Mijlpaalarrest: Stork
HR 27 januari 1989, IEF 19663; ECLI:NL:HR:1989:AD0607 (Eiser tegen Stork) Octrooirecht. Eiser is eigenaar en houder van het Nederlands octrooi nr. 166.841. Het octrooi heeft betrekking op een inrichting voor het uithalen van slachtvogels, voorzien van een uithaalorgaan en uitgevoerd als een rechtlijnig heen en weer bewegende stang. Stork heeft eveneens inrichtingen voor het uithalen van slachtvogels vervaardigd en in het verkeer gebracht, het uithaalorgaan van Storks machine is echter uitgevoerd als een kromlijnig heen en weer bewegende stang. Het principaal beroep betreft het oordeel van het hof dat Stork geen inbreuk heeft gemaakt op het octrooi van eiser, omdat de beperking in de omschriing van het octrooschrift niet bedoeld is als een beperking van de beschermingsomvang. Daarmee staat de beschermingsomvang van het octrooi ter discussie. Bij beoordeling hiervan komt het niet aan op de letterlijke bewoordingen van het octrooischrift maar op datgene waarin naar het wezen van de zaak de geoctrooieerde uitvinding bestaat. Geoordeeld wordt dat de enkele beperking van de omschrijving nog niet meebrengt dat andere uitvoeringsvarianten buiten de bescherming van het octrooi vallen. Daarvoor is namelijk nodig dat derden mogen aannemen dat de aanvrager van het octrooi afstand heeft willen doen van een gedeelte van de bescherming. Dit mag slechts aangenomen worden indien daar goede grond voor bestaat, zoals de ook voor hen kenbare gegevens uit het octrooiverleningsdossier.