Auteursrecht  

IEF 1223

Luna en de copycat

"Een vieze, vuile, gore kuthoer heeft m’n teksten gekopieerd!”, gil ik naar P. vanaf m’n computer. “Ah, joh, dat moet je zien als een compliment”, zegt hij. “Echt niet! Ze heeft me letterlijk gekopieerd! Elke zin! Elk grapje! Die teksten zijn van mij! Mine! Mine! Mine! En het zijn mijn herinneringen, mijn gevoelens”, roep ik. “En jij heet trouwens geen partner P., maar partner O.”, roep ik daarna. Dat veranderde de zaak. “Wat een kutwijf”, vindt P. nu ook. Wanneer ik wat verder in ‘haar’ archief duik wordt het allemaal alleen maar erger. En erger. Ze heeft zelfs teksten van mij compleet ‘verbouwd’. Geknipt in de 1 en geplakt in een ander. Gênant! Gênant! Gênant! En ik sta nog niet eens in haar linklijstje. Dat vind ik nog het ergste." Lees hier meer  (Luna en de copycat  en het vervolg Luna belt de copycat).

IEF 1222

De volgende bewoordingen

PersberichtSamenwerkingsverband Voor Christelijke Bibliotheken: “Zoals beloofd zouden wij u de uitslag van de gisteren gehouden commissievergadering meedelen, wat betreft het punt van de af te dragen leenrechten door de christelijke bibliotheken. Blij waren we dat twee fracties deze kwestie bij de minister hebben aangekaart. In de eerste plaats was dat dhr. van der Staaij (SGP) die de volgende bewoordingen gebruikte:

In de eerste plaats was dat dhr. van der Staaij (SGP) die de volgende bewoordingen gebruikte:   Voorzitter, Recent ontving de Kamer van de minister een brief over de claims die de Stichting Leenrecht legt op diverse plattelandsbibliotheken. Deze claims leggen een disproportionele last op deze vrijwillige organisaties. Dat is wat de SGP-fractie betreft onacceptabel. Ik vraag de minister in elk geval de terugwerkende kracht van de vordering ongedaan te maken. Soms gaat men vijf tot tien jaar terug. Ook moet worden bezien of geen vrijstelling kan worden verleend voor dergelijke doelgroepbibliotheken. Er kan bijvoorbeeld een koppeling worden gemaakt met een minimumaantal uitleningen. Als dat niet in de Auteursrecht geregeld kan worden, moet er zeker een einde komen aan het meten met twee maten. In het kader van het leenrecht zijn het publiektoegankelijke instellingen die moeten betalen, terwijl het voor de gemeenten instellingen met een te specifieke doelgroep zijn om voor subsidie in aanmerking te komen."

Ook dhr. Rouvout (ChristenUnie) brak een lans voor de problemen van de christelijke bibliotheken, of beter gezegd (naar oordeel van dhr. van der Staaij: Plattelandsbi-bliotheken)   Dhr. Rouvoet gaf de minister het volgende mee: Voorzitter, Over het leenrecht is ook in de publiciteit het nodige te doen geweest. Naast de gewone bibliotheken zijn er allerlei kleine christelijke bibliotheken, soms gewoon in het klaslokaal van een schooltje, zoals op het platteland. Die zijn opgezet door vrijwilligers. Zij hebben jarenlang zonder problemen gewerkt, zich soms samengevoegd en opeens worden zij ontdekt en krijgen zij een enorme naheffing op het punt van het leenrecht. Dit is alleen maar op te lossen door een faillissement of eventueel een doorstartconstructie. Dat moeten wij niet willen.

Het probleem is overzichtelijk en ik vraag de minister of hiervoor een oplossing kan worden gevonden. Ik heb mijzelf de vraag gesteld: stel dat wij in een straat met twintig huishoudens de boeken van elkaar uitlenen in een garage van een van de bewoners en dat wij allemaal lid worden van de vereniging bibliotheek van de betreffende straat, vallen wij dan onder het leenrecht of niet? Ontvangen wij dan allemaal grote heffingen omdat wij boeken uitlenen?

Kortom, ik vraag de minister aan dit probleem een mouw te passen, om te voorkomen dat de christelijke bibliotheken die heel kleinschalig bezig zijn en altijd een rol hebben vervuld, door de naheffingen in de problemen raken en zouden moeten worden opgedoekt. Volgens mij kan dat worden voorkomen. 

Daar de Justitievergadering onder zeer grote tijdsdruk stond, heeft minister  Donner aangegeven, dat over de kwestie schriftelijke beantwoording zal  komen. Dit wordt een dezer dagen verwacht.   Vervolgens zullen leden van de Tweede Kamer beoordelen of het naar tevredenheid is. Zo niet, dan zal (naar wij dachten) in de vergadering van volgende week, waarin de volledige tweede kamer hierover als sluitstuk nog een debat houdt over Justitie, dit nogmaals aan de orde komen, waarna de tweede kamer hierover een definitief besluit neemt.  Samenwerkingsverband Voor Christelijke Bibliotheken"

IEF 1217

Eenvoudige herhaling

Voorzieningenrechter Arnhem, 10 november 2005, Syncera de Straat B.V. tegen Synthese c.s. In deze zaak gaat het om aanbestedingsbestekken die in opdracht van gemeenten worden opgesteld door adviesbureau´s. In deze bestekken worden onder meer het object van aanbesteding en de selectie- en gunningcriteria omschreven.

De Voorzieningenrechter vindt dat de bestekken van eiseres Syncera niet in aanmerking komen voor de 'normale' auteursrechtelijke bescherming, omdat ze een onvoldoende eigen karakter zouden hebben. De inhoud van de bestekken zou grotendeels functioneel en zakelijk van aard zijn. Bovendien zou de inhoud op grond van het Europese aanbestedingsrecht grotendeels vastliggen, waardoor ook geen sprake is van een persoonlijk stempel van de maker.

Gelukkig voor Syncera zorgt het vangnet van de geschriftenbescherming voor een auteursrechtelijk zachte landing. De bestekken zijn op schrift gesteld en openbaar gemaakt of bestemd om openbaar gemaakt te worden, omdat ze zien op een openbare  Europese aanbestedingsprocedure en worden verstrekt aan geïnteresseerde inschrijvers en/of opdrachtgevers ( i.c. kan aansluiting worden gezocht bij hetgeen in jurisprudentie over juridische teksten is bepaald).

Er is bovendien onmiskenbaar sprake van een overeenstemmende totaalindruk tussen het bestek van gedaagden en het bestek van Syncera: grote stukken tekst, inclusief taal- en of schrijffouten, stemmen nagenoeg woordelijk overeen en vormgeving, opmaak en indeling vertonen grote gelijkenis. Van toeval kan geen sprake zijn: Synthese c.s. hebben ter zitting zelf verklaard aan het door Syncera ter beschikking gestelde elektronische bestand hebben 'geschaafd'. Dat sprake is van inbreukmakende ontlening door eenvoudige herhaling staat dan ook vast voor de voorzieningenrechter. Lees het vonnis hier. (Met dank aan Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek)

IEF 1215

Kort door de bocht

Noot bij Vrz. Rb. Rotterdam 21 juli 2005 (BREIN c.s. tegen Directwarehouse), K.J. Koelman, AMI 2005, p. 211-214: Een uitvoerige motivering is in kort geding niet nodig. Maar het gaat wel erg kort door de bocht om, zoals deze rechter doet, een wetsartikel in een vonnis te kopiëren en vervolgens te concluderen dat daaruit volgt dat de vorderingen toewijsbaar zijn. De feiten zijn als volgt: op de meeste commercieel uitgebrachte dvd’s staan de films zodanig versleuteld, dat zij alleen kunnen worden afgespeeld op dvd-spelers waarin de juiste sleutels en decryptie-algoritmes zijn ingebouwd. (...) Gedaagde verkocht software waarvan de maker blijkbaar langs andere weg beschikking had gekregen over de sleutels en daarom niet contractueel gebonden was om maatregelen te nemen die het maken van ontsleutelde digitale kopieën belemmeren. Met deze software konden films op een pc worden gedecrypteerd. Als de films eenmaal zijn ontcijferd, is het een koud kunstje om ze in ontsleutelde vorm op de computer vast te leggen.

De rechter oordeelt dat het aanbieden van de software onrechtmatig is op grond van art. 29a Aw. Maar hij gaat niet na of de betreffende beveiliging wel valt onder de definitie van ‘technische voorzieningen’ van art. 29a lid 1 Aw. Als dit niet het geval zou zijn, zou de bepaling niet van toepassing zijn. Het probleem is nu dat niet duidelijk is welke technische beveiligingssytemen eronder vallen. De wetstekst kan suggereren dat de bepaling iedere door de rechthebbende aangebrachte beveiliging beschermt. De toelichting bij de wet impliceert daarentegen dat alléén technische voorzieningen die een handeling verhinderen die als verveelvoudigen of openbaar maken kan worden gekwalificeerd, op bescherming kunnen rekenen.[3] De vraag is dan of de techniek waar het hier om gaat zo’n handeling belet. Lees de hele noot hier.

IEF 1214

De Auteurswet gewijzigd

De Auteurswet gewijzigd: Artikel 29a Aw (bescherming van technische voorzieningen), K.J. Koelman, AMI 2005, p. 197-200: Bij wet van 18 augustus 2004, Stb. 2004, 410 (wetsvoorstel 28 482) is de Auteurswet op een aantal punten ingrijpend gewijzigd. Vanaf AMI 2005/2 wordt telkens één nieuw of gewijzigd wetsartikel onder de loep genomen. In deze aflevering staat artikel 29a Aw over de bescherming van technische voorzieningen centraal.

Omdat iedereen met een computer relatief goedkoop en gemakkelijk exacte kopieën kan maken, zou het auteursrecht wegspoelen door het ‘elektronisch vergiet’. Auteursrechthebbenden zouden daarom een steun in de rug verdienen en die kregen ze met de bescherming van technische voorzieningen. Dit zijn technieken waarmee wordt gecontroleerd wat een gebruiker met een werk kan doen – zo kan kopiëren technisch worden verhinderd. In de eerste Europese voorstellen werd slechts het maken of aanbieden van omzeilingsmiddelen voor dergelijke technieken verboden. Maar omdat de WIPO-verdragen voorschrijven dat de handeling van het omzeilen moet worden aangepakt, richt de aangenomen Auteursrechtrichtlijn, en dus ook onze Auteurswet, zich tevens daarop. De Auteurswet verklaart verwijtbaar omzeilen en het maken of aanbieden van omzeilingsmiddelen of diensten tot onrechtmatige daden. De artikelen 19 WNR en 5a Dw doen hetzelfde in de nabuur- en databankrechtelijke context. Lees het hele artikel hier.

IEF 1210

Buma.eu

Artikel Kamiel Koelman, gepubliceerd in AMI 2005, p. 191-196: Op naar de Euro-Buma(s): de Aanbeveling van de Europese Commissie over grensoverschrijdend collectief rechtenbeheer. In juli 2005 publiceerde de Europese Commissie een studie waarin zij haar plannen uiteenzet over de toekomst van het collectieve beheer van rechten voor online muziekgebruik.

De Europese Commissie wil het collectieve beheer van rechten voor online muziekgebruik flink op de schop nemen, maar beperkt zich vooralsnog tot de niet dwingende soft-law van een Aanbeveling. Het is moeilijk te voorspellen waartoe het zal leiden, indien alle aanbevelingen zouden worden gevolgd. Vooral (grote) muziekuitgevers en platenmaatschappijen zouden er waarschijnlijk van profiteren. Het is minder aannemelijk dat individuele auteurs en artiesten baat hebben bij de regels van de Aanbeveling, maar mogelijk is dit wel. Of online muziekgebruikers straks beter af zijn valt te betwijfelen. Lees gehele artikel hier.

IEF 1206

Redelijke vergoeding

Kamervragen met antwoord, nr. 320, 2e Kamer. Vragen van het lid Örgü (VVD) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van der Laan, over de toegang tot de publieke voetbalbeelden. (Ingezonden 18 oktober 2005) ; antwoord.
 
Vraag: Heeft de directeur van de NOS wederom aangegeven te menen dat de NOS het voetbalbeeldenarchief niet voor een redelijke vergoeding aan derden hoeft open te stellen? Antwoord: De directeur van de NOS heeft mij laten weten dit niet te hebben aangegeven.

Vraag: Herinnert u zich uw antwoorden op mijn eerdere vragen terzake? Zo ja, bent u nog steeds van mening dat de NOS, die zich nu op het standpunt stelt de beelden pas te willen leveren als zij in ruil van de Eredivisie CV korte flitsen krijgt van wedstrijden uit de huidige voetbalcompetitie, geen onredelijke barrières opwerpt voor de beschikbaarheid van de beelden in haar sportarchief?

Antwoord: Ja. De NOS en de Eredivisie CV (ECV) hebben mij de volgende informatie verschaft. De NOS en de ECV hebben gesproken over wederzijdse toegang tot elkaars beeldmateriaal. In het kader van een dergelijke uitwisseling zullen de ECV en haar mediapartners, waaronder Talpa, beelden krijgen uit het voetbalarchief van de NOS en wenst de NOS vanaf een bepaald moment toegang tot beelden van het Eredivisievoetbal. Voordat een dergelijke afspraak geïmplementeerd kan worden moet de ECV tot afstemming komen met haar mediapartners en de clubs. De ECV is hierover gunstig gestemd maar wijst er wel op dat voornoemde constructie afhankelijk is van de medewerking van veel partijen. Indien dit niet zal leiden tot een bevredigende oplossing, dan wil de ECV met de NOS afspraken maken om op een andere wijze (dan door middel van uitwisseling van beeldmateriaal) toegang tot het archief te verkrijgen. De NOS wil eerst de uitkomst van de gewenste uitwisseling afwachten.
Mijns inziens worden er op dit moment geen onredelijke barrières voor de beschikbaarheid van archiefmateriaal door de NOS opgeworpen.

Vraag: Deelt u de mening dat de NOS niet de “welwillende houding ten aanzien van het gebruik van haar archiefmateriaal” heeft die u in juli van dit jaar bespeurde?
 
Antwoord: Ik verwijs naar het antwoord op de voorgaande vraag.

Vraag: Bent u bereid de NOS kenbaar te maken derden tegen een redelijke vergoeding toe te laten tot de archiefbeelden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord: Op grond van het bovenstaande zie ik hier op dit moment geen aanleiding toe.

IEF 1204

Vreemde bedgenoten (5)

Reactie Dirk Visser op Vreemde bedgenoten (4): Laat Minister Pechtold nu ook al nota’s, rapporten en beleidsstukken door externe adviseurs opstellen "naar het ontwerp en onder leiding en toezicht" van zijn eigen ambtenaren?

Hoewel letterlijk genomen niet volledig onjuist is onderstaande passage uit de Nota van Minister Pechtold naar aanleiding van het verslag bij het Voorstel Wet implementatie richtlijn inzake hergebruik van overheidsinformatie( Kamerstuk 2005-2006, 30188, nr. 6 2e Kamer) toch wel enigszins misleidend omdat een cruciale voorwaarde uit artikel 6 Aw niet wordt genoemd:

“Bij door externen opgestelde nota’s, rapporten en beleidsstukken bezit de overheid het auteursrecht, wanneer de stukken onder leiding en toezicht van de overheid tot stand zijn gebracht ingevolge artikel 6 van de Auteurswet. Die stukken mogen op grond van artikel 15b van de Auteurswet verder worden verspreid, tenzij de overheid het auteursrecht nadrukkelijk heeft voorbehouden. Bij stukken die niet onder leiding en toezicht van de overheid tot stand zijn gebracht, zoals door externen vervaardigde onderzoeksrapporten, rust het auteursrecht niet bij de overheid”.

Artikel 6 Auteurswet is alleen van toepassing indien het werk niet alleen onder “onder leiding en toezicht” maar ook “naar het ontwerp van een ander” is vervaardigd.

Het lijkt weinig aannemelijk dat er veel “nota’s, rapporten en beleidsstukken” door externen “naar het ontwerp” (in auteursrechtelijke zin) van de overheid worden opgesteld. Waarom zou de overheid daar immers externen voor inschakelen? Heeft diezelfde Minister Pechtold niet net zelf verkondigd dat er minder adviescommissies moeten komen en dat ambtenaren meer zelf moeten beslissen?

Artikel 6 zal dan ook vermoedelijk zeer zelden op “nota’s, rapporten en beleidsstukken” door externen voor de overheid opgesteld van toepassing zijn. Na de voorgestelde wijziging van art. 15b Aw zal de overheid zich het auteursrecht dus meestal afzonderlijk (door middel van een daar toe bestemde akte) moeten laten overdragen, alvorens ze desgewenst via het nieuwe art. 15b in het publieke domein te kunnen brengen.

IEF 1202

Spookschrijver

De Volkskrant bericht vandaag dat journalist Henk van Gelder vindt dat zijn biografie 'De Spookschrijver' over de tekstdichter Jacques van Tol een dusdanig belangrijke bron is geweest voor de musical 'Als op het Leidseplein' van V & V Entertainment, dat een financiële tegemoetkoming wel op zijn plaats zou zijn..

 ‘Zonder mijn boek hadden zij het script niet kunnen schrijven.’ De auteur van de musical, Dick van den Heuvel, vindt niet dat hij het boek van Van Gelder bewerkt heeft tot een musical, alleen al omdat hij na eigen onderzoek tot een andere conclusie over het karakter van Van Tol is gekomen. Van den Heuvel erkent wel schatplichtig te zijn aan Van gelder en is bereid een deel van zijn honorarium aan hem afstaan.

IEF 1200

Chaos

In de vervolgreeks van berichten over de voorgenomen heffing op mp3-spelers, meldt het Financieel Dagblad dat de voorstellen om in Nederland deze spelers te belasten met een kopieerheffing regelrecht ingaan tegen Europese regels. Dit stelt Eurocommissaris voor de Interne markt Charlie McCreevy.

Volgens hem worden de Europese regels slecht nageleefd. Een richtlijn uit 2001 is juist bedoeld om kopieerheffingen te vervangen door technische beveiligingen die kopiëren van muziek en films beletten of beperken. 'Maar daar is niets van terechtgekomen', is de conclusie van McCreevy in een toespraak van half oktober.
Ook minister Donner van Justitie heeft vorig jaar oktober in een brief aan de Tweede Kamer gepleit voor 'de nodige terughoudendheid' in uitbreiding van de kopieerheffingen. Donner dringt evenals McCreevy aan op meer gebruik van digitale beveiligingstechnieken. 'Van rechthebbenden mag in toenemende mate worden verwacht dat zij een redelijke inspanning leveren om hun werken tegen ongeoorloofd kopiëren te beveiligen.' De minister houdt in de brief expliciet de mogelijkheid open in te grijpen.

Dirk Visser noemt de kopieerheffing in het FD 'een van de grootste problemen in het auteursrecht op dit moment'. 'Het is een drama. Niemand weet een goede oplossing.' Volgens Visser is er in Europa sprake van chaos. 'In Engeland is geen heffing , in Frankrijk juist een heel hoge op digitale apparatuur. Daar brengen fabrikanten hun nieuwste producten niet meer op de markt.'

Lees hier meer (eerst inloggen)