DOSSIERS
Alle dossiers

Overig  

IEF 3070

Octrooien googelen

Google Patent Search. Google Patent Search is currently available in English, and it includes only U.S. patents. We’re always looking to extend our products and services to users worldwide, and we hope to continue to expand the patent offices we cover and the language interfaces available.

Bekijk het  zoekscherm hier.

IEF 3067

Nietigheidsadvies niet bedoeld voor octrooihouder

De houders van Nederlands octrooi 1022213 voor een “Werkwijze en systeem voor het verhandelen van optiecontracten”, hebben het OCN op 21 augustus 2006 verzocht om een nietigheidsadvies op grond van artikel 84 ROW 1995. Volgens artikel 84 lid 1 ROW 1995 kan “een ieder” het OCN verzoeken een advies uit te brengen omtrent de toepasselijkheid van de in artikel 75 lid 1 ROW 1995 genoemde nietigheidsgronden op een Nederlands octrooi.

Het begrip “een ieder” moet volgens het OCN echter niet zo breed worden uitgelegd dat hieronder ook de octrooihouder zélf valt. In zijn uitspraak van 4 december jl. besliste het OCN dat de octrooihouders niet ontvankelijk zijn in hun verzoek, omdat de adviesprocedure volgens artikel 84 ROW 1995 een procedure op tegenspraak is. Het indienen van een verzoek is daarom voorbehouden aan derden/niet-octrooihouders.

Volgens het OCN volgt dit onder meer uit de wetstekst en toelichting:

“Uit de wetstekst en Toelichting blijkt derhalve dat de inbreng van verzoeker en de weerlegging door de octrooihouder de absolute voorwaarde is waaronder het Bureau (Octrooicentrum Nederland) een advies kan uitbrengen. Aan deze voorwaarde wordt niet voldaan indien de octrooihouder zelf het verzoek zou kunnen indienen, omdat daarmee slechts een eenzijdige – en van de octrooihouder zelf afkomstige – visie op de geldigheid wordt gegeven.”

Lees de beslissing hier (Met dank aan Ferry van Looijengoed, De Vries & Metman).

IEF 2988

Open Innovatie

kvg.bmpKamerstuk 27406, nr. 99. Nota «De kenniseconomie in zicht»; Brief staatssecretaris Van Gennip met kabinetsreactie AWT-rapport 'Opening van Zaken' en bijlage.

In het Rapport Opening van Zaken, Beleid voor open Innovatie staan centraal de vragen wat trends zijn in de innovatiepraktijk van bedrijven in Nederland en welke aanpassingen gewenst zijn in het innovatiebeleid om goed in te spelen op de ontwikkelingen in de innovatiepraktijk van bedrijven. Met betrekking tot het beleid  voor Intellectueel Eigendom en Mededinging doet het AWT 3 aanbevelingen:

1. verhoog de kwaliteit van de uitvoeringspraktijk van de octrooiverlening
2. bewaak de ruimte voor gebruikersinnovatie in het beleid voor intellectuele eigendomsrechten
3. verduidelijk de relatie tussen IE en mededinging door een brede discussie te starten.

"Een robuust en rechtszeker systeem voor intellectuele eigendomsrechten met lage transactiekosten is cruciaal voor Open innovatie. Daarbij nemen immers gezamenlijke kennisontwikkeling en handel in intellectueel eigendom een vlucht. De bestaande uitvoeringspraktijk komt onvoldoende aan deze voorwaarde tegemoet, omdat er vaak te veel en onduidelijke octrooirechten worden verleend. Dat brengt onzekerheid en hoge kosten met zich mee.

Het toenemend belang van Openbare innovatie vraagt bovendien om het opnieuw doordenken van de toegang tot kennis. Met name het auteursrecht is toe aan herbezinning op enkele punten. Vooral waar het digitale producten betreft, omdat bedrijven hun digitale producten vaak verzegelen. Het principe dat klanten of kopers met hun product mogen doen wat zij willen (bijvoorbeeld samplen), zeker als het voor niet-commercieel gebruik is, komt daardoor in de knel. Dat is principieel onjuist en het frustreert innovatie.

Er bestaat eveneens onduidelijkheid over de toepassing van de Mededingingswet in Europa en Nederland op Open innoverende conglomeraten van bedrijven, vooral wanneer zij trachten standaarden te zetten of Intellectuele eigendomsrechten te bundelen. Fundamentele herbezinning op het verband tussen beleid voor innovatie, mededinging en intellectueel eigendom is daarom nodig. Het is van belang de huidige onzekerheden in kaart te brengen en te doordenken wat de knelpunten kunnen worden wanneer partijen meer en meer open gaan innoveren."

Aanbeveling 6: Verhoog de kwaliteit van de uitvoeringspraktijk van octrooiverlening De Nederlandse overheid dient zich in het bestuur van het EOB te blijven inspannen om het Europees Octrooibureau tot strengere beoordeling van octrooien aan te zetten. Daartoe zou naar de interne werkwijze van het EOB gekeken moeten worden, bijvoorbeeld naar de middelen die een examiner krijgt voor een afwijzing of toekenning. Ook zou zij moeten onderzoeken of het verhogen van de kosten van een afgewezen octrooiaanvraag mogelijk een effectieve en doelmatige prikkel kan geven om het overmatig aanvragen van octrooien tegen te gaan.

Aanbeveling 7: Bewaak de toegang tot kennis voor openbare innovatie In EU en internationaal (OESO, WIPO) verband zou Nederland de discussie moeten blijven voeren over de toegang tot kennis voor openbaar innoverende partijen, zoals wetenschappers en gebruikers. Justitie heeft hier een rol als eerstverantwoordelijke voor het auteursrecht. In de discussie over vrijstellingen voor de wetenschap is ook OCW aan zet. EZ is hier vanuit haar verantwoordelijkheid voor het innovatiebeleid bij betrokken. Prioriteit verdient daarbij de wet- en regelgeving die innoverende gebruikers en kunstenaars de toegang tot digitale producten verhindert. Uitgangspunt moet zijn dat het recht om voort te borduren op bestaande werken ook in praktische zin mogelijk moet zijn. Dit stelt dus grenzen aan de mate van 'verzegeling' die aan digitale content in de informatie- en cultuursectoren gegeven kan worden. Waar zich conflicten voordoen tussen openbare gemeenschappen en bedrijven moet de overheid zorg dragen voor een juridisch level playing field.

Aanbeveling 8: Verduidelijk de relatie tussen IE en Mededinging door een brede discussie Start samen met de meest betrokken instanties • zoals de Europese Commissie, de NMa, het Europese Octrooibureau en het Octrooicentrum Nederland, bedrijvenverenigingen als VNO-NCW/MKB-Nederland en UNICE, en vertegenwoordigers van kennisinstellingen zoals VSNU, EUA en EARTO • een brede discussie over de relatie tussen Intellectueel Eigendomsrechten, Mededinging en Innovatie. Daarbij zou aan de orde moeten komen in hoeverre de ontwikkeling richting meer Open innoveren vraagt om een beleidsmatige reactie op onzekerheden rond mededinging en intellectueel eigendom. De grootscheepse hearing die het Department of Justice en de Federal Trade Commission van de VS in 2003 wijdden aan deze onderwerpen, acht de AWT een aansprekend voorbeeld en inspiratiebron hiertoe.

Lees hier de brief, lees hier het AWT rapport Opening van zaken, Beleid voor open Innovatie en lees hier de samenvatting van het rapport

IEF 2969

A few words (2)

few.bmpCharlie McCreevy, European Commissioner for Internal Market and Services, speaks to the European Parliament JURI Committee:

"The protection of intellectual and industrial property -- copyrights, patents, trademarks or designs -- is at the heart of a knowledge-based economy and central to improving Europe's competitiveness. This is a priority for reform: grounded on sound economics, not just legal concepts, and concentrating on solutions that foster innovation and investment in real life.

On patents, there is an overwhelming desire for a system which is simpler, more cost-effective and that maintains the highest standards in the quality of its examination and grant procedures. All stakeholders went to great length to convey their views to us. Now, quite rightly, they expect action. This was the gist of my message to the plenary where I addressed this issue on 28 September.

The Commission will shortly be publishing a Communication setting out our proposals for the short and longer term. The initial focus will be on jurisdictional arrangements. We have carefully assessed Parliament's resolution of 12 October on future patent policy in Europe. I share Parliament's wish to explore all possible ways of improving the patent and patent litigation systems in the EU.

I agree that the proposed text for a European Patent Litigation Agreement (EPLA) needs significant improvements in order to bring it in line with Community requirements. I have taken note of concerns about democratic control, judicial independence and litigation costs under the current EPLA proposals. We also believe that there is a need for common implementing provisions such as uniform Rules of Procedure. And we are aware of the constitutional requirements and limitations of certain Member States. The specific concerns of SMEs also need to be taken into account.

 

My intention is to harness the momentum in the search for a workable compromise. The Community Patent and the EPLA are not mutually exclusive initiatives, indeed our aim should be to ensure that they eventually converge with the Community patent as the ultimate objective.

In both cases our goal is the same: a better, cheaper, more reliable patent system. And we need to deliver now in order to catch up with Europe's main competitors in terms of promotion of innovation and competitiveness. That is what industry expects from us.

But intellectual property is not just patents alone. Copyright is economically just as important.

As you may be aware, the Commission will shortly bring forward an initiative on copyright levies. There has been a great deal of discussion about this measure – not all of it has been well-informed – so I am very pleased to have this opportunity to explain my thinking to the Committee.

We have monitored the application of the Copyright Directive carefully since its adoption in 2001. We have had several consultation exercises, including on the specific question of fair compensation and copyright levies - I was pleased to send the most recent questionnaire to the Committee before the summer. As a result of this work, we have identified a number of problems.

Our point of departure is very clear. We are not in any way challenging the fair compensation provisions of the Directive. Where a rights holder suffers harm as a result of the private copy exception, they should be remunerated.

The Commission has made clear its strong commitment to creativity and innovation, and has stressed the need to have systems in place to ensure that it is properly rewarded. This applies every bit as much in the copyright industries as in any other sector.

However, we are concerned that the operation of some fair compensation schemes may be disrupting trade in the internal market. We also wonder whether consumers are getting as fair a deal as they should, and whether full account is being taken of the increased use of technological means to protect copyright protected works. We also feel that greater clarity and accountability in how schemes operate is in the best interests of all stakeholders.

We are looking for a balanced way forward that protects the interests of all concerned – rights holders, industry, consumers. We want a system of compensation that is predictable, fair and sustainable into the future.

My final remarks are on spare parts and the Commission's proposal on a designs directive. You will agree that it is not sufficient just to talk about creating opportunities for small and medium-sized firms. Here is an opportunity to do something about it.

Now that the study on safety aspects which was commissioned by your Committee has been finalised, I very much look forward to you resuming the discussion on this issue. The study confirms our understanding that the safety aspect is unrelated to the issue of design protection. I therefore hope for the European Parliament's full support for the Commission's proposal. This would have a positive effect on the debate in Council."

Lees de volledige speech EU Commissaris Charlie McCreevy hier en zie eerder bericht hier.

 

IEF 2963

PCT Nieuws

Twee mededelingen van de WIPO.

1. PCT Notification 180: Amendments to the Regulations
"The Director General of the World Intellectual Property Organization (WIPO) presents his compliments to the Minister for Foreign Affairs and, pursuant to Article 68(4) of the Patent Cooperation Treaty (PCT), done at Washington on June 19, 1970, amended on September 28, 1979, modified on February 3, 1984, and on October 3, 2001, has the honor to transmit herewith certified copies, in English and in French , of the amendments to the Regulations under the said Treaty, adopted by the Assembly of the International Patent Cooperation Union (PCT Union), on October 3, 2006, at its thirty-fifth (20th extraordinary) session, held in Geneva from September 25 to October 3, 2006, with effect from April 1, 2007." Lees hier meer.

 

2. PCT Notification 181: Amended Schedule of Fees Annexed to the Regulations.

"The Director General of the World Intellectual Property Organization (WIPO) presents his compliments to the Minister for Foreign Affairs and, pursuant to Article 68(4) of the Patent Cooperation Treaty, done at Washington on June 19, 1970, amended on September 28, 1979, and modified on February 3, 1984, and on October 3, 2001, has the honor to transmit herewith a certified copy in English and a certified copy in French of the amended Schedule of Fees Annexed to the Regulations under the said Treaty. The said amended Schedule of Fees was adopted by the Assembly of the International Patent Cooperation Union (PCT Union), on October 3, 2006, at its thirty-fifth (20th extraordinary) session, held in Geneva from September 25 to October 3, 2006, with effect from October 12, 2006." Lees hier meer.

IEF 2922

Verjaardag & Convenant

ovo.gifPersbericht: "Vrijdag 10 november viert de Orde van Octrooigemachtigden haar 70-jarig bestaan met een Lustrumbijeenkomst in het Concert- en congresgebouw de Doelen in Rotterdam.

Bij die gelegenheid zullen de Orde van Octrooigemachtiden en de Staatssecretaris van het Ministerie van Economische Zaken een convenant tekenen met de titel: "Convenant versterking gebruik octrooisysteem.

De doelstellingen van het convenant zijn er onder meer op gericht om de bekendheid met het octrooisysteem bij potentiële gebruikers te vergroten alsmede de toegankelijkheid van het gebruik van de expertise van octrooigemachtigden, waar nodig, te vergroten.

EZ en Octrooicentrum Nederland, een agentschap van EZ, zullen in hun voorlichting aan het MKB, universiteiten, hogescholen, topinstituten en andere organisaties voldoende aandacht besteden aan de mogelijkheden die het octrooisysteem biedt en de waardevolle diensten die octrooigemachtigden daarbij kunnen bieden. Octrooicentrum Nederland en de Orde van Octrooigemachtigden zullen zich gezamenlijk inspannen om de voorlichting over het octrooisysteem verder te intensiveren door middel van het geven van voorlichtingsbijeenkomsten en gastcolleges. Verder zullen EZ, Octrooicentrum Nederland en de Orde zich inspannen om de bekendheid van het beroep van octrooigemachtigde te vergroten op universiteiten.

In het convenant is afgesproken dat Octrooicentrum Nederland in samenspraak met het bestuur van de Orde een richtsnoer zal ontwikkelen over de aard en de reikwijdte van de door Octrooicentrum Nederland uit te voeren stand van de techniek onderzoeken in octrooiliteratuur en databases. Octrooicentrum Nederland zal zich inspannen om informatie digitaal beschikbaar te stellen die thans als verwijzingen zijn opgenomen in het octrooiregister, voor zover dit mogelijk en relevant is.

De Orde van Octrooigemachtigden meent dat met dit convenant het gebruik van het octrooisysteem zal worden versterkt en het vertrouwen in de kwaliteit en de waarde van de diensten van octrooigemachtigden zal worden bevorderd."

Lees het convenant hier. Klik  hier voor de website van de orde .

IEF 2779

Iconische status of kleine stap voorwaarts

gartom.gifRechtbankverslag op nu.nl: 'TomTom helemaal niet zo revolutionair. De advocaten van TomTom verklaarden donderdag in een kort geding in Den Haag dat er haast is geboden omdat de periode voor kerst altijd belangrijk is voor de verkoop. 

Het gaat om de Garmin-apparaten C300  en C500, waarvan het eerste model na de TomTom GO in januari 2005 werd gepresenteerd. Het kort geding ging vooral over de 'bolle' GO.

Volgens TomTom is het overduidelijk dat de ontwerpers van de Amerikaanse onderneming vanaf maart 2004 hun inspiratie haalden uit de GO. TomTom liet in maart 2004 een "revolutionair ontwerp" zien, dat een enorme opmars inleidde en concurrentie wakker schudde, zo stelde raadsman Hugo van Heemstra. Hij sprak van een product dat net als de iPod van Apple en de Senseo-koffiemachine van Philips in korte tijd een iconische status heeft bereikt.

Van Heemstra illustreerde het vermeende kopieergedrag van Garmin met twee grote kartonnen borden die de evolutie in de ontwikkeling van de Amerikaanse apparaten lieten zien. Conclusie: na maart 2004 was er sprake van een trendbreuk. De antenne was opeens verdwenen en het scherm was symmetrisch in het midden geplaatst. Ook bij journalisten en technologiekenners viel de gelijkenis op, aldus de raadsman.

Volgens de advocaat van Garmin, Klaas Bisschop, voert TomTom "een achterhoedegevecht". Hij wees daarbij op het nieuwere model, de Nüvi, die eerder dan TomTom uitging van een platter ontwerp. Bovendien, zo betoogde hij, hoeft inspiratie opdoen van een ander ontwerp er niet automatisch toe te leiden dat een onderneming inbreuk maakt op ontwerpbescherming die een bedrijf is toegewezen. Volgens de Garmin-raadsman was het GO-apparaat helemaal niet zo revolutionair als TomTom wil doen geloven. "Hier was sprake van een kleine stap voorwaarts. Er was al vormgevingserfgoed waar TomTom dankbaar gebruik van heeft gemaakt." Uitspraak op 1 november.”

Lees hier meer. Eerder bericht hier.

IEF 2734

Deal met China

kvgk.bmpHet FD van vandaag bericht: “Deal met China over intellectueel eigendom. Nederland en China gaan nauwer samenwerken om de bescherming van intellectuele eigendomsrechten en de bewustwording hierover te verbeteren. Dat heeft minister van Economische Zaken, Karien van Gennip , dinsdag gezegd voorafgaand aan een seminar over intellectueel eigendom in Sjanghai.”

Ministerie van Economische Zaken

Persbericht

10 oktober 2006
Nauwere samenwerking Nederland en China bij handhaving intellectueel eigendom

Chinese en Nederlandse deskundigen op het gebied van intellectueel eigendom gaan
nauwer samenwerken om ervoor te zorgen dat de handhaving van intellectuele eigendomsrechten
in China verder verbetert en de bewustwording hierover toeneemt. Een goede IPR
(Intellectual Property Rights)-strategie en de invoering daarvan binnen Chinese
bedrijven kan China helpen een land van innovatie te worden. Dit hebben staatssecretaris
Karien van Gennip van Economische Zaken, Ruud Peters van Philips en de heer Chen

Zhixing, directeur van het Shanghai Intellectual Property Rights Agency (SIPA)
vandaag gezegd tijdens een persconferentie voorafgaand aan het seminar `Corporate

IPR Management´. Dit seminar, georganiseerd door deze drie partijen, vindt morgen
plaats in Shanghai.
China is in de afgelopen jaren overgegaan tot verregaande implementatie van wetgeving
op het gebied van intellectueel eigendom (IE). Bij economische vooruitgang speelt
innovatie van producten en diensten een belangrijke rol. Een goed intellectueel
eigendoms systeem is daarbij essentieel aangezien het bedrijven in staat stelt

hun investeringen in onderzoek en ontwikkeling terug te verdienen, bijvoorbeeld

door het verlenen van licenties aan andere bedrijven. Daarnaast zijn octrooien
openbaar waardoor anderen weer kunnen voortborduren op de gepubliceerde kennis.

Buitenlandse bedrijven zullen sneller investeren in China als zij er zeker van
zijn dat er een goed intellectueel eigendoms systeem aanwezig is. Hierbij is
van groot belang dat iedereen zich houdt aan de regels (`playing by the rules).

Bescherming en vooral handhaving van intellectuele eigendomsrechten zijn voorwaarden
voor innovatie. Een goed IPR-systeem is noodzakelijk om een gelijk speelveld voor
vrije wereldhandel te realiseren en een klimaat van vertrouwen en creativiteit
te laten ontstaan.
Nederland, dat al bijna een eeuw een solide intellectueel eigendomssysteem heeft,

ziet voor zichzelf een rol weggelegd om China te ondersteunen bij de invoering
van een IE-strategie binnen Chinese bedrijven. Tijdens het seminar zal het dan
ook vooral gaan om uitwisseling van kennis en ervaring met Chinese lokale bedrijven

en overheidsbeambten. Onderwerpen die op de agenda staan zijn: het internationale
IE speelveld, strategisch IE management binnen bedrijven en IE bescherming en

handhaving in China en Europa. Op het seminar zullen naast Chinese deskundigen
ook IE experts spreken van het Ministerie van EZ, de Europese Commissie, Philips

en DSM.

De staatssecretaris nodigde tevens een Chinese delegatie van SIPA uit naar Nederland

te komen om te laten zien hoe Nederland omgaat met intellectuele eigendomsrechten

 

 

IEF 2716

To borrow a test

Nieuw bericht op ipgeek.blogspot.com: Simon Dack (De Brauw Blackstone Westbroek): “Is the patentee liable for wrongfully asserting his patent?” Commentaar bij Hoge Raad, 29 september 2006, LJN: AU6098. CFS Bakel B.V.  tegen Stork Titan B.V. (Eerder bericht + arrest hier)

“What the Supreme Court has done is to borrow a test from summary proceedings (where an injunction will be granted unless there is a serious, non-negligible chance that the patent will not survive opposition or invalidity proceedings) and use this as the basis for tortuous liability. The test would seem to be more easily satisfied than the earlier test (..) There, it was held that a patentee would behave reprehensibly if he exerted his patent rights whilst knowing or having a serious reason to suspect that the patent was invalid.

(…)Estimating the chances of success in a patent action is not an exact science. In cases which end up in Court, there generally will be (at least in the eyes of the alleged infringer) a reasonable chance that the patent will indeed be defeated (or that infringement will not be made out): otherwise the case would presumably settle. How the lower Courts will come to terms with the new gloss remains to be seen.”

Lees hier meer.

IEF 2619

Vier categorieën

vwa.bmpRapport VWA: Claims bij levensmiddelen onderzocht. “De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) onderzocht 175 voedingsmiddelen op het gebruik van zogenaamde claims. Dertien maal is opgetreden tegen oneigenlijk gebruik van claims. Ook is door de VWA een medische claim aangetroffen op een levensmiddel. Dit is verboden omdat medische claims alleen op medicijnen mogen staan.

De VWA onderscheidt vier categorieën claims: medische claims, gezondheidsclaims, voedingswaarde claims en overige claims.  Verreweg de meeste aangetroffen claims zijn voedingswaarde claims, met name gericht op de (lage) hoeveelheid vet die het product bevat. Daarnaast is er in ongeveer een derde van de aangetroffen claims sprake van een claim die valt in de categorie ‘overig’. Deze ‘overige’ claims zijn vaak vaag en betekenisloos, zoals: “perfect geschikt voor de verantwoorde lekkere trek’, of: ”draagt bij aan een evenwichtige voeding”. Dit soort claims kan verwarring wekken bij de consument of zelfs misleiden.

De komende jaren wordt gewerkt aan het implementeren van een Europese verordening voor claims, die de huidige wetgeving gaat vervangen. Het is op dit moment (nog) niet duidelijk of de bovengenoemde vage, ‘overige’ claims verboden gaan worden door de nieuwe Europese claimsverordening.

De VWA dringt er bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op aan zorg te dragen dat de nieuwe claimswetgeving eenduidig geïnterpreteerd kan gaan worden, ook met betrekking tot de ‘overige’ claims.”

Lees het rapport rapport ‘Claims bij levensmiddelen’ hier.