DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 11140

Ook SENA past beleid wachtkamermuziek niet aan

Na de eerdere reactie (hier, hier) van het Belgische SABAM en BUMA/Stemra op "het Turijnse tandartsarrest" [IEF 11045], reageert ook SENA op de op 15 maart 2012 gewezen uitspraak: Sena past haar beleid ten aanzien van wachtkamermuziek bij tandartsen niet aan (hier).

Op 15 maart 2012 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een uitspraak gedaan in een zaak over het openbaar maken van muziek in de wachtkamer van een tandarts in Turijn. Het Hof is van oordeel dat vanwege een combinatie van een aantal specifieke omstandigheden in dat geval geen vergoeding verschuldigd is voor het openbaar maken van die muziek. Het zou gaan om een zeer klein publiek van mensen die alleen op afspraak komen, op een niet-openbaar toegankelijke plaats. Daarnaast is het Hof van oordeel dat de betreffende tandarts geen winstoogmerk had bij het openbaar maken van de muziek.

Vooral dit laatste onderdeel, het feitelijke oordeel van het Hof dat een tandarts geen winstoogmerk heeft bij het optimaliseren van de omstandigheden in zijn wachtkamer, heeft Sena verbaasd. Sena is van mening dat een tandarts wel degelijk een winstoogmerk heeft bij dat muziekgebruik en dat het gerechtvaardigd is dat hij een vergoeding betaalt voor het openbaar maken van muziek.

De Nederlandse rechter zal in concrete gevallen vast moeten stellen of de combinatie van specifieke omstandigheden die het Hof heeft genoemd zich in Nederland voortdoet. Sena ziet op dit moment geen aanleiding haar beleid aan te passen.

Het is algemeen bekend en door onderzoek onderbouwd dat muziek sfeerverhogend werkt, het verblijf van mensen op plaatsen aangenamer maakt en dat ondernemers daar hun voordeel mee doen. Sena staat ervoor om in dergelijke gevallen een billijke vergoeding voor muziekgebruik beschikbaar te maken voor haar rechthebbenden, uitvoerende kunstenaars en producenten van muziek.

BRON: Sena-website

IEF 11136

Blokkade voor de 'gemiddelde internetter' een utopie

In reactie op de discussie rondom het interview in het Amsterdams Balie Bulletin, een bijdrage van Janneke Slöetjes, Bits of Freedom.

Bits of Freedom pleit voor een realistische en eerlijke benadering van de auteursrechtproblematiek op internet. Kunstenaars hebben recht op een eerlijke vergoeding voor het werk dat ze maken. Daar is iedereen het over eens. En de meeste mensen zijn het er ook over eens dat auteursrecht op internet op grote schaal wordt geschonden. Maar de vraag is nog niet gesteld waarom het auteursrecht online massaal geschonden wordt.

Natuurlijk spelen technische mogelijkheden daarbij een rol. Napster is verboden en Kazaa wordt al verspreid. En net zo lijkt het blokkeren van grote filesharing platforms op korte termijn wel succesvol, maar uiteindelijk zal het alleen de ontwikkeling van geavanceerdere filesharing technologieen stimuleren. Daarom ook is een blokkade voor de 'gemiddelde internetter' een utopie. De gemiddelde internetter die geconfronteerd wordt met een blokkade van the Pirate Bay zal snel genoeg overstappen op een alternatieve aanbieder of dienst.

De onderliggende oorzaak is dan ook niet alleen technologisch, maar grotendeels maatschappelijk. Er is een gebrek aan draagvlak voor de handhaving van het auteursrecht. Een hele generatie van internetters is opgegroeid met de vrije beschikbaarheid van muziek en films, en is niet vertrouwd met het idee dat daar voor betaald kan, of hoeft te worden. En dat komt weer doordat de afgelopen jaren het vrijwel onmogelijk bleek om te betalen voor materiaal. Dat is nu mondjesmaat aan het veranderen, maar de contentindustrie mist nog steeds een gevoel van urgentie.

Deze onderliggende oorzaak kan niet worden aangepakt door sterkere handhaving. En het ontbreken van draagvlak is precies de reden waarom de handhaving door Stichting Brein een eindeloos kat-en-muisspel is – waar kunstenaars geen cent beter van worden. Gelukkig is het ook onnodig en kunnen we beter energie steken in een discussie over alternatieve vergoedingsstructuren. Wij deden eind 2011 al een voorzet [zie hier]. We hopen dat het parlement de discussie voortzet.

Bovenstaande is een reactie de op IE-Forum gevoerde discussie Kuik, Hugenholtz, Kuik, De Vries en Angad-Gaur.

IEF 11132

Winstoogmerk zou een rol kunnen spelen

Na de eerdere reactie (hier, hier) van het Belgische SABAM op "het Turijnse tandartsarrest" [IEF11045], reageert ook BUMA/Stemra op de op 15 maart 2012 gewezen uitspraak: De vraag die hierbij speelde was of sprake was van openbaarmaking. Buma heeft naar aanleiding van deze uitspraak onderzocht of een aanpassing in de huidige licentiepraktijk nodig is. De conclusie luidt dat dit niet het geval is.

De toepasselijkheid van de uitspraak is, ook voor het naburig recht, sowieso beperkt omdat het Hof van Justitie een aantal cumulatieve voorwaarden lijkt te hebben geformuleerd die in concrete gevallen door de nationale rechter moeten worden getoetst. In het ene geval zal, zo blijkt uit het arrest, het ene criterium zwaarder kunnen wegen dan in het andere.

Verder heeft het Hof van Justitie in haar uitspraak benadrukt dat openbaarmaking in de zin van het naburige recht niet hetzelfde is als openbaarmaking in de zin van het auteursrecht. De gedachte daarbij is dat beide rechten een ander doel hebben. Het auteursrecht is een absoluut recht van de auteur om gebruik van zijn werk te verbieden, terwijl het naburig recht een ‘recht van vergoedende aard’ is. In dat laatste geval zou het winstoogmerk bij het gebruik van muziek een rol kunnen spelen.

Hoe dan ook, Buma is een auteursrechtenorganisatie en kijkt daarnaast in alle gevallen altijd al concreet naar feitelijke situaties. Dit blijven we doen.

IEF 11115

Heffing op hardware is gevolg keuze van de politiek

D.J.G. Visser, ‘Heffing op hardware is gevolg keuze van de politiek’, IEF 11115.

Een bijdrage van Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap en Universiteit Leiden.

Op 26 maart 2012 schreef professor Bernt Hugenholtz van het Instituut voor Informatierecht dat hij drie jaar lang juridisch, economisch en sociologisch onderzoek gaat doen naar wat een wenselijk regime is voor auteursrecht op internet. Hij schreef: “Over drie jaar weten we meer”. [IEF 11104]

Drie jaar wachten bleek niet nodig. Eén dag later, op 27 maart 2012, besliste het Gerechtshof in Den Haag dat de Staat der Nederlanden de afgelopen vier jaar onrechtmatig heeft gehandeld door geen thuiskopieheffing op mp3-spelers en digitale videorecorders in te voeren. De Staat is daarvoor aansprakelijk en moet mogelijk een schadevergoeding van tientallen miljoenen euro’s betalen. En zo snel mogelijk de heffing drastisch uitbreiden. [IEF 11110, na IEF 10377]

Er moet volgens het Haagse Hof een heffing komen op alle geheugenmedia waarvan blijkt dat ze in de praktijk voor een meer dan verwaarloosbaar deel voor kopiëren van beschermd materiaal worden benut. Dat betekent een heffing op van alles en nog wat: mobiele telefoons, harde schijven, usb-sticks, externe harddisks etc. Die heffing moet, alweer volgens het Haagse Hof blijkens een eerder arrest, alle schade die het gevolg is van privé-kopiëren uit illegale bron compenseren. Dus die heffing zal niet bij een paar euro blijven.

De enige manier om dit te voorkomen is door het thuiskopiëren te verbieden of drastisch te beperken door kopiëren uit illegale bron toe te verbieden. Voor die maatregel is echter op dit moment geen Kamermeerderheid. In een motie hebben PVV, D66, GroenLinks en PvdA zich recent tegen een dergelijke maatregel uitgesproken (Motie nr. 33 in dossier 29 838 (Auteursrechtbeleid)).

De juridische consequentie daarvan wordt nu glashelder: geen verbod op kopiëren uit illegale bron betekent onvermijdelijk een forse uitbreiding van de auteursrechtelijke heffingen naar allerlei geheugendragers. De praktische consequentie daarvan zal weer zijn dat alle gebruikers die weten dat ze al zo’n heffing betalen, zich, niet onbegrijpelijk, gelegitimeerd voelen om alles wat los en vast zitten gratis uit illegale bron te downloaden en te uploaden. Ze hebben daar immers toch al voor betaald via een heffing?

Dit betekent dat het draagvlak voor het handhaven van auteursrecht op internet nog veel sneller zal afnemen. De politieke keuze lijkt te zijn gemaakt en de gevolgen zijn nu ook duidelijk.

Waar dit uiteindelijk toe zal leiden, voorspelde Hugenholtz al in 2007: een miljoenenheffing op een universele geheugenchip. Zie B. Hugenholtz, 'Memento' in de spoorbundel Een eigen oorspronkelijk karakter, uitgeverij deLex 2007.

Hugenholtz voorspelde in deze publicatie overigens ook dat we in 2042 zijn teruggekeerd naar de gulden. En daar zou hij ook wel eens gelijk in kunnen krijgen.

Mogelijk krijgen we per 1 juli a.s. al een forse heffing op hardware, dus wie nog zonder heffing wil kopen moet snel zijn.

 

Dirk Visser
Advocaat van de betalingsplichtigen van de thuiskopieheffing
Hoogleraar Intellectuele Eigendomsrecht in Leiden

IEF 11114

Een aantal goede modellen

Een resumé en bijdrage van Caroline de Vries, SOLV advocaten in de eerdere discussie.

Hugenholtz is het met Kuik eens dat dit allemaal erg onrechtvaardig is tegenover de auteurs, die inkomsten mislopen. Maar, zo stelt hij, we moeten wel realistisch zijn: hoe streng de handhaving door partijen als Brein ook is, de huidige digitale consument wil (en zal) blijven up- en downloaden. Het grootschalig uitwisselen van films en muziek via het internet zal niet verdwijnen.

Verder is Hugenholtz (vanzelfsprekend) met Kuik eens dat iedere auteur recht heeft op inkomsten. In dat licht is het volgens hem des te tragischer dat die inkomsten nog verder zullen teruglopen als het door Brein gewenste downloadverbod er komt, waardoor de thuiskopieheffing feitelijk zal worden afgeschaft.

Om die reden pleit Hugenholtz al jaren voor een andere oplossing: het legaliseren van filesharing in combinatie met een eerlijke vergoeding voor muziekauteurs en artiesten. Dit kan bijvoorbeeld worden vormgegeven door een wettelijke licentie, door subsidiemaatregelen of door een vrijwillige collectieve licentie.

Ik ben het volledig met professor Hugenholtz eens. Ook ik ben geen voorstander van de invoering van een downloadverbod, eveneens omdat ik niet denk dat het voor auteursrechthebbenden het beoogde (positieve) effect zal hebben. Zij zullen niet meer verdienen door strengere handhaving. En, zoals Hugenholtz ook al stelt, iedere poging om filesharing te bestrijden is tot nu toe mislukt en heeft zelfs geleid tot de ontwikkeling van nieuwe technologieën, die moeilijker aan te pakken zijn. Filesharing hoort – ongeacht de vraag of dit wenselijk is – tot de onmiskenbare realiteit van het internet.

Het wordt tijd dat de entertainmentindustrie dit erkent en haar toevlucht zoekt in andere, serieuze oplossingen en betaalmodellen die tegemoet komen aan de auteursrechtproblematiek op internet, in plaats van hardnekkig vast te houden aan steeds strenger wordende auteursrechthandhaving. Hugenholtz suggereert al een aantal goede modellen. Ook andere partijen dragen oplossingen aan. Zo stelde Bits of Freedom voor om een “entertainmentbundel” (een vrijwillige bijdrage die internetters betalen aan hun internet provider ) in te voeren, of “stream-en downloadgeld” te vragen (een verplichte bijdrage die internetters moeten betalen, te verdelen via collectieve beheersorganisaties). Het is tijd dat dergelijke alternatieven gehoord en besproken worden.

Caroline de Vries,
SOLV advocaten

Eerder:
Interview met professor Bernt Hugenholtz in Het Amsterdams Balie Bulletin [IE-Forum kort nieuws 21 maart 2012]
Op verzoek geschreven reactie door Tim Kuik (RE: Beroemdsheidseconomie niet voor de meerderheid, IEF 11100)
Reactie door professor Bernt Hugenholtz, (Illegaal uitwisselen van bestanden zal niet verdwijnen, IEF 11104).
Bijdrage door Tim Kuik (Het aangehaalde 'hydra' effect bestaat niet, IEF 11106)

IEF 11110

Thuiskopie-AMvB's onrechtmatig jegens NORMA

Hof 's-Gravenhage 27 maart 2012, LJN BV9880 (Stichting Norma c.s. tegen Staat der Nederlanden)

Uitspraak ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm en Douwe Linders, SOLV.

In navolging van IEF 8934. Heffing op hardware. Auteursrecht. De ongewijzigde vaststelling van de voorwerpen van de Thuiskopie-AMvB´s zonder toevoeging van nieuwe voorwerpen zoals mp3-spelers en harddiskrecorders, is onrechtmatig jegens NORMA.

Uitvoerend kunstenaars hebben recht op een billijke vergoeding voor die apparaten waarmee voor een meer dan verwaarloosbaar gedeelte thuiskopieën worden gemaakt. Zolang de Staat de regelgeving niet aanpast, dient hij de schade die de kunstenaars daardoor lijden te vergoeden.

Het Hof verklaart voor recht dat het uitvaardigen van AMvB's zonder dat daarin digitale audiospelers en digitale videorecorders die zijn uitgerust met een harde schijf die bestemd zijn voor en in substantiële mate gebruikt worden voor het kopiëren van auteursrechtelijk en/of nabuurrechtelijk beschermd materiaal, zijn aangewezen als vergoedingsplichtig onder art. 16c Aw jo art. 10 sub e WNR, onrechtmatig is jegens Norma c.s.

Het Hof veroordeelt de Staat tot betaling van de schade die Norma c.s. door dat onrechtmatig handelen hebben geleden en nog zullen lijden, welke schade is op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;

3.11 Het hof acht ten slotte van belang dat de (onafhankelijke) voorzitter van Sont reeds bij brief van 24 oktober 2005 "qua denkrichting" tot het voornemen kwam dat digitale adiospelers en digitale videospelers met geïntegreerde harde schijf voor een vergoeding in aanmerking kwamen.

3.12 Op basis van deze gegevens is het hof van oordeel dat de Staat reeds in amvb I digitale audiospelers en digitale videorecorders had behoren aan te wijzen als voorwerpen waarover een heffing verschuldigd werd en deze aanwijzing in de amvb's II tot en met V had moeten handhaven. Uit de hiervoor aangehaalde cijfers blijkt immers dat in ieder geval vanaf begin 2007 digitale audiospelers en digitale videorecorders een niet verwaarloosbaar aandeel op de Nederlandse markt innamen en dat zij voor een substantieel deel voor het maken van thuiskopieën werden gebruikt. Het is zonder meer aannemelijk dat de rechthebbenden van dit kopiëren op deze voorwerpen schade ondervinden die zij niet zouden hebben ondervonden indien Nederland geen uitzondering voor het thuiskopiëren had gemaakt. Daar komt bij dat op basis van de hiervoor genoemde bevindingen van Bureau Veldkamp blijkt dat het kopiëren op cd-recordables en dvd-recordables, waarop wel een heffing rust, afneemt terwijl het kopiëren op digitale audiospelers en digitale videorecorders toeneemt, zodat aannemelijk is dat in ieder geval deels het kopiëren op eerstgenoemde media wordt vervangen door het kopiëren op laatstgenoemde.

3.15 Het voorgaande leidt tot de volgende conclusie. De Staat heeft onrechtmatig - want in strijd met hogere regelgeving (de Auteursrechtrichtlijn en de in overeenstemming daarmee uit te leggen Auteurswet en WNR) - gehandeld jegens Norma c.s. door in de amvb's I tot en met V digitale audiospelers en digitale videorecorders niet als voorwerpen waarover een heffing verschuldigd is aan te wijzen. De gevorderde verklaring voor recht is in zoverre toewijsbaar. Ook de vordering om de Staat te veroordelen tot schadevergoeding op te maken bij staat is toewijsbaar, aangezien de mogelijkheid dat Norma c.s. schade hebben geleden aannemelijk is. Daarbij begrijpt het hof de stellingen van Norma c.s. aldus dat zij van mening zijn dat de Kroon niet alleen digitale audiospelers en digitale videorecorders had moeten aanwijzen, maar tevens de hoogte van de daarover verschuldigde heffing had moeten bepalen. Dat standpunt acht het hof gegrond, aangezien de enkele aanwijzing van voorwerpen nog niet kan leiden tot een billijke compensatie. Partijen zullen in de schadestaatprocedure kunnen debatteren over de hoogte van de heffingen die de Kroon had moeten vaststellen. Uit de overwegingen van het hof volgt dat de heffing in ieder geval niet nul had mogen zijn.

Lees het arrest hier (LJN BV9880, grosse zaaknr. 200.074.515/01).

Op andere blogs:
Bits of Freedom (Thuiskopieheffing uit de koelkast na uitspraak rechter)
Dirk Visser, IEF 11115 (Heffing of hardware is gevolg keuze van de politiek)
ICTRecht (Ontdooit de thuiskopieheffing)
ICT~Office (Rechter zet deur wagenwijd open voor heffingen op hardware)
SOLV (Acteurs en musici winnen zaak over downloadvergoeding)

IEF 11106

Het aangehaalde 'hydra' effect bestaat niet

Een bijdrage van Tim Kuik, Stichting BREIN in de eerdere discussie.

Ik waardeer Bernt's gedrevenheid maar we moeten de realiteit inderdaad onder ogen blijven zien. Het aangehaalde 'hydra' effect (dat er voor elke gesloten site tien terugkomen) bestaat niet. BREIN haalde vorig jaar meer dan 600 sites neer en er zijn er nu geen 6000 voor in plaats gekomen. Integendeel, geen enkele site kan meer zo groot groeien als The Pirate Bay en als elk land zo zou handhaven als Nederland dan hoefde BREIN niet eens aan access providers te vragen om te blokkeren. Het file sharen neemt wel af, zeker nu er naast handhaving ook steeds meer legale platforms komen. De legitimatie van handhaving neemt enkel af indien er tezamen met handhaving geen legaal alternatief geboden zou worden en het is inmiddels gelukkig achterhaald om te stellen dat dit nog onvoldoende het geval is. Bovendien handhaaft BREIN niet tegen gebruikers, maar tegen sites.

Het 'downloadverbod' (dwz het opheffen van de uitzondering voor privé downloaden van evident illegaal aanbod) rechtvaardigt niet het afschaffen van de thuiskopieheffing die bovendien helemaal niet over downloaden gaat (want enkel op blanco cd's en dvd's geheven wordt). Ik gun het IViR een lang leven en veel subsidie maar de genoemde toekenning van een subsidie voor onderzoek naar een alternatief vergoedingssysteem is helaas mede gebaseerd op de onjuiste aanname dat het auteursrecht niet zou zijn te handhaven op het internet. Gelukkig lees ik dat het nog drie jaar duurt voordat het onderzoek is afgerond. Dus tegen die tijd moet de markt het ongelijk van Bernt's premisses maar bewezen hebben. Dat lijkt me een schone taak.

Eerder:
Interview met professor Bernt Hugenholtz in Het Amsterdams Balie Bulletin [IE-Forum kort nieuws 21 maart 2012]
Op verzoek geschreven reactie door Tim Kuik (RE: Beroemdsheidseconomie niet voor de meerderheid, IEF 11100)
Reactie door professor Bernt Hugenholtz, (Illegaal uitwisselen van bestanden zal niet verdwijnen, IEF 11104).

IEF 11103

Wetswijziging Toezicht CBO's: Eerste Kamer

Wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten, kamerstukken I, 31 766, nr. A.  en via overheid.nl

Nu de wijziging van de Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft bereikt met een aantal amendementen, zoals deze in de Tweede Kamer zijn besproken, treft u hier de definitieve versie aan zoals deze door de Eerste Kamer in behandeling is genomen.

IEF 11100

RE: Beroemdsheidseconomie niet voor de meerderheid

Een reactie van Tim Kuik, Stichting BREIN op interview met Bernt Hugenholtz in Amsterdams Balie Bulletin [eerder in kort nieuws 21 maart]

Hugenholtz maakt zijn opmerking dat handhaving van auteursrecht op muziek zinloos is in de context dat beroemde muzikanten hun reputatie tegenwoordig verzilveren in concerten en merchandising. Die "beroemdsheidseconomie" gaat natuurlijk niet op voor de overgrote meerderheid van auteurs en artiesten die moeten sappelen om rond te komen. Maar ook los daarvan is er voor geen enkele auteur of artiest reden om niet mee te delen in de opbrengsten uit verspreiding van hun werk via internet. Illegale sites als The Pirate Bay verdienen daar dik geld mee en steken het in eigen zak.

Er is niets mis mee dat soort sites af te sluiten tenzij zij stoppen toegang te verlenen tot illegaal aangeboden bestanden, zoals bijvoorbeeld Mininova wel gedaan heeft (op basis van een vonnis in een BREIN-zaak [IEF 8127]).

Het is heel goed mogelijk om de illegale concurrentie de pas af te snijden door zulke sites aan te pakken. Als er in elk land zo gehandhaafd zou worden als in Nederland dan zou The Pirate Bay niet meer kunnen bestaan en zouden nieuwe illegale sites nooit meer de gelegenheid krijgen om zo groot te groeien als Mininova ooit was en The Pirate Bay nu is. Vorig jaar sloot BREIN meer dan 600 sites maar een aantal daarvan kan nu nog naar malafide hosting providers in het buitenland vluchten [anti-piracy 20 maart 2012]. Implementatie van ACTA door die landen zal daar een eind aan moeten maken. Tot het zover is vraagt BREIN als uiterste redmiddel om blokkering door access providers.

Overigens is het saillant dat Hugenholtz op het gebied van privacy op internet wel verboden en regulering wil. Het is niet goed te begrijpen waarom dat wel handhaafbaar zou zijn als het auteursrecht dat niet zou zijn. Ter vermijding van misverstanden: BREIN staat pal achter de wens van Hugenholtz tot regulering mede omdat de praktijk laat zien dat ook illegale sites over privacy gevoelige informatie beschikken en daar niet altijd goede bedoelingen mee hebben.

Tim Kuik
Directeur Stichting BREIN.

IEF 11092

Vervoerder in de Thuiskopieheffing-carousel

Rechtbank 's-Gravenhage 14 maart 2012, HA ZA 09-2118 (Stichting de Thuiskopie tegen Dexxon c.s., van Rijswijk c.s.)

Ploffers. Katvangers. "Op papier geëxporteerd". Vervoerder in de Thuiskopieheffing-carousel. Groepsaansprakelijkheid voor een criminele organisatie blijkt niet uit het strafdossier. Vergelijk IEF 8241.

Ingevolge artikel 16ga Auteurswet is de verkoper van informatiedragers gehouden om op aanvraag van Thuiskopie inzage te geven in die bescheiden waarvan kennisneming noodzakelijk is om vast te kunnen stellen of betaling van de thuiskopievergoeding door de fabrikant of importeur heeft plaatsgevonden. Thuiskopie heeft haar vordering ad €25 miljoen verminderd tot €10 miljoen en vordert geen proceskosten meer ex 1019h Rv.

Dexxon BV is een onderneming, die zich bezighoudt met de handel in- en de distributie van o.a. blanco informatiedragers. Zij heeft in 1999 een A-contract met Thuiskopie gesloten. Dexxon heeft in juli 2000 tevens een Vrijstellingsverklaring van Thuiskopie ontvangen. Voor de Vrijstellingsverklaring komen in aanmerking A-contractanten die meer dan 250.000 blanco dragers per jaar exporteren. Ingevolge artikel 16c lid 4 Auteurswet vervalt de vergoedingsplicht als de betalingsplichtige een drager uitvoert. Van Rijswijk BV vervoert voor Dexxon BV blanco informatiedragers.

Dexxon heeft in de periode 2005-2007 “op papier” op grote schaal blanco informatiedragers geëxporteerd naar lege Belgische vennootschappen met als doel ontduiking van afdracht aan Thuiskopie van thuiskopievergoeding. Deze ploffers worden door "katvangers" tot faillissement gebracht. Omdat er "op papier" werd geëxporteerd, maar in feite naar in Nederland gevestigde handelaren werd vervoerd, is de vervoerder eveneens aangesproken.

De rechtbank begrijpt dat Thuiskopie bedoelt dat de criminele organisatie zoals die uit het strafdossier naar voren komt kan worden aangemerkt als een ‘groep’ zoals bedoeld in artikel 6:166 BW betreffende groepsaansprakelijkheid. Dat Van Rijswijk enige kernnis had van de werkelijke bedoelingen van de Vaste Groep Handelaren of van de hoedanigheid van de Belgische ‘plofvennootschappen’ blijkt niet uit het strafdossier.

Relevant is slechts of Van Rijswijk wist of behoorde te weten dat zij deel uitmaakte van een groep die tezamen een ‘thuiskopieheffing-carrousel’ heeft opgezet. Dit is betwist en het door Thuiskopie overgelegde materiaal is onvoldoende om de betwisting te ontzenuwen.

4.5. De rechtbank begrijpt dat Thuiskopie bedoelt dat de criminele organisatie zoals die uit het strafdossier naar voren komt kan worden aangemerkt als een ‘groep’ zoals bedoeld in artikel 6:166 BW betreffende groepsaansprakelijkheid.

4.6. Zelfs als er vanuit zou worden gegaan dat uit het strafdossier een juist beeld van de criminele organisatie als geheel en de activiteiten daarvan, naar voren komt, dan staat daarmee naar oordeel van de rechtbank nog niet vast dat Van Rijswijk een zelfde zicht op de organisatie en de activiteiten had. 4.8. De gedragingen van Van Rijswijk in strijd met een wettelijke norm was volgens Thuiskopie een onderdeel van de gedragingen van de groep als geheel. Thuiskopie werkt echter niet uit in hoeverre Van Rijswijk daar zicht op had. Voor groepsaansprakelijkheid is immers nodig dat blijkt van bewustzijn bij de individuele deelnemers dat anderen naast hen met het zelfde bewustzijn van gemeenschappelijk optreden betrokken zijn bij gedragingen waarvan de kans op het aldus toebrengen van schade hen had behoren te weerhouden. Dit betekent dat er sprake dient te zijn van bewust gezamenlijk optreden en dat het optreden van de groep het gevaar schiep voor schade zoals die in concreto is toegebracht en de aangesprokene dat wist of behoorde te begrijpen.

4.11. Van Rijswijk heeft betwist dat zij wetenschap had van die overeenkomst tussen Dexxon en Van Rijswijk. De rechtbank begrijpt dat zij aldus ook betwist wetenschap te hebben van het bestaan van een “thuiskopieheffing-carousel”, alsmede van het bestaan van een groep die een ‘carrousel’ met dat oogmerk zou hebben opgezet.

4.12. Het door Thuiskopie overgelegde materiaal is onvoldoende om de betwisting zijdens van Van Rijswijk te ontzenuwen. Dit materiaal bestaat hoofdzakelijk uit het overgelegde strafdossier. Uit het dossier blijkt niet dat Van Rijswijk of werknemers van Van Rijswijk in het kader van het fiscaal-strafrechtelijk onderzoek zijn verhoord met betrekking tot ontduiking van thuiskopieheffing. Ook is Van Rijswijk niet gevraagd of zij bekend waren met het A-contract en de Vrijstellingsverlening tussen Dexxon en Thuiskopie of de strekking daarvan. Dat Van Rijswijk enige kernnis had van de werkelijke bedoelingen van de Vaste Groep Handelaren, en van E en F (gedaagden 5 en 6), of van de hoedanigheid van de Belgische ‘plofvennootschappen’ blijkt niet uit het strafdossier.