DOSSIERS
Alle dossiers

Overig  

IEF 4616

Chaos dreigt

msa.gifVandaag in het FD: Maarten Santman (De Brauw Blackstone Westbroek): Proces? Eis kosten terug! Een samenvatting in citaten:

“In octrooizaken kan de rechter een verliezende partij veroordelen tot het betalen van de proceskosten van de tegenpartij. Chaos dreigt.

(…) In het voorjaar van 2006 voltrok zich een kleine revolutie. De rechtbank Almelo besloot dat de in het ongelijk gestelde partij een groot gedeelte van de kosten van de winnaar wél moest betalen, naast zijn eigen kosten. De rechtbank baseerde dit oordeel op een Europese richtlijn, de Handhavingsrichtlijn. (…) Hoewel de richtlijn al in 2004 werd vastgesteld, was deze nog niet in een Nederlandse wet omgezet. De rechtstreekse toepassing ervan was totaal onverwacht.

(…) Elke rechter heeft eigen ideeën, met tegenstrijdige uitspraken en rechtsonzekerheid als gevolg. (…) In een poging een einde te maken aan de onduidelijkheid, stelde de Nederlandse Orde van Advocaten een systeem voor met vooraf vastgestelde vergoedingen. (…) Maar minister Hirsch Ballin van Justitie wil er niet aan. Hij gokt erop dat partijen voordat ze gaan procederen onderling afspraken maken over de proceskosten. Wonderlijk, want in de praktijk komt het pas tot een procedure als beide partijen gelijk denken te hebben.

(…) De rechtsonzekerheid blijft intussen bestaan.(…) Wel is duidelijk dat rechters gemiddeld genomen een kwart minder aan kosten toewijzen dan is gevorderd.  In een aantal uitspraken gaat dat gepaard met het op de vingers tikken van de advocaat over de hoogte van de gemaakte kosten. Maar procederen is nu eenmaal niet goedkoop. De vraag rijst of een rechter (hoewel de wet hem daartoe dwingt) de redelijkheid van de declaratie van een advocaat goed kán beoordelen. Kan een rechter inschatten hoeveel tijd een advocaat zou moeten besteden aan de voorbereiding van een zaak?

Rechters, rechtzoekenden en zelfs advocaten wachten op duidelijkheid, of ten minste richtlijnen. Een systeem met vooraf vastgestelde proceskostenvergoedingen is misschien zo gek nog niet.”

Lees het volledige artikel hier (alleen abonnees FD).

IEF 4560

Patent ambush

Persbericht EC: “The European Commission can confirm that it has sent a Statement of Objections (SO) to Rambus on 30 July 2007. The SO outlines the Commission’s preliminary view that Rambus has infringed EC Treaty rules on abuse of a dominant position (Article 82) by claiming unreasonable royalties for the use of certain patents for “Dynamic Random Access Memory” chips (DRAMS) subsequent to a so-called "patent ambush".

(…) This is the first time that the Commission is dealing with a "patent ambush" under EC antitrust law, but the approach reflects well-established general case-law under Article 82 of the Treaty.

Lees hier meer.

IEF 4516

De Benelux is meer dan Nederland alleen

Joris Deene: Intellectuele rechten kroniek 2006. “De auteur geeft een overzicht, een juridische kroniek, van de voornaamste gebeurtenissen van 2006 in het domein van de intellectuele rechten. Hij behandelt zowel het auteursrecht en de naburige rechten, het tekeningen- en modellenrecht, het octrooirecht, het merkenrecht als de bescherming van de handelsnaam en domeinnaam. Hij situeert de materie binnen de wetgeving en de rechtspraak.”

Lees de kroniek (30 pagina's) hier.

IEF 4383

EPO: No revival of software patents debate

epos.JPG“Where do we stand in the discussion about patents on computer-implemented inventions (CII patents) two years after rejection in the European Parliament?  This was the perspective under which the EPO had invited members of the European Parliament, representatives from industry and enterprise, NGOs and IP specialists to review developments since the rejection of the CII directive. Approximately 100 people attended the one-day conference in Brussels, organised by the EPO.

(…)All speakers welcomed unequivocally the opportunity to discuss the issue at a high level and made clear that a new CII debate followed by legal modifications was neither necessary nor desirable.”

Lees hier meer.

IEF 4306

Vrij baan voor divisionals

tw.gifKort commentaar Tom H. Wittop Koning (EP&C) bij EPO, EBoA, 28 juni 2007, G 0001/05, Astropower Inc

Verwoede pogingen van de kant van sommige Technical boards of Appeal van het Europees octrooibureau om ernstige restricties op te leggen aan de mogelijkheid afsplitsingen van octroooiaanvragen in te dienen zijn inmiddels door een recente uitspraak van de Grote Kamer van Beroep  (G1/05) gelukkig de kop ingedrukt.

Tot voor deze G-beslissing bestond er grote onzekerheid na een paar uitspraken van enkele Kamers van Beroep. Zo vond men dat een afgesplitste aanvraag die ruimer was dan de moeder ab initio ongeldig was (T39/03). Sterker nog, een vervolgafsplitsing zou dan, als gevolg daarvan, ook niet geldig zijn. Immers, een afsplitsing moet wel van een pending aanvraag zijn (Regel 25(1)EPC). Aangezien er vaak wordt gesleuteld aan met name de conclusies bij een afsplitsing,  was de kans groot dat er een hoop aanvragers zouden worden gedupeerd.  Met de onderhavige uitspraak komt de common sense weer terug.

De volgende vragen werden aan de Grote Kamer van Beroep gesteld. Voor het gemak geef ik de antwoorden er gelijk bij.

1. Zijn afgesplitste aanvragen geldig ingediend als ze uitbreiding van materie ten opzichte van hun directe moederaanvraag hebben? (Art 123(2)).

Ja, dat zijn ze.(Reason2.9)

2. Mogen deze afgesplitste aanvragen worden aangepast tijdens de procedure?

Ja, dat mag. Ze moeten weer tot de oorspronkelijke materie uit de moederaanvraag worden beperkt. (Reason7)

3. Moet de eerdere aanvraag pending zijn wanneer je in je afgesplitste aanvrage uitgebreide materie moet verwijderen?

Nee, dat hoeft niet.  Een afgesplitste aanvrage wordt als onafhankelijke aanvraag gezien. Ten tijde van de indiening ervan moet de eerdere aanvraag nog lopen. (Reason8.1-8.2)

4. Moeten de claims van de afgesplitste aanvrage zijn gebaseerd op de claims van de eerdere aanvraag?

Nee, het gaat om de gehele inhoud van de eerdere aanvraag, zolang er maar wel aan de bepalingen van het EPC wordt voldaan (bijvoorbeeld claims gericht op onderzochte materie (Rule 86(4)) (Reason9)

5. Hoe zit het bij een reeks afgesplitste aanvragen?

De materie in een afgesplitste aanvrage moet in alle voorgaande aanvragen van de reeks hebben gestaan. Je mag dus geen tussenliggende afsplitsing overslaan, dan ben je die materie kwijt en moet die er uit (Reason 11.2). Het beste lijkt mij dus om de moederaanvraag ongewijzigd als afsplitsing in te dienen en dan vervolgens te beperken.

In de uitspraak wordt ook nog wat interessants over dubbele octrooiering gezegd. Ofschoon het Europees Octrooiverdrag daar geen directe bepalingen in kent, wordt dubbele octrooiering wel tegengegaan (Zie bijvoorbeeld de Guidelines C-IV, 6.4).  De Grote Kamer van Beroep zegt in overweging 13.4 hiertoe (vrij vertaald) “dat er niets is in te brengen tegen de vaste praktijk van het Europees Octrooibureau, wanneer deze bezwaren heeft tegen wijzigingen in een afgesplitste aanvrage en deze weigert, wanneer de aldus gewijzigde afgesplitste aanvraag dezelfde materie zou claimen als de directe moeder, onafhankelijk of die al dan niet verleend is”. Dat zou dus betekenen dat je met een afsplitsing niet nog eens een tweede examinationpoging kunt doen als er een moeder bestaat die dezelfde rechten claimt. Volgens mij geldt dit ook wanneer de moeder niet meer bestaat, op een of andere manier niet tot verlening is gekomen of na oppositite is ingetrokken. Blijkbaar wil het EOB dat gelijke materie maar één keer wordt onderworpen aan een examinationprocedure, en daar valt wel wat voor te zeggen.

Al met al een logische en verwachte uitspraak. Zorg dat je alle materie in eerste instantie in je afgesplitste aanvraag houdt, dan komt het denk ik allemaal wel goed. Voorts lijkt het erop dat afsplitsingen toch echt bedoeld lijken voor het verkrijgen van octrooi op andere materie dan geclaimd in de moeder, en is dit geen manier om de materie nog eens onder examination te krijgen.

Tom H. Wittop Koning

Lees de besproken uitspraak hier.

IEF 4270

Faits Divers

Portretrecht en voetvbaldvd’s. “Het avontuur met de WK-dvd's van Dick Perschar liep uit op een miljoenendebacle, maar Tricky Dicky is onder de noemer Shape DVD Worldwide alweer opnieuw begonnen. (…) De ironie wil dat de shirt-dvd uiteindelijk toch een uiterst exclusief ‘collector’s item’ werd. Zo’n drie miljoen dvd’s (verkoopprijs 3,95 euro) moesten op last van de KNVB worden vernietigd omdat het ‘portretrecht van de spelers’ en het recht om gebruik te maken van het logo van de voetbalbond, contractueel per 1 november 2006 verliep.

Lees hier meer (Quotenet)

Zoekallejaaps.nl:“Branchevereniging NVM is het beu dat de zoekmachine Jaap.nl elke avond hun websites ‘leegzuigt’, en informatie tot overmaat van ramp ook nog eens fout weergeeft. Aanleiding voor de makelaars om Jaap.nl nu aan te pakken, vormt de brief die directeur Robert van Veelen van NVM-site Funda.nl onlangs stuurde aan klanten. Daarin wijst hij de NVM-makelaars op het feit dat Jaap.nl inbreuk maakt op de auteursrechten van Funda: ‘Jaap.nl heeft uw aanbod naar zijn eigen website gekopieerd. Volgens de huidige wetgeving maakt Jaap.nl inbreuk op uw auteursrecht. Wist u dat?”

Lees hier meer.

Niet op festival, wel op poster. Stichting Geinbeat mag de posters en flyers voor het popfestival van zondag niet meer gebruiken.(…) Geinbeat heeft voor de achtergrond van posters en foldertjes een foto van zanger Roger Peterson van Intwine gebruikt. De foto stamt uit 2004, toen de band in Nieuwegein speelde. Dit jaar staat Intwine niet op het podium van Geinbeat. (…) Vicevoorzitter Michel Peek van Geinbeat zegt dat Peterson onherkenbaar op de poster staat. ,,Wij hebben geen mails gekregen van Intwinefans. Het management van Intwine dreigde met bodemprocedures, auteursrecht, portretrecht. Daar zitten wij niet op te wachten. Wij zijn gewoon liefhebbers die een popfestival willen houden.’’

Lees hier meer (AD).

Auteursrecht op park. “Bewoners van de Philipsbuurt in Drachten zien nieuwe mogelijkheden voor woningbouw nabij het historische Reidingpark (…) Bebouwing ervan is volgens Hoekstra ,,een goed alternatief''. De gracht kan dan intact blijven. Volgens Drachtster Sjoerd S. Osinga is dat ook noodzakelijk omdat er auteursrechten op het park rusten.”

Lees hier meer. (Leeuwarder Courant).

Statistieken EPO. “Het aantal patentaanvragen blijft maar stijgen. Vorig jaar werden bij het European Patent Office (EPO) 207.300 patentaanvragen ingediend. Daarvan zijn er 4.425 afkomstig van Philips, dat daarmee koploper in Europa is. Het totaal aantal aanvragen steeg met 5 procent en de verwachting is dat de groei nog aanhoudt. (…) In bijna alle Europese landen was er sprake van een stijging in aantal aanvragen, maar in Nederland nam dat af met 472 naar 7.400.”

Lees hier (Eindhovens Dagblad) of hier (EPO) meer.

Dubbeltalent. Staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën heeft zich als ondernemer niet schuldig gemaakt aan verwijtbaar gedrag en handelen. Tot die conclusie komt de commissie-Lundqvist. (…)Tijdens een toelichting voor de pers zei commissielid Wouter Pors dat arbeidscontracten met vernietigbare passages op grote schaal voorkomen bij Nederlandse bedrijven.”

Lees hier meer.

“What is Domain Name?  Compared with IP address, Domain Name is a character sign which is like a doorplate number on internet, it's used to identify and orient hiberarchy of computer on internet. But it is different from IP address, Domain Name is more easier and convenient to understand and remember. Domain Name is a basic service of internet, we can provide www,email, FTP and so on services base upon Domain Name.”

Lees hier meer.

 

IEF 4215

Adopteer de EPLA

Raad van Europa Parlementaire vergadering, debat van 20 April 2007, Recommendation 1793 (2007)1.

Interessante EPLA-aanbeveling in overigens zeer algemene aanbeveling om nog maar wat meer tegen counterfeit te doen. De vergadering beveelt het Comité van Ministers onder aan om de EPLA nu maar eens aangenomen te krijgen:

“10.5. urge member states of the European Patent Organisation to convene a diplomatic conference in order to adopt the European Patent Litigation Agreement and, for those which have not yet done so, to sign and ratify the London Agreement in order to ensure a smooth entry into force of that instrument.”

Lees alle aanbevelingen hier.

IEF 4159

Snel profijtelijk

“De handel in octrooien wordt snel profijtelijk. De nog niet-ontwikkelde technologische vernieuwingen vinden op veilingen meer kopers, constateert Guus Broesterhuizen, directeur van Octrooicentrum Nederland. ,,Dat ze komende jaren flink geld gaan opleveren, is voor mij duidelijk", zegt Broesterhuizen. „Nederland kan daaraan veel gaan verdienen.” Dit enthousiasme baseert hij op een ,,zeer geslaagde” veiling in de Verenigde Staten en vorige week nog in Londen, waar voor enkele miljoenen werd verdiend. Veilinghuis Ocean Tomo oriënteert zich bovendien op een evenement volgend voorjaar in Amsterdam.”

Lees hier meer (De Financiële Telegraaf).

IEF 4130

Relatief ongereguleerd

RW.bmpReinier Wijnstra (EPC): Bewijskracht van internetpublicaties bij octrooizaken. Kort commentaar bij  Technical Board of Appeal EPO, zaak T1134/06, Conami Corporation. “Het Internet Archive is in zijn huidige vorm echter onvoldoende betrouwbaar.”

Voor de beoordeling van de nieuwheid en inventiviteit van een octrooi(aanvrage) is elke openbaring van belang. Een publicatie op het internet is een openbaring en behoort dus tot de stand van de techniek. Probleem van het internet is echter dat de inhoud continue wijzigt, terwijl octrooien maanden tot jaren na indiening pas beoordeeld worden. Jurisprudentie op dit gebied is schaars. Een recente uitspraak van een Technical Board of Appeal (TBA) van het EPO biedt daarom een nuttig handvat, niet alleen voor verlenings- en oppositieprocedures, maar ook voor rechtzaken.

Aanleiding voor de uitspraak van de TBA is een afwijzing door een examiner van een octrooiaanvrage, op grond van een openbaring via het internet.

De examiner stelde dat de betreffende openbaring van voor de indieningsdatum was en dat de uitvinding niet inventief was ten opzichte van deze openbaring. De examiner zelf heeft kopieën van de betreffende wegpagina's echter pas na de indieningsdatum van internet gehaald, via het Internet Archive. De TBA concludeert dat dit internetarchief niet voldoende betrouwbaar is om zonder meer tegen een octrooiaanvrage in te brengen. Daarbij constateert ze ondermeer dat de Guidelines van het EPO geen instructies geven over hoe examiners moeten omgaan met internetpublicaties. Impliciet vult de TBA dit gat nu door zelf uitgebreide overwegingen te wijden aan de bewijskracht van internet.

De TBA stelt voorop dat het voor elke openbaring van belang is de betrouwbaarheid hiervan vast te stellen. Bij reguliere publicaties in octrooizaken, meestal andere octrooipublicaties, is deze betrouwbaarheid geen issue. Bij openbaringen via mondelinge voordracht of voorgebruik speelt dit wel al. De TBA stelt dat voor een internetpublicatie dezelfde strikte "standard of proof" moet worden gehanteerd. Dit betekent dat de vragen "When", "What"en "Under which circumstances" beantwoord moeten worden. Onder de genoemde "omstandigheden" schaart de TBA factoren die invloed hebben op de betrouwbaarheid van de informatie, zoals de wijze waarop de informatie is verkregen, hoe het van een datum stempel is voorzien, hoe het opgeslagen is en of het ongewijzigd is gebleven sinds het is opgeslagen.

Het internet is een medium dat ook voor de verspreiding van technische kennis een sterk toenemende rol vervult. Tegelijk is het internet relatief ongereguleerd en berucht onbetrouwbaar voor wat betreft ongeautoriseerde toegang. Het is daarom momenteel zeer moeilijk om met een hoge mate van waarschijnlijkheid vast te stellen wat op een website te zien is geweest en wanneer dat was.

Het Internet Archive (www.archive.org) is een particuliere archiveringsdienst, die "images" opslaat van webpagina's, gemaakt op verschillende data. In principe kun je via dit archief zien wat er op een bepaald moment op een bepaalde site stond. Uit informatie van het Internet Archive zelf, en een artikel van B. Howell in het Journal of Internet Law, blijkt dat de informatie in het archief automatisch verzameld wordt, maar dat de eigenaar van een site dit automatische verzamelen kan blokkeren en dat hij achteraf opgeslagen materiaal kan laten verwijderen. Ook kunnen de images samengesteld zijn uit onderdelen van verschillende data, kunnen de hyperlinks niet meer kloppen en kan het format van de site gewijzigd zijn. Toegang het Internet Archive is anoniem en de beveiligingsstructuren zijn onduidelijk. De TBA concludeert daarom dat de authenticiteit en integriteit van informatie van het gearchiveerde materiaal niet als zeker beschouwd mogen worden.

Eerdere jurisprudentie is schaars. In een tweetal eerdere uitspraken van een TBA werden internetpublicaties ook al terzijde geschoven. Ook in die gevallen werd weliswaar gesteld dat internet op zich een bron kan zijn, maar de datum van de betreffende publicaties werd niet met voldoende zekerheid bewezen. In het ene geval faalde bewijsvoering via een affidavit, in het andere geval bewijsvoering via de data die op en in het document zelf waren opgeslagen. Ook het Bundespatentgericht heeft twee keer geoordeeld dat het internet, inclusief het Internet Archive, geen betrouwbare bron vormt voor het bepalen van de stand van de techniek.

De Guidelines van het EPO zeggen nog niets over het internet, de Guidelines van de PCT wel. Deze maken onderscheid tussen "Trusted Publishers", en "Web Sites of Unknown Reliability", waarbij in het laatste geval de publicatiedatum achterhaald zou kunnen worden via het Internet Archive. Deze Guidelines stellen dat publicaties uit beide bronnen gebruikt kunnen worden en dat het aan de aanvrager is om de betrouwbaarheid hiervan ter discussie te stellen. In het geval van "Trusted Publishers" dient de aanvrager echter bewijs van het tegendeel te verschaffen, terwijl hij bij onbetrouwbaarder bronnen alleen "sound reasons" hoeft aan te voeren.

De TBA concludeert dat een openbaring op internet in het algemeen tot de stand van de techniek behoort, maar dat een strikte "standard of proof" toegepast moet worden. Het feit dat een publicatie stand van de techniek is moet "beyond any reasonable doubt" bewezen worden, waarbij in het algemeen dezelfde criteria gehanteerd moeten worden die ook gelden bij het vaststellen van voorgebruik en mondelinge openbaringen. In het bijzonder moet vastgesteld worden of een verkregen openbaring overeenkomt met de oorspronkelijke openbaring op de relevante datum.

Een uitzondering wordt gemaakt voor online elektronische openbaringen van papieren publicaties door betrouwbare uitgevers. Daarbij mogen de juistheid van inhoud en datum aangenomen worden. Ook kan de TBA zich voorstellen dat een website erkende richtlijnen en standaarden hanteert, die het gebruik van verder bewijs overbodig maken. De TBA roept op richtlijnen op te stellen om duidelijk te maken wat betrouwbare uitgevers zijn en wat erkende richtlijnen zijn.

Het Internet Archive is in zijn huidige vorm echter onvoldoende betrouwbaar. Om informatie hieruit te kunnen gebruiken zal ondersteunend bewijs nodig zijn, bijvoorbeeld een verklaring van de archivaris, of van de eigenaar of de auteur van de oorspronkelijke website. In het onderhavige geval ontbrak dit, zodat de TBA de zaak terugverwijst naar de examing division met de opdracht om nader bewijs te verzamelen.

RW

Lees de uitspraak hier.

IEF 4018

Verliezen

O.a. de Telegraaf berichtte dat Europees parlementsleden Dorette Corbey en Max van den Berg (beiden PvdA) middels in het EP hebben aangeven dat zij vinden dat bedrijven die onethische medicijnproeven doen in ontwikkelingslanden het octrooi op hun medicijn moeten verliezen.

Lees hier meer.