Auteursrecht  

IEF 18526

Geloofwaardigheid gedaagde in geding bij inbreuk auteursrecht foto

Hof Den Haag 11 jun 2019, IEF 18526; ECLI:NL:GHSHE:2019:2115 (Obscura tegen ID & Concept Styling), https://delex.nl/artikelen/geloofwaardigheid-gedaagde-in-geding-bij-inbreuk-auteursrecht-foto

Hof 's-Hertogenbosch 11 juni 2019, IEF 18526, RB 3323; ECLI:NL:GHSHE:2019:2115 (Obscura tegen ID & Concept Styling) Deze zaak gaat over inbreuk op auteursrecht op foto’s. De rechthebbende stelt dat de foto’s in 2011 korte tijd op de website van de gedaagde hebben gestaan en, na een sommatie van de rechthebbende, weer zijn verwijderd. De gedaagde betwist dat de foto’s ooit op haar website hebben gestaan. De stellingen van partijen over de feiten en de door partijen overgelegde bewijsmiddelen, met name verklaringen van getuigen, staan lijnrecht tegenover elkaar. De zaak spitst zich toe op de vraag of partijen hebben voldaan aan hun verplichtingen ingevolge art. 21 Rv. Ten aanzien van gedaagde wordt geconcludeerd dat de geloofwaardigheid van haar stellingen ernstig in het geding is. Het verweer van gedaagde kan niet langer als voldoende onderbouwd worden beschouwd.

IEF 18511

Prejudiciële vragen aan HvJ EU: verricht exploitant Usenetdiensten mededeling aan publiek?

Hoge Raad 7 jun 2019, IEF 18511; ECLI:NL:HR:2019:849 (Stichting Brein tegen News-Service Europe), https://delex.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-aan-hvj-eu-verricht-exploitant-usenetdiensten-mededeling-aan-publiek

Hoge Raad 7 juni 2019, IEF 18511, IT 2792, IEFbe 2896; ECLI:NL:HR:2019:849 (Stichting Brein tegen News-Service Europe) Auteursrecht. Vervolg op eerdere uitspraak Hoge Raad [IEF 18372], en [IEF 16425]. Partijen reageerden schriftelijk op vragen die waren voorgelegd, maar ook opmerkingen gemaakt over feiten en omstandigheden die de Hoge Raad in cassatie als vaststaand in het arrest heeft vermeld. De door de advocaten gemaakte opmerkingen geven aanleiding tot het schrappen van twee passages.

IEF 18508

Foto anoniem tarief niet toegewezen nu niet is weersproken dat licentie ook goedkoper kan worden aangeschaft

Rechtbanken 16 mei 2019, IEF 18508; ECLI:NL:RBROT:2019:4259 (Visions tegen X), https://delex.nl/artikelen/foto-anoniem-tarief-niet-toegewezen-nu-niet-is-weersproken-dat-licentie-ook-goedkoper-kan-worden-aan

Ktr. Rechtbank Rotterdam 16 mei 2019, IEF 18508; ECLI:NL:RBROT:2019:4259 (Visions tegen X) Auteursrecht. Inbreuk. Foto anoniem tarief niet toegepast. Visions beheert en exploiteert auteursrechten van fotografen. X heeft op zijn website een foto geplaatst waarvan de auteursrechten bij Visions berusten. Permission Machine heeft geconstateerd dat X een foto van Visions zonder toestemming op zijn website had staan, en hierop gelegenheid geboden alsnog een licentie te kopen. X is hier niet op ingegaan, maar heeft wel de foto verwijderd. Hierop vordert Visions voor de rechter een bedrag aan gederfde licentievergoeding, gebaseerd op de foto anoniem tarieven. X betwist niet de inbreuk, maar enkel de prijs van de licentievergoeding. Het door Permission Machine op 7 juni 2017 gedane voorstel aan X tot betaling van een bedrag van € 175,- aan schadevergoeding doet naar het oordeel van de kantonrechter schattenderwijs afdoende recht aan de door Visions geleden schade. Er wordt niet uitgegaan van de tarieven van Stichting Foto Anoniem nu door Visions niet is weersproken dat foto’s tegen een lager tarief gekocht kunnen worden. Omdat er geen sprake was van toestemming, is het wel redelijk om een verhoging van 0,5 op de gederfde licentievergoeding te hanteren.

IEF 18502

Bevoegd tot kennisname vorderingen Netmedia en Sparta Solutions

Rechtbank Den Haag 29 mei 2019, IEF 18502; ECLI:NL:RBDHA:2019:5482 (Online Publisher tegen Netmedia), https://delex.nl/artikelen/bevoegd-tot-kennisname-vorderingen-netmedia-en-sparta-solutions

Rechtbank Den Haag, 29 mei 2019, IEF 18502, IEFbe 2892; ECLI:NL:RBDHA:2019:5482 (Online Publisher tegen Netmedia) Merkenrecht. Auteursrecht. Bevoegdheidsincident. België. Online Publisher is houdster van de Benelux-merken ‘het publ.sh-merk en de BX-merken’ en voert ‘Wepublish’ als één van haar handelsnamen. Online Publisher had een samenwerking met Netmedia. Netmedia maakt gebruik van tekens die overeenstemmen met BX-merken. Online Publisher stelt dat Netmedia inbreuk maakt op haar auteursrechten en handelsnaamrechten. Netmedia heeft Online Publisher gedagvaard voor de Belgische rechter en vordert onder meer onbevoegheid van de rechtbank. Online Publisher voert onder meer aan dat Netmedia niet bij alle facturen (dezelfde) voorwaarden heeft gevoegd en dat er geen sprake zou zijn van stilzwijgende aanvaarding van de algemene voorwaarden. Netmedia slaagt er niet in toe te lichten dat de voorwaarden ook zien op de samenwerking als zodanig, op de afwikkeling daarvan of op onrechtmatig handelen na afloop van die samenwerking. Beslissing in hoofdzaak wordt verwezen naar de rol.

3.2.1. Netmedia hanteert algemene voorwaarden, die zij bij de door haar aan Online Publisher verzonden facturen heeft gevoegd. Online Publisher heeft de algemene voorwaarden naar Belgische recht (stilzwijgend) aanvaard door de aan haar gezonden facturen zonder voorbehoud te betalen.

3.2.2. De aldus toepasselijke algemene voorwaarden bevatten een forumkeuzebeding:
"Onderhavige transactie wordt beheerst door Belgisch recht. In geval van betwisting zullen de rechtbank van Hasselt (België) exclusief bevoegd zijn (…)."
Dit beding brengt mee dat de Belgische rechter exclusief bevoegd is om van alle vorderingen tussen partijen kennis te nemen. Dit geldt ook voor geschillen die direct of indirect voortvloeien uit de samenwerking tussen partijen.

3.3.3. Bevoegdheid ten aanzien van alle gedaagden is gegeven omdat het onrechtmatig handelen onder ander bestaat uit uitingen op websites die zich mede op Nederland waaronder begrepen het arrondissement Den Haag. Ten aanzien van de merkinbreuk is de rechtbank bevoegd op grond van art. 4.6 BVIE.

4.3. In de zaak tussen Netmedia en Online Publisher kan in het midden blijven of de bedoelde algemene voorwaarden met forumkeuzebeding van toepassing zijn geworden, omdat het subsidiaire verweer van Online Publisher doel treft: de algemene voorwaarden – die uitsluitend zijn toegezonden op de achterkant van door Netmedia een Online Publisher toegezonden facturen – kunnen, zo al overeengekomen, naar het oordeel van de rechtbank uitsluitend betrekking hebben op de betaling van de facturen en in dat verband gerezen geschillen, en niet op de geschillen die in deze zaak aan de orde zijn. Het door Netmedia c.s. ingeroepen beding ziet immers uitsluitend op “Onderhavige transactie” (zie 3.2.2). Dit moet aldus worden begrepen dat de voorwaarden uitsluitend zijn bedoeld te gelden met betrekking tot (de afwikkeling van de betaling van) de factuur waarbij de voorwaarden gevoegd zijn. De stelling dat de voorwaarden ook zien op de samenwerking als zodanig dan wel op de afwikkeling daarvan dan wel op onrechtmatig handelen na afloop van die samenwerking, heeft Netmedia c.s. op geen enkele wijze toegelicht. Ook de stukken bieden daartoe geen aanknopingspunt. Integendeel: voor de samenwerking zijn, naar Online Publisher aanvoert en Netmedia c.s. niet heeft betwist, aparte ‘spelregels’ overeengekomen in oktober 2014. Niet valt in te zien hoe de later toegezonden verschillende sets algemene voorwaarden daar onderdeel van zijn gaan uitmaken.

4.4. Gelet op het voorgaande is geen sprake van een uitdrukkelijk afwijkende overeenkomst in de zin van art. 4.6 BVIE met betrekking de bevoegdheid ten aanzien van de gestelde inbreuk op de BX-merken. Ook heeft Netmedia c.s. onvoldoende gesteld om te kunnen aannemen dat partijen een gerecht van een lidstaat exclusief hebben aangewezen (als bedoeld in art. 25 Brussel I bis-Vo) voor de kennisneming van de vorderingen die hier voorliggen, die alle verband houden met de afwikkeling van de samenwerking waarvoor de spelregels overeengekomen zijn. Ook anderszins is niet gebleken dat het forumkeuzebeding voor die rechtsbetrekking geldt.

IEF 18491

Debat over Europees uploadfilter

YouTube-serie De snijtafel (VPRO) gaat offline! Debatcentrum De Balie in Amsterdam organiseert elke eerste donderdag van de maand een feestelijke première van de nieuwe aflevering met aansluitend debat. We gaan verder waar de aflevering normaal gesproken stopt en nodigen een deskundig duo uit om de besneden bron te verdedigen en gaan in discussie met de zaal.

IEF 18490

Calvin Klein maakt geen inbreuk op IE-rechten Diesel

Rechtbanken 27 mei 2019, IEF 18490; ECLI:NL:RBDHA:2019:5189 (Diesel tegen Calvin Klein), https://delex.nl/artikelen/calvin-klein-maakt-geen-inbreuk-op-ie-rechten-diesel

Rechtbank Den Haag 22 mei 2019, IEF 18490, IEFbe 2889; ECLI:NL:RBDHA:2019:5189 (Diesel tegen Calvin Klein) Merkenrecht. Auteursrecht. Vernietiging inschrijving. Inbreuk. Diesel is een onderneming die zich bezig houdt met casual kleding, waaronder jeans. In hun collecties zit standaard het 5-pocketmodel. Bij dit model wordt op de zogenoemde ‘coin pocket’ een label met woord-/beeldmerk van Diesel aangebracht (hierna: het positiemerk). Calvin Klein is eveneens een modeconcern dat jeans voorziet van een label op de coin pocket. Diesel stelt dat dit een inbreuk is op haar merk- en auteursrechten. In reconventie vordert Calvin Klein nietigverklaring van het positiemerk. Deze vordering slaagt nu het positiemerk van huis uit het vereiste onderscheidend vermogen mist, en ook inburgering niet overtuigend bewezen kan worden. Voor zover de plaatsing van het merk als een 'werk' in de zin van de auteurswet moet worden aangemerkt, zijn er te veel verschillen om te kunnen spreken van overeenstemmende totaalindrukken. De vorderingen van Diesel worden dus afgewezen. Het positiemerk wordt nietig verklaard, en Diesel wordt veroordeeld in de proceskosten.

IEF 18489

Registratiedossier geneesmiddel is geen databank

Rechtbank Midden-Nederland 14 mei 2019, IEF 18489; ECLI:NL:RBMNE:2019:2221 (X tegen CBG), https://delex.nl/artikelen/registratiedossier-geneesmiddel-is-geen-databank

Rechtbank Midden-Nederland 14 mei 2019, IEF 18489, LS&R 1711; ECLI:NL:RBMNE:2019:2221 (X tegen CBG) Wob. Auteurswet. Geneesmiddelenwet. Databankenwet. Derde-partij heeft verweerder verzocht om openbaarmaking van het registratiedossier van geneesmiddel Y. Eiseres verzet zich hiertegen en voert aan dat verweerder openbaarmaking van het registratiedossier integraal had moeten weigeren, omdat er rechten van intellectuele eigendom op rusten en Auteurswet (Aw), Databankenwet (Dw) en Geneesmiddelenwet (Gmw) een uitputtende openbaarmakingsregeling bevatten die aan openbaarmaking op grond van de Wob in de weg staan. De Geneesmiddelenwet en Auteurswet bevatten geen uitputtende openbaarmakingsregeling. Het registratiedossier is geen databank. CBG heeft artikel 10, lid 2, g, van de Wob juist toegepast door alleen de wetenschappelijke conclusies van de vergunninghouder in het registratiedossier bij de aanvraag van de handelsvergunning niet openbaar te maken. Geen integrale geheimhouding van het registratiedossier. Onevenredige benadeling bij gedeeltelijke openbaarmaking van het registratiedossier (bibliografische aanvraag) is niet aannemelijk.

IEF 18485

Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Elise Menkhorst, Clairfort.

Geen auteursrechtelijke bescherming Fashion Boot

Rechtbank Overijssel 23 mei 2019, IEF 18485; (Druppies tegen Gevavi), https://delex.nl/artikelen/geen-auteursrechtelijke-bescherming-fashion-boot

Vzr. Rechtbank Overijssel 23 mei 2019, IEF 18485 (Druppies tegen Gevavi) Auteursrecht. Druppies stelt dat Gevavi, groothandel in schoeisel, met een geel kinderlaarsje inbreuk maakt op de auteursrechten van Druppies op het ontwerp van de Fashion Boot. De vorderingen van Druppies worden afgewezen. Het is onvoldoende aannemelijk dat Druppies maker/auteursrechthebbende op de Fashion Boot is. Een groot deel van de elementen is functioneel/technisch bepaald of zodanig triviaal of banaal dat daarachter geen creatieve arbeid is aan te wijzen. Ook de combinatie van de elementen is niet op een zodanig oorspronkelijke wijze uitgevoerd dat deze combinatie kan worden aangemerkt als een subjectieve creatieve keuze van de maker die de Fashion Boot een eigen, oorspronkelijk karakter en een herkenbaar gezicht geeft.

IEF 18482

Toestemming tot portretteren is niet gelijk aan toestemming tot publiceren

Rechtbank Noord-Holland 22 mei 2019, IEF 18482; ECLI:NL:RBNHO:2019:4245 (X tegen Logistics), https://delex.nl/artikelen/toestemming-tot-portretteren-is-niet-gelijk-aan-toestemming-tot-publiceren

Rechtbank Noord-Holland 22 mei 2019, IEF 18482; ECLI:NL:RBNHO:2019:4245 (X tegen Logistics) Inbreuk op portretrecht. Gebruik portret voor reclame/commerciële doeleinden. Logistics behoort tot de PostNL-Groep en houdt zich onder de naam Extra@Home bezig met goederenvervoer. Eiser is een oud-werknemer van het inmiddels failliete Parcelplus, dat sinds 2014 in opdracht van Logistics vervoerswerkzaamheden verrichtte. Sinds 2013 worden portetten van hem gebruikt op de internetsite, vervoersmiddelen, posters en in een reclamespot van PostNL. Toestemming tot het portretteren kan niet gelijk worden gesteld met toestemming tot publiceren. Dat eiser zich op een bepaalde manier heeft laten portretteren, betekent dan ook niet dat hij daarmee toestemming heeft gegeven voor het (onbeperkte) gebruik van zijn portret. Logistics heeft inbreuk gemaakt op het portretrecht van eiser en daarmee onrechtmatig jegens hem gehandeld. Logistics is aansprakelijk voor de door hem geleden en nog te lijden schade.