor het gebruik van beschermde werken en prestaties.”

“De belangrijkste elementen van de versterking en verbreding van het toezicht kunnen als volgt worden samengevat:

a) ook Buma komt onder het preventieve toezicht te vallen,
b) ook organisaties van vrijwillig collectief beheer gaan onder het toezicht vallen,
c) collectieve beheersorganisaties moeten voldoen aan concrete eisen ten aanzien van transparantie en beheerskosten,
d) er wordt in een informatieplicht voorzien, op grond waarvan in Nederland gevestigde derden waarmee de onder het toezicht vallende organisaties bij de inning of verdeling van gelden samenwerken het College van Toezicht de gevraagde inlichtingen moeten verschaffen,
e) het toezicht op de tariefontwikkeling krijgt gestalte via de vereiste instemming vooraf van het College bij eenzijdig voorgenomen verhogingen van de standaardtarieven en
f) het College van Toezicht krijgt de bevoegdheid om bestuurlijke boeten en een last onder dwangsom op te leggen.

Voorts wordt voorzien in een onafhankelijke geschillencommissie voor de beslechting van tariefgeschillen. individuele tarieftoetsing door de geschillencommissie en kwalitatief sectortoezicht door het College van Toezicht. Daarnaast wordt voorzien in de bevoegdheid van de Minister van Justitie om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels over het toezicht uit te vaardigen. Op dezelfde wijze kan ook worden bepaald dat bepaalde incasso- en/of repartitieactiviteiten slechts gezamenlijk kunnen worden uitgeoefend. Daarmee wordt de grondslag gelegd voor een nieuwe ordening van de inrichting van het collectieve beheer.”

Lees meer in het het Voorstel van Wet, de Memorie van Toelichting, het advies van de Commissie Auteursrecht, het advies van de Raad van State,  het advies van de Raad voor de Rechtspraak en het advies van de Adviescommissie voor het Burgerlijk Procesrecht.

IEF 7259

Auteursrechtenbeleid

Kamerstuk 29838, nr. 11, 2e Kamer (inclusief bijlagen). Auteursrechtbeleid; Brief minister van 4 november 2008 over het EG-groenboek over auteursrecht in de kenniseconomie

Van modellicenties tot user generated content en van verweesde werken tot van licenties voor mensen met een handicap. Nederlands antwoord op de 25 Europese vragen. "De Europese Commissie (de Commissie) heeft een groenboek opgesteld over auteursrecht in de kenniseconomie (het Groenboek). Doel van het Groenboek is een debat bevorderen over de wijze waarop kennis voor onderzoek, wetenschap en onderwijs optimaal kan worden verspreid in een digitale omgeving. De Commissie heeft belanghebbenden verzocht op het Groenboek te reageren. Het onderhavige document bevat uitsluitend de reactie van Nederland op het Groenboek en behelst geen definitief standpunt van Nederland ten aanzien van een eventuele herziening van het communautaire acquis.”

(1) Moeten contractuele afspraken tussen rechthebbenden en gebruikers over de toepassing van auteursrechtbeperkingen worden aangemoedigd of moeten daarvoor richtsnoeren worden opgesteld? 

(2) Moeten contractuele afspraken tussen rechthebbenden en gebruikers over andere aspecten die niet onder de auteursrechtbeperkingen vallen, worden aangemoedigd of moeten daarvoor richtsnoeren of modellicenties worden opgesteld? 

(3) Is een benadering op basis van een opsomming van niet-verplichte beperkingen passend in het licht van de evoluerende internettechnologie en de heersende economische en sociale verwachtingen? 

(4) Dienen bepaalde categorieën van beperkingen verplicht te worden gesteld om meer rechtszekerheid te waarborgen en de begunstigden van de beperkingen een betere bescherming te garanderen?

(5) Zo ja, welke? 

(6) Dient de beperking voor bibliotheken en archieven ongewijzigd te blijven omdat de uitgevers zelf onlinetoegang tot hun catalogi zullen ontwikkelen?

 (7) Moeten voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen, musea en archieven licentieregelingen aangaan met de uitgevers om de toegankelijkheid van de werken te verhogen? Zijn er voorbeelden van succesvolle licentieregelingen voor de onlinetoegang tot ibliotheekverzamelingen?

(8) Moet het toepassingsgebied van de beperking voor publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen, musea en archieven worden verduidelijkt met betrekking tot:
(a) formaatwijziging;
(b) het aantal kopieën dat toegestaan is volgens de beperking;
(c) het scannen van volledige verzamelingen in het bezit van bibliotheken? 

(9) Dient de wet te worden verduidelijkt in verband met de vraag of het scannen van werken in het bezit van bibliotheken met het doel om de inhoud ervan doorzoekbaar te maken op het internet, buiten het toepassingsgebied valt van de huidige beperkingen op het auteursrecht? 

(10) Is er nog een wettelijk instrument van de Gemeenschap nodig om het probleem van de verweesde werken te behandelen, dat verder gaat dan de Aanbeveling van de Commissie van 24 augustus 2006 (2006/585/EG)?

(11) Indien dat het geval is, moet dit dan gebeuren via een wijziging van de Richtlijn van 2001 betreffende het auteursrecht in de informatiemaatschappij of via een afzonderlijk instrument?

(12) Hoe moeten de grensoverschrijdende aspecten van het vraagstuk van de verweesde werken worden aangepakt om ervoor te zorgen dat de oplossingen waarvoor in de verschillende lidstaten wordt gekozen in de hele EU worden erkend? 

(13) Moeten mensen met een handicap licentieregelingen sluiten met de uitgevers om hun toegang tot werken te verbeteren? Zo ja, welke vormen van licentieregeling zouden hier het beste passen? Bestaan er al licentieregelingen om mensen met een handicap een betere toegang te verlenen tot werken? 

(14) Dienen er dwingende voorschriften te zijn die bepalen dat werken in een welbepaald formaat beschikbaar moeten worden gemaakt voor mensen met een handicap? 

(15) Moet er een verduidelijking komen dat de huidige beperking voor mensen met een handicap van toepassing is op andere handicaps dan visuele en auditieve handicaps?

(16) Zo ja, welke andere handicaps moeten worden opgenomen als zijnde relevant voor de verspreiding van kennis via het internet? 

(17) Moeten de nationale wetgevingen verduidelijken dat aan de begunstigden van de beperking voor mensen met een handicap geen vergoeding mag worden gevraagd voor het gebruik van een werk om dit in een toegankelijk formaat te laten omzetten? 

(18) Moet Richtlijn 96/9/EG betreffende de rechtsbescherming van databanken een specifieke beperking bevatten ten gunste van mensen met een handicap die zowel zou gelden voor originele als sui generis databanken? 

(19) Moet de wetenschappelijke en onderzoeksgemeenschap licentieregelingen afsluiten met uitgevers om hun toegang tot werken voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden te verbeteren? Zijn er voorbeelden van succesvolle licentieregelingen die het onlinegebruik van werken voor onderwijs en onderzoek mogelijk maken? 

(20) Moet de beperking voor onderwijs en onderzoek worden verduidelijkt om tegemoet te komen aan moderne vormen van leren op afstand?

(21) Moet er worden verduidelijkt dat de beperking voor onderwijs en onderzoek niet alleen betrekking heeft op materiaal dat in klaslokalen of onderwijsinstellingen wordt gebruikt, maar ook voor gebruik van werken voor thuisstudie? 

(22) Moeten er verplichte minimumvoorschriften komen ten aanzien van de lengte van de uittreksels van werken die gereproduceerd of beschikbaar gesteld mogen worden voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden? 

(23) Moet er een verplichte minimumvereiste zijn dat de beperking zowel betrekking heeft op onderwijs als op onderzoek? 

(24) Moeten er nauwkeuriger regels zijn over de handelingen die eindgebruikers al dan niet mogen verrichten wanneer ze gebruik maken van materiaal dat door het auteursrecht is beschermd?

(25) Moet er in de Richtlijn een beperking worden opgenomen voor door de gebruiker gemaakte inhoud?

Lees de brief hier. Lees het groenboek hier.

IEF 7257

Zonder daarbij een natuurlijk persoon te vermelden

Rechtbank Utrecht, 29 oktober 2008, LJN: BG3678, In Plan E B.V. tegen Fenland Holding B.V.

Auteursrecht. Vennootschapsauteursrecht, artt. 6 en 8 Aw. Exhibitieplicht 843a Rv. Geschil over aandeelhoudersoverenkomst (tegen welke prijs dient Fenland Holding de aandelen die zij houdt in Mede Groep aan In PlanE c.s. dient verkopen?), met klein auteursrechtcomponentje. Geen 1019h- proceskosten.

“4.25.  Fenland Holding c.s. stelt rechthebbende te zijn van de stukken die [eiser 7] sinds april 2001 bij Mede Groep c.s. heeft opgesteld en die onder zijn leiding zijn opgesteld en vordert afgifte hiervan. Mede Groep c.s. heeft dit gemotiveerd betwist. 

4.26.  De rechtbank stelt voorop dat niet gebleken is dat tussen partijen afspraken zijn gemaakt over auteursrechten. Verder is niet in geschil dat de betreffende stukken door Mede Groep c.s. openbaar zijn gemaakt. Gelet op artikel 6 en 8 van de Auteurswet, waar partijen zich op beroepen, dient de vordering van Fenland Holding c.s. afgewezen te worden. Artikel 8 Auteurswet bepaalt dat indien de vennootschap werk openbaar maakt zonder daarbij een natuurlijk persoon te vermelden, zij als de maker van dat werk wordt aangemerkt, tenzij de openbaarmaking onrechtmatig was. Zonder nadere onderbouwing van de zijde van Fenland Holding c.s., die ontbreekt, valt niet in te zien dat Mede Groep c.s., die moet worden aangemerkt als de openbaar makende instelling, onrechtmatig heeft gehandeld met de openbaarmaking.

Het subsidiaire beroep van Fenland Holding c.s. op de exhibitieplicht van 843a Rv kan haar evenmin baten en wordt door de rechtbank gepasseerd. Nu hiervoor is vastgesteld dat Fenland Holding c.s. geen auteursrechtelijke aanspraak toekomt, heeft Fenland Holding c.s. geen rechtmatig belang bij het inzien of overleggen van bescheiden omdat de grondslag hiervoor, het gestelde auteursrecht, is vervallen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7256

Juridisch Centrum West

Medisch Centrum West - seizoenen 1 & 2Rechtbank Amsterdam, 15 oktober 2008, LJN: BG3857, A tegen Nanada Music B.V.

Auteursrecht op toekomstig werk. Eiser is componist van de achtergrondmuziek bij de eerste 3 reeksen van de TV serie Medisch Centrum West. Partijen twisten over de vraag of het auteursrecht daarop is overgedragen aan Nanada, althans volgens afspraak aan haar moet worden overgedragen. Naar oordeel van de rechtbank heeft eiser het auteursrecht op de eerste twee reeksen schriftelijk overgedragen. De rechtbank acht de betreffende akte niet nietig/vernietigbaar. Overdracht van auteursrecht op muziek van op moment van de overdracht nog niet vervaardigde muziek voor 2e reeks heeft de rechtbank voor mogelijk gehouden. Gestelde afspraak dat eiser ook de rechten op muziek voor de derde reeks zal overdragen is niet komen vast te staan. 

Lees het vonnis hier.

IEF 7255

Dagvaarding is nieuwsfeit

Vzr.Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 10 november 2008, LJN: BG3873, Essence Trainingen Amsterdam B.V. tegen Stichting De Stelling.

Persrecht. Auteursrecht. Inhoud dagvaarding is publiek nieuwsfeit en komt niet in aanmerking voor verspreidingsverbod op grond van de auteurswet. Negatieve uitlatingen in persmedium over cursusaanbod van Essence betreffen het actuele publieke debat en zijn niet onrechtmatig, want niet nodeloos grievend of misplaatst suggestief.

“4.5. Ten aanzien van de vordering onder punt 3 overweegt de voorzieningenrechter dat de enkele stelling van Essence c.s. dat mr. H.F.C. Kuijpers maker is van de dagvaarding, nog niet betekent dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de Auteurswet. De Stelling c.s. hebben zulks gemotiveerd betwist (zie pleitnota mr. M.J. Jeths, pagina 6), zodat zonder enige nadere concrete onderbouwing van de zijde van Essence c.s., welke ontbreekt, niet kan worden gezegd dat sprake is van een werk dat auteursrechtelijke bescherming geniet. De dagvaarding is bovendien een nieuwsfeit waarvan de kennisneming door het publiek bijdraagt tot beter begrip van het ter openbare terechtzitting verhandelde en uiteindelijk van dit vonnis. Nu de dagvaarding reeds ter inzage heeft gelegen bij de centrale informatiebalie van de rechtbank, waar een ieder kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan en De Stelling c.s. ook overigens niet hebben onderbouwd welk (spoedeisend) belang zij hebben bij hun vordering tot het verwijderen en verwijderd houden van de inhoud van de dagvaarding en overige processtukken op www.stelling.nl en in uitgaven van Kleintje Muurkrant zullen deze vorderingen worden afgewezen.”

Lees het vonnis hier.

Op andere blogs:
Quafi (Dagvaarding en auteursrecht)

IEF 7251

Voor vrijheid en democratie

Rechtbank Rotterdam, 15 oktober 2008, LJN: BG2551,Volkspartij Voor Vrijheid En Democratie  Perfect Direct Mail B.V.

Automatiseringsgeschil met onbevredigend en onuitgewerkt auteursrecht-componentje. Geldige contractsovername? Wie is de wederpartij van de VVD m.b.t. het VVD.net project? Schadevergoeding m.b.t. (auteurs)rechten op software?

Partijen: “t.a.v. schade door het ontbreken van auteursrechten: Perfect Database zou de auteursrechten hebben verkregen indien T-Systems het project VVD.net naar behoren had afgerond. Nu dit niet is gebeurd, loopt Perfect Database de opbrengsten mis die zij hiermee had kunnen realiseren. Zij begroot deze op  E30.000,--“

“i)  Perfect Database haalt know how en intellectuele eigendomsrechten door elkaar. De know how van het project zit bij de werknemers van Perfect Database die het project hebben uitgevoerd, zodat Perfect Database dit niet is misgelopen.
(ii)  T-Systems betwist de hoogte van de schade en doet een beroep op eigen schuld.”

Rechtbank: “ De vordering tot vergoeding van niet verkregen auteursrechten en de vordering tot vergoeding van reputatieschade zal worden afgewezen, nu deze schadeposten onvoldoende feitelijk zijn onderbouwd.”

Lees het vonnis hier.