DOSSIERS
Alle dossiers

Rechtspraak  

IEF 2288

Juridisch nog steeds niets mis mee

Gerechtshof Arnhem, 4 juli 2006, 06/416. Drieman Makelaardij , Borgdorff Makelaars & NVM tegen Alletekoopstaandehuizen.nl B.V. (Met  dank aan Dirk Visser en Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap)

Hoger beroep in de Zoekallehuizenzaak. Bespreking van 16 grieven en een ten overvloede. Het Hof bekrachtigt het veelbesproken vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Arnhem van 16 maart. Een snelle samenvatting in (gecomprimeerde) citaten:

De investeringen waarover het hier gaat moeten dus met name betrekking hebben op het aanleggen van de databank als zodanig. Naar het voorlopig oordeel van het hof hebben de makelaars ook In hoger beroep niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij in verband met het verkrijgen, controleren of presenteren van de gegevens op de website aanzienlijke investeringen hebben moeten doen die zij anders niet zouden hebben gedaan.

De kosten die betrekking hebben op het verzamelen van gegevens van de woningen die te koop worden aangeboden. moeten de makelaars in het kader van hun dienstverlening zo niet geheel dan toch grotendeels toch al maken. De kosten die gemoeid zijn met het vervaardigen van een website, kunnen evenmin als relevante investeringen gelden, omdat in de huidige tijd elke zich respecterende ondernemer een website heeft en de makelaars nok anders dan voor het publiceren van de woninggegevens al een website nodig zouden hebben. 

Het is immers hun taak naar buiten bekend te maken welke woningen zij in de verkoop hebben. In de huidige tijd is gebruik van intemet daartoe de meest effectIeve en volgens de makelaars zelfs onmisbare voorwaarde- ZAH heeft naar het voorlopig oordeel van het hof terecht aangevoerd dat het plaatsen door een makelaar van gegevens op de website en het bijhouden van deze website niet zodanig ingewikkelde handelingen meebrengen dat daaruit zou kunnen volgen dat daaraan substantiële investeringen verbonden zijn.

Het hof verenigt zich met het oordeel van de voorzieningenrechter dat het ophalen van de volledige webpagina’s met het doel daaraan gegevens te ontlenen, geen verveelvoudiging oplevert omdat het door artikel 13a van de Auteurswet 1912 aan dat begrip wordt onttrokken.

Naar oordeel van de voorzieningenrechter is bij het overnemen van adresgegevens, vraagprijs en enkele regels uit een meer omvangrijke beschrijving en het plaatsen daarvan op haar website bij een hyperlink, sprake van een citaat in een ‘uiting met een vergelijkbaar doel” als bedoeld in artikel 15a Aw 1912, nu aan alle voorwaarden als in deze bepaling bedoeld is voldaan. Uit de wetsgeschiedenis van voormelde bepaling blijkt dat het contextvereiste is vervallen, althans dat daaraan geen groot gewicht meer behoeft te worden gehecht, en dat aan de bepaling een ruimere betekenis dan alleen citeren in de context van kritiek of recensies toekomt.

Voor het onderhavige geval is zowel kenmerkend als beslissend dat de ontlening en de vermelding op de website van ZAH globaal hetzelfde doel dienen als de makelaars nastreven, namelijk de aandacht van potentiële kopers op het object vestigen. ZAH doet in feite niet meer dan nodig is om de gebruiker in staat te stellen de voor hem (mogelijk) van belang zijnde websites van de makelaars te vinden door daarnaar te verwijzen via enkele belangrijke gegevens. Het gebruik van deze gegevens valt te beschouwen als of staat op gelijke voet met het citeren uit een werk ten behoeve van een aankondiging. Het heeft immers de strekking de gebruiker aan te kondigen wat hij te zien zal krijgen als hij de door ZAH aangeboden hyperlink volgt.

Anders dan de makelaars menen, doet in de in deze zaak gegeven context uiteraard niet ter zake dat ZAH zelf geen tekst heeft opgesteld. Het gaat ZAH immers om de duidelijkheid van de signalering en niet om haar eigen omschrijving van het object Het ontlenen van de kerngegevens kan in verband met de verwijzing naar de website van de betrokken makelaar als proportioneel worden aangemerkt.

In de context van het gebruik als hiervoor is omschreven kan in de verkleining van de foto’s geen vorm van aantasting worden gezien. De verkleinde foto’s dienen immers alleen om de gebruiker behulpzaam te zijn bij het zoeken van objecten die te vinden zijn op de websites van de makelaars (en anderen) en zijn klaarblijkelijk bedoeld om de gebruikers samen met de tekst een (eerste) indruk te geven van het object. Dat zij tot dat doel een redelijk en gangbaar middel zijn, wordt bevestigd door de homepages van de websites van Drieman en Borgdorff waar op soortgelijke wijze van verkleinde foto’s gebruik wordt gemaakt om te verwijzen naar de verschillende aan onderscheiden aangeboden woningen gewijde pagina’s.

De omstandigheid dat de makelaars technische beschermingsmaatregelen hebben genomen brengt niet mee dat op deze grond niet van openbaarmaking moet worden gesproken. De technische maatregelen zijn immers, naar voorshands voldoende is komen vast te staan, niet gericht (geweest) op het verhinderen van openbaarmaking, doch op het tegengaan van het aanleggen van deeplinken, in het bijzonder door ZAH. Het eventueel doorbreken van de technische blokkades leidt daarom niet tot het bereiken van een nieuw publiek of van een publiek dat de makelaars juist wilden weren van de websites. De makelaars hebben niet aan de hand van concrete stellingen het tegenovergestelde aannemelijk gemaakt.

ZAH houdt vol dat zij doeltreffende maatregelen, in elk geval het verhinderen van het aanleggen van deeplinks, respecteert, maar betwist voor het overige dat van zodanige maatregelen sprake is. Technische voorzieningen worden pas geacht doeltreffend te zijn indien het opvragen en hergebruiken van een databank door de producent van de databank wordt beheerst door middel van toegangscontrole of door middel van een beschermingsprocédé of een kopieerbeveiliging die de beoogde bescherming bereikt. Uit hetgeen bij pleidooi in hoger beroep is aangevoerd, kan het hof niet afleiden dat ZAH dergelijke voorzieningen heeft omzeild. Voorzieningen die uitsluitend gericht zijn tegen ZAH als zodanig vallen niet onder de wettelijke bescherming en het ontgaan daarvan levert niet onrechtmatig handelen van ZAH op.

De makelaars kunnen zich door het op hun website vermelden van algemene voorwaarden niet eenzijdig een recht voorbehouden dat zij anders niet bezitten. Zij kunnen ook niet zonder meer door het gebruik van algemene voorwaarden de rechten van anderen beperken. Door het stellen van algemene voorwaarden kan evenmin de werking van wettelijke uitzonderingen op auteursrechtelijke bescherming ongedaan gemaakt worden. De makelaars hebben niet duidelijk gemaakt op grond waarvan zij dat wel zouden kunnen doen anders dan door het claimen van rechten waarvan het bestaan in het voorafgaande al is afgewezen.

De voorzieningenrechter verwierp de stellingen van de makelaars dat ZAH onrechtmatig handelt door, kort samengevat, het profiteren van en parasiteren op de investeringen en prestaties van de makelaars, het verwerven van een onrechtmatige voorsprong en het toebrengen van schade aan de makelaars onder meer door slordigheden en fouten op de website van ZAH wat betreft de vermelding van gegevens. Volgens de makelaars handelt ZAH ook onrechtmatig door gebruik te maken van de systemen van de makelaars, door inbreuk te maken op hun exclusieve rechten, door ontduiking van beschermingsmaatregelen en door het op kosten jagen van de makelaars.

Zoals het hof hiervoor  heeft overwogen, kan van onrechtmatig handelen slechts sprake zijn als ZAH onzorgvuldig handelt of de belangen van de makelaars nodeloos schaadt. Daarvan is voorshands onvoldoende gebleken. ZAH is niet als bemiddelaar werkzaam op de markt van de makelaars en treedt niet in concurrentie met de makelaars. Zij ontleent haar informatie aan de van de websites van de makelaars en maakt dat naar buiten duidelijk. Het hof ziet niet in dat van misleiding of van reputatieschade sprake is.

De grieven treffen geen doel. Voor bewijsvoering leent de procedure die strekt tot het geven van een voorlopige voorziening, zich niet. Het hof acht ook op grond van een belangenafweging de vorderingen van de makelaars niet toewijsbaar.

Het hof voegt ten overvloede aan de afwijzing van de vorderingen nog het volgende toe in verband met het verweer van ZAH betreffende de mededingingsrechtelijke aspecten. Tussen partijen staat als niet of onvoldoende weersproken vast dat NVM met ongeveer 3.900 leden een zeer aanzienlijk gedeelte, circa 80 tot 85% procent, van de woningmakelaars in Nederland vertegenwoordigt. Door de NVM wordt eveneens  een website geëxploiteerd (Funda) waar een substantieel deel van het woningaanbod van de bij de NVM aangesloten makelaars wordt getoond.

Uitsluitend NVM-makelaars kunnen hun woningbestand bij Funda aanmelden. ingevolge het NVM reglement zijn NVM-makelaars gehouden om woningen die zij ten verkoop aanbieden, eerst aan te melden bij Funda alvorens deze op hun eigen website te plaatsen; wordt na deze aanmelding een wachttijd van ten minste 24 uur aangehouden alvorens de te verkopen woning op Funda wordt vertoond: mogen zij geen woningen uit het bestand van een andere NVM-makelaar in hun website opnemen en mogen zij er niet aan meewerken dat de woningen In het Fundabestand ook via andere zoekmachines te vinden zijn. Anders dan op de websites van de afzonderlijke makelaars, komt op Funda nagenoeg het gehele landelijke woningaanbod in beeld, voor zover de woningen door NVM-makelaars worden aangeboden.

De NVM heeft de bij haar aangesloten makelaars geadviseerd maatregelen te nemen om te voorkomen dat ZAH de op hun afzonderlijke websites vermelde woningen opneemt in de website van ZAH, waartoe de makelaars werden opgeroepen technische beschermingsmaatregelen te nemen (zoals deze werden aangeboden door de aan NVM gelieerde ICT- onderneming Realworks) en de bedoelde copyright notice op te nemen (een voorbeeldtekst is op de website van de NVM geplaatst).

Naar het voorlopig oordeel van het hof hebben deze adviezen de strekking om de mededinging op do landelijke woningmarkt zoals die via het internet wordt geëtaleerd, in te perken, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 6 Mededingingswet. Ook om deze reden kunnen de op de websites van de makelaars opgenomen copyright notices geen effect sorteren.

Het Hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Arnhem van 16 maart.

Lees het arrest hier.

Vonnis Rechtbank Arnhem van 16 maart hier.

IEF 2277

Financieel

Uit de Financiële Agenda van het Financieele Dagblad:  'Dinsdag, 4 juli: Rechtbank Arnhem uitspraak in hoger beroep NVM vs  zoekallehuizen.nl inzake inbreuk op auteursrecht en databankrecht (door lagere rechtbank afgewezen).'

IEF 1961

Huizenjacht

Nu.nl bericht dat de NVM nu ook Miljoenhuizen.nl heeft gesommeerd te stoppen met aanbieden van gegevens van woningsite Funda.nl. De woningzoekmachine maakt volgens de NVM inbreuk op het auteurs- en databankrecht van de aangesloten huisverkopers, staat in een brief aan de directie van Miljoenhuizen.nl. Een maand geleden verloor de NVM een kort geding tegen de vergelijkbare zoekmachine van Zoekallehuizen.nl. (eerdere berichten hier).

De NVM geeft Miljoenhuizen.nl tot komende vrijdag om te stoppen met het aanbod. Als dat niet is gebeurd, sluit de makelaarsvereniging een nieuwe gang naar de rechter niet uit. Lees hier meer.

IEF 1957

Juridisch niets mis mee (11)

Chr.A. Alberdingk Thijm, Noot bij Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem 16 maart 2006 (NVM e.a. / Zoekallehuizen.nl), gepubliceerd in AMI 2006/3

“Gezien het voorgaande, valt er het nodige af te dingen op de uitspraak. Met het resultaat kan echter ingestemd worden. Het heeft er alle schijn van dat NVM met deze zaak een potentiële concurrent heeft willen uitschakelen. Zij doet dat met een beroep op de vermeende auteurs- en databankrechten van haar leden. Het uitschakelen van concurrenten is echter niet een belang dat door die rechten wordt beschermd. Het leerstuk misbruik van recht wordt zelden toegepast door de rechterlijke macht. Hier lijkt mij daar alle aanleiding toe.” 

Lees de noot hier.

IEF 1781

Juridisch niets mis mee (10)

Rechtbank Arnhem, 16 maart 2006, KG ZA 06-25. Drieman Makelaardij , Borgdorff Makelaars & NVM tegen Alletekoopstaandehuizen.nl B.V. (Met dank aan Klos Morel Vos & Schaap)

Vonnis in de hier al eerder besproken geruchtmakende zoekallehuizen-databankenzaak.

De Rechtbank Arnhem weigert de door de NVM-makelaars gevraagde voorziening: geen databankenrecht voor de makelaars en geen auteursrechtinbreuk door Zoekallehuizen.nl. Wel ongeoorloofde mededinging NVM. Uitspraak volgt de databankenrechtspraak van het Europese Hof van Justitie en richt zich ook waar het het deeplinken en auteursrecht betreft op verdrags- en Europees recht.

Databankenrecht. Een op een website van een NVM-makelaar opgenomen bestand aan te koop staande woningen is geen databank in de zin van artikel 1 lid 1 sub e Databankenwet.

De rechtbank citeert instemmend uit de William Hill en Fixtures arresten van het HvJ en concludeert dat de investeringen van de NVM-makelaars vooral investeringen zijn die zien op het creëren van de elementen waaruit de verzameling vervolgens wordt samengesteld. De beschrijving en foto’s worden gemaakt  om de woning aan te bieden aan mogelijke kopers. Deze hoofdactiviteit leidt tot het creëren van elementen zoals bedoeld door het Europese Hof van Justitie, niet op het verzamelen. Activiteiten als borrelen en lunchen (eerder bericht hier) zijn gericht op omzetvergroting van de makelaar en hebben onvoldoende relatie tot de exploitatie van de gegevensverzameling. De NVM makelaars hebben niet aannemelijk gemaakt dat eventuele investeringen in het invoeren en ordenen in kwantitatief of kwalitatief opzicht als substantieel zijn aan te merken.

Auteursrecht. Voldoende aannemelijk is geworden dat ZAH voor plaatsing op haar website alleen bepaalde gegevens aan de betreffende websites en /of webpagina’s van de NVM-makelaars heeft ontleent en deeplinks aanlegt naar die sites en/of pagina’s. Eventuele auteursrechtelijke inbreuk  kan dus  alleen betrekking hebben op deze onderdelen, niet op de gehele sites en/of pagina’s.

De rechtbank oordeelt dat als de foto’s van de te koop staande woningen al auteursrechtelijke werken zouden zijn, dat de auteursrechtelijk relevante trekken, zoals met name de afstand waarop een foto is gefotografeerd, de gekozen hoek en de het al dan niet inspelen op de natuurlijke belichting, door de verkleining van deze foto’s op de webpagina’s van ZAH geheel verloren zijn gegaan, waardoor er geen sprake is van auteursrechtinbreuk.

Bij de woningomschrijvingen gaat het daarnaast veleer om feitelijke informatie, waardoor ook hier geen sprake kan zijn van auteursrechtinbreuk.

Van geschriftenbescherming is wel sprake, omdat voldaan is aan de voor geschriftenbescherming geldende vereisten van opschriftstelling en openbaarmaking is voldaan. Maar de enkele vermelding bij een hyperlink van de adresgegevens, vraagprijs en deel van de woningomschrijving moet worden beschouwd als een citaat en ZAH maakt ook op deze wijze geen inbreuk op het auteursrecht van de makelaars.

Deeplinks. Het aanleggen van een deeplink is niet op te vatten als een verveelvoudiging van de webpagina waarnaar wordt gelinkt. Het is immers niet ZAH die de website oproept, maar de bezoeker. Dit linken levert derhalve ook geen auteursrechtinbreuk op. Het aanleggen van een deeplink is ook geen openbaarmaking van de webpagina waarnaar wordt gelinkt. Het zijn de NVM makelaars en niet ZAH die de informatie op internet hebben geplaatst en daardoor wereldwijd voor het publiek toegankelijk hebben gemaakt. De deeplinks vergemakkelijken slechts de toegang tot die informatie.

Het punt van omzeiling van technische maatregelen bespreekt de rechtbank niet, nu op de zitting is gebleken dat de makelaars inmiddels een doeltreffende technische beschermingsmaatregel hebben getroffen, die door ZAH niet meer wordt omzeild.

Algemene voorwaarden. De makelaars kunnen zich niet beroepen op een in hun algemene voorwaarden opgenomen bepaling dat het zonder toestemming verboden is om enig materiaal van de makelaars te kopiëren. Zij kunnen zich immers geen rechten voorbehouden die zij niet hebben.

Mededingingsrecht. NVM makelaar die de aanbeveling van NVM, o.a. om deeplinken door ZAH tegen te gaan, hebben overgenomen, maken zich schuldig aan onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de strekking hebben de mededinging te bepreken. De aanbevelingen van NVM strekken ertoe concurrentie door ZAH ten aanzien van Funda te beperken, zodat de consument is aangewezen op een enkele aanbieder, namelijk Funda.

Van ander onrechtmatig handelen door ZAH, parasiteren, profiteren, misleiden, is volgens de rechtbank ook geen sprake. 

Lees het vonnis hier. Deeplink naar vonnis op Rechtspraak.nl hier.

(De NVM heeft inmiddels aangekondigd in hoger beroep te gaan)

IEF 1718

Juridisch niets mis mee (6)

BN De Stem en de Stentor berichten dat de rechtbank in Arnhem zich vandaag buigt over het kort geding dat de NVM heeft aangespannen tegen zoekallehuizen.nl (eerdere berichten hier)

“Maar met het kort geding tegen de huizensite staat meer op het spel dan alleen de relatie tussen enkele NVM-makelaars. Het doorlinken, het direct doorverwijzen naar een andere internetpagina, gebeurt door de meeste zoekmachines. De uitspraak van de rechter kan daarom consequenties hebben voor aanbieders van veel meer zoeksites."

"(…) Zoekallehuizen.nl voelt zich in de zaak gesterkt door een rechterlijke uitspraak zes jaar geleden in de zaak die krantenuitgevers aanspanden tegen kranten.com, een verzamelsite met de belangrijkste koppen uit de Nederlandse dagbladen. De vergelijking met kranten.com gaat echter niet op, meent jurist Christiaan Alberdingk Thijm die wereldnieuws schreef door de makers van het muziekdownloadprogramma KazaA met succes te verdedigen.

Het kort geding tegen zoekallehuizen.nl heeft niet te maken met het auteursrecht, maar met het databankrecht. Uiteindelijk zal de vraag zijn of zoekallehuizen.nl inbreuk maakt op de juridische databankbescherming“, zegt Alberdingk Thijm.  (…) Wanneer zoekallehuizen.nl rechtstreeks gegevens van de NVM-huizensite funda.nl zou halen, is er volgens Alberdingk Thijm duidelijk dat er sprake is van strijd met het databankrecht. „In funda.nl is duidelijk voldoende geïnvesteerd om de site te kwalificeren als een databank. De vraag is of dat ook het geval is bij informatie die individuele makelaars op het internet hebben gezet.“ Lees hier en hier meer.

IEF 1605

Juridisch niets mis mee (5)

In aansluiting op deze eerdere berichten melden diverse media vandaag dat er weer interessante jurisprudentie aankomt: het kort geding tussen De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en de website www.zoekallehuizen.nl zal dienen op 2 maart.

De Telegraaf bericht: “Volgens de NVM maakt de website zich schuldig aan oneerlijke concurrentie, onrechtmatig handelen, inbreuk op auteurs- en databankrechten en wanprestatie. Wat de makelaarsvereniging vooral irriteert is dat de website gebruikmaakt van 'deeplinken': wie op een plaatje van een woning klikt, wordt rechtstreeks doorgeleid naar de pagina die de verkopende makelaar voor de betreffende woning heeft gemaakt.

Op Zibb.nl stelt Directie-secretaris A. Drok van de NVM “dat de vereniging geen problemen heeft met zoekallehuizen.nl. 'Het gaat erom dat een makelaar aangeeft dat zijn gegevens niet gebruikt mogen worden en dat zoekallehuizen.nl dat niet respecteert. Als de rechter zegt dat dit mag, is er het risico dat gegevens over huizen op kwalitatief slechte sites geplaatst mogen worden of dat gegevens zelfs foutief ergens terecht komen.'"

Volgens NVM-makelaar Gijs den Hollander van www.zoekallehuizen.nl is de site echter niets meer dan een soort gespecialiseerde 'Google voor de huizenmarkt'. Lees hier of hier meer.

IEF 1317

Geen intellectuele schepping

Rechtbank Zutphen 30 november 2005, LJN: AU7454, X - Y

Firma F exploiteerde een agrarische database, die onder meer informatie over agrarische bedrijven in Nederland bevatte. F verkocht de database aan eiseres X. F verkocht en leverde later een groot deel van de adressen uit de database aan gedaagde Y. Tussen F en X is een gerechtelijke procedure gevoerd omdat F volgens X haar verplichtingen uit de koopovereenkomst niet zou zijn nagekomen. Het geschil is beslecht met een vaststellingsovereenkomst waarin wordt bepaald dat F al haar rechten met betrekking tot de database overdraagt.

X vordert nu dat Y zich zal onthouden van het verstrekken van informatie uit haar agrarische database aan derden c.q. gebruik van deze informatie ten behoeve van derden. X doet een beroep op wanprestatie, het auteursrecht en het databankenrecht.

X legt allereerst ten grondslag aan haar vorderingen dat Y toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens F doordat zij gegevens uit de database aan derde ter beschikking heeft gesteld en in haar eigen database heeft opgenomen. Eiseres kan haar vorderingen niet onderbouwen met een beroep op wanprestatie, aldus de rechtbank.

Tevens kan van een onrechtmatig handelen wegens inbreuk op een auteursrecht (subsidiaire vordering) geen sprake zijn. "Tussen partijen staat vast dat de [naam database], naast namen en adressen van agrariërs, bedrijfsrelevante informatie over deze agrariërs, zoals gegevens over het soort bedrijf (rundvee, varkens, pluimvee, akkerbouw, tuinbouw) en de omvang van het bedrijf (stuks vee, hectares), bevat. Hiermee is de database op zichzelf slechts een verzameling van een aantal feitelijke gegevens die als zodanig voor bescherming op grond van de Auteurswet (Aw) niet in aanmerking komt. Dit zou slechts anders zijn indien de verzameling het resultaat is van een selectie die een persoonlijke visie van de maker tot uitdrukking brengt of [...] indien de databank door de keuze of de rangschikking van de stof een eigen intellectuele schepping van de maker vormt."

Tot slot een beroep op inbreuk op het databankrecht. Aangenomen wordt dat X rechthebbende is op de database. "Nu Y niet gemotiveerd heeft betwist dat zij de gehele databank heeft vermengd met haar eigen agrarische databank, staat hiermee vast dat zij de handeling heeft verricht zoals omschreven in artikel 2 lid 1 sub a Dw, dat wil zeggen de inhoud van de databank heeft opgevraagd. Zoals uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt, kan eerst na bewijslevering worden beoordeeld of er sprake is van een inbreuk op het databankrecht van X. Vraag is nog of tevens sprake is van hergebruiken in de zin van artikel 2 lid 1 Dw. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Y zal X in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat het hergebruiken door Y de gehele database betreft dan wel een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel gedeelte van die database (sub a), althans dat dit hergebruiken herhaaldelijk en systematisch geschiedt/is geschied en in strijd is met de normale exploitatie van die databank of ongerechtvaardigde schade toebrengt aan X als rechthebbende van die databank (sub b)."
Lees hier het vonnis.

IEF 1267

Nog meer rechtspraak

Gerechtshof Amsterdam, 15 september 2005, LJN: AU6843. Technos B.V tegen [X], handelend onder de naam [X] Telecom. Databankenrecht.

“Immers, al aangenomen dat Technos een databankrecht heeft verkregen met betrekking tot het bestand van de gegevens van de door haar aangebrachte klanten, voordat zij die gegevens aan ICC doorgaf, en zelfs dat zij dit recht behield met betrekking tot het gegevensbestand dat zij bewaarde nadat zij de klanten bij ICC had aangebracht, Technos maakt niet duidelijk hoe dit recht zich nog zou kunnen uitstrekken over het geheel van de van Technos afkomstige gegevens die in het klantenbestand van ICC waren opgenomen. Zelfs als het geheel van de van Technos afkomstige gegevens als aparte databank binnen het klantenbestand van ICC zou kunnen worden onderscheiden, valt nog niet in te zien hoe Technos ten aanzien van die aparte databank als gerechtigde zou kunnen gelden. Technos stelt geen feiten die aanleiding geven tot de gevolgtrekking dat zij als gerechtigde met betrekking tot een zodanige aparte databank kan worden aangemerkt. Ten slotte is er, bij gebreke van toereikende feitelijke stelling, ook geen aanleiding om aan te nemen dat Technos mede-databankgerechtigde, laat staan algeheel databankgerechtigde, is geworden met betrekking tot het gehele klantenbestand van ICC.” Lees arrest hier.

Rechtbank Haarlem, 24 november 2005, LJN: AU6845. KPN Telecom B.V tegen Pretium Telecom B.V. Misleidende vergelijkende reclame door Pretium.

"Bij vonnis van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Haarlem d.d. 25 november 2005 zijn wij veroordeeld om u langs deze weg op de hoogte te stellen van het navolgende.

Op vordering van KPN is ons met onmiddellijke ingang verboden om nog langer mede te delen of te suggereren dat u bij Pretium altijd tegen de laagste kosten belt. Dit soort uitingen is misleidend. In werkelijkheid hangt het namelijk in belangrijke mate af van het belgedrag van individuele consumenten of zij bij de ene of bij de andere aanbieder goedkoper uit zijn.

Ook mogen wij niet langer met de Pretium Garantie Voice de suggestie wekken dat Pretium altijd de goedkoopste zou zijn. Dit onder meer omdat wij ten onrechte stelden dat wij u dubbel het verschil zouden uitbetalen wanneer u bij een andere aanbieder lagere telefoonkosten per maand zou hebben gehad, terwijl wij in werkelijkheid in die vergelijking de voordeelregelingen van andere aanbieders, zoals VoordeelNummers en BelPlus van KPN, buiten beschouwing lieten. De rechter heeft geoordeeld dat wij u hiermee hebben misleid.

Pretium Telecom B.V."

Vordering van Pretium tot schorsing van de executie van een eerder vonnis, waarbij het haar werd verboden mededelingen te doen die een absolute prioriteitsclaim inzake kosten inhouden, wordt afgewezen omdat is vastgesteld dat Pretium in strijd met dat eerdere vonnis heeft gehandeld.  Lees vonnis hier.


Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 7 november 2005,  LJN: AU6784. Auto-campingsport deurne B.V. tegen E. Auto/camping/sport v.o.f.

4.3.4. De drie woorden op zichzelf genomen hebben geen specifieke betekenis. Zo kan bij 'auto' gedacht worden aan autoaccessoires, maar ook aan autohandel, speelgoed, verhuur enz. Bij camping zal de eerste gedachte gaan naar een plaats waar gekampeerd kan worden. Bij sport aan een plaats waar gesport kan worden. In alle drie de gevallen zal een winkel zich bedienen van een handelsnaam waarin het woord auto of camping of sport staat in combinatie met het woord artikelen of materialen of iets dergelijks, zoals automaterialen, campingartikelen of sportkleding enz. Zonder deze nadere aanduiding en dan drie woorden tegelijk en dat in een bepaalde volgorde is, zoals ook blijkt uit het handelsregister zodanig uniek dat het gebruik door twee vrijwel naast elkaar gelegen ondernemingen tot verwarring bij het publiek aanleiding kan en zal geven.

4.3.5. Aan vorenstaand geconstateerd verwarringsgevaar kan niet afdoen dat de hier bedoelde (drie) onderdelen van de naam elk voor zich weinig onderscheidend zijn en op zichzelf genomen niet tot zodanige verwarring kunnen leiden, in samenhang met de overige woorden van de handelsnaam, dat in die gevallen anders geoordeeld moet worden.

4.3.6. Van een monopoliseren, dat wil zeggen van een gebruik dat een andere onderneming ongerechtvaardigd belemmerd in het vinden en kunnen gebruiken van een handelsnaam die bij haar activiteiten past, is geen sprake, getuige het feit dat er in Nederland tal van winkels zijn die dezelfde activiteiten ontplooien maar zich niet van hier bedoelde combinatie bedienen.

4.4. De conclusie is dan dat de grieven in het principaal appel slagen en dat [Y.] een handelsnaam voert die in strijd komt met het verbod van artikel 5 Hnw.

4.4.1. [X.] verzoekt [Y.] te bevelen haar handelsnaam zodanig te wijzigen dat daarin niet meer voorkomt het woord/ de woorden 'auto', 'camping', of 'sport' noch woorden/letterverbindingen die daarmee in hoofdzaak overeenstemmen. Dit verzoek gaat te ver. [Y.] kan niet worden verboden om tenminste één van de drie gewraakte woorden in haar naam te voeren, zeker niet in combinatie met andere woorden, zoals de woorden automaterialen, campingartikelen, sportkleding enz. In het verbod ligt de verplichting besloten voor [Y.] om haar handelsnaam te wijzigen.

4.4.2. Het is niet aan het hof om reeds thans specifiek vast te stellen welke nieuwe handelsnaam verboden of toelaatbaar zal zijn. Het is aan [Y.] om eerst zelf een nieuwe naam aan te nemen. Het hof kan hier wel aan toevoegen dat een naam waarin een andere volgorde van de drie gewraakte woorden wordt gebruikt (bijvoorbeeld camping/sport/auto), niet toelaatbaar zal zijn. Dit zal in het algemeen ook het geval kunnen zijn bij het gebruik van twee van de drie woorden met of zonder verdere toevoegingen (bijvoorbeeld camping/sport of '[Y.] automaterialen en sportartikelen'). Daarbij komt dat de gevorderde dwangsom alleen toewijsbaar is ten aanzien van eenduidig bepaalbare handelsnamen. Lees arrest hier.