DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 11412

Grenspost (conclusie AG)

Conclusie A-G Langemeijer HR 8 juni 2012, in zaak 07/13259 (Stichting de Thuiskopie tegen Opus Supplies c.s.)

Conclusie ingezonden door Vivien Rörsch en Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

Auteursrecht. Thuiskopie. In dit geding, over de uitleg van art. 16c Auteurswet, wordt de procedure voortgezet na het tussenarrest van de Hoge Raad van 20 november 2009 (IEF 8367) en na het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 16 juni 2011 (IEF 9791).

Een Duitse aanbieder verkoopt vanuit Duitsland via internet blanco-gegevensdragers aan Nederlandse consumenten. De vraag is wie dan als ‘importeur’ (op wie de verplichting tot betaling van de thuiskopievergoeding rust) in de zin van art. 16c lid 2 Aw moet worden aangemerkt.

2.20. De slotsom is dat Opus GmbH voor de toepassing van art. 16c lid 2 Aw moet worden aangemerkt als de importeur van de desbetreffende goederen. Anders dan Opus GmbH in de feitelijke instanties als argument heeft aangevoerd, is niet vereist dat de importeur woont of gevestigd is in het land waarin de goederen worden ingevoerd. Grief 2 slaagt en, in het voetspoort daarvan, ook grief 5.

De conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en, ondanks het verzoek van de Stichting dat de Hoge Raad de zaak zelf afdoet, en tot verwijzing van de zaak naar een ander gerechtshof.

Leestips: 2.25 - 2.27.

IEF 11394

Toespraak directievoorzitter Buma/Stemra

Samenvatting toespraak directievoorzitter Hein van der Ree tijdens de ALV (Algemene Ledenvergadering) Buma/Stemra 16 mei 2012

We kijken terug op een roerig jaar, met bijzondere hoogte- en dieptepunten. Voor ons én voor onze 200 medewerkers, die zich dagelijks volop inzetten voor muziekauteurs en uitgevers. Maar voordat we naar de bijzondere resultaten van het afgelopen jaar gaan, wil ik jullie eerst kort meenemen langs de financiële resultaten.

Dit keerden we uit: Aan Nederlandse leden en deelnemers keerde Buma vorig jaar 70,3 miljoen euro uit en Stemra 24,4 miljoen euro. Zo keerden we uit: Waar we wel één-op-één kunnen uitkeren, doen we dat. Uitkering aan SoCu: Vorig jaar ging 9,6 miljoen euro naar het Fonds voor Sociale en Culturele doeleinden (SoCu).

Aantal leden: Een toename dus van 1.133 leden. Ook de database met werken groeit:het totaal komt nu op zo’n 6,8 miljoen werken. Onze positie in Europa: Net als voorgaande jaren zitten we in 2011 weer in de Europese top 3 van Collectieve Beheersorganisaties (CBO’s) met de laagste exploitatiekosten.

De tevredenheid van onze leden: Onze leden wilden graag verbeteringen op het gebied van:
•    Betere en snellere opvolging van klachten
•    Meer transparantie en duidelijkheid
•    Makkelijker opgeven van nieuwe liedjes
•    Meer rekening houden met de online werkelijkheid
•    De kerntaken – het innen en verdelen – beter uitvoeren

 

Verbeterpunt: klachtenafhandeling: we zetten volop in op klant- en servicegerichter werken én in het werken conform ‘case ownership’. Dat betekent dat er nog maar één persoon verantwoordelijk is voor de gehele behandeling van de klacht.

 

Verbeterpunt: transparantie en communicatie
•    Deze zomer wordt de portal grotendeels vernieuwd met onder meer een overzichtelijk dashboard waar alle relevante informatie in één oogopslag is te zien.
•    Vorig jaar oktober lanceerden we onze nieuwe website.
•    Begin dit jaar introduceerden we de Songtracker-app, waarmee auteurs het gebruik van hun muziek op landelijke radiozenders kunnen volgen.
•    Een van onze andere innovatieve toepassingen is de nieuwe website Airplayclaim.nl, bedoeld om muziek waarvan de auteur of uitgever niet bekend is, te claimen.

 

Nieuw in 2011: Buma Jr.
Ons nieuwe initiatief Buma Jr. is bedoeld om componisten en tekstschrijvers tot 26 jaar te adviseren over hun auteursrechten.

Voor de muziekgebruikers
Als klanten dit willen, dan krijgen ze van Buma, Sena en Videma nog maar één factuur. Via Mijnlicentie.nl gaan jaarlijks zo’n 130.000 facturen naar muziekgebruikers.

Politiek en tariefdifferentiatie: De politiek pleit voor tarieven op maat, gedifferentieerd naar de mate van en soort muziekgebruik.
En verder: onze omgeving, Downloadverbod, Veranderingen in de organisatie

IEF 11372

Presentaties VVA Filmauteursrecht

Op vrijdag 25 mei 2012 stond het wetenschappelijk deel van de VVA Ledenvergadering in het teken van het Filmauteursrecht ( Art. 45a e.v. Auteurswet). Twee presentaties, van professor Jan Kabel (IvIR, DLA Piper) en professor Dirk Visser (Universiteit Leiden, Klos Morel Vos & Schaap), treft u hieronder aan.

J.J.C. Kabel, 'De bijzondere bepalingen betreffende filmwerken, meer in het bijzonder artikel 45d Aw', VVA Ledenvergadering 25 mei 2012.

D.J.G. Visser, 'Exploitatie van audiovisueel werk - Primair of secundair, Individueel of collectief', VVA Ledenvergadering 25 mei 2012.

Overzicht Jan Kabel:
Huidige bepalingen en achtergronden
Aanknopingspunten voor een wijziging van artikel 45a en d Aw in de Nederlandse rechtspraak en die van het HvJEU
Idem n.a.v. IvIR rapport (2004), Voorontwerp, advies Cie Auteursrecht, voorstellen belanghebbende partijen
Wat te doen?
Gedoe!

Overzicht Dirk Visser
Eerder is op IE-Forum ('NORMA is goed bezig', IEF 11320) een voorproefje gegeven van deze presentatie over primair en secundair openbaarmaken.

IEF 11364

Aanvullend IP-adres The Pirate Bay blokkeren

Ex parte beschikking Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage 25 mei 2012, KG RK 12-1126 (Stichting BREIN tegen UP, KPN, T-Mobile, Tele2)
De providers moeten een aanvullend IP-adres van The Pirate Bay blokkeren.

In twee zaken op tegenspraak, waaronder een kort geding tegen dezelfde partijen (IEF 11287 & IEF 10763), is al geoordeeld dat acces providers op grond van 26d Aw en 15e Wet Naburige Rechten een bevel kan woren opgelegd om de toegang van hun abonnees tot The Pirate Bay te blokkeren en dat een dergelijk bevel een juist evenwicht creëert tussen de rechten van de bij BREIN aangesloten partijen, de providers en derden. Voorshands uitgaande van de juistheid van dat oordeel komt het in deze zaak verzochte bevel voor toewijzing in aanmerking, aangezien BREIN voorshands voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat The Pirate Bay op dit moment  ook via het in het verzoekschrift genoemde IP-adres opereert.

De grijsmakingsbrief van KPN kan naar voorlopig oordeel niet leiden tot een andere conclusie.

IEF 11355

NMa heeft Buma voldoende onderzocht op misbruik

CBB 24 mei 2012, LJN BW6327 (Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland tegen NMa en Vereniging BUMA)

In navolging van IEF 8144. Het betreft een klacht van eiseres tegen de tarieven die Buma in rekening brengt bij radio-omroepen. Eiseres meent dat Buma, door prijsdiscriminatie en excessieve tarieven,  misbruik maakt van haar economische machtspositie en daarmee art. 24 Mw overtreedt. Voorts klaagt eiseres dat de door Buma met buitenlandse collectieve beheersorganisaties gesloten wederkerigheidsovereenkomsten in strijd zijn met art. 6 Mw. Deze klacht is afgewezen, het bezwaar en beroep worden ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven concludeert dat door de NMa voldoende toereikend onderzoek is gedaan waaruit is voortgekomen dat de Vereniging BUMA geen misbruik maakt van een economische machtspositie. Er is terecht geen aanleiding geweest om nader onderzoek in te stellen.

5.3  Naar aanleiding van het gestelde in de klacht en van de gegevens en bescheiden die door appellante als klaagster bij deze klacht en nadien zijn overgelegd, alsmede naar aanleiding van andere klachten, tips en signalen, heeft NMa onderzoek verricht. NMa heeft bij Buma, wier gedragingen voorwerp vormen van deze klacht, informatie ingewonnen over de door haar gehanteerde tariefsystemen.

NMa heeft op grond van de verkregen informatie geconcludeerd dat een vorm van uitsluiting als gevolg van prijsdiscriminatie door Buma niet aannemelijk is geworden. Hij heeft hierbij overwogen dat in de klacht niet is vermeld welke uitsluitende effecten optreden als gevolg van de manier waarop Buma prijsdiscriminatie zou toepassen. NMa heeft voorts onderzocht of prijsdiscriminatie door Buma tot uitbuiting van appellante zou kunnen leiden doordat het tarief dat zij aan appellante in rekening brengt als excessief zou kunnen worden aangemerkt. Een veel gebruikte methode om te achterhalen of sprake is van excessieve tarieven, op basis van kostenoriëntatie, was naar de opvatting van NMa niet mogelijk omdat het tarief niet of nauwelijks kan worden gerelateerd aan kosten. Een alternatieve methode, internationale kostenvergelijking, leverde een sterk wisselend beeld op. Niet kon worden gesteld dat het tarief dat Buma voor 2006 voor appellante hanteerde, over de hele linie aanzienlijk hoger was dan dat in de vergelijkingslanden, laat staan enkele malen hoger, zoals het geval was in het hiervoor genoemde arrest van het Hof van Justitie van 13 juli 1989. De tweede alternatieve methode die het achterhalen van de welvaartseffecten behelst, bleek niet praktisch uitvoerbaar.

5.4  Appellante heeft in hoger beroep niet beargumenteerd waarom de tariefdifferentiatie zoals die door NMa is vastgesteld zou kunnen leiden tot uitsluiting van de markt noch heeft appellante enig argument aangevoerd tegen de motivering van NMa waarom een uitsluitingseffect van tariefdifferentiatie door Buma niet waarschijnlijk is. Onder deze omstandigheden is niet gebleken dat NMa tekort is geschoten in het onderzoek van de klacht dat tariefdifferentiatie van Buma leidt tot uitsluiting van marktdeelnemers en om die reden in strijd zou zijn met artikel 24 Mw.

5.5  Met betrekking tot het beroep van appellante op het arrest van het Hof van Justitie van 11 december 2008 volstaat op te merken dat dit arrest bevestigt dat tariefdifferentiatie op zich niet voldoende is om als misbruik te kunnen worden gekwalificeerd. Andere omstandigheden dan die door NMa in het besluit in aanmerking zijn genomen en die zouden kunnen meebrengen dat het tariefsysteem dat door Buma in de periode 1 januari 2007 tot 1 januari 2010 werd gehanteerd wel als misbruik zou kunnen worden aangemerkt en die daarom aanleiding tot nader onderzoek door NMa zouden moeten vormen, zijn door appellante niet gesteld.

5.8  Het vorenoverwogene leidt het College tot de slotsom dat NMa, aangezien hij op basis van het reeds uitgevoerde onderzoek geen misbruik van een economische machtspositie heeft kunnen vaststellen en appellante vervolgens onvoldoende indicaties voor bedoeld misbruik heeft aangedragen, terecht geen aanleiding heeft gezien een nader onderzoek in te stellen. Het College onderschrijft de conclusie van de rechtbank dat geen grond bestaat voor het oordeel dat het onderzoek van NMa ontoereikend is geweest. De aangevallen uitspraak dient derhalve te worden bevestigd.

IEF 11336

Voorlopig verslag Eerste Kamer CvTA

Voorlopig verslag van de vaste commisie voor Veiligheid en Justitie, Kamerstukken I 2011/12, nr. 31 766.

Wetgeving. De fracties van de VVD, het CDA, D66 en GroenLinks hebben naar aanleiding van het voorbereidend onderzoek nog enkele vragen inzake het toezicht door het College van Toezicht Auteurs- en naburige rechten.

1. Inleiding
2. Algemeen
3. Versterking en verbreding van de competenties van het College van Toezicht
4. Gezamenlijke facturering
5. Toetsingscriteria voor het College van Toezicht
6. Consequenties voor de Rijksbegroting
7. Aanbevelingen van de Werkgroep auteursrechtbeleid (Werkgroep Gerkens)


Selectie van citaten

punt 3: competenties CvTA
De leden van de VVD-fractie vragen zich af of met dit wetsvoorstel een juiste balans is gevonden tussen datgene wat de branche zelf kan reguleren en datgene dat bij wet geregeld moet worden.

CDA: Kan de Commissie van Toezicht om haar moverende – expliciet beargumenteerde – redenen voorbij gaan aan op grond van zelfregulering vastgestelde bepalingen?

De leden van de CDA-fractie vragen zich af of het opleggen van een bestuurlijke boete aan een CBO wel een corrigerend effect zal hebben. Immers, zo stellen zij, de boete wordt in feite gedragen door de rechthebbenden die zelf part noch deel hebben aan de te bestraffen onjuiste gedraging van de bestuurders van de betreffende CBO.

punt 4: gezamenlijke facturering
VVD: Hoe wordt voorkomen dat de administratieve lasten die deze verplichting met zich meebrengt op de betalingsplichtige worden afgewenteld?

D66: De vraag is wat het nut is van een gezamenlijke factuur, waar het hier gaat om verschillende gebruikers van verschillende auteursrechtelijke beschermde gebruikersmethoden?

Punt 5: toetsingscriteria
D66: De vraag is wat het nut is van een gezamenlijke factuur, waar het hier gaat om verschillende gebruikers van verschillende auteursrechtelijke beschermde gebruikersmethoden?

punt 6: Consequenties Rijksbegroting
[andere toezichthoudende organisatie] worden gefinancierd uit de bijdragen van de respectieve beroepsbeoefenaren zelf. De leden van de VVD-fractie verzoeken de regering de wijze van financiering te heroverwegen.

IEF 11325

NMa heeft andere prioriteiten dan muziekauteurs

NMa besluit, 27 april 2012, nummer 7213/27 (Platform Makers vs NPO e.a)

Als randvermelding. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit naar aanleiding van een aanvraag tot beschikking als bedoeld in artikel 56, lid 1 van de Mededingingswet.

Stichting Platform Makers is van mening dat de NPO en de publieke omroepen misbruik maken van hun economische machtspositie en/of in strijd handelen met artikel 6 Mededingingswet, door muziekauteurs te verplichten hun werk onder te brengen bij muziekuitgeverij Crossmex B.V. onder onbillijke voorwaarden. Stichting Platform Makers heeft een besluitaanvraag ingediend ter handhaving van de Mededingingswet. De NMa wijst de besluitaanvraag af op basis van prioriteit.

Conclusie: In het licht van de hierboven genoemde belangenafweging bij de prioritering van onderzoeken geeft de NMa momenteel voorrang aan andere onderzoeken. De reden hiervan is dat de kans dat op basis van het te verrichten onderzoek, dat een aanzienlijke inzet van middelen vergt, een overtreding kan worden vastgesteld, gering moet worden geacht. De doeltreffendheid en doelmatigheid van NMa optreden tegen de gestelde overtreding is dan ook gering. Daarnaast is het aannemelijk dat eventuele inkoopvoordelen worden doorgegeven aan de consument waardoor het consumentenbelang hier niet in het geding is. Tot slot is de NMa van mening dat aan het individuele belang van klager bij onderzoek van de NMa onvoldoende gewicht toekomt om tot onderzoek over te gaan, gelet op de geringe kansrijkheid op het vaststellen van een overtreding van de Mededingingswet.

Toetsing van de klacht aan de overige prioriteringscriteria geeft de NMa, alles afwegende, geen of onvoldoende aanleiding om de klacht toch in behandeling te nemen.

Gezien het bovenstaande weegt het belang van onderzoek naar aanleiding van deze klacht minder zwaar dan het belang van onderzoek in andere zaken. De NMa zal dan ook geen
onderzoek doen naar aanleiding van deze klacht. Dit sluit overigens niet uit dat de afweging in de
toekomst anders zou kunnen uitvallen.

IEF 11320

Norma is goed bezig

Een bijdrage van Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap.

Het mei-nummer van het Norma Magazine voor musici en acteurs is wederom een grote inspiratiebron met duidelijke standpunten. Tijdens de VVA-vergadering over filmauteursrecht op vrijdag 25 mei a.s. wordt er nader op ingegaan. Hierbij alvast een voorproefje.

Norma is goed bezig. “Op weg naar het nieuwe thuiskopiestelsel” (weergaloos filmpje!) en “op de bres voor het radiomodel” (IEF 11304). Norma gaat met de zegen van Hof Den Haag (IEF 11110) een miljoenenclaim neerleggen bij de overheid wegens het uitblijven van de Thuiskopieheffing op hardware. Stichting De Thuiskopie vordert daarvoor van de Staat inmiddels overigens al € 175.000.000,- (175 miljoen euro). Het is niet bekend of die claim al in het Lente-akkoord is verwerkt. Met betrekking tot kabelvergoeding viste Norma nog even achter het net (IEF 11171), maar dat is een kwestie van even de aansluitcontracten aanpassen en ook alle primaire rechten laten overdragen. Dan kan ook video-on-demand collectief worden aangepakt (Portal-pam.nl).

Wat wil Norma?
1. Illegaal downloaden én uploaden zonder winstoogmerk door particulieren vrijstellen in ruil voor een hardware-heffing en een internet-heffing.
2. ‘het radio-model’: alle digitale on-demand diensten collectief afrekenen (% van reclame-inkomsten en abonnementsgelden).

Consequenties

  • Onderscheid primaire/secundaire rechten verdwijnt, het exclusieve recht op internet verdwijnt, alles gaat collectief en niet-exclusief.
  • Iedereen mag een nieuwe speelfilm vanaf dag één online zetten, als hij maar een vergoeding betaalt aan het collectief (zie punt 2).
  • Behalve als hij particulier is en geen winstoogmerk heeft, want dan hoeft hij helemaal niet te betalen (zie punt 1).
  • De consument die legale diensten gebruikt betaalt 3x: hardware-heffing, internetheffing, abonnementsheffing.
  • Voor acteurs/Norma-leden is er straks geen werk meer, want niemand investeert meer in films. Maar gelukkig hebben ze hun Norma-vergoeding.

Op weg naar het arbeiders makers-paradijs!
Meer tijdens de VVA-vergadering van vrijdag 25 mei a.s. in het Eye Filminstituut.

IEF 11313

Buma/Stemrabestuurder vertoonde ‘evident onwenselijk’ gedrag.

Bij nadere lezing: Het CvTA schrijft: ‘De situatie waarin een bestuurslid de incasso van een claim ter hand neemt en zulks vervolgens aankaart in het bestuur of bij de directie, is evident onwenselijk.’ Hoewel het zover niet is gekomen, is dit wel precies wat Gerrits aanbood aan componist Melchior Rietveldt. PowNews onthulde eind 2011 dat Gerrits zijn positie als bestuurslid misbruikte om een uitgeefcontract en daarmee een derde van de claim van Rietveldt op Buma/Stemra binnen te slepen.

Buma/Stemra valt als organisatie weinig te verwijten, aldus het rapport. Wel benadrukt de PowNed uitzending volgens het College de noodzaak tot veranderingen binnen de organisatie en is aangetoond dat de eerder aangekondigde veranderingen niet ver genoeg gaan. Het College adviseert Buma Stemra waarborgen in te voeren ‘waarmee kan worden voorkomen dat een ongewenste verstrengeling van belangen of de schijn hiervan kan ontstaan'.

 

Het rapport maakt een onderscheid tussen de bestuurder Gerrits en de organisatie Buma Stemra. Het hoort volgens het rapport ‘niet tot de taken en bevoegdheden van het College om toezicht te houden op het functioneren van individuele bestuursleden, laat staan of een individu fout heeft gehandeld.’ Het College zegt dat het ook terughoudend moet zijn vanwege de lopende procedure tussen Gerrits en PowNed over het gebruik van het woord corruptie.

Toch stelt het College vast dat ‘Gerrits voor ogen had een uitgaveovereenkomst met de heer Rietveldt te sluiten en daarbij bereid was om zijn positie als bestuurder bij Buma/Stemra in te zetten’. Anti-corruptie organisatie Transparency International definieert corruptie als ‘het misbruik van toevertrouwde macht voor persoonlijk gewin’.

Ingezonden.

IEF 11311

CvTA onderzoeksrapport bevindingen uitzending PowNews

CvTA Onderzoeksrapport van bevindingen Buma/Stemra, 15 mei 2012.

Het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (CvTA) heeft een onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van de uitzending van PowNews d.d. 30 november 2011. In deze uitzending zond PowNews een gesprek uit waarin een bestuurslid van Stemra aanbiedt een componist te helpen bij het incasseren van een claim die deze componist stelt te hebben op de organisatie Buma/Stemra.

Het CvTA concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat er integriteitsschendingen hebben plaatsgevonden bij de organisatie Buma/Stemra in het kader van de behandeling van de claim van de componist.

Wat de betreffende bestuurder aangaat, constateert het CvTA dat deze heeft aangeboden een uitgaveovereenkomst te sluiten met de componist en dat hij tevens heeft aangeboden de kwestie bij bestuur en directie van Buma/Stemra aan te kaarten.

Het CvTA constateert voorts dat er bij Buma/Stemra geen duidelijke regels bestaan die voorzien in een geval waarbij een uitgever of componist die tevens bestuurder is, meent een claim te hebben op Buma/Stemra. Daarmee heeft Buma/Stemra naar oordeel van het CvTA in onvoldoende mate gevolg gegeven aan de eerdere aanbeveling van het CvTA integriteitsregels in te voeren die mogelijke belangverstrengeling of het mogelijk ontstaan daarvan tijdig aan het licht kunnen brengen. Deze lacune zal zo snel mogelijk moeten worden gedicht.

De beoordeling van de claim van de componist is onder de rechter; het CvTA laat zich daarover niet uit en heeft ook niet de wettelijke taak of bevoegdheid dergelijke claims te beoordelen. Wel stelt het CvTA vast dat de kwaliteit van de klachtafhandeling door Buma/Stemra in dit specifieke geval te wensen heeft overgelaten.

Het College vertrouwt erop dat de Buma/Stemra organisatie en de verantwoordelijke besturen al het nodige zullen doen om verbeteringen spoedig door te voeren; dit ter wille van de versterking van de legitimiteit van deze centrale beheersorganisatie.