DOSSIERS
Alle dossiers

Kamerstukken & EU  

IEF 8679

Dat wij begrip hebben voor uw zorgen

Kamerbrief Minister Van der Hoeven (Economische Zaken), 15 maart 2010, betreffende de ACTA onderhandelingen. Enkele citaten:

“Allereerst willen wij graag aangeven dat wij begrip hebben voor uw zorgen met betrekking tot ACTA en de verhouding tot de Europese regelgeving. De vertrouwelijkheid waarmee de ACTA-onderhandelingen zijn omgeven, geven in de samenleving aanleiding tot ongerustheid en speculatie.”

(…) “Gelet op het vertrouwelijke karakter van de ACTA-onderhandelingen kunnen wij niet op de details daarvan ingaan. Met betrekking tot de Europese wetgeving heeft de Commissie in haar factsheet van 15 september 20081 reeds aangegeven dat ACTA niet verder zal gaan dan de huidige EU-regeling voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten. (…) Dat standpunt wordt nog altijd bevestigd. Het bestaande EU-acquis is ook de  inzet van Nederland voor de onderhandelingen over het mandaat van de Europese Commissie in de ACTA-onderhandelingen. Van het acquis zijn met name van belang de e-commerce richtlijn, de handhavingsrichtlijn en het nieuwe EU regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector (hierna: Telecompakket).”

(…) De maatregelen moeten worden uitgevoerd met inachtneming van adequate procedurele waarborgen overeenkomstig het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht, waaronder doeltreffende rechtsbescherming en eerlijke rechtsbedeling. Een ‘three-strikes-out’-aanpak is als het aan het kabinet ligt niet acceptabel.”

(…) “Om alle belanghebbenden goed en volledig te informeren over de inhoud van de onderhandelingen is meer transparantie nodig. De afspraak tussen de deelnemende partijen bij aanvang van ACTA om de inhoud van de ACTA-documenten en -onderhandelingen vertrouwelijk te behandelen behoeft dan ook verbetering. Het publiek, de Tweede Kamer en het Europees Parlement dienen zo spoedig mogelijk meer duidelijkheid krijgen over wat er concreet wordt besproken. Nederland heeft zich met een aantal andere landen in de EU onverkort sterk gemaakt voor meer transparantie en zal dit ook blijven doen.”

(…) “ACTA valt, zoals ook in het onderhandelingsmandaat is bepaald, in ieder geval voor het strafrechtelijke onderdeel onder de bevoegdheid van de lidstaten, en voor het overige (bijvoorbeeld civiele handhaving van IE-rechten) onder de bevoegdheid van de Europese Commissie. Gelet op deze gedeelde bevoegdheid, zal ACTA zeer waarschijnlijk als gemengd akkoord kunnen worden aangemerkt. Gemengde akkoorden behoeven medeondertekening door de lidstaten en ratificatie door de lidstaten overeenkomstig de eigen nationale procedures. De Staten-Generaal zouden in dit geval dus wel degelijk aan bod komen overeenkomstig de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking van verdragen. Voor het deel dat onder de EU-competentie valt, dient het Europees Parlement goedkeuring te geven.

Lees het kamerstuk hier.

IEF 8673

Het is ook nog volstrekt onbekend wat daarmee verder gaat gebeuren

Kamerstuk 21501-30 Nr. 225. Raad voor Concurrentievermogen, Verslag van een algemeen overleg, vastgesteld 11 maart 2010

De heer Jan Jacob van Dijk (CDA): Ik wijs op het thema piraterij. Er wordt in dat verband min of meer gesuggereerd dat de Europese Commissie de oude richtlijn, die al eens eerder is afgewezen, toch weer op tafel wil leggen. Daarbij zijn ook eisen gesteld omtrent minimumstraffen in lidstaten. U geeft op veel onderwerpen een reactie, behalve op dat onderwerp. Wat is het standpunt van de Nederlandse regering op dat terrein? Wat is uw visie op de gedachte dat via Europese regelgeving wordt bepaald wat de minimumstraffen in lidstaten moeten zijn op het namaken van producten?

Minister Van der Hoeven (EZ): Het gaat om een resolutie die nu voorligt. Die resolutie betreft de bestrijding van namaak en piraterij. Het gaat daarbij niet alleen om internet en auteursrecht maar ook om de ontwerpen van succesvolle ontwerpers. Het lijkt mij heel belangrijk dat er in Europa beter wordt samengewerkt zodat bekend is welke ontwikkelingen er zijn, wat de omvang daarvan is, waar de handelsstromen liggen, enzovoort. Daar wordt al aan gewerkt in het kader van het recent opgerichte Europees waarnemingscentrum, maar daar kan nog het nodige mee gedaan worden. De bedrijven zelf moeten daarbij betrokken worden want die weten in het algemeen best aan de hand is omdat zij direct belanghebbenden zijn. Ik benadruk dit omdat wel eens vergeten wordt dat namaak en piraterij gewoon vormen van criminaliteit zijn waarmee veel creatieve ondernemers ernstig worden benadeeld. Dat mogen wij niet uit het oog verliezen. 

Terugkomend op de resolutie merk ik op dat het punt van die minimumstraffen er wel in stond, maar er nu niet meer in staat. Het is ook nog volstrekt onbekend wat daarmee verder gaat gebeuren. Ik denk dat wij in Europa gezamenlijk moeten nagaan wat de gebreken zijn in het huidige beschermingsniveau. Aan de hand daarvan kan besloten worden wat er moet gebeuren. In deze resolutie staat het in elk geval niet meer.

Lees het volledige verslag hier.

IEF 8663

Inzake uitvoeringen en fonogrammen

Tractatenblad Jaargang 2010, nr. 60. Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen (WPPT) (1996); Genève, 20 december 1996.

"Het Verdrag zal ingevolge artikel 21, onder ii, voor het Koninkrijk der Nederlanden op 14 maart 2010 in werking treden. Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, zal het Verdrag alleen voor Nederland gelden." Zie Trb. 2003,162.

Lees het Tractenblad hier.

IEF 8662

Lijst van controversiële onderwerpen

Kamerstuk 32333, nr. 1, Lijst van controversiële onderwerpen, samengesteld 5 maart 2010.

“De vaste commissies hebben in hun procedurevergaderingen als mening uitgesproken dat over de (verdere) behandeling van de volgende aanhangige wetsvoorstellen en/of beleidsdocumenten, eerst kan worden besloten na het aantreden van een nieuw kabinet.”

23. 29 838-24 Brief van de minister van Justitie d.d. 28-01-2010 Verhouding tussen het nieuwe EU regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector en regelgeving inzake downloaden uit illegale bron.

24. 29 838-26 Brief van de minister van Justitie d.d. 23-02-2010 Beantwoording vragen commissie Justitie inzake de heffing door Buma/Stemra op het particuliere gebruik van muziekvideo’s op internet.

28. 32 123-VI-73 Brief van de minister van Justitie d.d. 07-12-2009 Onderzoek onverdeelde gelden collectieve beheersorganisaties en jaarverslag College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten 2008.

35. 29 838-18 Rapport van de werkgroep Auteursrecht.

Lees de volledige lijst hier.

IEF 8642

Personalia

Thierry van Innis versterkt IP team Brusselse vestiging Field Fisher Waterhouse. Van Innis vervoegt het Brussels kantoor. Thierry’s komst versterkt het IP-team en komt er kort na de recrutering in de herfst van vorig jaar van vennoot Stijn Debaene en medewerker Hakim Haouideg. Ze waren alle drie voorheen actief bij Allen & Overy LLP.

Thierry, die meer dan 30 jaar ervaring heeft in het intellectuele eigendomsrecht, wordt alom aanzien als één van de Belgische topadvocaten in de materie. Zo won hij in 2006 de « Lifetime Achievement Award » naar aanleiding van de « World Leaders European IP Awards ». Hij was ook voorzitter van de Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht (BMM). Gedurende 23 jaar was hij vennoot bij Loeff Claeys Verbeke en hij vervoegde Allen & Overy bij de fusie in 2002.

Per 1 maart 2010 biedt Jetske Zandberg namens Inaday  in Heerenveen haar diensten als adviseur op het gebied van merken en modellen aan. Jetske werkte eerder 27 jaar bij Arnold + Siedsma, waarvan de laatste 10 jaar als  merkengemachtigde. Jetske staat ingeschreven als Benelux en Europees merken- en modellengemachtigde. Om alle klanten in Friesland in de eigen taal te woord te kunnen staan wordt de Inaday-website in het Fries vertaald.

IEF 8641

Nieuwe examengelden octrooigemachtigden

Staatscourant, Jaargang 201, Nr. 2983, dinsdag 2 maart 2010. Regeling van de Minister van Economische Zaken van 22 februari 2010, nr. WJZ / 10021076, houdende vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 27c, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995.

“In deze regeling worden nieuwe examengelden vastgesteld die verschuldigd zijn voor deelname aan een examen of proeve van bekwaamheid octrooigemachtigde of een gedeelte daarvan. Deze bedragen zijn sinds 2004 niet meer gewijzigd. Uitgangspunt is, dat de bedragen zodanig worden berekend dat daarmee de kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden van de examencommissie worden gedekt (artikel 27c, tweede lid, Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995).

Lees de regeling hier.

IEF 8640

The European Observatory on Counterfeiting and Piracy.

Council of the European Union: Council Resolution of 1 March 2010 on the enforcement of intellectual property rights in the internal market, 2999th Competitiveness Council meeting.

23. RECOGNISES the need for evidence-based and outcome-oriented policy making and in this context welcomes the recent creation and work of the European Observatory on Counterfeiting and Piracy.

27. RECOGNISES the importance of reliable and comparable data on counterfeiting and piracy and INVITES the Commission, the Member States and industry to provide the Observatory with available information and to jointly develop and agree, in the context of the Observatory, on plans to collect further information. and to jointly develop a common methodology for collecting data.

32. INVITES the Commission to analyse the opportunity of submitting an amended proposal for a Directive on criminal measures aimed at combating counterfeiting and piracy. This analysis must include an assessment of the extent to which action is essential to ensure the effective implementation of a Union policy in an area which has been subject to harmonisation measures, as well as an examination of the impact, costs and benefits of any new measures;

33. REQUESTS the Observatory to facilitate regular experts' meetings, involving representatives from public authorities, private sector bodies and consumer organisations, to promote successful and proportional solutions against counterfeiting and piracy. The Observatory will pay special attention to the compilation of best practices in public and private sectors and codes of conduct in private sectors. In its Annual Report, the Observatory should take into account the conclusions of the experts' meetings and relevant round tables;

LEES de resolution hier.

IEF 8636

Te bevorderen dat er openheid komt

Kamervraag, nr. 2010Z03463, 2e Kamer.  Vragen van het lid Azough (GroenLinks) aan de minister van Justitie over de niet geëffectueerde SWIFT-overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en Nederland. (Ingezonden 19 februari 2010)

“4. Bent u bereid te bevorderen dat er openheid komt over de onderhandelingen over de Anti-Counterfeit Trade Agreement (ACTA)?”

Lees alle vragen hier.

IEF 8635

Op 14 maart 2010

Tractatenblad Jaargang 2010, nr. 59. Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake auteursrecht (WCT) (1996); Genève, 20 december 1996

“Het Verdrag zal ingevolge artikel 21, onder ii, voor het Koninkrijk der Nederlanden op 14 maart 2010 in werking treden. Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, zal het Verdrag alleen voor Nederland gelden.”

Lees het verdrag hier.

IEF 8634

Dat u met deze actie misbruik heeft gemaakt van uw auteursrecht

Kamerstukken 32 123 XII, nr. 46, Tweede Kamer. Vaststelling van de begrotingsstaten Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2010. Lijst van vragen en antwoorden over het vonnis in kort geding van 9 december 2009 van de rechtbank ’s-Gravenhage met betrekking tot de publicatie van een boek dat door de heer Metze is geschreven over Rijkswaterstaat. O.a:

“Deelt u de mening dat u met deze actie misbruik heeft gemaakt van uw auteursrecht, met het doel om censuur te plegen? Zo nee, waarom niet?”

“Van censuur is geen sprake. Rijkswaterstaat heeft bij het verlenen van de opdracht de auteursrechten voor zichzelf bedongen. Dat is niet ongebruikelijk. Met het oog op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van medewerkers is het manuscript door de heer Metze aangepast.”

Lees alle vragen en antwoorden hier