IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 19763

Uitleg samenwerkingsovereenkomst en non-disclosure agreement

Hof Amsterdam 22 dec 2020, IEF 19763; ECLI:NL:GHAMS:2020:3571 (X Screen Development tegen Holland Scherming), https://delex.nl/artikelen/uitleg-samenwerkingsovereenkomst-en-non-disclosure-agreement

Hof Amsterdam 22 december 2020, IEF 19763; ECLI:NL:GHAMS:2020:3571 (X Screen Development tegen Holland Scherming) X Screen Development (hierna X) heeft een aantal uitvindingen op zijn naam staan op het gebied van onder meer systemen voor scherming voor kassen. Holland Scherming (hierna HS) levert schermoplossingen met name in de glastuinbouw, voor tuincentra en in de utiliteitsbouw. In 2013 hebben beide partijen een samenwerkingsovereenkomst ondertekend, met als bijlage een concept van een non-disclosure agreement. HS is echter ontevreden over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst en heeft deze dan ook opgezegd. X vordert een verklaring voor recht dat de samenwerkingsovereenkomst, inclusief de NDA, van toepassing is op alle ideeën voor schermsystemen die door X in het kader van de samenwerking met HS zijn aangedragen. Tussen partijen is in geschil hoe de samenwerkingsovereenkomst en de NDA moeten worden uitgelegd. X wordt in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De provisieregeling en de NDA hebben alleen betrekking op de ontwikkeling en vermarkting van het schermsysteem als geheel en niet ook op onderdelen van dat systeem, waaronder een veerblok of andere ideeën.

IEF 19762

Mededeling is niet onrechtmatig

Rechtbank Rotterdam 3 feb 2021, IEF 19762; ECLI:NL:RBROT:2021:913 (X tegen Engie Services West Industrie), https://delex.nl/artikelen/mededeling-is-niet-onrechtmatig

Rechtbank Rotterdam 3 februari 2021, IEF 19762; ECLI:NL:RBROT:2021:913 (X tegen Engie Services West Industrie) Eiser is als zpp'er werkzaam in de olie- en gasindustrie. In 2017 is een overeenkomst van opdracht gesloten tussen eiser en Star OGP Projects. Eiser is op grond van deze overeenkomst tewerkgesteld voor klanten van Engie. Engie heeft eiser ingezet op projecten die zij in opdracht van Shell uitvoerde. Eiser inspecteerde de kwaliteit van de door Engie in opdracht van Shell uitgevoerde werkzaamheden. Toen is er discussie ontstaan tussen eiser en Engie over de aantallen uren die eiser had opgegeven. Engie heeft daarom haar inleningsovereenkomst met Star beëindigd, waardoor de terbeschikkingstelling van eiser ook is geëindigd. Bij mail van 4 augustus 2017 heeft Shell een medewerker van recruitmentbureau Progressive hierover ingelicht. Eiser vordert een verklaring voor recht dat Engie onrechtmatig heeft gehandeld, met veroordeling van Engie tot vergoeding van de door hem geleden schade. Geoordeeld wordt dat Engie gegronde reden had om te twijfelen over de juistheid van de gedeclareerde uren. De mededeling van Engie aan Shell is dan ook niet onrechtmatig. Wel wordt eiser in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat Engie eiser heeft beschuldigd van fraude. Verdere beslissing wordt daarom nog aangehouden.

IEF 19761

(On)terechte melding van persoonsgegevens

2 feb 2021, IEF 19761; ECLI:NL:GHAMS:2021:312 (Vivat Sschadeverzekeringen tegen X), https://delex.nl/artikelen/on-terechte-melding-van-persoonsgegevens

Hof Amsterdam 2 februari 2021, IEF 19761, IT 3405; ECLI:NL:GHAMS:2021:312 (Vivat Schadeverzekeringen tegen X) Geïntimeerde had een verzekering bij Vivat Schadeverzekeringen voor zijn personenauto. Met deze auto heeft geïntimeerde tot tweemaal toe een ongeluk gehad. De verzekeraar heeft voor het eerste ongeluk het bedrag van € 1.187,75 uitgekeerd. Voor het tweede ongeluk heeft de verzekeraar een expert ingeschakeld om de schade te beoordelen. De expert heeft verklaard dat uit een vergelijking van het fotomateriaal de conclusie kan worden getrokken dat de eerdere schade niet is hersteld. Geïntimeerde zou deze schade dus niet hebben opgelopen bij het tweede ongeluk, maar de schade wel hebben gemeld bij de verzekeraar. Daarop heeft de verzekeraar het uitgekeerde schadebedrag en de persoonsgegevens van geïntimeerde laten opnemen in het Extern Verwijzingsregister van Stichting Centraal Informatie Systeem (CIS). Geïntimeerde betwist de juistheid van deze feiten en heeft de verzekeraar gesommeerd om de registratie ongedaan te maken. Geïntimeerde heeft voor deze vordering niet de geëigende route van artikel 35 UAVG gevolgd, maar de weg van het kort geding. Hiervoor dient eerst het spoedeisend belang van geïntimeerde bij de gevraagde voorziening aannemelijk worden gemaakt. Doordat partijen zich hier nog niet over hebben uitgelaten, worden zij hiertoe alsnog toe in gelegenheid gesteld. Een verdere beslissing wordt daarom vooralsnog aangehouden.

IEF 19760

Geen inbreuk op exclusiviteit

Hof Arnhem-Leeuwarden 9 feb 2021, IEF 19760; ECLI:NL:GHARL:2021:1227 (Dovideq tegen CB), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-exclusiviteit

Hof Arnhem-Leeuwarden 9 februari 2021, IEF 19760, IT 3407, LS&R 1914; ECLI:NL:GHARL:2021:1227 (Dovideq tegen CB) Kort geding. Dit geschil gaat over de vraag of Dovideq met het op de markt brengen van een door haarzelf in eigen beheer ontwikkeld medisch instrument, de zogenoemde LightControl, inbreuk maakt op een door CB bedongen exclusiviteit ten aanzien van de ontwikkeling van de daarin te plaatsen software. Dat is niet aannemelijk geworden. Zo waren de afspraken tussen de partijen uitsluitend gebaseerd op het enige endoscoopmeetsysteem dat indertijd werd ontwikkeld. Een ander systeem voor dergelijke metingen of andere functionaliteiten was in die beginperiode niet in beeld. Er kan niet zondermeer vanuit worden gegaan dat bij het aangaan van de overeenkomst voor Dovideq duidelijk had moeten zijn (of dat CB toen mocht verwachten) dat niet alleen de verdere ontwikkeling van dat specifieke apparaat onder de exclusiviteit zou vallen, maar elk door Dovideq te ontwikkelen endoscoopmeetsysteem. Het vonnis van de voorzieningenrechter wordt vernietigd en de vorderingen van CB alsnog afgewezen.

IEF 19758

Printing on demand houdt boek beschikbaar voor publiek

Hof Amsterdam 15 dec 2020, IEF 19758; ECLI:NL:GHAMS:2020:3481 (X tegen Overamstel Uitgevers B.V.), https://delex.nl/artikelen/printing-on-demand-houdt-boek-beschikbaar-voor-publiek

Hof Amsterdam 15 december 2020, IEF 19758; ECLI:NL:GHAMS:2020:3481 (X tegen Overamstel Uitgevers) Appellante is auteur. Voor de uitgave van haar boek heeft appellante een exploitatieovereenkomst gesloten met Overamstel, een uitgever. In 2017 verneemt appellante van een boekhandelaar dat haar boek uitverkocht is en de uitgever van plan is exemplaren alleen nog te leveren via 'printing on demand'. Dat is een nieuwe productiewijze waarbij een boek geprint wordt wanneer een boekhandelaar of koper daarom vraagt. Appellante heeft naar aanleiding hiervan aangegeven het oneens te zijn met een uitgave van haar boek middels 'printing on demand'. De uitgever wil niet akkoord gaan met een herdruk van het boek. Daarop besluit appellante de exploitatieovereenkomst te beëindigen op grond van artikel 16 van de overeenkomst, subsidiair op grond van artikel 25e Auteurswet. Er is geen grond voor toewijzing van de vordering van appellante. Overamstel wordt gevolgd in de stelling dat zij, met het beschikbaar stellen door printing on demand, de titel 'in boekvorm voor het publiek' beschikbaar heeft gehouden.

IEF 19757

Onderzoek wijst op economische voordelen van bezit IE-rechten

Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) heeft een rapport gepubliceerd over het verband tussen eigendom van intellectuele eigendomsrechten en economische prestaties binnen individuele bedrijven in heel Europa.

De studie concludeert dat er een positieve associatie bestaat tussen IER-eigendom en economische prestaties, waarbij de inkomsten per werknemer gemiddeld 55% hoger zijn voor IER-eigenaren dan voor niet-eigenaren. In België, een sterke innovator volgens het jaarlijkse European Innovation Scoreboard van de Europese Commissie, hebben kleine en middelgrote ondernemingen een van de hoogste percentages patentbezit in Europa.
Lees verder.

IEF 19755

'Parkeerwekker' onrechtmatig

Rechtbank Amsterdam 1 feb 2021, IEF 19755; ECLI:NL:RBAMS:2021:237 (Parkeerwekker), https://delex.nl/artikelen/parkeerwekker-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Amsterdam 1 februari 2021, IEF 19755, IT 3402; ECLI:NL:RBAMS:2021:237 (Parkeerwekker) Iedereen die in de gemeente Amsterdam wil parkeren, dient hiervoor parkeerbelasting te betalen. Dat gebeurt door het registreren van het kenteken bij de parkeerautomaat of met een parkeerapp. Vector Wise biedt in de gemeente Amsterdam onder de naam ‘Parkeerwekker’ een dienst aan, waarbij een automobilist die in een gebied staat waar parkeerbelasting moet worden betaald een bericht ontvangt als de scanauto voorbij rijdt. Het systeem van Parkeerwekker bestaat eruit dat gebruikers, door installatie van een app, nadat zij hun auto hebben geparkeerd een melding ontvangen als een scanauto van de Gemeente voorbij rijdt. Ter voorkoming van een boete hebben gebruikers na de melding nog vijf minuten om parkeergeld te betalen. Volgens gedaagde biedt haar systeem een oplossing voor gebruikers die 'vergeten' zijn parkeergeld te betalen.

IEF 19754

Uitspraak ingezonden door Vivien Rorsch, LaRorsch, Ali al Khatib en Tom Barkhuysen, Stibbe. 

Conclusie A-G: invoering JA/JA stickers niet onrechtmatig

5 feb 2021, IEF 19754; ECLI:NL:PHR:2021:98 (Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen tegen Gemeente Amsterdam), https://delex.nl/artikelen/conclusie-a-g-invoering-ja-ja-stickers-niet-onrechtmatig

HR 5 februari 2021, IEF 19754, RB 3487; ECLI:NL:PHR:2021:98 (Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen tegen Gemeente Amsterdam) Sinds 2018 mag in de gemeente Amsterdam ongeadresseerd reclamedrukwerk alleen worden bezorgd indien op de brievenbus een JA/JA sticker is aangebracht. Dit wordt het opt-in-systeem genoemd. Voorheen gold dat ongeadresseerd reclamedrukwerk overal mocht worden bezorgd, tenzij er een NEE/JA of NEE/NEE sticker op de brievenbus was aangebracht. Dit is het zogenaamde opt-out-systeem. Het nieuwe systeem is er voor bedoeld om milieuvervuiling tegen te gaan. Het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen en de Vereniging Mail Distributie Bedrijven zijn een procedure gestart om schadevergoeding te vorderen van de gemeente Amsterdam, omdat zij door dit nieuwe systeem minder drukwerk kunnen verspreiden. Volgens het hof is het nieuwe systeem niet onrechtmatig. Het hof wees de vordering dan ook af. Tegen deze beslissing is casssatie ingesteld. Aan de orde is of het nieuwe systeem een wettelijke grondslag heeft en of het systeem al dan niet in strijd is met het Europese recht of met de algemene rechtsbeginselen. Advocaat-generaal Wissink adviseert de Hoge Raad in zijn conclusie de beslissing in stand te houden. Volgens hem is het systeem niet onrechtmatig en is de gemeente bevoegd om dit systeem in te voeren, mede omdat de Wet Milieubeheer ruimte laat aan de gemeente regels te stellen hieromtrent. 

IEF 19753

Dirk Visser: Sluitertijd, fotoauteursrecht en kunstmatige intelligentie

Ter gelegenheid van het emeritaat van Jaap Hijma, hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden, verscheen Sluitertijd. In deze bundel werpen promovendi, collega’s en vrienden een blik op zijn werk. Collega Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht, gaat in zijn bijdrage in op de onderwerpen fotoauteursrecht en kunstmatige intelligentie.

‘Met betrekking tot een portretfoto moet worden opgemerkt dat de auteur bij het maken daarvan op verschillende manieren en op verschillende momenten zijn vrije en creatieve keuzes zal kunnen maken. In de voorbereidende fase kan de auteur de enscenering, de pose van de te fotograferen persoon of de belichting kiezen. Bij het nemen van de portretfoto kan hij de camera-instelling, de invalshoek of de gecreëerde sfeer kiezen. Bij het ontwikkelen van het cliché tot slot kan de auteur kiezen tussen diverse technieken, of in voorkomend geval software gebruiken. Met die diverse keuzes is de auteur van een foto dus in staat zijn werk een “persoonlijke noot” te geven. In het geval van een portretfoto is de vrijheid waarover de auteur beschikt om zijn creatieve bekwaamheden uit te oefenen dan ook niet noodzakelijkerwijs beperkt of zelfs nihil.’
Aldus omschreef het HvJ EU in 2011 de mogelijkheden die een fotograaf heeft om te komen tot een ‘eigen intellectuele schepping’ die vereist is om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen.
Lees verder.