Mede ingezonden door Nils Winthagen, WinthagenMensink Advocaten.
Inbreuk TomTom-merken door verwarring gebruik tom-teken MKBO
Rechtbank Den Haag 7 augustus 2019, IEF 18626; ECLI:NL:RBDHA:2019:8073 (TomTom tegen MKBO) Zie eerder IEF 16465, IEF 17344 en IEF 17488. Merkinbreuk. Bodemzaak. Handelsnaamrecht. De voorzieningenrechter had MKBO bevolen inbreuk op de merk- en handelsnaamrechten van TomTom te staken en gestaakt te houden. MKBO had art. 1 van de overeenkomst geschonden en TomTom had de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden. In de Amsterdamse bodemprocedure vordert MKBO onder meer een verklaring voor recht dat de overeenkomst niet is beëindigd of ontbonden en dat MKBO gebruik maakt van het teken tom. In reconventie vordert TomTom IBV onder andere een verklaring voor recht dat zij de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden met veroordeling van MKBO tot schadevergoeding. De rechtbank Amsterdam heeft de vorderingen van MKBO in conventie afgewezen en de vorderingen van TomTom IBV in reconventie toegewezen. Tegen dit vonnis is door MKBO hoger beroep ingesteld. In deze zaak vordert TomTom voor recht te verklaren dat MKBO inbreuk heeft gemaakt op de TomTom-Uniemerken, dan wel de TomTom-Beneluxmerken1 of op de handelsnaamrechten van TomTom. De rechtbank verklaart dat MKBO inbreuk heeft gemaakt op de merken.
Artikel ingezonden door Marijn Kingma, Höcker Advocaten.
Marijn Kingma: HvJ EU in Spiegel Online en Funke Medien: een pyrrusoverwinning voor de informatievrijheid?
Voor de meeste Europeanen is het zomervakantie, maar het Europese Hof van Justitie heeft nog even doorgewerkt. Op 29 juli werden drie langverwachte arresten van de Grote Kamer gepubliceerd in de zaken Kraftwerk, Spiegel Online en Funke Medien. De arresten gaan alle drie over de verhouding tussen het auteursrecht en de informatievrijheid, de laatste twee meer specifiek over de persvrijheid. Het Hof komt in die twee arresten tot een paar voor de hand liggende, maar ook een paar opmerkelijke oordelen. Een korte analyse.
Lees hier het artikel.
Deze bijdrage is geschreven door Marijn Kingma, Höcker Advocaten.
Teksten website en flyers niet identiek maar komen te zeer overeen
Rechtbank Noord-Nederland 22 juli 2019, IEF 18624, ECLI:NL:RBNNE:2019:3211 (Verf webshop) Eiser heeft samen met zijn partner een vof waarmee zij verf van het Noorse merk Jotun verkopen via internet. In de loop van 2018 ontstond een conflict tussen eiser en zijn partner. Eiser heeft de website offline gezet, en is zelf met een andere website verdergegaan (eveneens met de verkoop van Jotun verf). Hierna heeft eiser alle vorige klanten aangeschreven met de boodschap dat de activiteiten van de vof werden voortgezet onder de nieuwe naam. Gedaagden hebben hier een bericht achteraan gestuurd dat de verf nog steeds bij hen te koop werd aangeboden. Eiser stelt dat dit handelen onrechtmatig is, en dat gebruik van de teksten op de website en flyer een inbreuk vormen op zijn auteursrechten. Het handelen van gedaagden wordt onrechtmatig geacht nu de er auteursrecht rust op de website- en flyerteksten van eiser, en de totaalindrukken van beide teksten (hoewel niet geheel identiek, wel grotendeels identiek) te zeer overeenstemmen om niet te concluderen dat er sprake van overeenstemming is. De vorderingen worden toegewezen voor zover deze toewijsbaar zijn.
Antwoord prejudiciële vragen HvJEU uitingsvrijheid als buitenwettelijke beperkingsgrond auteursrecht?
HvJ EU 29 juli 2019, IEF 18623; C-469/17 (Funke tegen Duitsland) Auteursrecht. Bondsrepubliek Duitsland laat wekelijks een verslag opstellen over buitenlandse interventies van onder andere het leger en worden onder de naam UdP verstrekt aan een beperkt aantal personen en afdelingen. Funke Medien beheert de website van een Duits dagblad. Zij heeft verzocht om toegang tot UdP’s. Duitsland wees dit verzoek af vanwege de gevoelige informatie. Funke heeft toch langs onbekende weg de hand weten te leggen op een groot deel van de UdP’s en een aantal hiervan gepubliceerd. Duitsland vindt dat haar auteursrecht geschonden is door Funke. Funke vindt dat de uitingsvrijheid in dit geval prevaleert. Het HvJEU besluit dat de uitingsvrijheid geen buitenwettelijke beperkingsgrond van het auteursrecht kan zijn. Het kan wel gebruikt worden om beperkingen te interpreteren. Daarmee blijft het de eerdere lijn volgen.
Octrooi-inbreukzaak te complex voor kort geding
Rechtbank Den Haag 1 augustus 2019, IEF 18622, IT&R 2827; ECLI:NL:RBDHA:2019:7959 (Sisvel tegen Xiaomi) Octrooirecht. FRAND. Sisvel is onderdeel van de Sisvel-groep en houdster van twee octrooien. Sisvel heeft een verklaring afgegeven dat zij ten aanzien van een lijst van octrooien, waaronder de twee octrooien, licenties zal verlenen in overeenstemming met FRAND -voorwaarden. Xiaomi is producent en aanbieder van mobiele telefoons. Sisvel heeft Xiaomi uitgenodigd een licentieovereenkomst ten aanzien van de octrooien te sluiten, maar is daar niet op ingegaan. In deze zaak vordert Sisvel onder meer winstopgave en onvoorwaardelijke inbreukverboden voor beide octrooien. Xiaomi voert aan dat Sisvel geen spoedeisend belang heeft bij toewijzing van de vorderingen en betwist de geldigheid en inbreuk op de octrooien en voert een FRAND-verweer. De rechter wijst de vorderingen van Sisvel af vanwege het missen van spoedeisend belang en de complexiteit van de zaak. Deze zaak is niet geschikt voor kort geding.
Margriet Koedooder over de Kraftwerk-zaak
Kraftwerk revisited
HERKENBARE SAMPLES ZIJN TOEGESTAAN, ALS VOLDAAN IS AAN DE EISEN VOOR EEN CITAAT?
Wil je met een sample een heel kort onderdeel ‘citeren’ uit een audio-opname van een ander? Dan heb je óf toestemming nodig van de producent van de opname, óf je moet de sample zodanig wijzigen en gebruiken in het nieuwe werk, dat sprake is van het ‘voor het oor onherkenbaar’ maken. Dit is de essentie van de antwoorden van het Hof op prejudiciële vragen in de langlopende zaak Kraftwerk vs Pelham en Haas. Heel glashelder was deze uitspraak echter zeker niet voor iedereen. Diverse media kwamen met het bericht dat Kraftwerk de zaak had gewonnen. Even veel andere media concludeerden dat Kraftwerk had verloren. Maar hoe zit het nu echt?
Uitspraak ingezonden door Bartosz Sujecki, Nexa Velo Advocaten.
Auteursrechtinbreuk illustraties MP-atlassen door Meda Pharma
Rechtbank Amsterdam 31 juli 2019, IEF 18620 (X tegen Meda Pharma) Auteursrecht. X houdt zich bezig met het ontwikkelen en uitgeven van patiëntenvoorlichtingsmaterialen. X sluit een overeenkomst met een illustrator over de gebruiksrechten op zijn illustraties uit de KNO-atlas. De MP-atlassen bevatten advertenties voor o.a. geneesmiddelen die door Meda Pharma zijn geregistreerd en stemmen overeen met de uitgegeven KNO-atlas. X heeft contact opgezocht met Meda Pharma over het vermoeden van inbreuk. Na verlof van de rechtbank heeft X bewijsbeslag gelegd onder Meda Pharma op alle documenten die betrekking hebben op de inbreuk op de auteursrechten van de illustrator en de persoonlijkheidsrechten van X. Meda Pharma heeft daarop een onthoudingsverklaring getekend. X vordert Meda Pharma tot het verstrekken van inzage aan X van o.a. administratieve bescheiden, correspondentie en facturen over de hoeveelheden geproduceerde en geleverde patiëntenatlassen waarin illustraties zijn gebruikt. Er is sprake van inbreuk en de vorderingen worden toegewezen.
Merkrecht europallets EPAL uitgeput
Gerechtshof Den Haag 3 juli 2019 IEF 18619; ECLI:NL:GHDHA:2018:3955 (PHZ tegen EPAL) Merkenrecht. Vervolg op eerste aanleg [ECLI:NL:RBDHA:2016:10248]. EPAL is houdster van het merk EPAL voor o.a. opnieuw te gebruiken pallets. EPAL houdt zich bezig met beheer en controle op de kwaliteit van europallets. Op grond van het EPAL-systeem moeten de europallets aan bepaalde normen voldoen en mogen onder meer de productie en de handel daarin alleen door bedrijven worden gedaan met een door EPAL afgegeven gebruiksrecht. PHZ beschikt niet over een gebruiksrecht en heeft een aantal europallets gerepareerd van het merk EPAL. In eerste aanleg werd PHZ geboden het verhandelen van de inbreukmakende producten te staken. PHZ vordert in hoger beroep vernietiging van het vonnis van de rechtbank. Het vonnis in eerste wordt deels vernietigd.
Dexia verplicht persoonsgegevens te verstrekken
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 juli 2019, IEF 18618, IT&R 2824; ECLI:NL:GHARL:2019:6142 (Dexia tegen verweerder) Persoonsgegevens. Verweerder heeft met de rechtsvoorganger van Dexia een effectenleaseovereenkomst gesloten. Verweerder heeft Leaseproces gemachtigd om namens hem in het geschil met Dexia op te treden. Leaseproces heeft namens verweerder verzocht om een volledig overzicht te ontvangen van alle verwerkte persoonsgegevens op basis van artikel 35 Wbp. Dexia voert aan dat zij niet gehouden is deze gegevens te verstrekken op basis van art. 35 Wbp. Verweerder heeft in eerste aanleg verzocht Dexia te veroordelen tot verstrekking van de gegevens. De rechtbank oordeelde dat geen sprake was van misbruik van bevoegdheid, de gegevens moesten worden verstrekt. In hoger beroep stelt Dexia de omvang van het art. 35 Wbp ter discussie en dat de rechtbank ten onrechte geen misbruik van bevoegdheid heeft aangenomen. Dexia is terecht opgedragen alsnog een volledig overzicht te verstrekken van de verwerkte persoonsgegevens.
Uitspraak ingezonden door Victor Bouman, Wieringa Advocaten.
Ook in hoger beroep uitputting auteursrecht persoonlijke schenking foto's
Gerechtshof Amsterdam 30 juli 2019, IEF 18616 (Uitputting auteursrecht foto’s) Auteursrecht. Vervolg op eerste aanleg [IEF 16851]. Eiser is fotograaf en heeft foto's in tweevoud laten afdrukken door X. De eerste set was voor een tentoonstelling, de tweede is verkocht aan X. X heeft de foto's vervolgens verkocht aan gedaagde. Eiser stelt dat er geen sprake was van uitputting, maar van verbreiding en vordert voor recht te verklaren dat hij zijn auteursrecht op de foto's rechtmatig uitoefent door deze foto's als zijn eigendom op te eisen bij gedaagde. De rechtbank oordeelde dat met die enkele eigendomsovergang sprake is van in het verkeer brengen als bedoeld in artikel 12b van de Aw en daarmee sprake is van uitputting. De overdracht van de afdrukken aan X is geschied op het moment dat de eerste openbaarmaking al had plaatsgevonden. Van verbreiding kan dan geen sprake meer zijn. Het hof sluit zich bij het oordeel van de rechtbank aan.