Auteursrecht
Er is geen inbreuk op de software die bij de KOMBI/rom wordt toegepast (het technisch platform) nu door deskundigen is vastgesteld dat de KOMBI/rom en de KNMP Kennisdatabank zijn gebaseerd op verschillende technische platforms. Er is ook geen inbreuk op de content, nu het auteursrecht daarop aan KNMP en derden toekomt. ID/farma heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij daar een auteursrechtelijk relevante prestatie aan heeft toegevoegd.
Met betrekking tot de vordering die ziet op de doorlevering van de bestanden waarvan het auteursrecht aan KNMP toekomt, zijn er 2 situaties:
1) de levering van bepaalde bronbestanden op grond van de licentie overeenkomst
2) de levering van bronbestanden op grond van een mondelinge dan wel stilzwijgend tot stand gekomen overeenkomst op grond waarvan zij een licentie, met recht van sublicentiëring kreeg ter zake van de overige KNMP content zoals die tot en met april 2007 op de KOMBI/rom stond.
De rechter gaat uit van het feit dat er sprake is van een stilzwijgend tot stand gekomen overeenkomst, en geeft aan dat nu "de stilzwijgend tot stand gekomen overeenkomst het complement is van de schriftelijke licentieovereenkomst, ligt het in de rede voor de overige modaliteiten te spiegelen aan die schriftelijke overeenkomst."
Het argument dat de licentieovereenkomsten accessoir aan de hoofdovereenkomst zouden zijn, en dat deze dus eveneens door KNMP zouden zijn opgezegd, wijst de rechter af:
"de schriftelijke licentieovereenkomst van 15 september 1998 voorzag in een eigen beëindigingregeling. Dat die overeenkomst geen regeling bevatte voor opzegging door de licentiegever doet daar niet aan af. Elke duurovereenkomst is immers opzegbaar door een van partijen. De onderhavige overeenkomst voorzag weliswaar enkel in de opzegging van de overeenkomst door de licentienemer, met een opzegtermijn van drie maanden, maar daaruit mag niet worden afgeleid – zoals ID/farma kennelijk wil – dat de overeenkomst zijdens de licentiegever onopzegbaar is. Het ligt meer in de rede om ten minste dezelfde termijn ook voor de licentiegever te laten gelden."
Een andere reden is dat de licentie overeenkomsten heel goed op zichzelf kunnen staan. Beide licentieovereenkomsten zijn aldus niet opgezegd en bestaan voort.
Merkenrecht
Het is niet aannemelijk geworden dat KNMP het merk KOMBI/rom zal gaan gebruiken. "De vordering voor zover gegrond op het merkenrecht dient evenwel reeds te worden afgewezen omdat ID/farma niet de merkhouder is en dat ook niet is gesteld of gebleken dat ter zake rechten aan haar zijn overgedragen."
Onjuiste mededelingen
KNMP heeft op 2 maart een brief verstuurd aan haar leden , waaruit zou kunnen worden begrepen dat de KOMBI/rom niet meer zal verschijnen, althans niet meer met de gebruikelijke inhoud. KNMP leden werden opgeroepen over te stappen naar de KNMP Kennisbank.
Nu de licenbtieovereenkomsten niet beeindigd zijn, volgt dat ID/farma gerechtigd is een groot aantal databestanden van de KNMP op haar KOMBI/rom te plaatsen en raadpleegbaar te maken voor onder meer de leden van KNMP. In dat licht is naar voorlopig oordeel de suggestie die wordt gewekt door de brief van 2 maart 2007 niet juist.
Beperking mededinging
ID/farma stelt dat door de koppeling tussen lidmaatschap van de KNMP en het abonnement op de KNMP Kennisbank een vrije keuze voor de KOMBI/rom vrijwel ondoenlijk is, waardoor de KOMBI/rom uit de markt wordt gedrukt. KNMP stlet dat apothekers niet verplicht lid zijn van KNMP.
"Een dergelijke samenwerking, die de strekking heeft dat een gemeenschappelijke informatievoorziening tot stand komt, is in beginsel niet mededingingsbeperkend omdat het niet van invloed is op het aanbod van producten en diensten van de samenwerkende ondernemingen. In dit geval zijn onder de samenwerkende ondernemingen te verstaan de afzonderlijke zakelijke leden van de KNMP, dat wil zegggen de apotheken. Artikel 24 is in het onderhavige geval dan ook niet van toepassing. De dienstverlening aan leden is ook niet anderszins onrechtmatig." De gevraagde rectificatie wordt in gewijzigde vorm toegewezen.
Proceskosten
De voorzieningenrechter merkt de vorderingen onder 4 en 5 betreffende de licentieovereenkomsten aan als IE-rechtelijke vorderingen in de zin van de handhavingsrichtlijn omdat deze zijn aan te merken als een verweer van ID/farma tegen een mogelijke vordering van KNMP tegen handhaving van haar auteursrecht. . Omdat partijen overigens over en weer gedeeltelijk in het gelijk en ongelijk worden gesteld ziet de voorzieningenrechter aanleiding te bepalen dat de kosten zullen worden gecompenseerd, des dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.
Lees het vonnis hier.