Auteursrecht  

IEF 2391

Meer rechten (3)

Rechtbank Utrecht, 20 juli 2006, KG ZA 06-566. Annemarie Postma tegen Uitgeverij Aspekt.

Vonnis in de hier al eerder besproken zaak. 

Postma vordert Aspekt te bevelen de distributie van de bij haar aanwezige exemplaren van de titels “Liefde maken”, “Ik hou van mij” en “Happy single in de war” te staken en gestaakt te houden en haar te verbieden enige titel van Postma te herdrukken.

De kern het geschil wordt gevormd door de vraag of de aard van de uitgeefovereenkomst als zodanig  zich tegen opzegging verzet. Aspekt (zonder  advocaat) heeft immers betwist dat een dergelijke overeenkomst kan worden opgezegd. Met Postma is de voorzieningen rechter van oordeel dat de onderhavige uitgeefovereenkomsten te kwalificeren zijn als duurovereenkomsten die opzegbaar zijn, tenzij de aard daarvan met zich meebrengt dat opzegging niet redelijk is. De inhoud van de met Postma gesloten overeenkomsten sluit een opzegbaarheid niet uit.


De samenwerking tussen Postma en Aspekt is in de loop van de tijd verstoord geraakt. Er hebben sedert medio 2004 geen wezenlijke contacten over mogelijke herdrukken, promotie en beleid mei betrekking tot de verzorging van de uitgaven van de boeken van Postma meer plaatsgevonden.

Postma heeft hij brief van 29 oktober 2004 van haar toenmalige raadsman de uitgeefovereenkomsten met onmiddellijke ingang opgezegd. Nadien hebben partijen getracht alsnog tot overeenstemrning te komen. Aspekt is de boeken van Postma blijven verkopen en distribueren en zij vermelde de boeken van Postma in haar catalogi en op haar website. Bij brief van 28 november 2005 heeft Postma de uitgeefovereenkomsten nogmaals opgezegd.

Postma heeft voorshands ook aannemelijk gemaakt dat de redelijkheid zich niet tegen opzegging van de overeenkomsten verzet. Daarbij is het volgende van belang.

De overeenkomsten zijn in een relatief kort tijdsbestek, tussen 2002 en 2004, gesloten. De titels ‘Liefde maken’ en ‘Ik hou van mij” vertolken de ideeën van Postma over eigenwaarde en de titel “Happy single in de war” is een bundeling van eerder in hot Algemeen Dagblad verschenen columns.

De titels zijn bij Aspekt in zeer korte tijd achtereenvolgend uitgebracht. De omstandigheid dat de royalties in de loop van de tijd sterk zijn teruggelopen duidt er voorshands op dat de titels in hun huidige vorm aan het einde van hun cyclus zijn gekomen. Het  feit dat de relatie tussen Postma en Aspekt verstoord is geraakt brengt voorts mee dat een redelijk overleg over mogelijke heruitgaven en de daaraan te stellen eisen voor wat betreft de vormgeving of publiciteit en promotieactiviteiten bijzonder moeizaam zal zijn. Van Postma kan niet worden verlangd dat zij gehouden is tot een gedwongen vorm van samenwerking of tot een heruitgave van boeken waarvan zij stelt, zich in de uiterlijke presentatie daarvan, niet meer te kunnen herkennen, Ten slotte is van belang dat Postma voor een aantal voorgenomen uitgaven reeds een andere uitgeverij heeft aangezocht.

De voorzieningenrechter is echter met Aspekt van mening dat de opzegtermijn, mede gelet op de nog aanwezige voorraad van 6800 exemplaren van de onderhavige drie titels, niet redelijk Is. Een opzegtermijn van vier maanden is daartoe te kort. Aspekt heeft aannemelijk gemaakt dat de voorraad op korte termijn niet uitgeput al zijn en dat zij enige tijd behoeft om wegen te vinden om zonder al te veel schade door de voorraad heen te komen. De voorzieningenrechter zal daarom bepalen dat Aspekt de distributie zal moeten staken per 1 januari 2007.

Lees het vonnis hier. Eerder bericht over uitgeverij Aspekt hier.

IEF 2387

Meer rechten (2)

Boekblad komt met een aanvulling op de zaak  Postma (eerder bericht hier).  Een samenvatting in citaten: "De rechter baseerde zich voor zijn uitspraak op de verstoorde verhoudingen tussen uitgever en auteur, die al vanaf oktober 2004 bezig is om bij Aspekt weg te komen.
 
Perry Pierik van Aspekt stelde zich op het standpunt dat uitgeefovereenkomsten juist bedoeld zijn om de verhoudingen te regelen als beide partijen niet meer redelijk met elkaar kunnen overleggen. Volgens mr. Germ Kemper, raadsman van Postma, heeft die houding iets weg van 'moderne slavernij'.


Pierik vergelijkt de zaak met het Bosman-arrest (zie artikelsuggestie eerder bericht - IEF), dat voetballers in staat stelt om na afloop van hun contract zonder vergoeding van club te wisselen. 'Als een verstoorde verhouding genoeg is om de deur uit te kunnen wandelen, vraag ik mij af wat de waarde van zo'n contract nog is.'
 
Aspekt mag de huidige voorraad van Postma's boeken nog tot 31 december van dit jaar verkopen. Daarna staat op elke overtreding een dwangsom van 1000 euro per boek. De rechten van haar boeken zijn per direct teruggegeven aan de auteur. Het is volgens Kemper slechts één keer eerder voorgekomen dat een auteur zijn backlist meekreeg na een rechtszaak.” 

Lees hier meer (alleen abonnees Boekblad)

IEF 2386

Uiteindelijk onvoldoende

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 4 juli 2006, LJN AY4587. European Communications Consultancy Team B.V. tegen Codec Telecom B.V.

Uiteindelijk onvoldoende bewijs om onrechtmatige concurrentie door ex-werknemers voorshands aannemelijk te achten.

Het subsidiaire verweer slaagt voorzover het betrekking heeft op de grondslagen die bestaan uit de aanname van enig IE-recht op de producten. Dat een zodanig recht, waaronder met name ook het auteursrecht, aan de zijde van ECCT bestaat enerzijds en dat de door Codec cs verhandelde producten anderzijds daarop een inbreuk maken anderzijds, is onvoldoende toegelicht om in dit kort geding voor aannemelijk te kunnen houden.

Lees het vonnis hier.

IEF 2383

Meer rechten

NRC Handelsblad bericht dat de rechtbank Utrecht donderdag heeft bepaald (wie het vonnis heeft, mag het mailen)  dat Uitgeverij Aspekt de huidige voorraad van drie titels van schrijfster Annemarie Postma vanaf 1 januari 2007 niet meer mag verkopen. Postma had het kort geding aangespannen omdat de schrijfster wilde overstappen naar een nieuwe uitgeverij en Aspekt niet wilde instemmen met een met een eenzijdige  opzegging. “Volgens de raadsman van Annemarie Postma geeft het vonnis auteurs meer rechten.”

Artikelsuggestie: “Het voetbaltransfersysteem in de uitgeverij, naar een werkbare oplossing voor arbeidsconflicten tussen uitgevers en auteurs."

IEF 2382

Is het motief al bekend?

Laatste rechtbankverslag voor het weekend: O.a. nu.nl bericht vrij uitgebreid over de zaak Hema-Blokker. “Hema kan wel beweren dat zijn mokken, borden en kussenslopen met bloemmotieven origineel zijn, maar al sinds de flower power-periode in de jaren '60 zijn bloemetjes mateloos populair. Hema heeft dan ook niet het alleenrecht op artikelen met fleurig bloemontwerp. Dat betoogde de advocaat van de winkelketen Blokker, Jos Fruytier, vrijdag in de rechtbank in Amsterdam.

(…) Maar volgens Hema gaat het niet om de trend. "Dat is alleen een richting. Het gaat om de concrete invulling", betoogde advocaat Wolter Wefers Bettink. (…) De rechter doet 10 augustus uitspraak.

Lees hier of hier meer.

IEF 2381

Vrijdagmiddagberichten

- List of generic and genericized trademarks, From Wikipedia, the free encyclopedia

Lees hier meer.

- Monochrom's attempt to evaluate the actual power of brands by making Austrian people draw a total of twelve logos (nine international, three typically European) from memory, 25 people per brand. Salut, share of mind!

Lees hier meer (klik op de logo's)

- Google Video actually includes a couple of seminars on patents, patent law and inventor resources.  A terrific example is Patent Attorney Katherine White’s video seminar outlining the process by which a patent application should be reviewed.

Lees hier meer

- De Zweedse zakenrechtbank straft Metro vanwege de verkoop van de gehele vóórpagina als advertentie. De advertentie bood het beeld van een ramp en dat leek volgens de rechtbank te veel op echte verslaggeving. Daarmee zaaide Metro verwarring.

Lees hier meer
 
- You can't cut the sex and violence. A Colorado judge rightly rules that companies can't sell or rent sanitized versions of movies. 16 leading directors joined the major studios and the Directors Guild of America in suing a group of companies that dared to edit profanity, sex and violence out of movies without permission.

Lees hier meer 

- Een Zweeds bedrijfje biedt een verzekering aan voor de financiële gevolgen van het schenden van auteursrechten op het internet. Voor vijftien euro per jaar betaalt het alle boetes die een rechtbank aan een cliënt oplegt voor het illegaal delen of downloaden van muziek en films via internet.

Lees hier meer

IEF 2375

Een woord een woord (2)

Aanvullende opmerking: Het aardige van het Blik op de Weg vonnis van 18 juli (bericht hier) is dat De Haas wordt veroordeeld een door de AVRO voorgelegd contract te ondertekenen ("beveelt De Haas de overeenkomst die als bijlage A door AVRO ter zitting is overgelegd, te ondertekenen en de inhoud daarvan na te leven").

Een vrij opmerkelijke uitspraak, die geen of weinig precedenten kent, hoewel de literatuur er niet negatief tegenover lijkt te staan.

IEF 2372

Een bewust lege-stoel-beleid

Kamervragen met antwoord, nr. 1843, 2e Kamer. Vragen van het lid Van Dam (PvdA) aan de minister van Justitie over een verzoek tot een wijziging van de statuten van SONT.; antwoord

“Op grond van het voorgaande acht ik de kwalificatie `schijnvertoning’ misplaatst. De mogelijke onwil van bepaalde betalingsplichtigen om constructief in de SONT te participeren moet niet op de SONT als zodanig, noch op haar voorzitter, worden afgewenteld. Omdat het huidige stelsel nog maar recent door het parlement is aanvaard, zie ik geen aanleiding nu al - en voordat de aangekondigde initiatieven van de Europese Commissie bekend zijn - tot een herziening over te gaan.”


Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het verzoek van de voorzitter van de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoedingen (SONT) voor een statutenwijziging om ook vertegenwoordigers van producenten van apparatuur deel te kunnen laten nemen aan het overleg in de SONT?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Bent u voornemens deze voorgestelde statutenwijziging goed te keuren?

Antwoord 2
Ja, het is immers uit representativiteitsoverwegingen een goede zaak als de SONT zich open stelt voor organisaties van betalingsplichtigen die wel belang hebben bij deelname aan de besluitvorming in de SONT, maar daar nu statutair niet toe in de gelegenheid zijn. Op grond van artikel 16e, eerste lid, Auteurswet moet het bestuur van de SONT immers zodanig zijn samengesteld dat de belangen van zowel makers en hun rechtverkrijgenden als van betalingsplichtigen op evenwichtige wijze worden behartigd.

Vraag 3
Is het u eveneens bekend dat de Stichting Overlegorgaan Blanco Informatiedragers (STOBI) de gang naar de rechter heeft gemaakt uit onvrede over het functioneren van de SONT en zowel de SONT als de Stichting Thuiskopie (STK) heeft gedagvaard? Zo ja, hoe beoordeelt u deze gang van zaken?

Antwoord 4
Ja. Ik onthoud mij van uitspraken over lopende juridische procedures.

Vraag 4
Is het u bekend dat er volgens de STOBI zelden binnen de SONT besluiten zijn genomen op basis van overeenstemming? Kun u aangeven of dat een correcte weergave van de gang van zaken is? Is het derhalve correct dat in veel gevallen de voorzitter besluiten heeft genomen, zoals de statuten voorschrijven voor situaties waarin partijen het niet eens zijn? Zo ja, is er sprake van zelfregulering als in de praktijk veel reguleringsbesluiten worden genomen door een door u benoemde voorzitter in plaats van door de belanghebbenden zelf benoemde voorzitter?

Antwoord 4
Uit van de SONT verkregen informatie blijkt dat er sinds haar oprichting in 1991 negentien tariefbesluiten door de SONT zijn genomen. In elf gevallen ging het daarbij om een unaniem besluit van de partijen zelf binnen de SONT, in drie gevallen om een door de voorzitter geconstateerde consensus en in slechts vijf gevallen om een door de voorzitter zelf, overeenkomstig de statuten, bij gebreke van overeenstemming tussen de SONT-partijen genomen besluit. De voorzitter heeft daarbij niet alleen besloten tot de introductie of verhoging van tarieven; ook heeft de voorzitter besloten tot de vaststelling van een nultarief (geheugenkaarten en flash memory) evenals tot een verlaging van de bestaande tarieven (dvd-r/rw en dvd+r/rw). Deze gegevens weerspreken het door sommigen gewekte beeld dat de SONT een onderhandelingsplatform zou zijn waar het primaat van de voorzitter domineert. Weliswaar wordt de voorzitter formeel door de Minister van Justitie benoemd, maar in de praktijk niet dan na voorafgaand overleg met en instemming van alle betrokken SONT-partijen.

Vraag 5 en 6
Wat vindt u ervan dat de vertegenwoordigers van de producenten van apparatuur (ICT-Office en FIAR) vooralsnog weigeren deel te nemen aan het overleg in de SONT? Kan er sprake zijn van zelfregulering als belanghebbenden zichzelf niet willen reguleren?

Antwoord 5 en 6
Formeel bestaat daartegen nog geen bezwaar, omdat men officieel nog geen zitting heeft in de SONT. Het zou echter contraproductief zijn als men, nadat men zich eerst heeft beklaagd over het feit dat in de SONT wordt besloten zonder dat aan dat overleg kan worden deelgenomen, daarvan vervolgens, nadat men de gelegenheid daartoe via statutenwijziging wel heeft gekregen, bewust af zou zien. Daarmee wordt de SONT als onderhandelingsplatform onnodig van haar draagvlak beroofd. Tijdens het algemeen overleg hierover op 30 november 2005 heb ik al aangegeven dat er geen premie kan staan op een bewust lege-stoel-beleid (Tweede Kamer, 2005/06, 30300 VI, nr. 109). Kiest men daar toch voor, dan moet men zich vervolgens niet beklagen over het feit dat de SONT, al dan niet via de voorzitter, een besluit heeft genomen waarmee men het niet eens is.

Vraag 7
Bent u voornemens om bij deze voorgestelde statutenwijziging de huidige discussie, rond het functioneren van de SONT en de weigering van producenten van apparatuur om deel nemen aan het overleg in SONT, te betrekken in uw afweging?

Antwoord 7
Beide vormen voor mij geen reden om goedkeuring aan de voorgestelde statutenwijziging te onthouden. Zie overigens mijn reactie op de twee voorgaande vragen.

Vraag 8
Bent u, alles overziend en daarbij het grote belang voor de economie, consumenten, producenten en rechthebbenden afwegend, tevreden over het functioneren van zelfregulering op dit gebied?

Antwoord 8
De SONT heeft sinds haar oprichting, en mede dankzij het optreden van de voorzitter, lange tijd goed gefunctioneerd als platform voor zelfregulering. Om die reden heeft de Tweede Kamer met de aanvaarding van het wetsvoorstel ter implementatie van Richtlijn nr. 2001/29 over het auteursrecht in de informatiemaatschappij ook ingestemd met handhaving van de SONT als zelfreguleringsplatform. Kortheidshalve zij verwezen naar wat hierover al is opgemerkt in mijn reactie op de vragen van de Leden Gerkens en Irrgang van 28 november 2005 (Tweede Kamer, 2005/06, Aanhangsel, p. 967/968). De huidige problemen binnen de SONT worden, naar mijn indruk, vooral veroorzaakt door onduidelijkheden in de EG-richtlijn zelf, het gebrek aan harmonisatie op communautair niveau en, mede hierdoor, de afwijzende opstelling van sommige groepen betalingsplichtigen. Om die reden heb ik ook eind vorig jaar schriftelijk bij Commissaris McCreevy aangedrongen op Europese initiatieven ter zake. Die worden eind dit jaar verwacht. Ik heb de Tweede Kamer al bericht dat ik erop vertrouw dat de SONT met de introductie van nieuwe vergoedingen op blanco dragers of apparatuur voorlopig pas op de plaats zal maken in afwachting van deze Europese ontwikkelingen (Tweede Kamer, 2005/06, 30300 VI, nr. 113).

Vraag 9
Zou het niet beter zijn als u zelf de regels vaststelt, zodat sprake kan zijn van parlementaire controle, in plaats van dat we elkaar wijsmaken dat er sprake is van zelfregulering terwijl in de praktijk besluiten worden genomen en ook in de toekomst genomen zullen worden door een door u benoemde voorzitter? Zou het niet beter zijn als uzelf de verschillende belangen tegen elkaar zou afwegen en daarover verantwoording zou afleggen aan het parlement in plaats van de bestaande schijnvertoning te continueren?

Antwoord 9
Op grond van het voorgaande acht ik de kwalificatie `schijnvertoning’ misplaatst. De mogelijke onwil van bepaalde betalingsplichtigen om constructief in de SONT te participeren moet niet op de SONT als zodanig, noch op haar voorzitter, worden afgewenteld. Omdat het huidige stelsel nog maar recent door het parlement is aanvaard, zie ik geen aanleiding nu al - en voordat de aangekondigde initiatieven van de Europese Commissie bekend zijn - tot een herziening over te gaan.

IEF 2371

Een woord een woord

Rechtbank Arnhem, 18 juli 2006, LJN: AY4137. Algemene Omroepvereniging Avro tegen Leo De Haas TV-Produkties B.V.

IE-contractenrecht: De Haas produceert in opdracht van AVRO het televisieprogramma Blik op de Weg. Dit programma wordt gepresenteerd door de directeur van De Haas, te weten Leo de Haas. Partijen hebben hun afspraken met betrekking tot de productie en uitzending van Blik op de Weg vastgelegd in een productieovereenkomst.

Gedurende de looptijd van de overeenkomst zal Leo de Haas geen soortgelijk verkeersprogramma produceren, noch meewerken aan de productie van een soortgelijk programma - op welke manier dan ook -, voor televisie ten behoeve van een andere omroep in Nederland, zonder toestemming van de AVRO. Op 1 februari 2006 heeft De Haas echter contact opgenomen met Talpa en moet nu met de billen bloot.

De rechtbank beveelt De Haas nu om binnen zeven (7) dagen na betekening van dit vonnis volledige en juiste opgave te doen van alle keren dat zij in de periode van 21 maart 2006 tot en met de datum waarop deze opgave wordt gedaan, met andere omroepen dan AVRO heeft gesproken over de productie van enig verkeersprogramma, alsmede van de inhoud van die gesprekken, en AVRO afschrift te verstrekken van alle bescheiden waarover De Haas beschikt die op dat overleg zien.

Lees het vonnis hier.

IEF 2361

Vlonders en pergola's

Gerechtshof Leeuwarden, 12 juli 2006, LJN: AY4127. De Industrie- en Handelsonderneming tegen De Handelsmaatschappij.
 
De  Industrie- en Handelsonderneming baseert in deze zaak haar tegen de Handelsmaatschappij ingestelde vorderingen op een inbreuk door de Handelsmaatschappij op het auteursrecht dat zij (de Industrie- en Handelsonderneming) stelt te hebben op een foto waarop - in essentie weergegeven - te zien is een houten tuinhuisje, vlonders en pergola's in een landelijke omgeving, welke foto is geplaatst in een door haar in 1996 uitgegeven jubileumnummer van de "Tuinplezier Koerier 1996".

De gestelde inbreuk door de Handelsmaatschappij bestaat naar stelling van de Industrie- en Handelsonderneming hierin dat eerstgenoemde dezelfde foto heeft afgedrukt in een door haar uitgegeven catalogus onder de naam "Tuindeco catalogus 2003". Het eventuele auteursrecht van de "architect" van de op de foto waarneembare opstelling van het tuinhuisje c.a. en zijn omgeving, is in deze procedure derhalve niet aan de orde.


De Industrie- en Handelsonderneming heeft in haar gedingstukken niet in toereikende mate uiteengezet wat haars inziens het eigen karakter van de foto is, als gevolg waarvan de foto zou kunnen worden aangemerkt als een werk in de zin van de Auteurswet.. De facto heeft zij volstaan met de herhaalde stelling dat sprake is van een werk in meerbedoelde zin, daartoe - in reactie op het door de Handelsmaatschappij gevoerde verweer dat van een werk geen sprake is - in haar laatst genomen akte slechts aanvoerende dat haar werkneemster werkneemster de foto heeft genomen "met gebruikmaking van haar eigen interpretatie van het geheel".

In het verband van de vraag wie als auteursrechthebbende op de foto is aan te merken, heeft de Industrie- en Handelsonderneming verder nog gesteld dat de fotograaf slechts "fysiek uitvoerder" is geweest en dat zij (de Industrie- en Handelsonderneming) de samenstelling van de te fotograferen objecten, de kleuren en de gehele setting heeft bedacht en voorbereid, doch dit een en ander ziet niet zozeer op het makerschap van een fotografisch werk als zodanig doch veeleer op het makerschap van het op de foto vastgelegde werk, welk laatste onderwerp als reeds overwogen niet de inzet is van het geding.

Met betrekking tot de eveneens door de Industrie- en Handelsonderneming geponeerde stelling dat zij heeft aangegeven van welke afstand en uit welke hoek gefotografeerd moest worden, overweegt het hof dat aan de hand van de gedeponeerde foto's niet valt waar te nemen dat op dit of enig ander punt sprake is van een eigen karakter, nu de foto ten aanzien waarvan naar stelling van de Industrie- en Handelsonderneming sprake is van een auteursrechtelijke inbreuk, een sterk "technisch" karakter heeft waaruit niet een persoonlijk stempel van de maker blijkt.

Het boven overwogene leidt het hof tot de conclusie dat er met betrekking tot de ten processe relevante foto geen sprake is van een werk in auteursrechtelijke zin, zodat daarop de vorderingen van de Industrie- en Handelsonderneming dienen te stranden. 
  
Lees het vonnis hier.