Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers, AKD.
Hoge Raad: DOC tegen Dairy Partners
HR 19 februari 2021, IEF 19773, ECLI:NL:HR:2021:269 (DOC tegen Dairy Partners) Zie ook [IEF 18744] en [IEF 19633]. Dairy Partners is een Britse kaasproducent en handelt sinds 2007 onder de handelsnaam 'Dairy Partners'. DOC is een Nederlands bedrijf en richt zich op de Benelux en Frankrijk. Sinds 2016 handelt DOC onder de handelsnaam 'DOC Dairy Partners'. De Hoge Raad oordeelt kort gezegd dat in een conflict tussen twee beschrijvende handelsnamen op de voet van artikel 5 Hnw uitsluitend beoordeeld moet worden of sprake is van verwarringsgevaar. De toets die het gerechtshof Den Haag in 2017 hanteerde in de zaak Parfumswinkel was niet juist [IEF 17114]. Het hof vereiste destijds dat er, naast verwarringsgevaar, ook sprake dient te zijn van bijkomende omstandigheden. Deze Parfumswinkel-toets is nu van tafel.
De Hoge Raad verschaft bij r.ov. 2.10 duidelijkheid voor de situatie dat een conflict niet door art. 5 Hnw wordt beheerst, maar door art. 6:162 BW. In dat geval kunnen bijkomende omstandigheden wel vereist zijn. Deze bijkomende omstandigheden kunnen bestaan in gedragingen die een daad van oneerlijke mededinging opleveren.
Octrooihouder zat te lang stil
Vzr. Rechtbank Den Haag 18 februari 2021, IEF 19770, LS&R 1916; ECLI:NL:RBDHA:2021:1256 (Amgen tegen Accord) Kort geding. Octrooi-inbreuk met generiek geneesmiddel op EP117. Eiser Amgen is een farmaceutische onderneming en brengt het geneesmiddel Mimpara® op de Europese markt. De werkzame stof van Mimpara® is cinacalcet hydrochloride. Gedaagde Accord ontwikkelt en produceert generieke geneesmiddelen. Het CBG heeft op 18 januari 2017 aan Accord marktvergunningen verleend voor Cinacalcet Accord 30 mg, 60 mg en 90 mg filmomhulde tabletten volgens de decentrale procedure. De werkzame stof van Cinacalcet Accord is, net als bij Mimpara®, cinacalcet hydrochloride. Amgen stelt dat Accord door het aanbieden, in voorraad hebben en verhandelen van Cinacalcet Accord directe dan wel indirecte inbreuk maakt op EP 117. De vorderingen worden afgewezen vanwege gebrek aan spoedeisend belang: de octooihouder heeft te lang stilgezeten. Processtrategische keuzes waardoor ervoor is gekozen om langer te wachten met het aanbrengen van het onderhavige kort geding, komen voor rekening en risico van de octrooihouder.
Juridisch cryptogram
Advocaat Gie van den Broek stuurde een nieuwe IE-cryptogram in. Deze puzzel is moeilijker dan die van vorige maand, aldus de maker.
Uitspraak ingezonden door Gert Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Grene.
Waterballonvuller maakt geen inbreuk op auteursrecht Tinnus
Rechtbank Den Haag 17 februari 2021, IEF 19771; ECLI:NL:RBDHA:2021:1196 (Tinnus tegen Koopman International) Tussenvonnis. Zie ook [IEF 17507] [IEF 18646] en [IEF 19589]. De oprichter en eigenaar van Tinnus heeft voor haar het product “Bunch O Balloons”, een waterballonvuller, ontwikkeld. Tinnus is houdster van de op 10 maart 2015 onder nummers 0001431829-0001 tot en met 0001431829-0010 geregistreerde Gemeenschapsmodellen. Deze modelrechten zijn op 30 april 2018 door het EUIPO nietig verklaard. De nietigverklaring van 0001431829-0001 is op 18 november 2020 door het Gerecht EU bevestigd [IEF 19589]. Beroep tegen de nietigverklaring van de andere modellen is aanhangig. Aan Tinnus is op 17 oktober 2018 het octrooi EP 3 005 948 B1, getiteld ‘Apparatus, system and method for filling containers with fluids’, verleend. In 2017 heeft de douane in Rotterdam op verzoek van Tinnus beslag gelegd op een partij met 100.000 met de Bunch O Balloons te vergelijken waterballonvullers. Tinnus stelt dat het gebruik van de waterballonvuller van gedaagde inbreuk maakt op Model 0001 tot en met 0010, en op haar auteursrechten op de vormgeving van de Bunch O Balloons,en vordert onder meer een verbod binnen de Europese Unie inbreuk te maken op deze modelrechten en auteursrechten. De op het auteursrecht gebaseerde vorderingen van Tinnus worden afgewezen. De waterballonvuller van Koopman maakt geen inbreuk op enig auteursrecht van Tinnus op de vormgeving van de Bunch O Balloons. Elementen zijn door technische overwegingen ingegeven.
Rechthebbende octrooi NL590 niet vastgesteld
Rechtbank Den Haag 16 december 2020, IEF 19769; ECLI:NL:RBDHA:2020:12865 (A tegen B) Mechanisatiebedrijf A houdt zich onder meer bezig met de vervaardiging van machines en werktuigen voor de landbouw. Het Nederlandse octrooi NL 590, getiteld 'Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen' is op 21 juni 2006 verleend op aanvraag van 13 april 2006. A vervaardigt en verkoopt op NL590 gebaseerde machines genaamd Aqua Grader en Aqua Shaver. Met deze machines kunnen knol- en bolgewassen onder meer worden gewassen en gesorteerd. B.V. (B) houdt zich eveneens bezig met de vervaardiging en verkoop van machines en werktuigen voor de landbouw. Sinds 2006 heeft B als dealer van A de Aqua Grader verkocht. De handelsrelatie tussen beide bedrijven is in 2015 geëindigd. Sindsdien biedt B (spoel- en kop)machines onder de namen Agra Grader en Agra Shaver aan. A vordert daarop B te verbieden inbreuk te maken op NL 590 en subsidiair te verbieden onrechtmatig te handelen. De vordering van A wordt afgewezen. Het is onduidelijk aan welke rechtspersoon de (octrooi)rechten toekomen. Van slaafse nabootsing is geen sprake, omdat A onvoldoende heeft gesteld hoe B had kunnen afwijken in de vormgeving van de spoelsorteermachine zonder afbreuk te doen aan de functionaliteit ervan.
Mijlpaalarrest: Ster Woningen tegen Stermij
HR 6 december 1996, IEF 19767; ECLI:NL:HR:1996:ZC2223 (Ster Woningen tegen Stermij) Stermij werd op 4 december 1979 ingeschreven in het handelsregister te Meppel en na wijziging van haar statutaire zetel op 8 juli 1994 in het handelsregister te Etten-Leur. De bedrijfsomschrijving van Stermij luidt: 'Het aannemen en uitvoeren van metselwerken en timmerwerken en voegwerkzaamheden, alles in de meest ruime zin des woords'. Ster Woningen werd in 1993 opgericht en ingeschreven in het handelsregister te Breda. De bedrijfsomschrijving van Ster Woningen luidt: ‘Het aannemen en onderaannemen en uitvoeren van werken op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw, alsmede van grondwerken, koop en verkoop van onroerende zaken’. Volgens de kantonrechter bestaat het kenmerkende deel van beide handelsnamen uit het woord 'Ster'. Daarom werd Stermij veroordeeld om haar handelsnaam te wijzigen in ‘Werkmij BV’. Volgens de rechtbank heeft het woord 'Ster' een zwak onderscheidend vermogen, zodat in de handelsnamen een grote gelijkenis nodig is, wil er verwarringsgevaar te duchten zijn. Dit is niet gebleken nu de beide handelsnamen zowel visueel als auditief aanmerkelijk van elkaar verschillen. Het feit dat beide ondernemingen in de bouwsector bedrijvig zijn, doet hieraan niet af. Tegen deze beschikking heeft Ster Woningen beroep in cassatie ingesteld. Geoordeeld wordt dat de rechtbank een juiste maatstaf heeft aangelegd en dat het oordeel geen blijk geeft van een verkeerde rechtsopvatting.
Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey en Yasar Celebi, CMS.
'Strata Invicta' geen inbreuk octrooi Tomra Sorting
Hof Den Haag 16 februari 2021, IEF 19768; ECLI:NL:GHDHA:2021:339 (Tomra Sorting tegen Kiremko) Tomra is producent van sorteer-, schil- en verwerkingsmachines. Kiremko is een fabrikant van machines voor de aardappelverwerkende industrie. Eén van de machines die Kiremko vervaardigt is de Strata Invicta en deze is uitgerust met een stoomuitlaat-afsluiter genaamd 'Magma Valve'. Tomra is houdster van octrooi EP 379, getiteld "Pressure release arrangements, in particular for product processing system'. EP 379 is onder andere voor Nederland verleend. De conclusie van EP 379 luidt: 'Een zelf afdichtende druk aflaat inrichting, omvattende: een drukvat, een afsluiter, waarbij de afsluiter een verplaatsbaar sluitorgaan omvat dat in de genoemde gesloten stand ervan gehouden wordt alleen door blootstelling aan de druk van de stoom binnen in het drukvat en een dubbel werkende actuator voor het verplaatsen van het sluitorgaan'.
Le Poole Bekema verrijkt met partner Laura Broers en advocaat Ron Lamme
Le Poole Bekema verwelkomt nieuwe partner Laura Broers en advocaat Ronne Lamme. Laura is al vanaf dag één bij het kantoor betrokken en heeft een cruciale rol gespeeld in de ontwikkeling ervan. Zij volgt mede-oprichter en partner Bas Le Poole op die inmiddels zijn carrière met veel plezier heeft voortgezet als raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof Den Haag.
Ron is per 1 februari 2021 het kantoor komen versterken als advocaat media en technologie. Hij brengt door zijn ervaring op het snijvlak van media- en ICT recht bij Boekx en RTL veel aanvullende kennis en bovenal een flinke dosis ambitie mee.
Vernietiging kunstwerk geen aantasting werk
Rechtbank Midden-Nederland 20 januari 2021, IEF 19765; ECLI:NL:RBMNE:2021:191 (Eiser tegen gemeente Zeist) Eiser is een gepensioneerd beeldend kunstenaar en heeft in 1976 in opdracht van de gemeente een kunstwerk vervaardigd. Het kunstwerk is geplaatst op een plein van een school. In 2016 heeft eiser ontdekt dat het kunstwerk niet meer op zijn plek staat. Het kunstwerk is in 2008 bij de herinrichting van het schoolplein namelijk verwijderd. Eiser vordert veroordeling van de gemeente tot het laten reconstrueren van het kunstwerk, subsidiair een schadevergoeding van € 10.000,00. Volgens eiser heeft de gemeente inbreuk gemaakt op zijn persoonlijkheidsrechten en maakt zij misbruik van bevoegdheid. De gemeente voert het verweer dat eiser geen schade heeft geleden. Geoordeeld wordt dat de totale vernietiging van het werk geen inbreuk kan opleveren op de persoonlijkheidsrechten van eiser. Verder heeft de gemeente een gegronde reden gehad om tot verwijdering van het kunstwerk over te gaan, omdat het kunstwerk al 30 jaar op het schoolplein stond en door het gebruik van kinderen in kwaliteit achteruit is gegaan. Wel had de gemeente eiser ten minste op de hoogte moeten brengen van het besluit. De gemeente heeft onzorvuldig gehandel door dit niet te doen. Toch wordt er geen reden gezien om de schadevergoeding toe te wijzen, omdat eiser niet heeft kunnen aantonen waaruit zijn schade bestaat.
Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelen (JGR)
Inhoudsopgave van het tijdschrift Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR). Aflevering 4 – 24 december 2020 - jaargang 21.
Mededingingsrecht
30. Paroxetine – de mededingingsrechtelijke status van pay-for-delay-overeenkomsten. Noot van dhr. mr. F.B. Muller en dhr. mu. J. Jurriëns bij Hof van Justitie van de Europese Unie, 30 januari 2020, C-307/18, ECLI:EU:C:2020:52.
Medische hulpmiddelen
31. Geen tekortkoming bij gebruik state of the art-hulpzaak. Noot van dhr. mr. C.W. Demper bij Hoge Raad, 19 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1082.
32. Tekortkoming en toerekening bij gebrekkige PIP-borstimplantaten. Noot van dhr. mr. C.W. Demper bij Hoge Raad, 19 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1090.