IEF 22385
19 november 2024
Uitspraak

Bouwsteentjesstrijd: Inbreukverbod toegewezen in zaak Lego c.s. tegen Wibra

 
IEF 22344
19 november 2024
Artikel

Laatste kans: Nationaal Mediarechtcongres 2024 aanstaande donderdag

 
IEF 22383
19 november 2024
Uitspraak

Hoger beroep slaagt, BNNVARA moet uitzending ‘Sluiproute Iran’ offline halen

 
IEF 17482

Uitspraak ingezonden door Paul Tjiam en Rosanne Hoevenaar, Simmons & Simmons LLP.

Verwijdering cartoons Arvy door Doorbraak volgt niet uit de uitleg van de afspraak

Rechtbank Den Haag 31 jan 2018, IEF 17482; ECLI:NL:RBDHA:2018:1079 (Arvy tegen Doorbraak), https://delex.nl/artikelen/verwijdering-cartoons-arvy-door-doorbraak-volgt-niet-uit-de-uitleg-van-de-afspraak

Rechtbank Den Haag 31 januari 2018, IEF 17482; ECLI:NL:RBDHA:2018:1079 (Arvy tegen Doorbraak) Auteursrecht. Cartoons. Doorbraak is een activistische vereniging die strijdt tegen maatschappelijke misstanden, waaronder dwangarbeid door werklozen. Op 3 december 2012 komen Doorbraak en Arvy overeen dat Doorbraak de door Arvy gemaakt cartoons kosteloos, met bronvermelding, mogen gebruiken op de website Doorbraak.eu. Eind 2014 is Arvy gestopt met het maken van cartoons en in 2017 laat Arvy Doorbraak per mail weten met een clean-up van zijn digitale leven bezig te zijn en sommeert Doorbaak alle 18 cartoons van de website te verwijderen. Doorbraak hoefde er niet bedacht op te zijn dat bij gebreke van enige nadere toelichting van de zijde van Arvy, de aan diens toestemming verbonden voorwaarde "tot wederbericht" ook reeds eerder overgenomen cartoons weer dienden te worden verwijderd. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 17481

EHRM: Advertenties verwijzend naar Jezus en Maria niet in strijd met openbare zeden

30 jan 2018, IEF 17481; Application no. 69317/14 (Sekmadienis LTD. tegen Litouwen), https://delex.nl/artikelen/ehrm-advertenties-verwijzend-naar-jezus-en-maria-niet-in-strijd-met-openbare-zeden

EHRM 30 januari 2018, IEF 17481; RB 3092; IEFbe 2475; Application no. 69317/14 (Sekmadienis LTD. tegen Litouwen) Mediarecht. Reclame. Uit het persbericht: Kledingbedrijf Sekmadienis Ltd. publiceerde een reeks advertenties op haar website die de Litouwse rechtbanken en andere instanties als beledigend en in strijd met de openbare zeden beschouwden. In de advertenties werden beelden en bijschriften gebruikt die verwezen naar Jezus en Maria. Het Hof constateerde dat, ondanks het feit dat de advertentie een aantal klachten had opgewekt, de advertenties niet onnodig aanstootgevend waren en geen haat zaaiden. Ook hadden de nationale autoriteiten niet voldoende gemotiveerd waarom het gebruik van religieuze symbolen in strijd was met de openbare zeden. De nationale autoriteiten hebben geen goed evenwicht gevonden tussen enerzijds de bescherming van de openbare zeden en de rechten van religieuze personen en anderzijds het recht van Sekmadienis op vrijheid van meningsuiting.

IEF 17480

Geen nodeloze verwarring tussen De Scheveninger en De Scheveningsche Courant

Rechtbank Den Haag 30 jan 2018, IEF 17480; ECLI:NL:RBDHA:2018:895 (De Scheveningsche Courant tegen De Scheveninger), https://delex.nl/artikelen/geen-nodeloze-verwarring-tussen-de-scheveninger-en-de-scheveningsche-courant

Vzr. Rechtbank Den Haag 30 januari 2018, IEF 17480; ECLI:NL:RBDHA:2018:895 (De Scheveningse Courant tegen De Scheveninger) Slaafse nabootsing. HKM is uitgever van "De Scheveningsche Courant". Op 11 mei 2017 is gedaagde ontslagen als directeur van HKM. Op 3 juli 2017 heeft gedaagde zijn eenmanszaak laten registreren in het handelsregister, waarvan de activiteiten onder andere bestaan uit het uitgeven van een huis aan huiskrant in Scheveningen. HKM stelt dat het blad van gedaagde vrijwel identiek is aan De Scheveningsche Courant, terwijl gedaagde structureel de adverteerders in de Scheveningsche Courant beweegt over te stappen naar De Scheveninger. HKM beroept zich onsuccesvol op onrechtmatige concurrentie en slaafse nabootsing. De overeenstemmende naam en inhoud van De Scheveninger brengt geen nodeloze verwarring met zich mee. De vorderingen worden afgewezen. 

IEF 17479

Sprake van verwarringsgevaar tussen RUBY FIRES en RUBY

EUIPO - OHIM 21 dec 2017, IEF 17479; Case R 283/2017-4 (Ruby Decor tegen Essege), https://delex.nl/artikelen/sprake-van-verwarringsgevaar-tussen-ruby-fires-en-ruby

EUIPO Board of Appeal 21 december 2017, IEF 17479; IEFbe 2474; Case R 283/2017-4 (Ruby Decor tegen Essege) Merkenrecht. Beroep. Ruby Decor heeft in 2008 een merkinschrijving voor het woordmerk RUBY FIRES bij het EUIPO gedaan. Essege, houder van het Benelux woordmerk RUBY, doet in 2014 een nietigheidsverzoek. Het nietigheidsverzoek wordt gegrond verklaard. Ruby Decor stelt dat het bewijs van het gebruik van het merk ontoereikend is, dat de goederen niet soortgelijk zijn en dat de tekens niet overeenkomen. Het beroep wordt verwopen. Het bewijs van het gebruik is wel toereikend, de goederen zijn soortgelijk op een gemiddelde schaal en de tekens komen conceptueel overeen. Globaal is er sprake van verwarringsgevaar. Het beroep wordt verworpen.

IEF 17478

Door het laten geven van interviews handelde advocaat Buma/Stemra niet tuchtrechtelijk verwijtbaar

Overig 23 jan 2018, IEF 17478; zaak 17-1009/A/A (Buma/Stemra tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/door-het-laten-geven-van-interviews-handelde-advocaat-buma-stemra-niet-tuchtrechtelijk-verwijtbaar

Vz. Raad van Discipline Amsterdam 23 januari 2018, IEF 17478; zaak 17-1009/A/A (Buma/Stemra tegen verweerder) Tuchtrecht. Klagers waren respectievelijk CEO en counsel lid van de directie van Buma/Stemra. Verweerder staat Buma/Stemra bij als advocaat. Volgens klagers heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de nieuwe CEO in zijn aanwezigheid interviews te laten geven, waarin hij stelt dat de directie van Buma/Stemra zou hebben gerommeld met administratie, zou hebben gefaudeerd en strafbare feiten zou hebben gepleegd. Voldoende aannemelijk is gebleken dat er onregelmatigheden waren in de administratie van Buma/Stemra en dat Buma/Stemra als cliënte van verweerder een redelijk belang had om een actieve strategie te voeren ten aanzien van de publiciteit daarover. Het is niet gebleken dat verweerder in contacten met de pers klagers heeft aangewezen als personen die verwijtbare handelingen hebben verricht. Aldus is niet gebleken dat verweerder bij het verstrekken van informatie aan de pers de gerechtvaardigde belangen van klagers niet in acht heeft genomen, dat verweerder feitelijke gegevens aan de media heeft verstrekt waarvan hij had behoren te weten dat die onjuist zijn of dat verweerder zich onnodig grievend over klagers heeft uitgelaten. Ook kan niet worden vastgesteld dat verweerder misverstanden heeft gecreëerd over de hoedanigheid waarin hij is opgetreden.

IEF 17477

Uitspraak ingezonden door Roderick D. Rischen, Rischen & Nijhuis advocaten.

Vriendschappelijke relatie tussen partijen, geen auteursrechtinbreuk

Kantonrechter 29 jan 2018, IEF 17477; (Fotograaf tegen E), https://delex.nl/artikelen/vriendschappelijke-relatie-tussen-partijen-geen-auteursrechtinbreuk

Ktr. Rechtbank Den Haag 29 januari 2018, IEF 17477 (Fotograaf tegen tegen E) Auteursrecht. E heeft 15 door N gemaakte fotografische opnamen gepubliceerd. Enkele van die foto's zijn daarbij door E gewijzigd. E heeft bij plaatsing van de foto's op zijn website niet steeds de naam van N vermeld. E stelt dat de foto's hem in het kader van langdurige vriendschappelijke relatie en regelmatige (professionele) samenwerking door N zonder voorwaarden ter beschikking zijn gesteld. De kantonrechter volgt E in dat verweer. N heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken dat de foto's door hem onvoorwaardelijk zijn afgestaan aan E. Door die wijze van afgifte van foto's door N mocht E er inderdaad gerechtvaardigd op vertrouwen en er dus vanuit gaan dat hij de foto's naar eigen inzichten vrijelijk kon gebruiken. Geen auteursrechtinbreuk. De vordering wordt afgewezen.

IEF 17476

Geef je op voor de John J. Allen beurs 2018

Ben jij afgestudeerd met een LL.M. titel? En heb je affiniteit met Intellectuele Eigendom? Dan kom je mogelijk in aanmerking voor de John J. Allen beurs van NautaDutilh. Je bent van harte uitgenodigd mee te doen aan de selectieprocedure. Tot en met 11 maart 2018 kun je je motivatiebrief en overige gevraagde documenten sturen naar johnjallenscholarship@nautadutilh.com.

IEF 17475

Uitspraak ingezonden door Laura Broers en Bas Le Poole, Le Poole Bekema.

Telegraaf-artikel "Genomineerde is Pedo" bevat verklaringen van twee anonieme vrouwen

Rechtbank Amsterdam 30 jan 2018, IEF 17475; ECLI:NL:RBAMS:2018:383 (Eiser tegen De Telegraaf), https://delex.nl/artikelen/telegraaf-artikel-genomineerde-is-pedo-bevat-verklaringen-van-twee-anonieme-vrouwen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 30 januari 2018, IEF 17475; ECLI:NL:RBAMS:2018:383 (Eiser tegen De Telegraaf) Mediarecht. Portretrecht. Onrechtmatige perspublicatie. Eiser is in 2017 voor zijn werkzaamheden voor een stichting genomineerd voor de Joke Smitprijs. Op de dag van de uitreiking van deze prijs verschijnt op de website van De Telegraaf een artikel onder de kop "Genomineerde is Pedo". De gedane uitlatingen vinden voldoende steun in de feiten. Het artikel bevat onder meer een verkorte weergave van de verklaringen van twee anonieme vrouwen. De onderzoeksresultaten van de journalist rechtvaardigen in beginsel publicatie daarvan. Door de nominatie voor de Joke Smitprijs is eiser een publieke figuur geworden, waardoor hij zich meer in publiciteit moet laten welgevallen dan de gemiddelde burger. Uit deze belangenafweging volgt dat De Telegraaf bij het plaatsen van de kop van het artikel ook binnen de grenzen van het maatschappelijk betamelijke gebleven en het plaatsen van het portret van eiser naast het artikel geen inbreuk op zijn portretrecht.

IEF 17472

Uitspraak ingezonden door Marcel de Zwaan en Corstiaan Kan, Bremer & De Zwaan.

Gemeente Amsterdam moet kunstwerk van Schaap op andere locatie plaatsen

Hof Amsterdam 30 jan 2018, IEF 17472; ECLI:NL:GHAMS:2018:238 (Schaap tegen gemeente Amsterdam), https://delex.nl/artikelen/gemeente-amsterdam-moet-kunstwerk-van-schaap-op-andere-locatie-plaatsen

Hof Amsterdam 30 januari 2018, IEF 17472; ECLI:NL:GHAMS:2018:238 (Schaap tegen gemeente Amsterdam) Auteursrecht. De Gemeente heeft Schaap opdracht gegeven tot de vervaardiging van een definitief ontwerp, gevolgd door een overeenkomst tot realisatie van het kunstwerk "WEstLAndWElls". Na ontvangst van de bewonersbrief hebben buurtbewoners onmiddellijk en heftig gereageerd op de komst van het kunstwerk. De Gemeente besluit om de plaatsing van het kunstwerk op te schorten en nader overleg met de buurt te organiseren. Het is evenzeer duidelijk dat de Gemeente, die de plaatsing op de overeengekomen locatie in eerste instantie wilde voortzetten, zich door de aard, mate en hardnekkigheid van het verzet uiteindelijk genoodzaakt heeft gezien daarvan af te zien. Het is onvoldoende zeker dat de civiele bodemrechter zal oordelen dat de gemeente de belangen van Schaap onjuist heeft gewogen en zal beslissen dat de gemeente tot plaatsting op de overeengekomen locatie moet overgaan. De Gemeente heeft de overeenkomst echter noch buitengerechtelijk noch in rechte partieel ontbonden. Een redelijke uitleg van de overeenkomst brengt naar het voorlopig oordeel van het hof mee dat, nu de Gemeente onder de gegeven omstandigheden heeft besloten het kunstwerk niet op de overeengekomen locatie te plaatsen, het op een andere passende locatie zal moeten worden geplaatst.

IEF 17471

Vragen aan HvJ EU over werken die eigen visuele en onderscheidende effect vanuit esthetisch oogpunt hebben

HvJ EU 6 dec 2012, IEF 17471; C-683/17 (Cofemel tegen G-Star Raw), https://delex.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-werken-die-eigen-visuele-en-onderscheidende-effect-vanuit-esthetisch-oogpunt

Pejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 6 december 2017, IEF 17471; IEFbe 2472; C-683/17 (Cofemel v G-Star Raw CV) Auteursrecht. Via minbuza: Verweerster in cassatie (G-STAR, hierna: verweerster) heeft op 30.08.2013 een vordering ingesteld tot het verkrijgen van een veroordeling tegen verzoekster in cassatie (Cofemel, hierna: verzoekster). Verweerster stelde dat verzoekster inbreuk maakte op zijn auteursrecht door o.a. identieke kledingstukken in handel te brengen en de kenmerkende elementen van de stands van verweerster op handelsbeurzen over te nemen. Verzoekster bracht in dat het algemene uiterlijk van de stands volstrekt verschillend waren en dat de kledingstukken geen ‘artistieke creaties in juridische zin’ zijn, aangezien ze niet oorspronkelijk zijn en niet bekend is aan wie de desbetreffende auteursrechten toebehoren.