Kamerstuk 21 501-30 nr. 222, Tweede Kamer. Raad voor Concurrentievermogen; Brief van de minister van economische zaken. Geannoteerde agenda, toelichting per onderwerp.
"Handhaving intellectuele eigendomsrechten: Gedachtewisseling en Resolutie. De Raad zal naar verwachting een resolutie aannemen over de handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de interne markt, op basis van de mededeling van de Commissie «Voor een verstrekte handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de interne markt» van 11 september 2009 (TK 2009–2010 22 112-953).
Op Europees niveau bestaat er al enige tijd een toegenomen belangstelling voor een gezamenlijke aanpak ten aanzien van inbreuken op intellectuele eigendomsrechten in het algemeen en de bestrijding van namaak en piraterij in het bijzonder. In september 2008 heeft de Raad een resolutie aangenomen over de strijd tegen namaak en piraterij. In deze resolutie riep de Raad op tot een Europees plan voor de bestrijding van namaak en piraterij. Het idee was om de bestaande Europese regelgeving met betrekking tot de bestrijding van namaak en piraterij, zoals de douaneverordening en de richtlijn civiele handhaving van intellectuele eigendomsrechten, aan te vullen met andere dan wetgevingsmaatregelen.
Met de mededeling van september 2009 «Voor een versterkte handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de interne markt», geeft de Commissie uitvoering aan de oproep tot een Europees plan. In aanvulling op het bestaande regelgevingskader kondigt de Commissie drie verschillende soorten niet-wetgevingsmaatregelen aan:
1) Invulling van de taken via een Europees Waarnemingscentrum. Dit waarnemingscentrum, dat inmiddels binnen de bestaande structuren van de Commissie is opgericht, zal een centrale rol gaan vervullen bij het verzamelen, monitoren, en rapporteren van informatie en gegevens over inbreuken op intellectuele eigendomsrechten. Op basis daarvan worden analyses en evaluaties uitgevoerd van de impact van inbreuk op innovatie, concurrentievermogen, werkgelegenheid, betrokkenheid van georganiseerde misdaad en risico’s voor
volksgezondheid en veiligheid.
2) Bevordering van administratieve samenwerking in de interne markt, in het bijzonder door het opzetten van een netwerk voor snelle uitwisseling van gegevens ten behoeve van de bij de handhaving van intellectuele eigendomsrechten betrokken handhavings- en uitvoeringsinstanties. De bestaande samenwerking tussen douane-instanties wordt hierbij als voorbeeld genomen.
3) Mogelijk maken van convenanten tussen belanghebbende partijen. Bijzondere prioriteit kent de Commissie daarbij toe aan de bestrijding van de handel in namaakgoederen via het internet, waarbij zij denkt aan afspraken over het voorkomen, identificeren en verwijderen van verkopers die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten.
In de conceptresolutie omarmt de Raad de verschillende soorten initiatieven die worden genoemd in de mededeling. De Raad benadrukt zijn ambitie om een consistent hoog niveau van handhaving in de interne markt te vestigen waarbij belemmeringen voor legitiem handelsverkeer worden vermeden en rechtszekerheid wordt geboden, terwijl ook de belangen van consumenten en gebruikers worden gewaarborgd.
Ten aanzien van het Waarnemingscentrum wordt de Commissie verzocht de bevoegdheden en taken nader in te vullen, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van nationale expertises. Een belangrijke taak is in ieder geval het promoten van succesvolle en proportionele oplossingen ter bestrijding van namaak en piraterij. Naast het verzamelen en analyseren van informatie worden als belangrijke taken gezien: het vergroten van het bewustzijn over de impact van namaak en piraterij, het faciliteren van uitwisseling van «best practices» van de private en publieke sector, het promoten van de ontwikkeling van convenanten door de private sector, en het promoten van (administratieve) samenwerking van nationale en Europese handhavingsautoriteiten.
Waar deze aanvullende initiatieven niet leiden tot goede oplossingen moet bezien worden of voorstellen tot regelgeving noodzakelijk zijn. Wel verzoekt de Raad de Commissie nu al uit te zoeken of het noodzakelijk is om een eerder opgesteld richtlijnvoorstel inzake strafrechtelijke maatregelen op het terrein van handhaving van intellectuele eigendomsrechten (COM(2006) 168) in aangepaste vorm weer in te dienen. Eerdere onderhandelingen in Raadskader over dit richtlijnvoorstel liepen vast. Ten slotte wordt in de resolutie aandacht besteed aan de handhaving van met name auteursrechten in de internetomgeving. De Raad benadrukt in dit verband naast het belang van handhaving ook de noodzaak van het vergroten van het legale aanbod door het ontwikkelen van nieuwe businessmodellen.
Nederland steunt de nadruk die in de conceptresolutie wordt gelegd op het belang van goede en vergelijkbare informatie over inbreuken op intellectuele eigendomsrechten. Inbreuken op intellectuele eigendomsrechten kunnen grote commerciële schade toebrengen aan de handel en economie. Ook kunnen namaak en piraterij een gevaar opleveren voor de veiligheid en volksgezondheid. Het is van groot belang dat betrokken instanties (zowel privaat als publiek) van elkaars activiteiten op de hoogte zijn en informatie daarover uitwisselen. Met wetgeving alleen kan de EU de strijd tegen namaak en piraterij niet winnen. Juist op het punt van betere informatie-uitwisseling, administratieve samenwerking en bewustwording kan de EU nog een belangrijke slag slaan. Nederland staat dan ook positief tegenover de rol die het waarnemingscentrum hierbij kan vervullen. Nederland is tegelijkertijd wel van mening dat de rolverdeling tussen private en publieke instanties daarbij bewaard moet blijven. In het bijzonder dient in het oog te worden gehouden dat het primair op de weg van rechthebbenden zelf ligt om verantwoordelijkheid te nemen voor het handhaven van de eigen intellectuele eigendomsrechten.
Het initiatief van de Commissie om een dialoog te starten over de bestrijding van de handel in namaakgoederen via het internet sluit aan bij de Nederlandse «notice and takedown-procedure». Dit is een gedragscode tussen verschillende betrokken partijen om gezamenlijk illegale praktijken op internet te bestrijden. De procedure start op het moment dat iemand een melding doet over vermeende illegale informatie op internet bij een service provider, de «notice», en eindigt met het uit de lucht halen van de betreffende website, de «take down». Nederland acht een uitbreiding van dit initiatief naar Europees niveau zeer wenselijk en te verkiezen boven wetgeving. Voorts dringt Nederland er ook in EU-verband op aan om bedrijven de ruimte te geven en te stimuleren nieuwe businessmodellen via internet te ontwikkelen, alvorens wordt ingezet op maatregelen om het downloaden uit illegale bron tegen te gaan. Alleen met een volwaardig alternatief legaal aanbod via nieuwe businessmodellen kan de strijd tegen illegaal aanbod succesvol worden aangegaan, zoals ook aangegeven in de reactie van het kabinet op het rapport van de parlementaire werkgroep Gerkens.
Lees het kamerstuk hier.