Auteursrecht  

IEF 2285

Overwegende en constaterende

Kamerstuk 28989, nr. 37, 2e Kamer.  Cultuurnota 2005-2008; Motie van het lid Dittrich om bij het beheer van muziekrechten in de EU de culturele diversiteit onder de aandacht te brengen. Voorgesteld 27 juni 2006.

“(…) constaterende, dat als gevolg van een aanbeveling van de Europese Commissie in oktober 2005 over liberalisatie van het collectieve beheer van muziekrechten in de online-omgeving er een ontwikkeling gaande is, waarbij sprake is van concentratie van muziekrechten bij slechts een paar van de allergrootste collectieve beheersorganisaties, hetgeen funest is voor de inkomensvorming van minder populaire componisten, tekstdichters en kleinere uitgeverijen in middelgrote en kleine lidstaten van de Europese Unie;”

Motie van het lid Dittrich c.s.

Voorgesteld 27 juni 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging, overwegende, dat het collectieve beheer van muziekauteursrechten belangrijk is voor de inkomensvorming van componisten, tekstschrijvers en muziekuitgevers;

overwegende, dat in Nederland Buma/Stemra als beheersorganisatie uitgebreid steun geeft aan activiteiten en evenementen die de Nederlandse muziekcultuur bevorderen en dat zodoende wordt bijgedragen aan de Europese culturele diversiteit op muziekgebied;

constaterende, dat als gevolg van een aanbeveling van de Europese Commissie in oktober 2005 over liberalisatie van het collectieve beheer van muziekrechten in de online-omgeving er een ontwikkeling gaande is, waarbij sprake is van concentratie van muziekrechten bij slechts een paar van de allergrootste collectieve beheersorganisaties, hetgeen funest is voor de inkomensvorming van minder populaire componisten, tekstdichters en kleinere uitgeverijen in middelgrote en kleine lidstaten van de Europese Unie;

overwegende, dat veranderingen in het beleid ten aanzien van collectief beheer van auteursrechten het beste door middel van een juridisch bindend instrument als een richtlijn tot stand kunnen worden gebracht; verzoekt de regering in de diverse vergaderingen die in Europa over dit thema worden gehouden, het belang van behoud van culturele diversiteit onder de aandacht te brengen; nodigt de regering uit de ontwikkelingen met betrekking tot de toepassing van de aanbeveling nauwlettend te volgen en de Kamer over harmonisatie- initiatieven op dit gebied tijdig te informeren,”

Dittrich, Van Vroonhoven-Kok, Leerdam, Nijs

IEF 2275

Van alles

Afstand doen van auteursrecht toch mogelijk? Het Brabants Dagblad bericht dat: "Het Trappistenklooster Maria Toevlucht uit Zundert ervoor heeft gezorgd dat het boek ’Monnikenwerk’ van monnik Arnold Bomans (de broer van) voorlopig niet verschijnt. Het boek zou kwetsend zijn voor de familie en vol onwaarheden staan. (…) De Zundertse abt wist niet dat er een boek zou komen. Ook de familie was volgens hem niet op de hoogte.

„Dat kan toch niet? De auteursrechten liggen bovendien bij ons omdat broeder Jan bij ons was ingetreden.“ Bij een intrede doet men volgens de kloosterregels afstand van alles."

Lees hier meer.

IEF 2271

Verplichte vergoeding

Conclusie AG Sharpston, HvJ EG 29 juni 2006, zaak  C-36/05. Commissie tegen Spanje. (Nog geen Nederlandse vertaling beschikbaar).

Verhuur en uitleenrechten. AG Sharpston is of the view that the Court should rule that the Kingdom of Spain has failed to fulfil its obligations under Articles 1 and 5 of the Directive on rental and lending rights and on certain rights relating to copyright in the field of intellectual property.

“In my view, however, the obligation to remunerate authors imposed by the first sentence of Article 5(1) of the Directive would be meaningless if, pursuant to the second sentence, Member States could set that remuneration at nil. The second sentence of Article 5(1) permits Member States to modify the level of the remuneration required by the first sentence ‘taking account’ of their cultural promotion objectives. It does not, however, authorise them to set a ‘zero’ remuneration. The concept of remuneration implies that the payments received by authors must be adequate compensation for their creative efforts.

Similarly, if the Member States could fix nil remuneration for all categories of lending establishments, it would have been pointless to stipulate in Article 5(3) that they could exempt only ‘certain’ establishments from the obligation to pay remuneration. Although Article 5(3) leaves the Member States a broad margin of discretion, the discretion is to determine the categories of establishments to be exempted. As discussed above, those categories cannot comprise effectively all establishments that are potentially liable."

Lees de volledige conclusie hier.

IEF 2270

Novum

Planet.nl bericht dat “Het Nederlandse persbureau Novum zonder toestemming berichten overneemt van persbureau Belga. Dat heeft Belga vastgesteld op grond van een aantal berichten over Belgische kwesties die via Novum zijn verspreid.

(..) Sinds 12 juni 2006 hebben Novum en Het Laatste Nieuws een samenwerking om wederzijds berichten over te nemen. Nieuwsartikelen van Belga zijn daar in principe van uitgesloten.

Hoofredacteur van Loon van Het Laatste Nieuws vindt het "een storm in een glas water. Als Novum al iets van onze site zou hebben overgenomen dat van Belga afkomstig was, en dat moet ik nog zien, dan zouden ze dat toch hebben herschreven. Ik heb geen weet van verkeerd handelen door Novum.

Novum werd in november 2004 in kort geding veroordeeld wegens het pikken van berichten van het ANP op grond van harde bewijzen. In Hoger beroep (arrest hier) verwierp het gerechtshof dit vonnis. De bodemprocedure loopt nog.”

Lees hier meer.

IEF 2269

Exceptio Obscuri Libelli

Hof van Beroep Antwerpen 19 juni 2006, zaaknr. 2005/AR/1145, Mirror & Glass Manufacturing Group BVBA/Brijs - Distri-Mark BVBA/Plieger (Met dank aan Gino van Roeyen van Banning Advocaten en Bart van de Venster van LVV Advocaten)
 
In eerste aanleg. Benelux Auteursrecht. Zeldzaam procesrechtelijke verweer, de 'obscuur libel' in Belgische auteursrechtelijke kwestie, die daardoor niet inhoudelijk behandeld wordt.

 

Mirror & Glass stellen dat Distri-Mark in België en Plieger in Nederland een spiegel verhandelen, die een inbreuk vormt op de auteursrechten van Mirror&Glass. Distri-Mark c.s. voert daarop aan dat Mirror&Glass heeft nagelaten in de inleidende dagvaarding aan te geven waarop de vermeende inbreuk betrekking heeft. Er zou geen aanduiding zijn door welke handelingen Distri-Mark c.s. deze inbreuken zouden hebben gepleegd. Daardoor zouden zij niet in staat zijn verweer te voeren. Distri-Mark c.s. verzoeken de nietigheid van de inleidende dagvaarding uit te spreken.

De Rechtbank van Turnhout willigt dit verzoek in eerste aanleg in; zij constateert dat Mirror&Glass heeft nagelaten de middelen te vermelden waarop haar vordering rust. In haar dagvaarding heeft Mirror&Glass enkel een aantal foto's van haar eigen spiegels overlegd en een catalogus van Karwei, waarvan zij stelde dat deze de inbreukmakende spiegels van Distri-Mark c.s. bevatten. Distri-mark c.s. hebben deze spiegels echter niet aan Karwei geleverd. Mirror&Glass heeft ook geen catalogi etc. van Distri-Mark c.s. overgelegd waarin de vermeende inbreukmakende spiegels zouden staan.
 
Het Hof van Beroep Antwerpen stelt dat onder "middelen van de vordering" moet worden verstaan, de feitelijke elementen die aan de vordering ten grondslag liggen en niet de rechtsgrond waarop de vordering gesteund is. Door de opgave van de middelen van de vordering moet de verweerder  de mogelijkheid krijgen zijn verweer te organiseren en moet de rechter in de gelegenheid worden gesteld, met de eerbiediging van de rechten van de verdediging , op de regelmatig voorgedragen feiten, onder het voorwerp en de oorzaak van de vordering te wijzigen, de rechtsregels toe te passen op grond waarvan hij de vordering zal inwilligen of afwijzen.
 
Het onderwerp van de inleidende dagvaarding betreft de staking van elke mogelijke namaak, zonder dat omschreven wordt waaruit die namaak bestaat en evenmin wordt omschreven wat het vermeende nagemaakte object zou zijn. Er wordt louter verwezen naar catalogi, niet naar een concreet werk waarvoor auteursrechtelijke bescherming wordt geëist. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechbank Turnhout.
 
Lees vonnis hier en arrest hier.

 

IEF 2266

Geregeld in de auteurswet

Persbericht van o.a. de Vereniging van Openbare Bibliotheken: "Bibliotheken en uitgevers hebben op een akkoord bereikt over het uitlenen van multimediaproducten. Daarmee is een einde gekomen aan een jarenlange discussie hierover. Het akkoord gaat in op 1 september 2006 en wordt na twee jaar geëvalueerd.

Bibliotheken mogen zonder voorafgaande toestemming auteursrechtelijk beschermde werken zoals boeken, cd’s en dvd’s uitlenen. Dat is geregeld in de auteurswet. Die bepaalt ook dat rechthebbenden een billijke vergoeding krijgen. Computerprogramma’s vallen echter niet onder deze regeling, tenzij zij onderdeel uitmaken van een zogenaamde informatiedrager en alleen dienen om die gegevens toegankelijk te maken. In alle andere gevallen is voor het uitlenen expliciet de toestemming nodig van de rechthebbende. In de praktijk blijkt dit onderscheid niet altijd eenvoudig te maken en aanleiding tot discussie – en zelfs rechtszaken – te geven.

De uitgevers en de bibliotheken hebben daarom nu afgesproken dat alle multimediaproducten die als ‘game’ kwalificeren niet zonder expliciete toestemming uitgeleend mogen worden. Games zijn herkenbaar aan de zogenaamde PEGI-classificatie. Informatieve en educatieve software mag in beginsel wel worden uitgeleend, tenzij er in uitzonderingsgevalleen een expliciet verbod op rust.

Om te voorkomen dat bibliotheken steeds moeten verifiëren of een multimediaproduct wel of niet uitgeleend mag worden, is afgesproken dat NBD-Biblion een centrale rol vervult. NBD-Biblion, die de inkoop, omwerking en distributie voor bibliotheken verzorgt , zal alleen multimediaproducten aanbieden die uitgeleend mogen worden. Op die manier bestaat er voor bibliotheken nooit een risico dat ze beschikken over niet rechtmatig uitleenbare producten.

Uiteraard is voor alle uitleningen een leenvergoeding verschuldigd, die op de gebruikelijke wijze wordt vastgesteld en geïncasseerd. Alle producten die voor 1 september 2006 reeds zijn aangeschaft kunnen tijdens de duur van de overeenkomst worden uitgeleend mits de leenvergoeding wordt betaald.

De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) is tevreden met dit akkoord dat ervoor zorgt dat de bibliotheken hun multimediacollectie op peil kunnen houden. Het Nederlands Uitgeversverbond en de NVPI zijn blij dat voor hun leden een praktische regeling is getroffen die voldoende waarborgen biedt voor een verantwoorde exploitatie van multimediaproducten."

Lees het perbericht ook hier of hier. Lees de Uitleenregeling voor Multimedia hier.

IEF 2263

Het Parfumgeur-arrest van de Hoge Raad

Een commentaar van Herman Cohen Jehoram, emeritus hoogleraar recht van de intellectuele eigendom.

“(…) wanneer men de lijst van specifieke auteursrechtelijk beschermde werken in verdrag en wet nagaat, dan betreft het hier uitsluitend werken die vatbaar zijn om gezien of gehoord te worden. Het is ook wel onbestreden dat de ‘founding fathers’ van de Berner Conventie en ook van onze auteurswet alleen daaraan gedacht hebben en daarop hun teksten specifiek hebben ingericht. Allerlei onderdelen van het auteursrecht en ook van de beperkingen erop zijn niet toe te passen op een ‘geurwerk’ als nu in Nederland is erkend. In het Kecofa-Lancôme-geding tilden advocaat-generaal en Hoge Raad hier niet zwaar aan.”

Lees het volledige commentaar hier. Lees het arrest van de Hoge Raad in Lancôme - Kécofa hier.

IEF 2251

Drie paar

Het ANP  bericht dat de schoenfabrikant Van Bommel in een kort geding eist dat de Italiaanse branchegenoot Adelchi de productie en verkoop van drie vermeendelijk inbreukmakende modellen staakt. Eén model wordt in Nederland onder meer door Van Woensel onder de naam Trend One verkocht. De Italianen hebben niet gereageerd.

Het kort geding dient dinsdag in Amsterdam. Advocaat E. Louwers van Van Bommel is volgens het bericht "van plan de drie schoenen mee te nemen om de rechter ervan te overtuigen dat er sprake is van namaak-Van Bommels.”

Lees hier iets meer (Telegraaf).

IEF 2250

Alleen de Liefde overwint alles

Vzr. Rechtbank Zwolle-Lelystad, 23 juni 2006, KG ZA 06-186. D. Smits tegen W. Hooijer (Met dank aan Arjan Maes, Dommerholt Advocaten).

Liefdesgedichten moeten aangetekend worden verzonden.

In geschil is de vraag of Hooijer het recht heeft om de gedichten van Nel Benschop die hij in bezit heeft openbaar te maken en te verveelvoudigen door deze uit te geven op CD. Vast staat dat Nel Benschop de bewuste gedichten aan Hooijer heeft meegegeven en dat zij met betrekking tot die gedichten heeft geschreven: “t.b.v. een te maken cd”. De vraag is echter of dit voldoende is om daar de rechten aan te ontlenen die Hooijer stelt te hebben.

Op 31 januari 2005 is de dichteres Nel Benschop overleden aan de gevolgen van de ziekte vasculaire dementie. Erfgenaam van Benschop is Dick Smits. Benschop heeft behalve haar religieuze werk ook ongeveer 200 liefdesgedichten (volgens diverse media over 'haar relaties met getrouwde mannen') geschreven. Deze gedichten zijn nooit uitgegeven en — op één uitzondering na — ook nooit op andere wijze openbaar gemaakt. In de map waarin deze gedichten verzameld zijn, heeft zij geschreven: “Na mijn dood mag hier eventueel uit gepubliceerd worden. Dick moet hierover beslissen

Van Nel Benschop zijn verschillende (religieuze) dichtbundels verschenen. In totaal zijn er ook vier CD’s uitgegeven met gedichten van Nel Benschop op muziek gezet. Deze CD’s zijn door Hooijer geproduceerd.

In 1997 heeft Benschop in het tv-programma Villa Felderhof één liefdesgedicht voorgedragen. Zij heeft in datzelfde programma aangegeven dat zij niet wilde dat deze gedichten openbaar zouden worden gemaakt. Op 21 februari 2001 heeft Benschop aan Hooijer een aantal originele gedichten meegegeven met de begeleidende tekst: “Op 21 februari 2001 meegegeven aan Wim Hooijer t.b.v. een te maken CD. Nel Benschop” In april 2001 of 2002 is Benschop in de studio van Hooijer geweest, waar zij de aan Hooijer meegegeven gedichten heeft ingesproken. Op 21 juli 2001 verschijnt in de Groene Amsterdammer een interview met Benschop. In dit interview verklaart Benschop dat ze haar liefdesgedichten nooit heeft gepubliceerd, niet alleen omdat ze nogal persoonlijk zijn, maar vooral ook omdat ze zo droevig zijn.

De vraag is nu welke betekenis toegekend moet worden aan de zin: ‘t.b.v, een te maken C.D’. Enerzijds is hierbij van belang dat Hooijer Benschop nadien heeft opgehaald en dat Benschop vervolgens in de studio de gedichten ten behoeve van de opname heeft gedeclameerd. terwijl Benschop ook nog foto’s heeft meegegeven voor de CD-hoes. Anderzijds heeft Benschop aangegeven dat Smits moest beslissen of haar liefdesgedichten na haar dood zouden worden gepubliceerd Voorts heeft zij zowel in 1997 (in het Tv-programrna Villa Felderhof) als in 2001 (het interview in de Groene Amsterdammer) een duidelijke schroom getoond als het ging om de publicatie van haar liefdesgedichten.

Het komt de voorzieningenrechter in het licht van het bovenstaande dan ook onwaarschijnlijk voor dat de enkele medewerking van Nel Benschop aan het maken van een CD reeds impliceerde dat voor de publicatie van de CD na het overlijden van Benschop de medewerking van Smits niet nodig was. De door Hooijer verdedigde gedachte valt moeilijk te rijmen met de eerdere uitlatingen van Benschop, maar ook met haar verklaring in de Groene Amsterdammer, welke uit diezelfde periode stamt.

Voorts is ook opmerkelijk dat niets is vastgelegd over de omvang van de publicatie, over de financiering en over andere punten die normaal gesproken bij publicatie en uitgave van een CD geregeld worden, Daarnaast is het ook nog de vraag of Benschop in de betreffende periode nog in staat was om haar wil te bepalen en of Hooijer gerechtvaardigd op de verklaring van Benschop af mocht gaan.

Gelet op het feit dat Hooijer een professional is in de muziekindustrie en weet wat er bij productie en uitgave van een CD komt kijken en hoe zoiets geregeld hoort te worden, is zijn handelwijze bij de totstandkoming van de CD, nu er niets geregeld is, althans niet op papier, het om een hoogbejaarde vrouw gaat en alles buiten medeweten van de naasten van Benschop om heeft plaatsgevonden, onzorgvuldig te noemen. Temeer aangezien Hooijer, naar eigen zeggen, een goede relatie had met Benschop en haar eerdere wens om de gedichten niet te publiceren bij hem bekend mag worden verondersteld.

Op grond van het voorgaande acht de voorzieningenrechter de overige vorderingen van Smits toewijsbaar, met dien verstande dat het enkele maken van de bedoelde CD, gelet op het schrijven van Benschop, niet als onrechtmatig kan worden beschouwd, Om die reden zal Hooijer in deze procedure niet veroordeeld worden tot afgifte van de CD aan Smits.

De voorzieningenrechter veroordeelt Hooijer tot het binnen 24 uur na betekening van dit vonnis aan de raadsman van Smits aangetekend toezenden van al de originele (liefdes)gedichten welke hij van mevrouw Benschop onder zich heeft c.q. tot zijn beschikking heeft, veroordeelt Hooijer tot het, na betekening van dit vonnis, onmiddellijk staken en gestaakt houden van iedere inbreuk op de auteursrechten van Smits op de werken van mevrouw Benschop, meer in het bijzonder door deze gedichten c.q. werken, of één van hen, of delen van één van de werken, op welke wijze en in welke vorm ook, te verveelvoudigen en/of openbaar te maken.

Lees het vonnis hier. Mediaberichtgeving o.a. hier.

IEF 2246

Fama Volat (2)

Christiaan Alberdingk Thijm volgt de berichtgeving in de media over de vermeende belangenverstrengeling in de zaak Zoekmp3.nl met verbazing. Op solv.nl schrijft hij:

“Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof Amsterdam van 15 juni 2006 in de ZoekMP3-zaak is discussie ontstaan over de integriteit van één van de rechters die de zaak heeft behandeld. Als advocaat die de zaak in eerste aanleg bij de rechtbank Haarlem voor ZoekMP3 heeft bepleit (in hoger beroep werd geen verweer gevoerd), heb ik die discussie met verbazing gevolgd.

Het verwijt zou zijn dat raadsvrouwe E.A. Mout-Bouwman in het bestuur zou zitten van de ALAI, de internationale vereniging voor auteursrecht. Een journalist van WebWereld heeft uitgezocht dat het secretariaat van de Nederlandse pendant van die vereniging op het adres van Buma/Stemra wordt gevoerd. Buma/Stemra is weer aangesloten bij Brein, de eiser in de ZoekMP3-zaak. Hoogst verdacht, zo impliceert de journalist. Guilty by association, noemen ze deze redenering in de VS.

Het kwalijke is dat het niet bij deze verdachtmakingen in WebWereld is gebleven, maar dat het nieuws ook het landelijke dagblad Het Parool heeft gehaald. Het op een dergelijke lichtvaardige manier in twijfel trekken van de integriteit van een rechter is buitengewoon kwalijk. Bestuurslid zijn van een vereniging voor auteursrecht impliceert geen enkele bevooroordeeldheid. Ik ben nota bene lid van die vereniging en met mij vele anderen die het van belang achten te discussieren over de reikwijdte van het auteursrecht. Er bestaat geen enkele aanleiding te twijfelen aan de integriteit van raadsvrouwe Mout-Bouwman.”

Lees het bericht ook hier. Eerdere berichten hier.