DOSSIERS
Alle dossiers

Tekst  

IEF 22249

Ingezonden door Thijs van Aerde (Houthoff), Kamiel Koelman (Koelman Legal) en Arnout Groen (AC&R).

Prejudiciële vragen over mededeling aan het publiek en de rol van geo-blocking

Hoge Raad 20 sep 2024, IEF 22249; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.), https://delex.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-over-mededeling-aan-het-publiek-en-de-rol-van-geo-blocking

HR 20 september 2024, IEF 22249, IEFbe 3786; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). De Anne Frank Stichting, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en Vereniging voor Onderzoek en Ontsluiting van Historische Teksten (hierna: verweerders) hebben in samenwerking een nieuwe wetenschappelijke online editie van alle manuscripten van Anne Frank uitgebracht. Het Anne Frank Fonds (hierna: het Fonds) stelt dat verweerders daarmee inbreuk maken op haar auteursrechten. Hoewel haar rechten op (delen van) de werken van Anne Frank naar buitenlands recht inmiddels zijn verlopen, maakt zij naar Nederlands recht nog steeds aanspraak op deze rechten tot 2037. Om het Fonds tegemoet te komen, maken verweerders gebruik van geo-blocking: internetgebruikers in Nederland wordt de toegang tot de website met daarop de nieuwe editie van de manuscripten geweigerd. Volgens het Fonds is dat niet genoeg, nu Nederlandse internetgebruikers de website alsnog kunnen bereiken door middel van een VPN. Het Fonds vordert in kort geding de staking van de inbreuk, maar de voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. In hoger beroep vordert het Fonds hetzelfde, maar ook het hof wijst de vordering af. Het standpunt van het Fonds dat de nieuwe editie op een Nederlands publiek is gericht doet daar niet aan af. Het Fonds gaat in cassatie en neemt nogmaals hetzelfde standpunt in. De ‘gerichtheid’ van de website zou volgens haar niet afhangen van de wil van verweerders, maar van de feitelijke omstandigheden.

IEF 22215

Uitspraak ingezonden door Rik Balk, Balk Legal.

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

Rechtbanken 23 jul 2024, IEF 22215; (Eiseres tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/handhaving-auteursrechten-tegen-bedrijfsopvolger-is-onredelijk

Rb. Amsterdam 23 juli 2024, IEF 22215 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres in deze zaak is kapster en eigenares van een kapsalon. Zij heeft haar kapsalon overgenomen van gedaagde door middel van een schriftelijke overeenkomst. Over de uitleg van die overeenkomst is tussen eiseres en gedaagde onenigheid ontstaan. Gedaagde is van mening dat eiseres zonder toestemming en daarmee onrechtmatig de foto's en teksten van gedaagde gebruikt op haar website. Eiseres vindt daarentegen dat gedaagde haar onrechtmatig belemmert in haar bedrijfsvoering. Zij vordert in kort geding bij de rechtbank dat gedaagde iedere belemmering staakt, waaronder het handhaven van zijn merk- en auteursrechten. Ook vordert eiseres dat zij de door gedaagde gebruikte handelsnaam krijgt overgedragen, als onderdeel van de gesloten overeenkomst. Gedaagde verweert zich met het argument dat de overeenkomst slechts is gesloten voor een periode van twee jaar. De overdracht van de kapsalon (met uitzondering van de handelsnaam) blijft ook daarna gelden, maar gedaagde hoeft eiseres daarbij niet meer te steunen in haar bedrijfsvoering, aldus gedaagde.

IEF 22191

Uitspraak ingezonden door Walter Blansjaar, Wildenberg Advocaten.

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

Rechtbank Midden-Nederland 31 jul 2024, IEF 22191; ECLI:NL:RBMNE:2024:4472 (Eiseres tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrecht-op-haakpatronen

Rb. Midden-Nederland 31 juli 2024, IEF 22191; ECLI:NL:RBMNE:2024:4472 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres heeft in opdracht van gedaagde (handelend onder [handelsnaam]) een aantal haakpatronen ontworpen. In deze zaak twisten de partijen over de vraag bij wie het auteursrecht van de haakpatronen ligt en of eiseres recht heeft op een vergoeding voor de exploitatie. Het gaat hierbij om de geschreven patronen concept 20215, concept 2016 en concept 2022. Eiseres vordert een verklaring voor het recht dat er sprake is van inbreuk op haar auteursrecht en een billijke vergoeding, beide op straffe van een dwangsom.

IEF 22153

Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

Rechtbank Amsterdam 24 jul 2024, IEF 22153; (Erasmus tegen Studeersnel c.s.), https://delex.nl/artikelen/vorderingen-eur-tegen-platform-studeersnel-afgewezen

Rb. Amsterdam 24 juli 2024, IEF 22153, IT 4590; ECLI:NL:RBAMS:2024:4425 (Erasmus tegen Studeersnel c.s.). De rechtbank heeft de vorderingen van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) tegen het platform Studeersnel dat zij inbreuk maakt op het auteursrecht van de EUR en meer moet doen om inbreuken op haar platform tegen te gaan afgewezen. De conclusie van de rechtbank is “dat Studeersnel geen weloverwogen interventie verricht op haar platform, geen concrete kennis heeft van informatie op haar platform, geen bedrijfsmodel heeft dat gericht is op het maken van inbreuken en voldoende passende technische maatregelen neemt” (ov. 5.28). Daarom hoeft Studeersnel niet meer te doen dan ze nu doet om de inbreuken op het auteursrecht van de EUR tegen te gaan. De EUR heeft volgens de rechtbank niet bewezen dat de door haar gevorderde filter- ander andere maatregelen effectief en proportioneel zijn. De rechtbank bevestigt wel dat de onderwijsmaterialen van de EUR auteursrechtelijk beschermd zijn en dat de EUR daarop de auteursrechthebbende is. Ook wordt het eveneens bij de procedure betrokken bedrijf Tentamentrainingen veroordeeld wegens auteursrechtinbreuk voor het overnemen van tentamens van de EUR in tentamenbundels die te koop werden aangeboden. De EUR bestudeert het vonnis en overweegt hoger beroep.

IEF 22128

Journalistieke vrijheid van Mediahuis moet deels wijken voor de belangen van Pronkjewail

Gerechtshoven 2 jul 2024, IEF 22128; ECLI:NL:GHARL:2024:4353 (Appellanten tegen Mediahuis Noord B.V.), https://delex.nl/artikelen/journalistieke-vrijheid-van-mediahuis-moet-deels-wijken-voor-de-belangen-van-pronkjewail

Hof Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 juli 2024, IEF 22128, IT 4581; ECLI:NL:GHARL:2024:4353 (Appellanten tegen Mediahuis Noord B.V.). Aanleiding van dit kort geding in hoger beroep is een aantal publicaties van Mediahuis Noords B.V. (hierna: Mediahuis) op de website www.sikkom.nl (hierna: Sikkom). Zowel appellanten zelf als de firma van appellanten, Pronkjewail Vastgoed Groningen C.V. (hierna: Pronkjewail), worden in die publicaties geassocieerd met fraude. Zij worden in verband gebracht met een aantal bindende uitspraken van de Huurcommissie waaruit blijkt dat van 700 woningen in Groningen de energielabels niet kloppen, alsmede het daarop ingestelde onderzoek door het OM naar Pronkjewail. In eerste aanleg heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de publicaties niet onrechtmatig zijn [zie IEF 21589]. Appellanten zijn daartegen in beroep gegaan bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

IEF 22073

Oefenboekjes maken inbreuk op IE-rechten van CITO

Gerechtshoven 21 mei 2024, IEF 22073; ECLI:NL:GHARL:2024:3465 (Cito tegen Smartie c.s.), https://delex.nl/artikelen/oefenboekjes-maken-inbreuk-op-ie-rechten-van-cito

Hof Arnhem-Leeuwarden 21 mei 2024, IEF 22073; ECLI:NL:GHARL:2024:3465 (Cito tegen Smartie c.s.). Cito heeft ontdekt dat boekjes onder de naam CitoMateriaal werden verkocht met oefenopgaven bedoeld voor de voorbereiding op Cito-toetsen. Volgens Cito schenden Smartie c.s. daarmee haar merkrechten, handelsnaamrecht en auteursrechten, of handelen ze anderszins onrechtmatig jegens haar. Cito heeft daarom Smartie c.s. in een kort geding gedagvaard om deze schendingen te laten stoppen en heeft daarbij aanvullende eisen gesteld. De voorzieningenrechter heeft de eisen van Cito tegen Smartie grotendeels toegewezen voor wat betreft de merkinbreuk en handelsnaaminbreuk, maar afgewezen voor het auteursrecht (zie uitspraak). De eisen tegen de andere gedaagden zijn door de voorzieningenrechter afgewezen. Cito's hoger beroep beoogt dat de afgewezen eisen voor het auteursrecht en tegen de andere gedaagden alsnog worden toegewezen. Smartie c.s. streeft er in hoger beroep naar dat de toegewezen eisen tegen Smartie alsnog worden afgewezen. 

IEF 22042

Uitspraak ingezonden door Arnout Groen (AC&R), Thijs van Aerde (Houthoff) en Kamiel Koelman (koelman legal)

A-G adviseert om prejudiciële vragen te stellen inzake online publicatie Anne Frank dagboek

Hoge Raad 5 apr 2024, IEF 22042; ECLI:NL:PHR:2024:384 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.), https://delex.nl/artikelen/a-g-adviseert-om-prejudiciele-vragen-te-stellen-inzake-online-publicatie-anne-frank-dagboek

Parket bij de Hoge Raad 5 april 2024, IEF 22042; ECLI:NL:PHR:2024:384 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). In dit kort geding eist het Anne Frank Fonds (hierna: Fonds) dat de publicatie van Anne Frank's dagboekmanuscripten op een website wordt gestaakt of dat de site wordt geblokkeerd voor het Nederlandse publiek, inclusief via VPN of proxy. De kernvraag is of deze publicatie op de website als een mededeling aan het Nederlandse publiek geldt volgens het auteursrecht. De voorzieningenrechter en het hof oordeelden van niet [zie IEF 21285], vanwege effectieve geoblokkeringsmaatregelen. Het Fonds betwist dit oordeel en de proceskostenveroordeling, en vraagt om prejudiciële verwijzing als hun argumenten niet slagen. De cruciale vraag is de gerichtheid van de website op Nederland, wat complex blijkt. De Belgische appelrechter heeft in een parallelle bodemzaak inmiddels geschorst in afwachting of de Hoge Raad in het onderhavige kort geding prejudiciële vragen gaat stellen of niet. Omdat de praktijk erop zit te wachten en één van de partijen het ook bepleit in deze zaak, verwacht de A-G dat gebruik gemaakt zal worden van de bevoegdheid om ook in dit kort geding alvast prejudiciële vragen te stellen. De conclusie van A-G Van Peursem bepleit dan ook – gezien de onzekerheid en het grensoverschrijdende belang van de zaak – het stellen van prejudiciële vragen hierover. Ook zou daarbij kunnen worden overwogen of de 'gerichtheids'-rechtspraak uit het merkenrecht, auteursrechtelijk distributierecht en databankenrecht relevant is in deze context en hoe dit zich verhoudt tot de vraag of geoblocking als een 'mededeling aan het publiek' moet worden beschouwd. Wat betreft de aanspraak op artikel 1019h Rv volgt de A-G de Endstra-norm en concludeert hij dat de tijdigheid en specificiteit van de kostenopgave voldoende moeten zijn, zodat de tegenpartij zich behoorlijk kan verweren.

IEF 18643

Teksten overgenomen van concurrerende webshop vormt inbreuk op auteursrechten

Rechtbank Midden-Nederland 31 jul 2019, IEF 18643; ECLI:NL:RBMNE:2019:3649 (Spirituele webshops), https://delex.nl/artikelen/teksten-overgenomen-van-concurrerende-webshop-vormt-inbreuk-op-auteursrechten

Rechtbank Midden-Nederland 31 juli 2019, IEF 18643, IT 2846; ECLI:NL:RBMNE:2019:3649 (Spirituele webshops) Auteursrecht. Inbreuk. Persoonlijkheidsrechten. Eiser verkoopt spirituele sieraden en producten middels een webshop. Gedaagde verkoopt dezelfde producten via haar eigen webshop. Eiser is van mening dat gedaagde de teksten van de website van eiser (te veel) over heeft genomen, en dat zij hiermee inbreuk maakt op haar auteursrechten. Het staat voldoende vast dat de auteursrechten van de teksten bij eiser berusten nu zij een eenmanszaak is, en dit verder niet gemotiveerd is betwist. Ook is er sprake van een werk, nu om de producten zo goed mogelijk aan te prijzen creativiteit is geuit in de teksten, en deze niet louter het product beschrijven. Uit vergelijking van de teksten van eiser en gedaagde blijkt dat deze te zeer overeenkomen. Omdat geen naamsvermelding is toegepast, is hier ook sprake van een inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van eiser. Gedaagde moet de inbreuken staken en gestaakt houden, op straffe van de gevorderde dwangsom. Ondanks verweer wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten op grond van 1019h Rv, nu zij meermaals te kennen heeft gegeven dat haar proceshouding niet is beïnvloed door de houding van haar wederpartij.

IEF 18384

Zelf regulerend opgetreden medische professie door zelf een norm te ontwikkelen voor co-auteursrecht

Rechtbanken 21 mrt 2019, IEF 18384; ECLI:NL:RBAMS:2019:2198 (AMC tegen X), https://delex.nl/artikelen/zelf-regulerend-opgetreden-medische-professie-door-zelf-een-norm-te-ontwikkelen-voor-co-auteursrecht

Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 maart 2019, IEF 18384; ECLI:NL:RBAMS:2019:2198 (AMC tegen X) Auteursrecht. Co-auteur. Gedaagde heeft voor het AMC gewerkt en deed in deze hoedanigheid onderzoek naar het eiwit-enzym Creatine Kinase. Naar aanleiding van verschillende onderzoeken zijn verschillende publicaties verschenen, waarvan gedaagde claimt co-auteur te zijn. Het AMC is van mening dat gedaagde geen recht heeft op vermelding als co-auteur. Het AMC heeft het promotieonderzoek gefaciliteerd en gefinancierd, al daarom heeft het een voldoende belang bij zijn vorderingen. In de kern gaat het om de vraag of gedaagde als co-auteur van verschillende publicaties moet worden erkend. Wetenschappelijk onderzoek moet hier namelijk vaak in teamverband worden verricht vanwege de hoge mate van complexiteit, waarbij vanuit verschillende invalshoeken en vakgebieden een bijdrage wordt geleverd, en vanwege de vaak omvangrijke onderzoeksopzet die nodig is voor de representativiteit van de verzamelde gegevens. De Auteurswet regelt deze kwestie niet uitdrukkelijk. Daarom heeft de medische professie hier zelf regulerend opgetreden, door zelf een norm te ontwikkelen die inhoudt dat het auteursrecht toekomt aan diegenen die een wezenlijke intellectuele bijdrage hebben geleverd aan de opzet van het onderzoek of aan de vergaring, analyse en interpretatie van de data die bij het onderzoek worden gebruikt. Bovendien moeten degenen die auteursrecht claimen, hebben bijgedragen aan het schrijven of redigeren van de publicatie, de definitieve tekst hebben goedgekeurd en zich ervan hebben verzekerd dat alle vragen met betrekking tot de juistheid en integriteit van het werk, voldoende zijn onderzocht en opgelost. De norm vertoont enige gelijkenis met het juridische maatschapsbegrip, maar stelt meer specifieke eisen aan de kwaliteit van de inbreng. Deze norm is, als soft law, ook in rechte van belang.  Het moet gaan om een bijdrage van wezenlijk belang voor de kwaliteit van de publicatie.

IEF 17797

Uitspraak ingezonden door Mira Herens, NVJ.

Via CLIP geen rechtstreekse toestemming overname artikel over gamejournalistiek

Rechtbank Amsterdam 23 jun 2018, IEF 17797; ECLI:NL:RBAMS:2018:5551 (Gamejournalistiek), https://delex.nl/artikelen/via-clip-geen-rechtstreekse-toestemming-overname-artikel-over-gamejournalistiek

Ktr. Rechtbank Amsterdam 22 juni 2018, IEF 17797; ECLI:NL:RBAMS:2018:5551 (Gamejournalistiek) Auteursrecht. Freelance journalist heeft een artikel geschreven met de titel 'Gamejournalist? Je kop houden en luisteren' dat niet-exclusief is verkocht aan VillaMedia. Media Digitaal heeft via haar website dit artikel overgenomen. Ondanks dat Media Digitaal door Stichting PRO wordt belast volgens CLIP voor digitaal hergebruik in knipselkranten, volgt daaruit geen rechtstreekse toestemming. VillaMedia heeft geen volmacht verstrekt aan CLIP. Uit het feit dat Media Digitaal meermaals is belast voor het gebruik van artikelen van Villamedia kan niet zonder meer worden afgeleid dat een algemene volmacht aan CLIP is afgegeven, noch specifiek voor het onderhavige artikel toestemming was verleend. Schadevergoeding van €798,00 en proceskostenveroordeling.