Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen-Jehoram en Gertjan Harryvan, De Brauw Blackstone Westbroek.
AG concludeert tot verwerping cassatieberoep: hardware-AMvB's zijn niet onrechtmatig
Conclusie AG HR 5 oktober 2018, IEF 18010; ECLI:NL:PHR:2018:1177 (HP c.s. tegen Staat der Nederlanden en Stichting De Thuiskopie) Thuiskopie ex 16c lid 1 Auteurswet. Bij AMvB zijn er, overeenkomstig het SONT-advies, nieuwe voorwerpen aangewezen ex 16c Aw en nieuwe thuiskopievergoedingen vastgesteld. De rechtbank verklaart de hardware-AMvB's in strijd met verbod op willekeur [IEF 14552]. Het hof vernietigt dit vonnis voorzover de vorderingen van HP zijn toegewezen, de uitvaardiging door de Staat is niet onrechtmatig [IEF 16819]. Conclusie AG: verwerping van cassatieberoep.
HP c.s. beogen met deze procedure de voor Nederland vastgestelde thuiskopievergoedingsregeling die is uitgewerkt in een aantal AMvB's onverbindend verklaard te krijgen wegens strijd met de Auteursrechtrichtlijn (ARL of ARI)1 of het willekeurverbod. Volgens HP c.s. volgt uit rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) dat de "billijke compensatie" uit art. 5 lid 2 onder b ARL alleen ziet op thuiskopieën die ten koste gaan van de verkoop van een origineel. Alleen dan lijden rechthebbenden volgens HP c.s. schade. De billijke compensatie moet dan ook volgens het substitutiemodel worden bepaald en niet volgens het licentiemodel, terwijl dat laatste model in het zijdens de Staat gehanteerde Sman-rapport ter onderbouwing van de thuiskopieschade figureert, dat aan de basis ligt van de hofbeslissing, hetgeen zodoende onjuist is volgens HP c.s.