DOSSIERS
Alle dossiers

Rechtspraak  

IEF 22306

Eerste vonnis in nietigheidsprocedure over octrooi met betrekking tot enzalutamide

Overig 8 okt 2024, IEF 22306; (Accord, Sandoz en Teva tegen Astellas), https://delex.nl/artikelen/eerste-vonnis-in-nietigheidsprocedure-over-octrooi-met-betrekking-tot-enzalutamide

High Court of Justice 10 oktober 2024, IEF 22306, LSR 226, IEFbe 3806 (Accord, Sandoz en Teva tegen Astellas). Accord, Sandoz en Teva hebben een nietigheidsprocedure gevoerd in het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Europees octrooi EP 1 893 196 B2 en een SPC SPC/GB13/079, ten name van The Regents of the University of California. Astellas Pharma Europe Ltd. was tevens gedaagd in deze procedure. Procedures over parallelle versies van deze rechten zijn aanhangig in andere landen, waaronder in Duitsland en in Nederland. De rechter in het Verenigd Koninkrijk is de eerste die uitspraak heeft gedaan over de nietigheidsargumenten die de generieken tegen deze rechten hebben aangevoerd en heeft deze verworpen. Het octrooi betreft de stof enzalutamide. Enzalutamide is voortgekomen uit een R&D-project van de universiteit van Californië om een betere behandeling voor prostaatkanker te vinden. Enzalutamide is zeer succesvol gebleken voor de levensverlengende behandeling van prostaatkanker.

IEF 22258

Plerixafor-behandeling van Genzyme bij kankerpatiënten is niet octrooieerbaar

EOB 24 jan 2024, IEF 22258; ECLI:EP:BA:2024:T125922.20240124 (Genzyme Corporation tegen Generics [UK] Limited c.s.), https://delex.nl/artikelen/plerixafor-behandeling-van-genzyme-bij-kankerpatienten-is-niet-octrooieerbaar

EOB 24 januari 2024, IEF 22258, IEFbe 3792, LS&R 2257; ECLI:EP:BA:2024:T125922.20240124 (Genzyme Corporation tegen Generics [UK] Limited c.s.). Genzyme Corporation (hierna: Genzyme) is de rechthebbende van een Europees octrooi ten aanzien van het gebruik van plerixafor. In het bijzonder gaat het om de toepassing daarvan in een behandeling van drie stappen voor kankerpatiënten die chemotherapie hebben ondergaan. De inschrijving van het octrooi is bestreden door zeven opponenten. In eerste aanleg wordt de oppositie afgewezen, maar een deel van de opponenten gaat nu in hoger beroep. Kort gezegd komt de oppositie erop neer dat het gebruik van plerixafor door Genzyme niet kan worden aangemerkt als nieuw in de zin van het Europees Octrooiverdrag. In beginsel hebben de opponenten gelijk: plerifaxor als middel bestaat al geruime tijd. Maar de vraag is of de behandeling van Genzyme desondanks kan worden aangemerkt als nieuwe toepassing van dit middel. Zo ja, dan geniet de behandeling octrooirechtelijke bescherming (art. 54 lid 2 EOV).

IEF 22229

Octrooizaak LinXis wordt doorverwezen naar rechtbank Den Haag

Rechtbanken 19 aug 2024, IEF 22229; ECLI:NL:RBAMS:2024:4733 (LinXis tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/octrooizaak-linxis-wordt-doorverwezen-naar-rechtbank-den-haag

Rb. Amsterdam 19 augustus 2024 IEF 22229, LS&R 2256; ECLI:NL:RBAMS:2024:4733 (LinXis tegen gedaagde). LinXis is een biotechnologiebedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van middelen voor de behandeling van levensbedreigende ziekten. Voor haar werkzaamheden heeft LinXis drie managementovereenkomsten gesloten met de vennootschap van gedaagde. LinXis heeft deze overeenkomsten later met onmiddellijke ingang opgezegd. Gedaagde stelt dat hij desondanks (mede-)uitvinder is en aanspraak maakt op een aantal producten/technologieën ten behoeve waarvan LinXis octrooiaanvragen heeft ingediend. LinXis is het daar niet mee eens. Zij verzoekt de rechtbank om voor recht te verklaren dat gedaagde geen uitvinder is van de producten in kwestie, nu hij daaraan geen uitvindersbijdrage zou hebben geleverd. Mocht dat toch wel het geval zijn, dan zou gedaagde al zijn rechten aan LinXis hebben overgedragen. Daarnaast vordert LinXis een verklaring voor recht dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen en dat gedaagde onrechtmatig jegens LinXis heeft gehandeld. Gedaagde verzoekt om afwijzing van de vorderingen van LinXis. Volgens hem heeft hij een voor de uitvindersvraag relevante bijdrage geleverd aan de materie van de octrooien, wat hem mede-uitvinder zou maken. Verder betwist gedaagde dat hij schuldig zou zijn aan wanprestatie. Bovendien vordert gedaagde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van LinXis kennis te nemen en dat zij de zaak integraal doorverwijst naar de rechtbank Den Haag. Het betreft namelijk een octrooikwestie, waarover de rechtbank Den Haag exclusief bevoegd is (zie art. 80 lid 1 sub b ROW). LinXis is het hier voor een gedeelte van de vorderingen mee eens. De rechter oordeelt dat de gehele zaak zal worden doorverwezen naar de rechtbank Den Haag, aangezien de vorderingen aan elkaar verknocht zijn. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

IEF 22205

Design Sanitair maakt inbreuk op wc-spoelknoppen van Geberit

Rechtbanken 22 aug 2024, IEF 22205; ECLI:NL:RBDHA:2024:13378 (Geberit tegen Design Sanitair), https://delex.nl/artikelen/design-sanitair-maakt-inbreuk-op-wc-spoelknoppen-van-geberit

Rb. Den Haag 22 augustus 2024, IEF 22205; ECLI:NL:RBDHA:2024:13378 (Geberit tegen Design Sanitair). Eiseres in deze zaak is Geberit. Geberit is houdster van een Europees octrooi met betrekking tot een “bedieningsplaat voor een bedieningsinrichting van een spoelinrichting” (de knop waarmee je een toilet kunt doorspoelen). Ook is Geberit houdster van een internationale modelregistratie (zoals afgebeeld). Geberit brengt in Europa een serie bedieningsplaten voor toiletten op de markt die zijn ontworpen volgens haar octrooi- en modelrecht. Gedaagde in deze zaak is Design Sanitair (hierna: Sanitair), een webshop in sanitaire producten. Via haar website biedt Sanitair onder andere de ‘Sigma bedieningsplaat voor Sigma’ (hierna: Sigma) aan. Geberit stelt dat Sanitair met de verkoop van haar Sigma het octrooi- en modelrecht van Geberit schendt. Na sommatie door Geberit heeft Sanitair de Sigma van haar website verwijderd, maar deze staat nog steeds aangeboden via Google links en Pinterest. Geberit vordert bij de rechtbank in kort geding een inbreukverbod en inzage in de productie en verkoopcijfers van de Sigma. Ook vordert zij een door Sanitair op haar website te plaatsen rectificatie en teruggave van alle Sigma-exemplaren door de zakelijke afnemers van Sanitair. Nu Sanitair de inbreuk niet inhoudelijk heeft betwist, wordt het inbreukverbod door de voorzieningenrechter toegewezen. Het verzoek tot inzage wordt toegewezen voor zover die ziet op de informatie waarmee Geberit de productenstroom van Sigma kan nagaan en verdere inbreuk door afnemers of leveranciers kan voorkomen. Tot slot acht de voorzieningenrechter ook de gevorderde recall en rectificatie passend en toewijsbaar, aangezien dit het opgelegde inbreukverbod versterkt en verdere inbreuken kan helpen voorkomen.

IEF 22196

Orchid Gardens maakt geen inbreuk op de octrooirechten van HE Licenties

Rechtbanken 14 aug 2024, IEF 22196; ECLI:NL:RBDHA:2024:12900 (HE Licenties tegen Orchid Gardens c.s.), https://delex.nl/artikelen/orchid-gardens-maakt-geen-inbreuk-op-de-octrooirechten-van-he-licenties

Rb. Den Haag 14 augustus 2024, IEF 22196, LSR 2252; ECLI:NL:RBDHA:2024:12900 (HE Licenties tegen Orchid Gardens c.s.). Eiser in deze zaak is HE Licenties, een partij die octrooirechten exploiteert waarvan een ander de houder is. Deze octrooirechten beschermen een werkwijze voor het kleuren van orchideeën. Gedaagden (hierna: Orchid Gardens c.s.) zijn een aantal partijen die actief zijn in de bloemen- en plantenwereld. HE Licenties stelt dat Orchid Gardens c.s. door het verhandelen van bepaalde gekleurde orchideeën inbreuk maakt op de octrooien die zij mag handhaven. Zij vordert primair dat gedaagden de inbreuk stopzetten. Orchid Gardens c.s. stelt hiertegenover dat de octrooien die HE Licenties inroept niet geldig zijn, omdat de daaraan onderhavige orchideeën niet nieuw zijn: deze zouden in het verleden al zijn gebruikt door derde partijen. Daarnaast stelt Orchid Gardens c.s. dat HE Licenties onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld, door de octrooien in te roepen tegenover afnemers van Orchid Gardens c.s. en door in kort geding conservatoire beslagen te laten leggen ten laste van Orchid Gardens c.s.

IEF 22198

Kunstmatig neurale netwerken zijn op zichzelf niet octrooieerbaar, aldus de Britse rechter

Overig 19 jul 2024, IEF 22198; (Comptroller tegen Emotional Perception AI Limited), https://delex.nl/artikelen/kunstmatig-neurale-netwerken-zijn-op-zichzelf-niet-octrooieerbaar-aldus-de-britse-rechter

Court of Appeal 19 juli 2024, IEF 22198 (Comptroller tegen Emotional Perception AI Limited). Deze Britse zaak betreft een geschil tussen Comptroller (vergelijkbaar aan het Europese Octrooibureau) enerzijds en Emotional Perception AI Limited (hierna: Emotional Perception) anderzijds. Het gaat om de vraag of een artificial neural network (hierna: ANN), in het bijzonder die van Emotional Perception, octrooieerbaar is naar Engels recht. Volgens de High Court wel, nu er geen computerprogramma aan de ANN te pas zou komen (computerprogramma’s als zodanig zijn niet octrooieerbaar: art. 52 EPC). Tegen deze beslissing gaat Comptroller echter in beroep. Kort gezegd maakt de ANN van Emotional Perception het mogelijk dat gebruikers (muziek)bestanden krijgen aanbevolen die vergelijkbaar zijn met de bestanden waarin zij al eerder interesse hebben getoond. Kenmerkend daarbij is dat de aanbevolen bestanden zeer nauw aansluiten op het gevoel dat de voorgaande bestanden bij gebruikers hebben opgewekt. Voordat de rechter tot een beslissing komt, definieert zij een computer als “a machine which processes information” en een computerprogramma als “a set of instructions for a computer to do something”. Het argument van Emotional Perception dat haar ANN zichzelf heeft getraind acht de rechter niet relevant. Hetzelfde geldt voor het feit dat de ANN niet op een traditionele ‘als-dan’ wijze is geprogrammeerd. Volgens de rechter valt een ANN dan ook onder de genoemde definities. Dit wil volgens de rechter niet meteen zeggen dat een ANN geen onderdeel kan uitmaken van een octrooieerbare uitvinding: alleen de ANN als zodanig is niet octrooieerbaar. Gelet op het feit dat de ‘uitvinding’ van Emotional Perception in de kern alleen een reeks berekeningen van een ANN betreft op basis waarvan aanbevelingen worden gegeven, is van een octrooieerbare uitvinding in dit geval geen sprake.

IEF 22189

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

Rechtbanken 22 mei 2024, IEF 22189; ECLI:NL:RBNHO:2024:7175 (EIC c.s. tegen Reflexy c.s.), https://delex.nl/artikelen/rechter-werpt-licht-op-de-licentieovereenkomst-tussen-eic-c-s-en-reflexy-c-s

Rb. Noord-Holland 22 mei 2024, IEF ; ECLI:NL:RBNHO:2024:7175 (EIC c.s. tegen Reflexy c.s.). Eisers in deze zaak zijn Ucelli Holding B.V. en Great Horizon B.V. (samen hierna: EIC c.s.). EIC c.s. is aandeelhouder in EIC, een vennootschap die als doel heeft de octrooirechten van gedaagde en zijn bedrijf Reflexy Nederland B.V. ((samen) hierna: Reflexy (c.s.)) te exploiteren. Ook gedaagde is aandeelhouder in EIC, namelijk via Spectrum Energy Holding B.V. (hierna: Spectrum) en Reflexy (Spectrum is de enig aandeelhouder van Reflexy). De exploitatie door EIC vindt plaats op basis van een licentieovereenkomst. Reflexy heeft aan EIC c.s. laten weten dat zij een beroep doet op de opzegging van de overeenkomst. In reactie hierop heeft EIC c.s. verlof verkregen tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van Reflexy c.s., waarna Reflexy heeft bevestigd dat de opzegging geen rechtsgevolg heeft gehad. EIC c.s. vordert bij de rechtbank onder andere dat Reflexy wordt veroordeeld tot nakoming van de licentieovereenkomst en tot betaling van de boetes die Reflexy op grond van de overeenkomst verbeurt. Reflexy c.s. vordert in reconventie onder andere dat een verklaring voor recht wordt gegeven dat de nieuwe, niet geoctrooieerde uitvindingen van gedaagde niet onder de reikwijdte van de licentieovereenkomst vallen en dat de tussen Reflexy en EIC c.s. gesloten licentieovereenkomst opzegbaar is.

IEF 22188

Alternatieve visolie-behandeling voor kanker is octrooieerbaar

EOB 24 apr 2024, IEF 22188; ECLI:EP:BA:2024:T105722.20240424 (Smartfish tegen Nutricia), https://delex.nl/artikelen/alternatieve-visolie-behandeling-voor-kanker-is-octrooieerbaar

EOB 24 april 2024, IEF 22188, LS&R 2250; ECLI:EP:BA:2024:T105722.20240424 (Smartfish tegen Nutricia). Appellant is Smartfish AS (hierna: Smartfish), de exploitant van Nutrifriend: een mengsel van onder andere visolie dat kan worden gebruikt voor de behandeling van kanker. Hiervoor heeft appellant een octrooi verkregen. De oppositieafdeling van het Europees Octrooibureau (hierna: EOB) heeft dat octrooi later weer ingetrokken wegens gebrek aan nieuwheid, op verzoek van opponent N.V. Nutricia (hierna: Nutricia). Daartegen gaat Smartfish in beroep. Smartfish gebruikt deze mogelijkheid om de omvang van haar octrooi in te perken: Nutrifriend zou nu enkel nog dienen voor de behandeling van alvleesklierkanker en neurologische kanker. Nutricia stelt dat Smartfish te laat is met haar wijziging, maar de Kamer van Beroep (hierna: KvB) van het EOB staat de wijziging toe en zal haar oordeel daarop baseren. Verder voert Nutricia aan dat niet is bewezen dat Nutrifriend de door Smartfish beweerde effecten heeft. Al zou het mengsel die effecten wel hebben, dan is onduidelijk of dat door de beschermde substantie van Smartfish komt of door de tal van andere (bioactieve) stoffen die zich in het mengsel bevinden.

IEF 22185

eOx International c.s. en verweerders in het nauw gedreven: het hof veronderstelt onterechte ontlening aan ATSSE-mengsel

Gerechtshoven 23 jul 2023, IEF 22185; ECLI:NL:GHDHA:2023:2922 (eOx International c.s. tegen ATSSE en ATSSE tegen verweerders), https://delex.nl/artikelen/eox-international-c-s-en-verweerders-in-het-nauw-gedreven-het-hof-veronderstelt-onterechte-ontlening-aan-atsse-mengsel

Hof Den Haag 25 juli 2023, IEF 22185, LS&R 2249; ECLI:NL:GHDHA:2023:2922 (eOx International c.s. tegen ATSSE en ATSSE tegen verweerders). Het hof behandelt hier gelijktijdig twee zaken die, kort samengevat, als volgt in elkaar steken. ATSSE heeft een formule ontwikkeld voor het maken van een chloordioxideoplossing. Deze formule heeft zij onder een geheimhoudingsverplichting in licentie gegeven aan een zustervennootschap van eOx International. De Belgische rechter heeft de zustervennootschap onherroepelijk veroordeeld tot betaling van contractuele boetes aan ATSSE, vanwege schending van de geheimhoudingsplicht. De boetes zijn echter nooit betaald en de zustervennootschap is inmiddels ingebracht in eOx International via een activa-/passivatransactie. ATSSE houdt appellanten in de eerste zaak (hierna: eOx International c.s.) en verweerder 1 en 2 (tezamen hierna: verweerders) in de andere zaak aansprakelijk voor het niet kunnen incasseren van de boetes. Bovendien verwijt zij eOx International c.s. en verweerders onrechtmatige betrokkenheid bij de verkoop van een chloordioxideproduct, dat ontleend zou zijn aan de formule van ATSSE. ATSSE eist hiervoor schadevergoeding en een verbod op verdere verkoop van het chloordioxideproduct. De vorderingen van ATSSE zijn in eerste aanleg door de rechtbank deels toegewezen [zie IEF 20357]. Zowel ATSSE als eOx International c.s. gaan daartegen in hoger beroep.

IEF 22180

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

EOB 23 apr 2024, IEF 22180; ECLI:EP:BA:2024:T081522.20240423 (Société des Produits Nestlé S.A. tegen Nutricia), https://delex.nl/artikelen/babyvoeding-van-nutricia-komt-niet-in-aanmerking-voor-octrooi

EOB 23 april 2024, IEF 22180, LS&R 2248, IEB 3768; ECLI:EP:BA:2024:T081522.20240423 (Société des Produits Nestlé S.A. tegen Nutricia). In deze zaak wordt een uitspraak van de oppositieafdeling van het Europese Octrooibureau (EOB) aangevochten, waaruit bleek dat het product van Nutricia in aanmerking komt voor een octrooirecht. Het betreft een voedingssamenstelling, bedoeld om de positieve effecten van natuurlijke borstvoeding na te bootsen ter bevordering van de postnatale groei of lichaamsontwikkeling van baby’s die geen borstvoeding krijgen. Volgens het EOB wordt de samenstelling van Nutricia op een nieuwe, therapeutische wijze toegepast, waardoor deze geschikt is voor octrooibescherming. Appellant Société des Produits Nestlé S.A. gaat echter tegen de beslissing in beroep bij de Kamer van Beroep van het EOB.