IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 18645

Interieur schoenenwinkels komen te zeer overeen: sprake van inbreuk op auteursrecht

Rechtbank Den Haag 7 aug 2019, IEF 18645; ECLI:NL:RBDHA:2019:8166 (Shoebaloo en MVSA tegen Invert GCV), https://delex.nl/artikelen/interieur-schoenenwinkels-komen-te-zeer-overeen-sprake-van-inbreuk-op-auteursrecht

Rechtbank Den Haag 7 augustus 2019, IEF 18645, IEFbe 2930; ECLI:NL:RBDHA:2019:8166 (Shoebaloo en MVSA tegen Invert GCV) Auteursrecht. Slaafse Nabootsing. Eerder is in deze zaak al de bevoegdheid van de Nederlandse rechter vastgesteld (zie IEF 16401 en IEFbe 2005). Shoebaloo exploiteert schoenenwinkels. Het interieur van deze winkels is gebaseerd op de Amerikaanse Antelope Canyons. Dit interieur is in opdracht van Shoebaloo door MVSA uitgewerkt. Invert heeft in haar schoenenwinkel in Antwerpen een interieur dat naar mening van Shoebaloo en MVSA te zeer overeenkomt met het interieur van de winkels van Shoebaloo. Het recht van het land waarvoor de bescherming wordt gevorderd, beheerst de rechtsverhouding. Dat is in dit geval België, daar waar de inbreuk gemaakt wordt. Nu werk- en inbreukbegrip geharmoniseerd zijn, heeft dit geen gevolgen. Van belang is dat de wand los gezien kan worden als werk op zich. Er zijn voldoende creatieve keuzes gemaakt bij het ontwerp van het interieur, en de vormgeving was niet gangbaar in het vormgevingserfgoed. Op grond van een vergelijking van beide interieurs wordt een zodanige overeenstemming geconstateerd dat sprake is van een inbreuk. De vordering op grond van slaafse nabootsing faalt echter nu deze onvoldoende is onderbouwd. De vorderingen worden voor zover redelijk toegewezen op grond van de auteursrechtinbreuk.

IEF 18646

Door procedure bij EUIPO wordt Nederlandse procedure enkel geschorst voor zover nodig

Hof Den Haag 27 aug 2019, IEF 18646; ECLI:NL:GHDHA:2019:2226 (X tegen Tinnus Enterprises LLC), https://delex.nl/artikelen/door-procedure-bij-euipo-wordt-nederlandse-procedure-enkel-geschorst-voor-zover-nodig

Hof Den Haag 27 augustus 2019, IEF 18646, ECLI:NL:GHDHA:2019:2226 (X tegen Tinnus Enterprises LLC) Gemeenschapsmodellenrecht. Auteursrecht. Tinnus brengt een ‘waterballonvuller’ op de markt. Hiertoe houdt zij modelrechten, en claimt zij octrooirechten. Ook claimt zij auteursrechten op het uiterlijk van de waterballonvuller. Tinnus heeft door de douane in Rotterdam beslag laten leggen op een partij vergelijkbare producten, die volgens Tinnus inbreuk maken op haar waterbalonvullers. Eiseres, van wie de waterballonvullers in beslag zijn genomen, is het hier niet meer eens. De rechtbank heeft de procedure in eerste aanleg echter geschorst nu er geen duidelijkheid bestaat over de gemeenschapsmodellen (zie ook IEF 17507). Het hof acht dit terecht voor zover het de geldigheid van de gemeenschapsmodellen betreft. Voor zover het de auteursrechten betreft, kan de zaak dus gewoon behandeld worden. Dit is echter geen bijzondere reden die ertoe kan leiden dat ook het modelrechtelijk deel kan worden voortgezet. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank.

IEF 18644

HvJ EU: nationale rechter moet afweging maken tussen auteursrechten en informatievrijheid

HvJ EU 27 jul 2019, IEF 18644; ECLI:EU:C:2019:625 (Beck tegen Spiegel Online), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-nationale-rechter-moet-afweging-maken-tussen-auteursrechten-en-informatievrijheid

HvJ EU 29 juli 2019, IEF 18644, IEFbe 2929, IT 2849; ECLI:EU:C:2019:625 (Volker Beck tegen Spiegel Online) Auteursrecht. Informatievrijheid. Volker Beck is een Duits politicus die een opzienbarend manuscript heeft geschreven dat door Spiegel Online op internet is geplaatst. Beck heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikbaarstelling van het manuscript en het artikel op de website van Spiegel Online, omdat hij dat als een schending van zijn auteursrecht beschouwt. Na een eerste oordeel in het voordeel van Beck, is de rechter in beroep van oordeel dat de uitlegging van artikel 5, lid 3, onder c) en d), van richtlijn 2001/29, gelezen in het licht van de grondrechten, en in het bijzonder van informatievrijheid en vrijheid van media, niet voor zich spreekt. Hij vraagt zich met name af of deze bepaling discretionaire ruimte laat bij de omzetting ervan in nationaal recht (voor prejudiciële vragen zie ook: IEF 17179 en IEFbe 2372).

IEF 18643

Teksten overgenomen van concurrerende webshop vormt inbreuk op auteursrechten

Rechtbank Midden-Nederland 31 jul 2019, IEF 18643; ECLI:NL:RBMNE:2019:3649 (Spirituele webshops), https://delex.nl/artikelen/teksten-overgenomen-van-concurrerende-webshop-vormt-inbreuk-op-auteursrechten

Rechtbank Midden-Nederland 31 juli 2019, IEF 18643, IT 2846; ECLI:NL:RBMNE:2019:3649 (Spirituele webshops) Auteursrecht. Inbreuk. Persoonlijkheidsrechten. Eiser verkoopt spirituele sieraden en producten middels een webshop. Gedaagde verkoopt dezelfde producten via haar eigen webshop. Eiser is van mening dat gedaagde de teksten van de website van eiser (te veel) over heeft genomen, en dat zij hiermee inbreuk maakt op haar auteursrechten. Het staat voldoende vast dat de auteursrechten van de teksten bij eiser berusten nu zij een eenmanszaak is, en dit verder niet gemotiveerd is betwist. Ook is er sprake van een werk, nu om de producten zo goed mogelijk aan te prijzen creativiteit is geuit in de teksten, en deze niet louter het product beschrijven. Uit vergelijking van de teksten van eiser en gedaagde blijkt dat deze te zeer overeenkomen. Omdat geen naamsvermelding is toegepast, is hier ook sprake van een inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van eiser. Gedaagde moet de inbreuken staken en gestaakt houden, op straffe van de gevorderde dwangsom. Ondanks verweer wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten op grond van 1019h Rv, nu zij meermaals te kennen heeft gegeven dat haar proceshouding niet is beïnvloed door de houding van haar wederpartij.

IEF 18642

De IE rechtspraak van de zomer van 2019

Vrijdag 30 augustus 2019 bespreekt Dirk Visser tijdens Leiden Revisited de onderstaande rechtspraak van de afgelopen zomer. Hierbij alvast de PowerPoint. Aanmelden kan hier.
 
HvJ EU 29 juli 2019,  C-469/17, IEF 18623 (Funke, „Afghanistan-Papiere”)
HvJ EU 29 juli 2019,  C-476/17, IEF 18613 (Pelham, „Metall auf Metall“)
HvJ EU 29 juli 2019, C-516/17, IEF 18644 (Spiegel Online/Volker Beck)

Als er tijd voor is:
Rb. Amsterdam 12 juli 2019, IEF 18590 (Dijkstra/Dutch News)
Rb. Amsterdam 17 juli 2019, IEF 18599 (Geldof/Overamstel)
Hof Den Haag 23 juli 2019, ECLI:NL:RBDHA:2016:13329, IEF 18605 (Snappet/GEU)
Hof Amsterdam 30 juli 2019, IEF 18616 (Rezvani/Klarenbeek)
Hof Arnhem 14 juni 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5012, IEF 18537 (Dairy Partners)

IEF 18641

Bas Kist: MasterCard verliest merken

MasterCard heeft een gevoelige nederlaag geleden. Het Europese merkenbureau EUIPO heeft onlangs twee belangrijke merkregistraties van het bedrijf ongeldig verklaard.
Met deze merken in zwart-wit – sinds 2012 geregistreerd in Europa – hoopte Mastercard de bescherming van zijn bekende geel-rode ‘ballen-logo’ uit te breiden naar elk gebruik van twee overlappende cirkels, ongeacht de kleuren.

IEF 18640

Antwoord prejudiciële vragen beroep op informatievereisten

HvJ EU 23 jan 2019, IEF 18640; (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung), https://delex.nl/artikelen/antwoord-prejudici-le-vragen-beroep-op-informatievereisten

HvJ EU 23 januari 2019, IEF 18640, IEFbe 2927, IT 2842; C‑430/17 (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung) Consumentenbescherming. Vervolg op prejudicieel gestelde vragen [IEFbe 2331 en IT 2343]. Hier is van belang of verweerder zich met succes kan beroepen op de minder strenge informatievereisten bij beperkte weergavemogelijkheid overeenkomstig de BGB (Duits Burgerlijk Wetboek), EGBGB (Duitse wet tot invoering van het Burgerlijk Wetboek) en richtlijn 2011/83. Het antwoord op de vraag of de minder strenge informatievereisten hier gelden, hangt af van de uitlegging van artikel 8 lid 4 eerste zin, en artikel 6 lid 1 (h) van richtlijn 2011/83/EU. De vraag rijst evenwel of een zo uitgebreide informatieplicht over het herroepingsrecht verenigbaar is met de doelen van richtlijn 2011/83/EU. Het zou een onevenredige beperking van de vrije reclamevoering kunnen zijn de handelaar, ongeacht beperkingen in ruimte en tijd van het door hem voor de reclame gebruikte middel voor communicatie op afstand, te verplichten de omvangrijke instructies voor herroeping meteen en rechtstreeks in dit middel voor communicatie op afstand mee te delen en het modelformulier voor herroeping daarbij te voegen. Er zijn prejudiciële vragen gesteld aan het Hof met betrekking tot het beroep op de minder strenge informatievereisten met het oog op de consumentenbescherming.

IEF 18639

Jong IE borrel verplaatst naar donderdag 12 september

Ha mede Jong IE’er,

Na de uiterst succesvolle “start van de zomer” borrel bij Strand Zuid hebben Patty, Selmer, Roeland en Sarah het stokje overgedragen aan ondergetekenden. Wij hebben er zin in en gaan ons best doen een paar legendarische borrels te organiseren! De volgende Jong IE borrel zal in plaats van donderdag 5 september op donderdag 12 september plaatsvinden. Informatie over de locatie en het tijdstip volgt binnenkort!

We hopen jullie 12 september in grote getalen te mogen verwelkomen. Tot dan!

Menno Kroon
Simone Poot
Pien Haase
Mathijs Peijnenburg

IEF 18638

Opname in EVR proportioneel, strafrechtelijke gegevens staan voldoende vast

Hof Amsterdam 20 aug 2019, IEF 18638; ECLI:NL:GHAMS:2019:3074 (X tegen Ansvar), https://delex.nl/artikelen/opname-in-evr-proportioneel-strafrechtelijke-gegevens-staan-voldoende-vast

Hof Amsterdam 20 augustus 2019, IEF 18638, IT 2840; ECLI:NL:GHAMS:2019:3074 (X tegen Ansvar) Kort geding. Opname in Extern Verwijzingsregister (EVR) voor vijf jaar. Belangenafweging art. 6 lid 1 sub f AVG. Appelant is eigenaar van een Mercedes-Benz en heeft de Mercedes ten behoeve van de verzekering laten taxeren. De auto verkeert in goede staat en er zijn geen gebreken of schades waargenomen. Er doet zich een aanrijding met een Volkswagen voor, waarbij aannemelijk is dat appellant opzettelijk in het Vragenformulier en het aanrijdingsformulier schade heeft vermeld, die niet (geheel) door de aanrijding van de Volkswagen met de Mercedes kan zijn veroorzaakt. De te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens staan in voldoende mate vast. Aannemelijk is dan ook dat de bodemrechter de opname van appellant in het EVR proportioneel zal achten.

IEF 18637

Verlaging kartelboetes ondernemingen leesmappen

CBB 20 aug 2019, IEF 18637; ECLI:NL:CBB:2019:357 (Leesmappenkartel), https://delex.nl/artikelen/verlaging-kartelboetes-ondernemingen-leesmappen

CBb 20 augustus 2019, IEF18637; ECLI:NL:CBB:2019:357 (Leesmappenkartel) Overtreding artikel 6 van de Mededingingswet (kartelverbod) door leesmapondernemingen. Geen beroep op artikel 7, tweede lid, van de Mededingingswet (bagatelbepaling). De Autoriteit Consument en Markt deed onderzoek naar een mogelijke overtreding van het kartelverbod door ondernemingen die actief zijn op het gebied van distributie, verhuur en verkoop van leesmappen aan afnemers in Nederland. ACM stelde een overtreding vast en legde boetes op aan ondernemingen die leesmappen verspreiden en hun feitelijk leidinggevers. Deze ondernemingen hadden de markt onderling verdeeld. Zij spraken af om elkaars klanten niet te werven en maakten afspraken over elkaars werkgebied. Ter controle daarvan wisselden de verschillende leesmapondernemingen regelmatig informatie uit. De door ACM gekozen constructie van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de boete-oplegging aan de feitelijk leidinggevenden verdraagt zich niet met de Wet. De hoogte van de boetes worden opnieuw voorgesteld.