Auteursrecht  

IEF 14679

Woordmerk FAME nietig en schrapping wordt bevolen

Hof van beroep Antwerpen 22 december 2014, IEF 14679 (FAME tegen DOLCE, voorheen ARKA-SOFT)
Merkenrecht. Kwader trouw. Auteursrecht en andere rechten heropening. Appellanten zijn restauranthouder en beeldmerkhouder van FAME. Geïntimeerde zijn merkhouder van Beneluxwoordmerk FAME en beeldmerk DOLCE. Merkenrecht. Krachtens artikel 2.28.3.a jo. 2.4 BVIE roepen de appellanten terecht (kwader trouw) de nietigheid van de inschrijving van het woordmerk FAME in. De schrapping wordt bevolen.

Auteursrecht op het concept FAME en het logo FAME (bestaande uit: reportages, foto's, logo's, lay-outs en vormgeving). Voor de tegenvorderingen van de appellanten voor zover gebaseerd op andere rechten (auteursrecht, handelsnaam, domeinnaam en oneerlijke handelspraktijken) dan het merkenrecht, heropent het hof de debatten (5.9 en 5.14)

Het hof...stelt het bestaan vast van inbreuken door de geïntimeerden op het woord- en beeldmerk "Fame. Passie voor de Belgische gastronomie. Passion pour la gastronomie belge", waarvan de eerste appellant de rechtmatige houder is, door het herhaalde gebruik van tekens FAME, Fame Magazine, DOLCE, Dolce Magazine, en "DOLCE. Passie voor de Belgische gastronomie" bij de publicaties van de magazines FAME MAGAZINE en DOLCE MAGAZINE, in briefwisseling en op drukwerk, op de websites www.famemagazine.be en dolcemagazine.be, ...

IEF 14675

Ex parte verbod artwork op koffer, en EU-verbod merk PIP

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 februari 2015, IEF 14675 (PIP studio tegen Action-remalux)
Uitspraak ingezonden door Laurens Kamp en Lars Bakers, Bingh advocaten. Ex parte. Het is voldoende aannemelijk dat Action onder het gemeenschapsmerk PIP gebruikt op een kaartje aan verhandelde koffers [klik afbeelding voor vergroting]. De voorzieningenrechter beveelt staking van merkinbreuk voor de gehele EU. Tevens is aannemelijk gemaakt dat zonder toestemming auteursrechtelijk beschermde artwork is gebruikt, de voorzieningenrechter beveelt staking in Nederland.

3.1. beveelt gerekwestreerden binnen een termijn van 18 uur na betekening van deze beschikking de in het verzoekschrift (...) omschreven inbreuk op het auteursrecht van PIP Studio in Nederland te staken en gestaakt te houden (...) van de (...) omschreven koffer voorzien van auteursrechtelijk beschermde artwork van PIP Studio (...)

3.2. beveelt gerekwestreerden binnen een termijn van 18 uur na betekening van deze beschikking iedere inbreuk op het Gemeenschapsmerk PIP van PIP Studio in de gehele Europese Unie te staken en gestaakt te houden, (...)
IEF 14673

Ex parte verbod voor handelaar illegale games en ombouwer Wii-consoles

Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 februari 2015, IEF 14673 (Stichting BREIN tegen Wii-ombouwer)
Uitspraak ingezonden door Bastiaan van Ramshorst, Stichting BREIN. Auteursrecht. Ex parte. Gerekwestreerde biedt via marktplaats.nl illegaal gekopieerde games aan in combinatie met omgebouwde NINTENDO Wii en Wii U-spelcomputers. De gigantische collectie van meer dan 300 recente en 900 oudere games. De ongeautoriseerde kopieën van games worden geleverd op een hard disk drive die met een USB-poort aan de computer wordt verbonden. Normaal kan een spelcomputer alleen spellen afspelen wanneer een originele game op een originele gameconsole wordt afgespeeld. De voorzieningenrechter beveelt staking van dit handelen binnen 24 uur na betekening.

19. Het zonder toestemming van de rechthebbenden kopiëren van een gamebestand op een geheugendrager geldt als een ongeautoriseerde verveelvoudiging. De verkoop en daarmee verspreiding van de hard disk drives met illegale games geldt als openbaarmaking.

21. Ook geldt de combinatie van het ter beschikking stellen van omgebouwde afspeelapparatuur tezamen met de digitale kopieën van games die op de omgebouwde spelcomputers kunnen worden gespeeld als (ongeautoriseerde) mededeling aan het publiek en dus als openbaarmaking (Vgl. HvJ EU 15 maart 2012, zaak inz. PPI/Ireland)
IEF 14662

Auteursrechtdebat: Verslag Plenair Debat ‘Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht’

Door Lotte Anemaet, , VU Amsterdam/hoofdredacteur Auteursrechtdebat. Thema: Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht. Ingewikkeld, complex, moeilijk. Dat is de kwestie die vorige week dinsdag in de Tweede Kamer ter tafel lag. Je kan jurist zijn, maar het intellectuele eigendom is toch een vak apart, verzuchtte staatssecretaris Teeven. ‘Er zijn maar weinig wetsvoorstellen die ik op een zondag bekijk om dan op dinsdagavond te besluiten om er nog eens naar te kijken, omdat ik het nog niet helemaal snap.’ Ook mevrouw Helder (PVV) kon dit beamen. Na eerst de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten erbij te hebben gepakt, begon het haar te duizelen, vertrouwde ze de Tweede Kamer toe. Al die wetten gaven haar het gevoel door de bomen het bos niet meer te zien. Of was het nu door het bos de bomen niet meer kunnen zien? Mevrouw Helder concludeerde dan ook dat de makers wel iets beters hebben te doen dan zich bezig te houden met deze juridische haarkloverij1.

Inhoud Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht
Het belang van dit plenair debat was duidelijk: bescherming moet worden geboden aan de maker die het juridisch gezien meestal moet afleggen tegen de machtige exploitant. Zijn positie moet drastisch worden verstevigd. Zoals mevrouw Helder het mooi verwoordde: ‘Je kunt het een beetje vergelijken met de situatie van de goedwillende burger die één keer per jaar de noodzakelijke belastingaangifteformulieren invult. Die is geen partij tegenover de Belastingdienst met al zijn expertise.’ Deze kloof tussen de verschillende machtsposities wil de Tweede Kamer verkleinen met het Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht. Zo krijgt de maker een recht op een billijke vergoeding voor het verlenen van zijn exploitatiebevoegdheid en kan hij een hogere vergoeding krijgen voor zijn werk indien het een onverwacht succes blijkt te zijn (bestsellerbepaling). Ook kan de maker zijn recht terugkrijgen als de exploitant nalaat zijn werk te exploiteren (non-usus-bepaling). Onredelijke bepalingen zijn vernietigbaar en er is een nieuwe regeling voor het filmauteurscontractenrecht in het leven geroepen. Alle makers krijgen een billijke vergoeding van de producent (wegens vermoeden van overdracht); alhoewel drie makers daarnaast nog een extraatje krijgen: de scenarioschrijver, regisseur en de hoofdrolacteurs hebben via hun collectieve beheersorganisatie ook recht op een proportionele, omzetgerelateerde vergoeding van de exploitant waarmee de producent contracteert. Verder biedt de wet een grondslag voor een geschillencommissie waar makers op een laagdrempelige wijze naar toe kunnen stappen ingeval van problemen.

Algemene gang van zaken

Het debat in de Tweede Kamer verliep rustig en de stemming was positief. Een Teeven die de Kamer toevertrouwt dat hij de James Bond film wel zestien keer heeft gekeken en de film nog steeds leuk vindt, pennen die worden geronseld bij de voorzitter, konden de pret niet drukken. Er was bij alle fracties (de CDA was echter afwezig in de Kamer) waardering voor het wetsvoorstel2. Alle partijen waren het erover eens dat er iets moet gebeuren aan de zwakke onderhandelingspositie van de maker. Toch kon de heer Verhoeven (D66) het niet laten te dreigen met zijn recht op amendering en de mogelijkheid de zo felbegeerde deal tussen RODAP (producenten, omroepen en distributeurs) en PAM (rechtenorganisaties voor filmmakers en auteurs) te verstoren. Het bleek uiteindelijk bij die dreiging te blijven. De constructieve houding van alle partijen (dus ook D66) in de tweede termijn was dan ook ontnuchterend te noemen. De fracties waren alom positief en hadden slechts kleine opmerkingen. De vier moties die uiteindelijk werden ingediend, konden allemaal door de staatsecretaris als ondersteuning van zijn beleid worden gezien. Dit blijkt ook uit het vervolg dat aan dit plenair debat is gegeven. De Tweede Kamer heeft namelijk afgelopen donderdag ingestemd met dit wetsvoorstel. Indien de Eerste Kamer tijdig de behandeling van het wetsvoorstel afrondt, kan de wetswijziging al op 1 juli 2015 ingaan. Afgesproken is dat het wetsvoorstel 2,5 jaar na invoering tussentijds zal worden geëvalueerd en 5 jaar na invoering grondig zal worden geëvalueerd en loopt daarmee in de lijn met de looptijd van de overeenkomst tussen RODAP en PAM.

Reikwijdte
De volgende punten kwamen tijdens het plenair debat aan de orde. Natuurlijk werd het radiomodel weer besproken in de Kamer – het favoriete onderwerp van de heer Verhoeven – maar de staatssecretaris Teeven moest concluderen dat zijn idee voor een ‘radiomodel light’ voor films niet echt gaat werken. De Kamer vroeg daarnaast verduidelijking over de reikwijdte van het auteurscontractenrecht. Afgevraagd werd waarom alleen de scenarioschrijver, de regisseur en de hoofdrolacteurs een recht hebben op de proportionele vergoeding, terwijl in een vorige versie van het wetsvoorstel de kring van personen veel groter was. De heer Verhoeven wees er verder op dat hij zich zorgen maakte over het mogelijkerwijs blind volgen van wat de ‘auteursrechtpolder’ voorschrijft. ‘Er zijn namelijk ook groepen mensen die niet zijn aangesloten bij auteursrechtorganisaties. Die zijn echter wel aangesloten bij de democratie van Nederland.’ De staatssecretaris benadrukte dat de keuze vanuit juridisch en praktisch oogpunt is gemaakt. Een uitbreiding van het aantal rechthebbenden op de proportionele vergoeding kan ertoe leiden dat de onderhandelingen helemaal opnieuw moeten worden gevoerd. Dit zou onwenselijk zijn nu er eindelijk een goed akkoord is bereikt tussen RODAP en PAM. Daarnaast moet het wetsvoorstel wel uitvoerbaar blijken. Ook is aangesloten bij artikel 2 Richtlijn 2011/77 en artikel 40 Auteurswet. Verder benadrukte de staatssecretaris dat niet moet worden vergeten dat op een billijke vergoeding wel alle makers recht hebben. De heer Verhoeven verzocht daarom de regering in de afgesproken evaluatie met name ook de niet bij het akkoord betrokken partijen te betrekken, dat door de staatssecretaris was toegezegd. Daarnaast werden vragen gesteld over het fictief makerschap en het niet van toepassing zijn van het wetsvoorstel op overeenkomsten waarop het BVIE van toepassing is (zoals bij een logo) en op overeenkomsten die de verlening van de exploitatiebevoegdheid ten aanzien van het auteursrecht van de maker aan een wederpartij niet tot hoofddoel heeft, zoals het plaatsen van foto’s op Facebook. De staatssecretaris benadrukte dat het uitbreiden van het toepassingbereik in strijd zou zijn met het BVIE. Daarnaast is extra bescherming voor fictieve makers veelal niet nodig, denk aan bijvoorbeeld fictieve makers als Shell. Ook is er geen goed criterium te bedenken welke fictieve makers dan wel in aanmerking zouden moeten komen. De rechter is de geschikte persoon om per concreet geval via reflexwerking de omstandigheden te wegen. Wat betreft de vragen over Facebook moet het onderzoek door het College bescherming persoonsgegevens worden afgewacht.

Geschillencommissie
Een verder aandachtspunt was de totstandkoming van de geschillencommissie. Via twee moties is de staatssecretaris verzocht om ervoor te zorgen dat de geschillencommissie tot stand komt en zo nodig wordt aangewezen. Staatssecretaris Teeven wees erop dat de wet al een aansporing en een grondslag biedt voor het instellen van een geschillencommissie. Nu het Platform Makers en het Platform Creatieve Media Industrie inmiddels concrete stappen hebben gezet in die richting en er bijna uit zijn, heeft de staatssecretaris het vertrouwen dat er ook daadwerkelijk een laagdrempelige geschillencommissie gaat komen.

Vaststelling tarieven billijke vergoeding
Ten slotte vroeg mevrouw Oosenbrug (PvdA) zich af waarom er geen uitzondering op het mededingingsrecht voor tariefafspraken in de wet wordt opgenomen, zoals in Duitsland het geval is. Een dergelijke uitzondering zou echter volgens de staatssecretaris juist tot rechtsonzekerheid leiden voor partijen, omdat deze prijsafspraken mogelijkerwijs in strijd zijn met het Europese mededingingsrecht. Daarnaast is een dergelijke uitzondering helemaal niet nodig om het gestelde doel te bereiken. Tevens is er nog nooit gebruikt gemaakt van deze uitzondering in Duitsland. Daarnaast werd aangekaart dat het erg belangrijk is voor de rechten en de bestaanszekerheid van makers om de tarieven voor de billijke vergoeding vast te stellen. Om dit belang te onderstrepen heeft de heer Van Dijk (SP) ten slotte de regering verzocht te stimuleren dat exploitanten en makers in de verschillende sectoren zo spoedig mogelijk met elkaar in onderhandeling treden ter vaststelling van tarieven.

Conclusie
Ondanks dat het Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht zo ingewikkeld is, is de Tweede Kamer er goed in geslaagd zich door deze materie heen te worstelen. En met resultaat. Na jarenlang getouwtrek ligt een instemming van de Tweede Kamer klaar. Nu alleen nog wachten op de vaststelling in de Eerste Kamer. Of het wetsvoorstel daadwerkelijk de maker in de praktijk gaat helpen, moet nog worden afgewacht. De evaluaties zullen dat moeten uitwijzen.

Lotte Anemaet

1) Dit doet mij enigszins denken aan de slogan ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’ van de Belastingdienst; deze welbekende slogan kreeg tijdens het jaarlijkse IE-diner een opvallende wending in een van de tafelspeeches die avond d.d. 29 januari 2015. 2) Het amendement Taverne over open access voor wetenschappelijke tijdschriftartikelen kwam nauwelijks aan de orde.

IEF 14659

De "gereedschapskist" bestaande uit de bibliotheek met blocks is gebruikt

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 13 februari 2015, IEF 14659 (Azbil Telstar tegen Medexs werknemers)
Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht en Eelkje van de Kuilen, AKD. Staking auteursrechtinbreuk beschermde blocks van Telstar, rectificatie in twee vakbladen en op website, en afschrift van bescheiden (offertes, opdrachten en facturen ex 843a Rv.

De werknemers hebben aangevoerd dat zij geen vertrouwelijke informatie van Telstar hebben meegenomen of gebruikt. Dat is ook niet nodig, G&A opereert al minimaal acht jaar in dezelfde markt, ontvangt dezelfde aanvragen en heeft met Telstar samengewerkt. De AutoCAD-bestanden, blocks en de bijbehorende blocknamen van Telstar zijn auteursrechtelijk beschermd. Medexs heeft als het ware de "gereedschapskist" bestaande uit de bibliotheek met blocks van Telstar gebruikt. Dat de grafische weergave in hoge mate gestandaardiseerd is, is slechts onderbouwd op het gebruik van kleur en arcering, maar niet op de vormgeving van de blocks. Een deel van de gevorderde bescheiden moet worden verstrekt.

4.7. (...) Met betrekking tot de niet op de lijst voorkomende projecten (met uitzondering van het project NKI) zal de vordering dan ook worden afgewezen.

4.8. De vordering kan evenmin slagen voor vat betreft de vijf projecten die we voorkomen op bovenbedoelde lijst en het project NKI. Toewijzing van deze vordering zou, voor zover deze projecten worden uitgevoerd door Medexs en nog niet zijn afgerond, betekenen dat Medexs wanprestatie zou moeten plegen jegens haar opdrachtgevers. Het is aannemelijk dat hieruit aanzienlijke schadeclaims van de opdrachtgevers zullen voortvloeien. Voorts is aannernelijk dat de projecten stil zullen komen te liggen en dat de opdrachtgevers, voornamelijk ziekenhuizen, opnieuw met andere partijen zullen moeten contacteren. Het belang van Telstar bij toewijzing van het verbod, bestaande uit het beperken van mogelijke verdere schade, weegt naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter daarom niet op tegen de belangen van Medexs, haar (mogelijke) opdrachtgevers en het maatschappelijke belang bij afwijzing daarvan.

4.11. Telstar heeft betoogd dat de tekeningen en blocks aan deze maatstaf voldoen, daartoe stellende dat haar vrije en creatieve keuzes onder meer zijn terug te vinden in (a) de keuzes voor kleuren van lijnen en afmetingen, (b) de architectonische keuzes voor de inrichting en vormgeving van de plenums (zeshoek, (c) de keuze voor grafische symbolen om bepaalde elementen en blocks uit de tekeningen uit te beelden (zoals het D-profile) en de namen en locatie ervan en (d) de opmaak van de tekeningen, meer in het bijzonder de vormgeving en indeling van vakken waarin project- en bestandgegevens zijn opgenomen en waarin wijzigingen in de tekeningen worden gedocumenteerd.

4.17. De (voorlopige) conclusie uit het voorgaande is dat de blocks en de bijbehorende blocknamen van Telstar auteursrechtelijk zijn beschermd. Niet in geschil is dat Medexs in haar tekeningen c.q. AutoCad-bestanden voor bovengenoemde projecten de onder 2.16 genoemde blocks met bijbehorende blocknamen van Telstar geheel heeft overgenomen. Medexs heeft als het ware de "gereedschapskist" bestaande uit de bibliotheek met blocks van Telstar gebruikt. (...) Dat de tekeningen die Medex met behulp van deze blocks op onderdelen afwijken van de tekeningen van Telstar, zoals Medexs (...) heeft gesteld, doet daar niet aan af.
IEF 14657

Provider moet data in the cloud aan curatoren geven

Rechtbank Oost-Brabant 13 februari 2015, IEF 14656; ECLI:NL:RBOBR:2015:763 (curator tegen Detron en Phoenix)
Faillissement. Data. Toegangsrechten. IT. Failliet probeert (via stromannen en andere entiteiten) curatoren te dwarsbomen in de uitvoering van hun wettelijke taak. Gebod aan de provider om data in the cloud aan curatoren ter beschikking te stellen door de digitale omgeving zodanig te herstellen dat de provider aan curatoren via het Citrix portal door middel van “alleen lezen”-rechten toegang verleent tot de via een derde bij de provider gehoste concerndata onder de voorwaarde dat curatoren aan de provider een redelijke vergoeding betalen voor de werkzaamheden zij in dit verband moet maken.

De derde die de overeenkomst met de provider heeft gesloten wordt op straffe van een dwangsom verboden enige handeling te verrichten waardoor de jegens de provider uitgesproken veroordeling wordt belemmerd.

4.7. Vooropgesteld wordt dat curatoren buiten de discussie staan die tussen Phoenix en de [naam 1] Groep gevoerd wordt over de voorwaarden waaronder de contracten met Detron overgaan op de [naam 1] Groep, waaronder [naam 1] Group B.V. Deze (contracts)partijen kunnen voorwaarden opgenomen in hun overeenkomsten niet aan curatoren tegenwerpen omdat curatoren een zelfstandig wettelijk recht hebben op toegang tot en inzage in data die voor de uitoefening van hun taak van belang zijn.

4.8. De voorzieningenrechter zal daarom Detron gelasten binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de digitale omgeving zodanig te herstellen dat aan de curatoren via het Citrix portal door middel van “alleen lezen”-rechten toegang wordt verleend tot de data die via Phoenix wordt althans, tot voor kort, werd gehost en dat onder de voorwaarde dat curatoren (gelijk zij ook hebben aangeboden) aan Detron een redelijke vergoeding betalen voor de werkzaamheden die Detron in dit verband moet maken. De voorzieningenrechter zal Phoenix verbieden enige handeling te verrichten waardoor de jegens Detron uit te spreken veroordeling wordt belemmerd en zal aan dit gebod een dwangsom verbinden zoals door curatoren is gevorderd.

IEF 14653

Tweede Kamer steunt wetsvoorstel auteurscontractenrecht

Uit het nieuwsbericht: De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven dat de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kustenaars ten opzichte van hun exploitanten versterkt. Zij zijn bij deze overeenkomsten met exploitanten (zoals uitgevers en platenmaatschappijen) vaak de zwakkere partij. Daarom versterkt de staatssecretaris hun positie.

Zo krijgt de maker een recht op een billijke vergoeding voor het verlenen van exploitatiebevoegdheid. Daarnaast moet de maker een hogere vergoeding kunnen claimen als zijn werk een onverwacht groot succes blijkt te zijn. Dat is het geval als de oorspronkelijk overeengekomen vergoeding in geen enkele verhouding meer staat tot de opbrengst voor de exploitant. De zogeheten bestsellerbepaling.

Als de exploitant nalaat te exploiteren, kan de maker zijn recht terugkrijgen (use-it-or-lose-it-bepaling). Verder kunnen onredelijke bepalingen in exploitatiecontracten worden vernietigd. Daarbij kan worden gedacht aan bepalingen die de maker verplichten om het auteursrecht op al zijn toekomstige werken aan een en dezelfde uitgever over te dragen.

Verder is er een nieuwe regeling voor het filmauteurscontractenrecht voorgesteld. Alle makers krijgen een billijke vergoeding van de producent. Scenarioschrijvers, regisseurs en de hoofdrolacteurs hebben via hun collectieve beheersorganisatie ook nog recht op een extra proportionele vergoeding van de exploitant waarmee de producent contracteert. De rechtenorganisaties van deze makers (verenigd in PAM) en de omroepen, producenten en distributeurs (verenigd in Rodap) sloten deze week vooruitlopend op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel hierover al een overeenkomst.

Tot slot bevat de wet een grondslag voor een geschillencommissie. Bij problemen tussen makers en exploitanten lijken makers er voor terug te schrikken naar de rechter te stappen. Een efficiënte en laagdrempelige geschillencommissie kan hier een oplossing bieden. Naast individuele makers kunnen ook verenigingen van makers geschillen aan de commissie voorleggen.

IEF 14651

VVD heeft het volste vertrouwen in het Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht

Door Jeroen van Wijngaarden, Kamerlid VVD-fractie. Thema: Wetsvoorstel AuteurscontractenrechtReactie op het plenair debat afgelopen dinsdag 10 februari 2015 over het ‘Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht':

'De inzet van de VVD was gericht op een auteursrecht dat zorgt dat werk loont voor makers. Ik heb namens de VVD een evaluatie gevraagd om scherp te blijven volgen of dat ook gaat gebeuren. Vanuit vele makers is er positief gereageerd op dit wetsvoorstel, dus ik heb het vertrouwen dat makers met dit nieuwe stelsel beter voor hun rechten op kunnen komen.'

IEF 14650

Betwiste feitencomplexen over software-auteursrechten, niet voor KG geschikt

Vzr. Rechtbank Limburg 22 december 2014, IEF 14650; ECLI:NL:RBLIM:2014:11173 (Katoomba tegen Voorzorg c.s. en Mosadex)
Auteursrecht. Bewijs. Katoomba vordert verlenen van gebruiksrechten aan derde partijen op en toegang tot programmatuur waarvan Katoomba het auteursrecht heeft, waaronder DPS Programmatuur. Aangezien er een feitencomplexen over en weer wordt betwist zonder nadere bewijsvoering, die ontbreekt, en zonder deskundige expertise en advisering van de voorzieningenrechter, leent de behandeling zich niet voor inhoudelijke beoordeling in kort geding en worden de vorderingen afgewezen.

4.9. De voorzieningenrechter is in het onderhavige geval van oordeel dat partijen over en weer op de door de ander(en) ter zitting als belangrijkste pijlers van hun respectievelijke vorderingen gepresenteerde feitencomplexen - namelijk:
- aan de zijde van Katoomba: Vici heeft in 2014 aan Katoomba het auteursrecht op DPS softwareprogrammatuur overgedragen in 2014 (1); Voorzorg B.V. zat vast aan een schriftelijke licentieovereenkomst met Vici uit 2009 en aan Fenit voorwaarden/ICT-Office voorwaarden (2); Voorzorg BV heeft in strijd met die overeenkomst (met behulp van Mosadex) de programmatuur aan Voorzorg Limited ter beschikking gesteld (3) en Voorzorg Limited heeft die programmatuur gebruikt/gebruikt die programmatuur (4);
- aan de zijde van Mosadex c.s.: Vici mocht onderhoud, support en verdere ontwikkeling op DPS programmatuur niet opzeggen, zoals zij heeft gedaan en Vici heeft onderhoud, support en doorontwikkeling CFS programmatuur nooit opgezegd (1); Katoomba is niet auteursrechthebbende (2); Katoomba biedt geen adequaat onderhoud, support en doorontwikkeling voor DPS en CFS en dat heeft grote schadelijke gevolgen voor Mosadex c.s. (3); Mosadex c.s. hebben jegens Katoomba recht en belang bij levering van broncode van programmatuur (4),
uitdrukkelijk en onderbouwd verweer hebben gevoerd en daarbij de juistheid van de feitelijke en juridische stellingen gemotiveerd hebben betwist, zodat het zonder nadere bewijsvoering, die ontbreekt en die in kort geding niet aan de orde is, en zonder deskundige expertise en advisering van de voorzieningenrechter, die in kort geding evenmin voorhanden is, niet mogelijk is om alle voor een oordeel relevante noodzakelijke feiten vast te stellen.

4.10.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de zaak zich derhalve niet leent voor inhoudelijke beoordeling in kort geding en hij zal om die reden de vorderingen over en weer afwijzen.
IEF 14648

Essentiële bijdrage geleverd in openbaarmaken muziek tijdens ParkCity en Schlagerfestival

Rechtbank Limburg 11 februari 2015, IEF 14648 (Vereniging BUMA tegen Stichting ParkCity Live)
Uitspraak ingezonden door Jasmin van Eenenaam, Buma Stemra. Auteursrecht. Muziek. Tijdens ParkCity Live 2012 en Schlagerfestival 2011 en 2012 zijn muziekwerken opgevoerd zonder een licentieovereenkomst. Het organiseren van muziekevenementen kan wordt aangemerkt als 'openbaar maken'. Volgens de KvK-inschrijving, de subsidiebeschikking en vergunningen en ontheffingen staat vast dat de Stichting als organisator een essentiële bijdrage heeft geleverd in het openbaarmaken. De rechtbank verbiedt om zonder voorafgaande toestemming van Buma evenementen te organiseren waarbij een muziekwerk behoren tot het door Buma beheerde repertoir ten gehore wordt gebracht.

4.2. (...) De curator heeft ten aanzien van het gevorderde onder 1. dadelijk in de eis ingestemd, maar voor wat betreft de gevorderde dwangsom aangevoerd dat er ambtshalve schorsing dient plaats omdat dit ziet op voldoende van een vordering uit de boedel.

4.3. De Rechtbank is van oordeel dat voor zover onderdeel 1. van de vordering is gericht tegen de curator, het gevorderde verbod toewijsbaar is. Daar is immers geen inhoudelijk verweer tegen gevoerd. De rechtbank ziet echter onvoldoende aanleiding aan dat verbod een dwangsom te verbinden, mede gelet op artikel 611e Rv.

4.8. (...) De rechtbank stelt vast dat het Stichting niet heeft betwist dat blijkens het handelsregister tot haar activiteiten tevens behoort het "initiëren van een jaarlijks terugkerend cultureel openlucht popmuziekevenement in Parkstad." (...) Voorts heeft de gemeente Heerlen aan de Stichting diverse vergunningen en ontheffingen verleend. De rechtbank komt op grond daarvan tot de conclusie dat Stichting het evenement (mede) georganiseerd heeft en met voornoemde onbetwiste handelingen als organisator een essentiële bijdrage geleverd heeft in het openbaar maken van muziekwerken die behoren tot het Buma-repertoire.