DOSSIERS
Alle dossiers

Diversen  

IEF 13885

Het grote jatdebat: over bronvermelden, zwartrijden en linken

Bijdragen ingezonden door Jurian van Groenendaal en Otto Volgenant, Boekx Advocaten.
Eerder dit voorjaar organiseerde de NVJ een debat over het overnemen van nieuws door andere media. Onder de omineuze titel ‘jatdebat’ werd een journalistieke discussie gevoerd over het (online) overnemen van andermans nieuws. De traditionele media beschuldigden de online concurrentie van diefstal: ‘Jullie stelen als de raven’. Marcel van Lingen, hoofdredacteur van het ANP, zette in een opinie op Villamedia.nl de zaak op scherp met de stelling dat het overnemen van nieuws altijd jatten is, ook als je de bron vermeldt. Hij noemt dit ‘zwartrijden in de journalistiek’. Onderzoeksjournalisten soms maandenlang laten speuren en dan onverkort en zonder bronvermelding het opgediepte materiaal overnemen is het ergst. Maar onverkort overnemen mét bronvermelding van datzelfde materiaal deugt dus evenmin, volgens Van Lingen.

In dat debat ging het vooral om journalistieke-ethische normen. Normen die overigens primair worden gedreven door het financiële belang, want een onderzoeksjournalist kost geld. Er worden een hoop uren gemaakt die terugverdiend moeten worden. Overname van nieuws, met of zonder bronvermelding, verziekt elk fair verdienmodel, betoogde Van Lingen. De door hem bepleitte waarde-uitwisseling tussen media die elkaars nieuws overnemen leidde een vervolg van de discussie in.

Maar hoe zit het juridisch? Mogen de media elkaars nieuws zonder toestemming overnemen? Is bronvermelding altijd verplicht? Is een link naar het originele nieuwsbericht toegestaan? Advocaten Jurian van Groenendaal en Otto Volgenant geven antwoord.

Free flow of information
Het vrijelijk uitwisselen van ideeën en nieuws is één van de belangrijkste functies van de media. De Europese Ministers van Buitenlandse Zaken verwoordden dit recent als volgt: By facilitating the free flow of information and ideas on matters of general interest, and by ensuring transparency and accountability, independent media constitute one of the cornerstones of a democratic society. Bij alle journalistieke en financiële bezwaren tégen het overnemen van nieuws moet steeds goed in de gaten worden gehouden dat het vrijelijk stromen van nieuws één van de hoekstenen van een democratische samenleving vormt. Dat uitgangspunt wordt ook vanuit juridische optiek gewaarborgd. Want nieuwsfeiten kunnen niet worden gemonopoliseerd omdat zij buiten het auteursrecht vallen. Dat uitgangspunt is al sinds 1886 verankerd in de Berner Conventie, een verdrag waar vrijwel alle landen van de wereld bij zijn aangesloten. De fraaie ouderwetse bewoordingen van dat verdrag leren dat er geen bescherming is voor ‘nieuwstijdingen of gemengde berichten die louter het karakter van persberichten dragen’.

Nieuwsfeiten zijn niet beschermd

Het auteursrecht geeft geen bescherming aan feiten. Feiten vormen geen uitdrukking van een intellectuele schepping van de maker, en zo’n schepping is een vereiste voor auteursrechtelijke bescherming. Het nieuwsfeit dat er na urenlang overleg een doorbraak is bereikt in een politiek overleg is een feit dat géén juridische bescherming geniet. En ook bijvoorbeeld de quotes van de politici die het nieuws van de doorbraak meldden mogen vrijelijk worden overgenomen door andere media. Hoe lang de journalist daar ook buiten de vergaderzaal voor heeft staan posten. En ook het feitelijke verloop van een voetbalwedstrijd (doelpunten, wissels, gele en rode kaarten etc.) behoort niet toe aan de journalist die de wedstrijd verslaat, maar is vrij beschikbaar voor iedereen die daar kennis van wenst te nemen. De media – ook de media die niet ter plekke waren – mogen deze informatie aan hun publiek kenbaar maken. Het is niet mogelijk om van deze partijen een vergoeding te eisen. De financiële investering in het vergaren van dit nieuws zal op een andere manier moeten worden terugverdiend.

Bronvermelding is bij het overnemen van nieuwsfeiten niet verplicht

In de journalistiek is het gebruikelijk dat er naar het oorspronkelijke medium wordt verwezen. ‘Het Parool onthulde dat…’ etc. Er is goede grond om naar het oorspronkelijke medium te verwijzen. Deze verdient niet alleen de ‘credits’, maar zal vaak ook breder en diepgaander onderzoek hebben verricht. De overnemende media houden aldus enige gepaste afstand van dat onderzoek – dat ze zelf niet hebben (over)gedaan – en informeren hun publiek daarmee adequaat. In het jatdebat is gesteld dat het helemaal niet nodig is om bron of schrijver te vermelden omdat enkel de blote nieuwsfeiten worden ‘gerecycled’. En dat is juridisch de spijker op de kop. Blote feiten zijn immers niet auteursrechtelijk beschermd. En er bestaat geen juridische verplichting om de journalisten of de media die verantwoordelijk waren voor het vergaren van het nieuws te noemen. Hoeveel maanden onderzoeksjournalistiek er ook voorafging aan de scoop, er is geen juridische gehoudenheid om de naam te noemen van de journalist die hier zo hard voor werkte. Misschien is het journalistiek gebruikelijk, of wordt het gevoeld als een morele plicht (of als een moreel gebrek wanneer er door een ander niet aan bronvermelding wordt gedaan), maar dat is een andere discussie. Er is geen juridisch afdwingbare plicht tot bronvermelding. En dus ook geen recht op schadevergoeding wanneer er geen bron wordt vermeld. Natuurlijk mag niet de misleidende indruk worden gewekt dat de ene krant het nieuws uit eigen onderzoek heeft ‘ontdekt’ terwijl het werk in werkelijkheid door een andere krant werd gedaan. Dat zou al snel onrechtmatig zijn. Maar het zo extreem toe-eigenen van andermans scoops komt tot nog toe in de praktijk niet voor.

Teksten en foto’s zijn bijna altijd auteursrechtelijk beschermd

Maar dit betekent niet dat media die investeren in journalistiek helemaal met lege handen staan. Want wanneer er wél sprake is van een intellectuele schepping ontstaat er bescherming door het auteursrecht. En daar is bij een uitgeschreven nieuwsbericht of een uitgewerkte radio- of televisiereportage al snel sprake van. Zodra door de journalist creatieve keuzes worden gemaakt in de wijze van het vastlegging van zijn berichtgeving, ontstaat een werk waarop auteursrecht rust. Het Europese Hof van Justitie (de hoogste rechter voor wat betreft ons auteursrecht) heeft in 2009 in een belangrijke zaak over de ‘ondergrens’ van het auteursrecht bepaald dat een fragment van 11 woorden al auteursrechtelijk beschermd kan zijn. Het ging in die zaak om een fragment uit de tekst van een dagbladartikel. Dat fragment bestond uit één zoekterm met de vijf woorden ervoor en de vijf woorden erna. Het Hof bepaalde dat afzonderlijke zinnen, of zelfs zinsneden, de oorspronkelijkheid van een persartikel aan de lezer kunnen overdragen. Een enkel woord is onvoldoende, maar zelfs hele korte fragmenten worden dus beschermd door het auteursrecht. Op grond van deze uitspraak kan worden betoogd dat bijvoorbeeld Google News toestemming behoeft van de uitgevers voor het laten zien van zoekresultaten die bestaan uit fragmenten van nieuwsartikelen. Google is in België al door de rechter op de vingers getikt voor deze dienst, en bereikte eind 2012 een schikking met de Belgische uitgevers. Begin 2013 kwam Google ook in Frankrijk tot zaken met de uitgevers voor het gebruik van hun nieuwsfragmenten in Google News.

De lat voor auteursrechtelijke bescherming ligt dus erg laag. In het voorbeeld van het nieuwsfeit van een urenlang politiek overleg dat tot een doorbraak heeft geleid, zal de reportage van de wakkere journalist die buiten de vergaderzaal postte zonder twijfel beschermd zijn. Die juridische bescherming geldt dan voor de eigen formulering van het nieuws, niet voor het nieuwsfeit van de doorbraak zelf.

Voorheen: de persexceptie
Tot een paar jaar geleden bestond er een ruime wettelijke regeling voor het overnemen van auteursrechtelijk beschermde nieuwsberichten door andere media, mits er netjes aan bronvermelding werd gedaan. Kort gezegd: ‘overname uit de pers door de pers’ was toegestaan. Deze zogeheten persexceptie vormde een uitzondering op het exclusieve recht dat de auteur heeft op zijn verslag of reportage. Deze uitzondering gold alleen voor ‘de pers’. Onder de pers worden media begrepen die periodiek content leveren, dagbladen, weekbladen, actualiteitenrubrieken op radio of televisie, maar bijvoorbeeld ook roddelbladen. Voorheen was het zelfs aan knipselkranten toegestaan om nieuwsberichten uit de media over te nemen, omdat knipselkranten – op basis van een arrest van de Hoge Raad uit 1995 – als ‘pers’ werden gezien. Die tijd is echter voorbij. De Nederlandse rechter heeft hier in 2011 een einde aan gemaakt. De persexceptie heeft nu nauwelijks meer praktische betekenis. Wanneer in de media een zogeheten auteursrechtvoorbehoud is gemaakt, is overname door andere media niet toegestaan, ook niet met bronvermelding. Zo’n voorbehoud wordt vrijwel altijd gemaakt en is meestal te vinden in de gebruiksvoorwaarden, in het colofon of in een disclaimer. Consequentie van het gebruik van zo’n voorbehoud is dat media het hergebruik van hun artikelen, reportages en verslagen kunnen verbieden, of daar – tegen betaling – toestemming voor geven.

Embedden en linken
In februari 2014 heeft het Europese Hof van Justitie in een baanbrekende uitspraak bepaald dat linken naar en ‘embedden’ van materiaal van een andere vrij toegankelijke website toegestaan is. De crux is of de content een nieuw publiek bereikt. Een website die vrij toegankelijk is heeft volgens het Hof álle internetgebruikers als publiek. Er wordt dus geen nieuw publiek bereikt wanneer een andere website naar dat artikel linkt. En dus is daar geen toestemming voor nodig. Dit geldt volgens het Hof van Justitie net zo goed voor een ‘embedded link’ waarbij de content waarnaar gelinkt wordt in de website van de ‘linker’ wordt getoond. Een voorbeeld te verduidelijking. Als nu.nl linkt naar een artikel dat op de website van detelegraaf.nl staat, en dat artikel wordt getoond op de website van nu.nl, dan wordt er in de redenering van het Hof van Justitie geen nieuw publiek met het Telegraafartikel bereikt. Er is daarom geen toestemming nodig voor deze manier van linken. Als De Telegraaf deze wijze van linken wil voorkomen, dan zal dat via technische maatregelen bewerkstelligd moeten worden. En, voor de goede orde, content die alleen voor abonnees beschikbaar is mag niet via een link op een andere website aan een wijder publiek worden aangeboden.

Conclusie
Zwartrijden is verboden. Wie zonder vervoerbewijs in de tram zit is strafbaar. Maar het overnemen van nieuwsfeiten is niet hetzelfde als zwartrijden. Zoals bij vrijwel elke analogie gaat ook deze vergelijking mank. Blote nieuwsfeiten mogen juist wel worden overgenomen. Dat is de bedoeling van nieuws. Verspreiding van nieuws is de kerntaak van de media. Free flow of information is het uitgangspunt. Voor het overnemen van méér dan alleen de blote nieuwsfeiten is wel toestemming vereist. En de lat voor auteursrechtelijke bescherming ligt dan laag. Maar voor het linken naar een geheel artikel, en zelfs het ‘embedded’ tonen daarvan op de eigen website, is juist weer geen toestemming nodig volgens een baanbrekende recente uitspraak. Kortom: het juridisch kader biedt de mogelijkheid geoorloofd te jatten, én het biedt de mogelijkheid om op te treden tegen stelende raven.

Jurian van Groenendaal, Otto Volgenant.

IEF 13870

Wie heeft recht op een zelfmoordbrief?

Bas Kist, Wie heeft recht op een zelfmoordbrief? NRC 22 mei 2014.
Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. Kan de Amerikaanse Dina Mackney met een beroep op haar auteursrechten de publicatie verbieden van de zelfmoordbrief van haar man met wie zij een heftig huwelijksconflict uitvocht? Dat is de bizarre vraag waarop de rechter in Virginia binnenkort een antwoord moet geven.
Lees verder

IEF 13842

NORMA en Sena hosten internationale conferentie SCAPR

Vandaag start de 39e SCAPR-bijeenkomst in Amsterdam. SCAPR is de internationale koepelorganisatie van collectieve beheersorganisaties wereldwijd op het gebied van naburige rechten. NORMA en Sena organiseren dit jaar de SCAPR General Assembly, die jaarlijks in een gastland plaatsvindt. De speech (hier) voor de openingsborrel is van Erwin Angad-Gaur.

Het doel van SCAPR is om de samenwerking en uitwisseling van naburige rechtengelden tussen alle zusterorganisaties wereldwijd te bevorderen en te verbeteren, zodat alle uitvoerende kunstenaars de gelden ontvangen waar zij wereldwijd recht op hebben. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de internationale distributiesystemen IPD4 en (het nog in ontwikkeling zijnde) VRDB2 om de uitwisseling van gelden efficiënter te maken.

Tijdens de SCAPR-bijeenkomst wordt er verslag gedaan van alle activiteiten van het afgelopen jaar, waaronder de presentaties van de resultaten van verschillende werkgroepen die betrekking hebben op verbeteringen in de internationale uitwisseling van rechtengelden en alle technische en juridische aspecten die daarbij komen kijken.

IEF 13838

Antwoord kamervragen over 165 miljoen omzet van torrentsites

Antwoorden kamervragen over het bericht dat torrentsites een omzet halen van 165 miljoen euro, 8 mei 2014, nr. 2014Z04671.
Dragen deze Nederlandse torrentsites auteursrechtgelden af en betalen ze belasting?
Antwoord 3: Voor het openbaar maken van een auteursrechtelijk beschermd werk is toestemming van de rechthebbende vereist. Aan het verlenen van toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden, zoals een financiële vergoeding. Op degene die openbaar maakt, rust de plicht om te bezien of het werk auteursrechtelijk beschermd is en zo ja, om toestemming te verkrijgen. Bij illegale torrentsites is geen toestemming verkregen voor de openbaarmaking en zal dus geen vergoeding zijn betaald. De Belastingdienst houdt toezicht op naleving van fiscale regelingen, ook wanneer partijen en personen op het internet activiteiten verrichten. Of belasting moet worden betaald, hangt af van verschillende factoren, onder andere vanuit welke plaats activiteiten worden verricht, of hiervoor een vergoeding wordt ontvangen en of er duurzaam wordt deelgenomen aan het maatschappelijk verkeer.

Vraag: 4: Kunt u inschatten wat de financiële schade is die de sector oploopt door het gratis aanbieden van content?
 
Antwoord: 4
De schattingen van de schade die wordt veroorzaakt door het zonder toestemming aanbieden van auteursrechtelijke werken lopen sterk uiteen. De hoogte van de schade hangt af van de omstandigheden van het geval. Het is in eerste instantie aan de rechthebbende om de omvang van de schade vast te stellen. De vaststelling en de onderbouwing daarvan kan in laatste instantie door de rechter worden beoordeeld.

Vraag: 5 Bent u bereid om adverteerders op sites die illegaal aanbieden aan te spreken op het feit dat ze illegale verdienmodellen ondersteunen?
 
Antwoord: 5
Stichting Brein benadert sinds enige tijd actief Nederlandse bedrijven en organisaties waarvan advertenties verschijnen op sites waarop illegaal aanbod is te vinden. Brein meldt dat de respons veelal positief is. Adverteerders kunnen van het illegale aanbod onbewust zijn omdat voor de verkoop van advertentieruimte gebruik wordt gemaakt van tussenpersonen. Bona fide adverteerders willen doorgaans niet geassocieerd worden met illegaal aanbod en worden door de aanpak van Brein gestimuleerd om maatregelen te treffen.

1) Rapport Digital Citizens Alliance, 'Good money gone bad, Digital Thieves and the Hijacking of the Online Ad Business, februari 2014

IEF 13814

Noot onder Blackstone v. Brainwave

P.G.F.A. Geerts, Noot onder Hof Arnhem-Leeuwarden 26 november 2013 (Blackstone/Brainwave), publicatie volgt in IER 2014.
Bijdrage ingezonden door Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen. 1. Eiser (Blackstone) meent dat gedaagde (Brainwave [IEF 13287]) inbreuk maakt op zijn auteursrechten en/of zich schuldig maakt aan onrechtmatig handelen (slaafse nabootsing). Voor de vraag of de schoen van Blackstone auteursrechtelijk beschermd is moet beoordeeld worden of die schoen op het moment dat de schoen is ontworpen aan de werktoets voldoet. Of de schoen in aanmerking komt voor slaafse nabootsingsbescherming is beslissend of ten tijde van de aanvang van de gestelde inbreuk van Brainwave, de schoen van Blackstone een eigen plaats in de markt heeft.

Lees verder

IEF 13803

Why Copyright and Linking Can Tango: The Svensson Case

Naar aanleiding van zijn artikel in de "Journal of Intellectual Property Law & Practice" sprak Alexander Tsoutsanis (DLA Piper en IViR) op vrijdag 25 april 2014 op de Fordham IP Conference in New York over "Why Copyright and Linking Can Tango: The Svensson Case" (presentatie). Het artikel is te downloaden via SSRN, en bespreekt o.a. de opinies van de European Copyright Society en ALAI.

Lees verder

IEF 13779

It ain’t over ’til it’s over: Hoge Raad ‘Norma/NL Kabel’

Bijdrage ingezonden door Erik de Vos, Kracht advocatuur. Op 28 maart 2014 verscheen het langverwachte arrest van de Hoge Raad in ‘Norma/NL Kabel’. De conclusies die de Hoge Raad trekt, zijn niet gunstig voor Norma. Maar hoe de Hoge Raad tot die conclusies komt, is nogal eigenaardig. Sterker nog, het is zelfs in strijd met de Europese jurisprudentie.

(...) Twee dingen vallen in het arrest met name op. Ten eerste legt de Hoge Raad het begrip ‘doorgifte via de kabel’ uit de Kabelrichtlijn uit aan de hand van de Auteursrechtrichtlijn en Europese jurisprudentie (waaronder HvJ EU ‘ITV/TV Catchup’ [IEF 12409]). De stappen die de HR neemt zijn niet even navolgbaar, al is het maar omdat de Auteursrechtrichtlijn stamt van na de Kabelrichtlijn en omdat de jurisprudentie van het Europese Hof ook niet altijd kristalhelder is. Maar de conclusie van de HR is duidelijk: “Het begrip ‘doorgifte via de kabel’ veronderstelt een eerdere ‘mededeling aan het publiek’. Het hof ‘s-Gravenhage heeft daarom terecht geoordeeld dat aan ‘doorgifte via de kabel’ (en daarmee aan ‘heruitzenden’) een primaire openbaarmaking voorafgaat.” Er kan dus geen sprake zijn van een heruitzending door de kabelexploitanten.

Zoals gezegd, de conclusie is duidelijk maar de weg er naartoe geenszins. De richtlijn die vooraf ging aan de Kabelrichtlijn (en waar de Kabelrichtlijn volgens de considerans mede op gebaseerd is) is namelijk de Televisierichtlijn uit 1989 en niet de Auteursrechtrichtlijn. De Televisierichtlijn geeft een definitie voor ‘eerste uitzending’; in de Nederlandse vertaling wordt dit de ‘oorspronkelijke uitzending’ genoemd. Volgens die definitie is er sprake van een ‘eerste uitzending’ wanneer de omroep zelf uitzendt en/of wanneer de televisieprogramma’s worden doorgegeven tussen ondernemingen ‘met het oog op ontvangst door het publiek’. Met andere woorden, de relevante definitie van ‘eerste uitzending’ is gekoppeld aan de omroep die de televisie-programma’s maakt en niet aan de openbaarmaking van die programma’s.
(...)
Doordat de Hoge Raad met het hof uitgaat van een lezing van ‘eerste uitzending’ als ‘eerdere uitzending’, die beide blijkbaar gelijk zijn aan de ‘primaire openbaarmaking’, lost de wereld voor je ogen op. De kabelaars zenden uit, maar dat is geen ‘primaire openbaarmaking’, want de primaire openbaarmaking is hetzelfde als de ‘eerste uitzending’; en de eerste uitzending was al een ‘eerdere uitzending’. En wat de kabelaars zelf doen kan ook geen ‘secundaire openbaarmaking’ zijn, want daarvoor is eerst een ‘primaire openbaarmaking’ nodig. Dus wat doen de kabelexploitanten dan?
(...)
Het tweede opvallende punt, is de beoordeling door de HR van het beroep van Norma op HvJ EU ‘Airfield’ [IEF 10332]. De HR leest, zoals eerder het hof ‘s-Gravenhage, in ‘Airfield’ iets wat er niet staat. In ‘Airfield’ oordeelde het HvJ EU over een situatie waarin de omroepen gecodeerde signalen (rechtstreeks of indirect) aanleveren bij de aanbieders van een satelliet-pakket, en deze signalen zonder dat ze voor het publiek beschikbaar komen door de satellietpakket-aanbieders (gebundeld met andere zenders en gecodeerd) worden doorgegeven aan de abonnees van de satellietpakket-aanbieder. Het HvJ EU stelde vast dat er weliswaar slechts sprake was van één openbaarmaking (door de aanbieder van het satelliet-pakket), maar dat er desondanks twee toestemmingsmomenten zijn: de omroepen hebben toestemming nodig èn de aanbieders van het satelliet-pakket hebben toestemming nodig. De toestemming van de rechthebbenden aan de omroepen kan niet gezien worden als toestemming aan de aanbieders van het satelliet-pakket.

Bovendien, in ‘Airfield’ constateert het HvJ EU expliciet (r.o. 47) dat de televisieprogramma’s gelijktijdig via andere wegen voor het publiek beschikbaar waren. De situatie van ‘Airfield’ is dus identiek aan de Nederlandse situatie met de kabelexploitanten; en ook het handelen van de satellietpakket-aanbieders is identiek aan dat van de kabelexploitanten. Het HvJ EU merkt zelfs op (r.o. 75 e.v. van ‘Airfield’) dat hoewel het de omroeporganisaties zijn die de mededeling (dat wil zeggen, de omroepprogramma’s) in het systeem ‘invoeren’, het de satelliet-aanbieders zijn die er voor zorgen dat de verbinding met de abonnees tot stand komt (door het verschaffen van de codeersleutels en vervolgens de decodeer-apparatuur) : “Deze activiteit vormt een interventie zonder welke deze abonnees de uitgezonden werken niet kunnen bekijken of beluisteren hoewel zij in dat gebied wonen. Deze personen behoren dus tot het doelpubliek van de aanbieder van het satellietpakket zelf, waarbij deze aanbieder door zijn interventie in de betrokken mededeling per satelliet de beschermde werken toegankelijk maakt voor een publiek dat ruimer is dan het doelpubliek van de betrokken omroeporganisatie.” Het Hof voegt daar aan toe dat de aanbieder van het satellietpakket een zelfstandige dienst verricht en dat die aanbieder de programma’s groepeert tot een nieuw audio-visueel product; het is alleen de satelliet-aanbieder die over de inhoud van dit product beslist en niet de omroepen (r.o. 80 en 81). Het ‘doelpubliek’ van de omroepen is volgens het Hof dus niet een feitelijk publiek dat door die programma’s daadwerkelijk (voorafgaand) bereikt wordt, maar het theoretische publiek dat de omroepen zouden bereiken onafhankelijk van de interventie door de satelliet-aanbieders.
(...)
Het is onbegrijpelijk dat de Hoge Raad meende dat er geen pre-judiciële vragen aan het HvJ EU nodig waren. Niet alleen legt de Hoge Raad onbekommerd een Europees-rechtelijk begrip (‘doorgifte via de kabel’) uit aan de hand van een latere richtlijn, ook de wijze waarop de Hoge Raad het beroep van Norma op HvJ EU ‘Airfield’ afdoet is lijnrecht in tegenspraak met de letter en de strekking van ‘Airfield’. Door deze uitspraak van de Hoge Raad is dan ook niet te verwachten dat de kabelaars en de kunstenaars het alsnog snel met elkaar eens zullen worden. Het wachten is op een dappere lagere rechter die in een aanverwante procedure vragen van uitleg aan het HvJ EU zal stellen.

Erik de Vos is advocaat, en staat onder meer de Collectief Beheer Organisatie VEVAM bij; dit commentaar is echter geheel op eigen titel geschreven. Voor het hele commentaar: zie krachtblog.wordpress.com

IEF 13778

Brief regering: rechthebbenden mogen geen billijke vergoeding ontvangen voor kopie uit ongeoorloofde bron

Brief regering over arrest ACI Adam B.V. e.a. tegen De Thuiskopie, Kamerstukken II 2013-2014, 29 838, nr. 72.
Auteursrecht. Thuiskopie. AMvB. Het Hof van Justitie [IEF 13741] heeft uitsluitsel gegeven over het antwoord op de vraag of het maken van een privé-kopie uit een ongeoorloofde bron mag worden toegestaan. Het antwoord op die vraag luidt onmiskenbaar ontkennend: downloaden uit illegale bron is niet toegestaan. (...) Volgens het kabinet noopt het oordeel van het Hof van Justitie niet tot aanpassing van artikel 16c van de Auteurswet. (...)

Omdat het maken van een privé-kopie uit een ongeoorloofde bron niet onder de thuiskopie-uitzondering valt, mogen rechthebbenden ook niet door middel van een billijke vergoeding worden gecompenseerd voor de schade die zij ten gevolge van dat privé-kopiëren lijden. De geldende algemene maatregel van bestuur strekt er mede toe rechthebbenden daarvoor te compenseren. Die algemene maatregel van bestuur moet daarom zo spoedig mogelijk worden aangepast. Aan de SONT is gevraagd aan te geven welke vergoedingen passend zijn na het arrest van het Hof. De SONT doet onderzoek, maakt berekeningen en voert onderhandelingen. De SONT streeft ernaar dat nog voor de zomer af te ronden.

Tot die tijd blijft de algemene maatregel van bestuur van kracht. De algemene maatregel stelt in het voetspoor van de auteursrechtrichtlijn namelijk zeker dat rechthebbenden billijk worden gecompenseerd voor de schade die zij lijden ten gevolge van reproducties voor privégebruik uit wel geoorloofde, legale, bron.
IEF 13765

Kabinet stuurt brief over downloaden uit illegale bron

Uit het persbericht: Het maken van een privé-kopie uit een ongeoorloofde bron is niet langer toegestaan. Volgens het kabinet komt aan dit oordeel van het Hof van Justitie in de zaak ACI A’dam tegen Stichting de Thuiskopie onmiddellijke werking toe. De Auteurswet hoeft niet te worden aangepast, wel de Algemene Maatregel van Bestuur waarin de thuiskopieheffingen zijn geregeld op informatiedragers zoals smartphones, telefoons met mp-3 spelers, tablets en hdd-recorders.

Dit blijkt uit de brief van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie met een reactie op het arrest van het Hof van Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De brief wordt naar de Tweede Kamer verzonden.

De handhaving van het auteursrecht is eerst en vooral een privaatrechtelijke aangelegenheid, aldus het kabinet. Het wordt eenvoudiger websites aan te pakken die pretenderen enkel het downloaden uit illegale bron te faciliteren. Het groeiende legale aanbod op internet als gevolg van de uitspraak van het Hof van Justitie zal minder oneerlijke concurrentie ondervinden. De verwachting is gerechtvaardigd dat het legale aanbod voor consumenten daardoor verder zal verbeteren. Dat sluit aan bij de strekking van de speerpuntenbrief Auteursrecht 20@20 die het kabinet in april 2011 naar de Tweede Kamer stuurde met als doel het auteursrecht te moderniseren.

De Stichting onderhandelingen thuiskopievergoeding (SONT) is gevraagd aan te geven welke thuiskopieheffingen passend zijn na het arrest van het Hof van Justitie. De SONT brengt naar verwachting deze zomer advies uit. Op basis van het advies wordt de Algemene Maatregel van Bestuur aangepast, tot die tijd geldt de huidige regeling.

De thuiskopieheffingen zijn ingesteld als compensatie voor het nadeel dat rechthebbenden lijden als gevolg van het maken van kopieën voor eigen studie of gebruik van beschermde werken zoals muziek en films. Stichting de Thuiskopie int en verdeelt deze auteursrechtvergoedingen voor en aan rechthebbenden door middel van verdeelorganisaties.

IEF 13744

Actualiteitenlunch Recente IE-zaken uitgelicht

De Balie, Amsterdam, woensdag 23 april, 12.00 tot 14.00 uur. The Pirate Bay weer toegankelijk, hyperlinken en embedden toegestaan en niet meer betalen voor secundaire openbaarmaking; in drie recent gewezen arresten gaat het auteursrecht, zoals we dat kennen, op de schop. In twee uur tijd lichten Arnoud Engelfriet, Christiaan Alberdingk Thijm en Bas Le Poole de praktische toepassing van deze arresten toe.

Hier aanmelden

In Nederland werd The Pirate Bay blokkade opgeheven voor een aantal providers [IEF 13467], met andere providers is een (voorlopige) schikking getroffen. Volgens het Hof van Justitie EU staan grondrechten een websiteblokkade zonder precisering van de maatregelen niet in de weg [IEF 13690]. Wat zal het eindoordeel van de Hoge Raad worden, nu cassatie wordt overwogen?

Hyperlinken naar beschermde werken kan zonder toestemming [IEF 13540], maar onder welke omstandigheden? Is embedded linken nu wel of niet een toegestane handeling. Door de uitspraak in de zaak Svensson/Retriever lijkt iedere band met het auteursrecht doorbroken [IEF 13705]. Wat doet de meer recente jurisprudentie hiermee [IEF 13685]?

Ook de vergoeding voor het secundair openbaarmakingsrecht lijkt van de baan, het heruitzenden van programma's is niet (meer) gebonden aan een verplichte vergoeding [IEF 13696]. Heeft dit effect op de verdere (en vrije) verspreiding van radio- en televisieprogramma's via andere kanalen?

Deze cursus biedt verdieping en verbreding voor de specialist met voorkennis. Er is volop gelegenheid tot discussie.

Programma
11.45 - 12.00 Intekenen/lunch
12.00 - 12.40 Hof Den Haag The Pirate Bay-blokkade en opheffing, Arnoud Engelfriet, ICTRecht.
12.40 - 13.20 HvJ EU Svensson e.a./Retriever, Christiaan Alberdingk Thijm, bureau Brandeis.
13.20 - 14.00 HR Norma/NL Kabel, Bas Le Poole, Houthoff Buruma.


Er zijn 2 PO-punten toegekend door de Orde van Advocaten.

Locatie
De Balie, Kleine-Gartmanplantsoen 10 te Amsterdam. Klik hier voor adres, route en parkeren op 2 minuten loopafstand.

Kosten deelname
€ 225,00 per persoon,
€ 185,00 sponsors IE-Forum, en
€ 100,00 rechterlijke macht/wetenschap (fulltime).

Genoemde prijzen zijn excl. BTW, inclusief lunch, koffie, thee en documentatie. Komt u in aanmerking voor korting, selecteer de juiste prijs in het bestelformulier, uw factuur wordt direct toegezonden als bevestiging.

Hier aanmelden