Ziggo hoeft opnieuw geen waarschuwing van BREIN door te sturen
Rechtbank Midden-Nederland 9 juni 2022, IEF 20771, IT 3955; ECLI:NL:RBMNE:2022:2198 (Stichting BREIN tegen Ziggo) Kort geding. Internetprovider Ziggo hoeft opnieuw niet mee te werken aan een verzoek van Stichting BREIN om een waarschuwingsbrief door te sturen aan een klant. Dat is de beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland. BREIN wil dat Ziggo een waarschuwing stuurt naar een klant omdat via zijn/haar IP-adres illegaal boeken zijn gedownload. Anders dan BREIN stelt, is niet zeker dat die IP-adreshouder zélf auteursrechten heeft geschonden. Daarnaast oordeelt de rechter ook nu dat het doorsturen van een waarschuwing in strijd is met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), zolang Ziggo daarvoor geen vergunning heeft.
Conclusie P-G in tonercartridge-zaak
HR Conclusie P-G 29 april 2022, IEF 20767, IT 3954; ECLI:NL:PHR:2022:402 (DR tegen Samsung) Zie ook [IEF 19415]. Deze zaak gaat over tonercartridges voor laserprinters waarvoor Samsung zich beroept op twee octrooien en twee modellen ten betoge dat DR c.s. (123inkt.nl) met hun huismerkcartridges inbreuk maken. P-G Van Peursem ziet de klachten in het principaal beroep, dat handelt over het octrooirechtelijke deel, geen doel treffen en meent dat in ieder geval de klachten uit onderdeel 1 over ontvankelijkheid kunnen worden afgedaan met toepassing van art. 81 lid 1 RO. Bij die stand van zaken behoeven de voorwaardelijke klachten over de ontvankelijkheid in het incidenteel cassatieberoep geen bespreking.
Spoedeisend belang ontbreekt in kort geding over medisch octrooi
Vzr. Rb. Amsterdam 3 mei 2022, IEF 20766, LS&R 2072; ECLI:NL:RBAMS:2022:2418 (Boston Scientific tegen Cook) Boston Scientific en Cook c.s. zijn beide grote concerns die zich bezighouden met de ontwikkeling, vervaardiging en verhandeling van medische hulpmiddelen. Boston Scientific heeft een octrooi verkregen voor een endoscopische clip die op de markt wordt gebracht onder de naam 'resolution clip'. Voor een indicatie die niet aanwezig is bij de resolution clip, brengt Cook een endoscopische clip genaamd de 'instinct clip' op de markt. Tegen de verhandeling van de instinct clip komt Boston Scientific op tegen Cook, waarbij eerst gekeken moet worden naar de internationale bevoegdheid van een aantal ondernemingen van Cook die tevens als gedaagde in deze procedure zijn opgeroepen. Ten aanzien van vier van deze ondernemingen concludeert de Amsterdamse rechter dat zij niet bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen. Hierdoor verklaart de rechtbank zich onbevoegd ten aanzien van hen, gezien er een nauwe band ontbreekt met de niet in Nederland gevestigde ondernemingen. Ten aanzien van de vorderingen van Boston Scientific jegens de rest van de gedaagden ontbreekt de vordering spoedeisend belang, waardoor ook deze vorderingen worden afgewezen in kort geding.
Uitspraak ingezonden door Chantal van den Engel, LAWFOX advocaten
Auditief gelijkende handelsnaam verboden onder vaststellingsovereenkomst
Rb. Gelderland 25 mei 2022, IEF 20765; ECLI:NL:RBGEL:2022:2502 (Beautyfabriek tegen gedaagde) De Beautyfabriek is vanaf 2010 actief als een onderneming binnen de beautysector en maakt gebruik van de domeinnaam www.beautyfabriek.nl. Daarnaast is de Beautyfabriek eigenaar van een tweetal Benelux-woord/beeldmerken met als woordelement "de Beautyfabriek". Gedaagde is vanaf 2016 actief binnen dezelfde sector en maakt gebruik van de handelsnaam Beautyfabriek by Studio Style en de domeinnaam www.beautyfabriek.com. In juni 2018 hebben de Beautyfabriek en gedaagde een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarna gedaagde de naam handelsnaam Beautyfabrieq is gaan gebruiken. Beautyfabriek stapt naar de rechter, die haar vorderingen toewijst. Gedaagde wordt bevolen de domeinnamen over te dragen en hem wordt ook verboden om gebruik te maken van de auditief overeenstemmende handelsnaam Beautyfabrieq.
Kwartaalbericht CvTA
Lees verder >>
Uitspraak ingezonden door Victor den Hollander, De Vos & Partners Advocaten.
Stemfragment kan werk in zin van Auteurswet zijn
Rechtbank Amsterdam 26 januari 2022, IEF 20763; ECLI:NL:RBAMS:2022:3038 (Eiser tegen gedaagden) Stemfragment is een werk in de zin van artikel 10 Auteurswet. Het heeft een eigen, oorspronkelijk karakter en draagt het persoonlijk stempel van de maker.
De rechtbank laat met deze uitspraak zien dat een stemfragment bestaande uit tekst die niet ergens anders aan ontleend is, en waarbij woorden en intonatie gebruikt zijn om een stemfragment ‘aantrekkelijk te maken’, ook auteursrechtelijk beschermd kan zijn. “Het zijn de creatieve keuzes met betrekking tot de woorden en de intonatie van [X] die het stemfragment voor [Artiest] aantrekkelijk moesten maken.” (4.4.) De rechtbank lijkt nu enigszins af te wijken van het standpunt zoals door het Gerechtshof in het Endstra-arrest is bepaald, aldus Victor den Hollander. Zie ook zijn publicatie 'Endstra-arrest gedateerd? Stemfragment kan ook een werk zijn'.
Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.
Boekbespreking Auteursrechtgids en transparantieplicht
Op 7 juni is de transparantiebepaling van artikel 25ca Auteurswet in werking getreden. Dit nieuwe artikel verplicht de exploitant om tenminste eens per jaar de maker te informeren over de exploitatie van het werk, met name wat betreft de exploitatiewijzen, de daarmee gegenereerde inkomsten en de verschuldigde vergoeding. Deze informatieverplichting geldt niet indien het aandeel van de maker bij de totstandkoming van het gehele werk ‘niet significant’ is. Indien de administratieve lasten van het verstrekken van de informatie gelet op de exploitatie-inkomsten van het werk aantoonbaar ‘onevenredig’ zouden zijn, is de informatieplicht beperkt tot de ‘onder de omstandigheden redelijkerwijs te verwachten’ informatie. Via de schakelbepaling van artikel 2b Wet op de naburige rechten is deze verplichting ook van overeenkomstige toepassing op de exploitatie van (opnamen en reproducties van) uitvoeringen van uitvoerend kunstenaars. Deze verplichting komt uit de vorig jaar ingevoerde Richtlijn inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt (2019/790/EG). De exploitanten hebben een jaar extra gekregen om op deze nieuwe verplichting in te spelen.
Inbreuk op auteursrecht door uitbreiding bagagehal
Rb. Rotterdam 13 april 2022, IEF 20761; ECLI:NL:RBROT:2022:4395 (Kcap tegen Eindhoven Airport) Kcap en gedaagde zijn beide architectenbureaus die samen verscheidene ontwerpen hebben gerealiseerd voor de uitbouw van Eindhoven Airport. Tussen partijen zijn verscheidene contracten gesloten, waaronder een samenwerkingscontract tussen Kcap en gedaagde. Aldus Kcap zou gedaagde in strijd met de overeenkomst handelen, door zonder haar in opdracht van Eindhoven Airport gebouwen te ontwerpen. Ook stelt Kcap dat haar naam zou moeten worden vermeld bij de ontwerpen. De rechtbank oordeelt dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat er daarnaast geen verplichting was tot naamsvermelding op grond van de samenwerkingsovereenkomst. Ten aanzien van de gebouwde bagagehal heeft Kcap wel een recht op naamsvermelding en leidt de uitbreiding van de hal tot auteursrechtelijke inbreuk. Tot slot concludeert de rechtbank dat Eindhoven Airport tekort is geschoten ten aanzien van de verbintenissen die voortvloeien uit de overeenkomst 'opdracht 2011'.
Uitspraak ingezonden door Stan Elsendoorn en Britt van den Branden, BG.Legal.
Geen forumshopping bij online auteursrechtinbreuk op grond van 102 Rv
Rb. Amsterdam 18 mei 2022, IEF 20760, IT 3953; C/12/714132 / HA ZA 22-168 (Eiseres tegen Cobra Art Company B.V.) Procesrecht. Bevoegdheid. In dit vonnis in incident staat de vraag centraal of de rechtbank Amsterdam relatief bevoegd is om kennis te nemen van het onderhavige geschil. Volgens eiseres is dat het geval, aangezien het schadebrengende feit zich onder meer in het arrondissement Amsterdam heeft voorgedaan (art. 102 Rv). De inbreuk op de auteursrechten van eiseres heeft immers plaatsgevonden via de website van Cobra Art, die in heel Nederland – en dus ook in Amsterdam – raadpleegbaar is. Cobra Art stelt zich op het standpunt dat er sprake is van forumshopping. De rechtbank stelt eiseres in het gelijk. De homepagina van de website verwijst namelijk naar de vestiging van Cobra Art in Amsterdam, waar de prints ook opgehaald kunnen worden. Aldus zijn er meer aanknopingspunten voor de relatieve bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam, dan het enkel oproepbaar zijn van de website. Het feit dat Cobra Art al eerder door de rechtbank Amsterdam is veroordeeld in een mogelijk vergelijkbare zaak, is daarbij irrelevant.
Bericht vanuit deLex
Per 1 juni 2022 heeft mede-oprichter en mede-eigenaar Martin van Hemert afscheid genomen van deLex. Wat in 2005 begon met een idee voor een innovatief uitgeefconcept is, mede dankzij de inbreng en kennis van Martin, uitgegroeid tot een professionele digitale uitgeverij, met een rijk netwerk en een vaste waarde in de juridische wereld op het vakgebied Intellectueel Eigendom en ICT. Claudia Zuidema zal deLex voortzetten en de continuïteit blijven bewaken.
Martin: “Ik wil onze klanten, auteurs, partners en lezers bedanken voor de plezierige samenwerking en het vertrouwen dat zij in deLex hebben. Ik wens Claudia Zuidema veel succes met de voortzetting van deLex. Het is een mooi bedrijf met een gezonde toekomst. Vanaf nu ga ik mijn aandacht besteden aan mijn passies: samen met klanten innovatieve concepten op basis van technologie voor juristen ontwikkelen en implementeren, en zeezeilen.”