Auteursrecht  

IEF 19199

Inbreuk door publiceren van sexy foto's uit fotoshoot

Rechtbank Rotterdam 1 mei 2020, IEF 19199; ECLI:NL:RBROT:2020:4296 (Boudoir fotoshoot), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-door-publiceren-van-sexy-foto-s-uit-fotoshoot

Ktr. Rechtbank Rotterdam 1 mei 2020, IEF 19199, IT 3132; ECLI:NL:RBROT:2020:4296 (Boudoir fotoshoot) Gedaagde is bruidsfotograaf en beheert, onder andere, de website. Op 4 september 2017 heeft eiseres deelgenomen aan een in opdracht van eiseres door gedaagde uitgevoerde boudoir fotoshoot, op de website van gedaagde omschreven als ‘een romantische fotoshoot met een sexy randje’. Eiseres stelt dat gedaagde meervoudig inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van eiseres door het verveelvoudigen c.q. publiceren en/of openbaar maken. Gedaagde publiceerde namelijk in totaal 9 in opdracht van eiseres vervaardigde foto’s, zonder nadrukkelijke toestemming van eiseres. Daarnaast maakte gedaagde de foto’s openbaar door middel van plaatsing op de website en/of op social media platforms. Ook stelt ze dat gedaagde aansprakelijk is voor de door eiseres gelden en nog te leiden (immateriële) schade als gevolg van de meervoudige inbreuk op het portretrecht.

IEF 19200

VvA organiseert webinar met best practices op 12 juni

Best practices for cooperation of rightholders and OCSSPs under article 17 Copyright Directive

Article 17 of the new Copyright Directive is designed to promote licensing agreements between rightholders and content platforms. To do this, the national laws must provide that online content sharing services providers (OCCSPs) perform a communication to the public and have to obtain authorization for the content uploaded to their services. Article 17(4) states the conditions under which OCSSPs are not liable in the event they do not reach an agreement with the rightholder. The European Commission is in the process of drafting guidelines for the application of Article 17 and in particular on the cooperation between rightholders and OCCSPs under Article 17(4).

The Dutch copyright society Vereniging voor Auteursrecht organizes a webinar meeting on June 12 (13:30-15:40) in which representatives of the various sectors involved will give their view on best practices (registration required).

Lees meer over de webinar op 12 juni.

IEF 19195

Mijlpaalarrest: Dreentegel

Hoge Raad 27 apr 2020, IEF 19195; ECLI:NL:HR:1995:ZC1623 (Dreentegel), https://delex.nl/artikelen/mijlpaalarrest-dreentegel

HR 27 januari 1995, IEF 19195; ECLI:NL:HR:1995:ZC1623 (Dreentegel) Zoontjens produceert sinds 1950 betonnen tegels. In 1970 is zij op de markt gekomen met de zogeheten Dreentegel. Zoontjens Beheer heeft de vorm van deze tegel op 4 december 1987 als merk gedeponeerd bij het Benelux-Merkenbureau. De gedeponeerde merken zijn ingeschreven onder de nummers 436.870 en 436.871. Zoontjens Beton die de merkrechten van Zoontjens Beheer met haar toestemming beheerde, is sinds 31 januari 1989 als licentienemer van voormeld vormmerk in het Benelux merkenregister ingeschreven. Vóór die datum was er geen sprake van een schriftelijk vastgelegde licentie. Kijlstra is eveneens producent van betonnen tegels. In 1987 is zij op de markt gekomen met een op de Dreentegel gelijkende tegel. Op 8 maart 1990 is Kijlstra veroordeeld tot staking van de door haar gepleegde inbreuk die in verband met deze tegel en met betrekking tot de eerder genoemde merken van Zoontjens werd aangenomen, en tot vergoeding van de door Zoontjens geleden schade, nader op te maken bij staat. In 1990 heeft Kijlstra deze tegel uit de handel genomen.

Er wordt overwogen dat de tegel geen auteursrechtelijk beschermd werk is, de vorm van de Dreentegel wordt bepaald technische eisen te voldoen. Bovendien is er gelijkenis tussen de Dreentegel en de tegel van Kijlstra.

 
IEF 19193

Onrechtmatig gebruik van huisontwerp

Rechtbank Noord-Nederland 15 apr 2020, IEF 19193; ECLI:NL:RBNNE:2020:1823 ((Bouwer tegen opdrachtgever)), https://delex.nl/artikelen/onrechtmatig-gebruik-van-huisontwerp

Rechtbank Noord-Nederland 15 april 2020, IEF 19193; ECLI:NL:RBNNE:2020:1823 (Bouwer tegen opdrachtgever) Auteursrecht. Overeenkomst van aanneming, waarbij de bouwer tevens het ontwerp van de te bouwen woning zou verzorgen. Nadat het ontwerp gereed was, is de bouw van de woning niet doorgegaan. De opdrachtgever laat iemand anders de woning conform het ontwerp bouwen. Omdat opdrachtgever zonder een licentie van bouwer het gewijzigde ontwerp heeft verveelvoudigd, heeft hij het auteursrecht van bouwer geschonden. De opdrachtgever wordt veroordeeld tot betaling van een vergoeding voor het onrechtmatig gebruik van een auteursrechtelijk beschermd ontwerp en de bouwleges.

IEF 19191

Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Wat is nieuw in het wetsvoorstel tot implementatie van de DSM-richtlijn ten opzichte van de consultatieversie?

Wat is nieuw in het wetsvoorstel tot implementatie van de DSM-richtlijn ten opzichte van de consultatieversie?

Implementatiewet richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte markt, kamerstukken II 2019/20, 35454  (ingediend 11 mei 2020).

Consultatieversie: https://www.internetconsultatie.nl/auteursrecht.

Lees verder.

IEF 19190

Schadevergoeding voor publicatie van foto in huis-aan-huisblad

Hof Amsterdam 28 apr 2020, IEF 19190; ECLI:NL:GHAMS:2020:1193 (Rodi Media), https://delex.nl/artikelen/schadevergoeding-voor-publicatie-van-foto-in-huis-aan-huisblad

Hof Amsterdam 28 april 2020, IEF 19190; ECLI:NL:GHAMS:2020:1193 (Rodi Media) Appellante heeft begin juli 2017 een foto gemaakt van een uitvoering van de musical The Bodyguard. Deze foto is terechtgekomen bij huis-aan-huisblad Almere Deze Week waar het zonder naamsvermelding van de fotograaf in de papieren editie en op de website is gepubliceerd. Beide grieven van appelante falen. Er kan niet worden afgeleid dat Rodi Media de omstreden foto nog gebruikt en niet van haar website heeft verwijderd dan wel dat de krant met deze foto ten tijde van de onderhavige procedure nog opvraagbaar was bij Rodia Media. De volledige proceskostenveroordeling van € 13.000,- is niet redelijk en evenredig. De schadevergoeding van € 426,- wordt toegewezen.

IEF 19188

Mijlpaalarrest: Dior tegen Evora

Hoge Raad , IEF 19188; ECLI:NL:HR:1995:ZC1845 (Dior tegen Evora), https://delex.nl/artikelen/mijlpaalarrest-dior-tegen-evora

Hoge Raad 20 oktober 1995, IEF 19188 ; ECLI:NL:HR:1995:ZC1845 (Dior/Evora) Dior Frankrijk ontwikkelt en produceert parfums en andere luxe cosmetische producten. Voor de verkoop van haar producten in landen buiten Frankrijk heeft zij alleenvertegenwoordigers aangewezen, waaronder Dior Nederland. Evenals andere alleenvertegenwoordigers van Dior Frankrijk in Europa maakt Dior Nederland voor de distributie van Dior-producten in Nederland gebruik van een systeem van selectieve distributie, dat inhoudt dat de Dior-producten slechts worden verkocht aan geselecteerde wederverkopers, die ertoe worden verplicht slechts te leveren aan eindafnemers. In de Benelux is Dior Frankrijk de enige rechthebbende op de beeldmerken Eau sauvage, Poison, Fahrenheit en Dune, met name voor parfums. Deze merken bestaan uit afbeeldingen van de verpakking waarin de flesjes met de aldus genoemde parfums worden verkocht. Dior Frankrijk is bovendien houder van het auteursrecht op deze verpakkingen en op de flesjes, alsook op de verpakkingen en de flesjes van de producten die onder de naam Svelte op de markt worden gebracht. Evora exploiteert onder de naam van haar dochteronderneming Kruidvat een grote keten van drogisterijwinkels. Hoewel de Kruidvat-winkels door Dior Nederland niet als distribiteur zijn aangewezen, worden er Dior-producten verkocht die Evora door middel van parallelimport betrekt. De rechtmatigheid van de wederverkoop van deze producten wordt in het hoofdgeding niet betwist. Tijdens de kerstactie 1993 bood Kruidvat de Dior-producten Eau sauvage, Poison, Fahrenheit, Dune en Svelte te koop aan en nam zij in haar reclamefolders een afbeelding van de verpakkingen en van de flesjes van enkele van deze producten op. De verpakkingen en flesjes uitsluitend werden in direct en duidelijk verband met het te koop aangeboden product en op een voor de wederverkopers in deze handelstak gebruikelijke wijze afgebeeld.

IEF 19186

Kennelijke fout in vonnis leent zich voor herstel

Rechtbank Den Haag 20 apr 2020, IEF 19186; ECLI:NL:RBDHA:2020:4048 (Jami tegen Dominidesign ), https://delex.nl/artikelen/kennelijke-fout-in-vonnis-leent-zich-voor-herstel

Vzr. Rechtbank Den Haag 20 april 2020, IEF 19186; ECLI:NL:RBDHA:2020:4048 (Jami tegen Dominidesign) Kort geding. Herstelvonnis. Dominidesign maakte met het aanbieden en verkopen van (de grote en kleine versie van) haar Dominidesign-stoel inbreuk op auteursrechten en het Uniemerk van Jami. Dominidesign verzoekt nu om verbetering van het op 11 februari 2020 gewezen kort geding vonnis [IEF 19015].  De kennelijke fout op basis van artikel 31 Rv wordt verbeterd. Het bevel onder 5.2 van het dictum sluit evident niet aan op de daaraan voorafgaande rechtsoverwegingen, nu in het dictum een merkenrechtelijk verbod is opgenomen terwijl dat in de rechtsoverwegingen is afgewezen.

IEF 19184

Inbreuk op auteursrecht via ip-adres

Rechtbank Den Haag 30 apr 2020, IEF 19184; ECLI:NL:RBDHA:2020:3980 (Dish Network tegen WorldStream), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrecht-via-ip-adres

Vzr. Rechtbank Den Haag 30 april 2020, IEF 19184, IT 3127; ECLI:NL:RBDHA:2020:3980 (Dish Network tegen WorldStream) Kort geding. Vordering verstrekken gegevens door gedaagde als serverprovider van klanten die via IP-adressen inbreuk maken op auteursrechten van eiseres. Eiseres Dish Network is een aanbieder van betaalde televisie in de Verenigde Staten. Zij levert auteursrechtelijke beschermde programmering aan miljoenen abonnees in het hele land. Gedaagde WorldStream is een in 2014 opgerichte internet service provider. Zij levert wereldwijd onbeheerde hosting diensten, hardware en het besturingssysteem, aan haar klanten.
Artikel 843a Rv is o.b.v. artikel 10:3 Rv toepasselijk omdat dit een bepaling is van formeel procesrecht. Aan de vereisten van artikel 843a Rv is ten dele voldaan, alleen zijn de gevorderde gegevens te onbepaald in omvang en tijd. Slechts de NAW-gegevens plus e-mailadressen en KVK-nummers (m.b.t. ondernemingen) hoeven te worden verstrekt en alleen voor de tijdspanne waarin (vooralsnog) vaststaat dat via de IP-adressen van gedaagde inbreuk is gemaakt op de (naar voorlopig oordeel aangenomen) auteursrechten van eiseres. Aan de vereisten onder de AVG is eveneens voldaan. De verplichting tot verstrekking van de gegevens aan de Amerikaanse eiseres kan worden gebaseerd op de uitzondering van artikel 49 onder e AVG.

IEF 19162

Korting van Buma en Sena is niet onvoorwaardelijk

Kantonrechter 8 apr 2020, IEF 19162; ECLI:NL:RBNHO:2020:2643 (Buma en Sena tegen Molengroet), https://delex.nl/artikelen/korting-van-buma-en-sena-is-niet-onvoorwaardelijk

Ktr. Rechtbank Noord-Holland 8 april 2020, IEF 19162; ECLI:NL:RBNHO:2020:2643 (Buma en Sena tegen Molengroet) Buma en Sena zijn belast met de inning van vergoedingen betreffende auteursrechten op muziekwerken. Hotel Molengroet c.s. maken muziek openbaar als bedoeld in artikel 7 lid 1 Wet op de naburige rechten en artikel 12 Auteurswet en dienen daarvoor aan Sena een billijke vergoeding te betalen.
Molengroet c.s. hebben de vergoeding voor 2019, ook na aanmaning, niet voldaan. De verstrekte korting van 33,33 % is daarom komen te vervallen. Molengroet c.s. betwisten de vordering. Zij voeren aan – samengevat – dat zij door het seizoensgebonden karakter van het bedrijf de facturen niet binnen de betalingstermijn kunnen voldoen, en dat de korting altijd wordt toegekend en een machtsmiddel is om betaling af te dwingen. Bij een eerdere late betaling door Molengroet werd wel korting gegeven, maar dat betekent niet dat kortingen onvoorwaardelijk zijn. Ook kan er geen gerechtvaardigd vertrouwen aan worden ontleend. Dat Molengroet c.s. een seizoensgebonden bedrijf hebben, maakt het voorgaande niet anders. Zij hadden contact kunnen opnemen om afspraken over de betaling te maken.