Databankenrecht  

IEF 1508

Een strijd gaande

Artikel in Univers (UvT)  over het DARE-project  (Digital Academic Repostories), een  openbare digitale databank voor wetenschappelijk werk. In december 2005 bood de schatkamer al onderdak aan 43.000 publicaties van 207 Nederlandse wetenschappers. Een fragment:

“De term DARE suggereert dat de universiteiten de uitgeverijen uitdagen. Dat blijkt ook uit de vele publicaties die inmiddels verschenen zijn. Probleem is natuurlijk het auteursrecht. Mogen tijdschriftartikelen of boeken zomaar overgenomen worden op het internet? "Je merkt dat er een strijd gaande is met de uitgeverijen om af te tasten wat wel of niet mag", constateert Vanessa Proudman van de bibliotheek. "Wij mogen vaak als universiteit gebruik maken van de auteursversie na de peer review en vòòr de publicatie in het tijdschrift.

Auteurs willen graag de uitgeverversie opgenomen zien, maar dit laten de uitgevers niet toe. Uitgeverijen zouden meer oog moeten hebben voor het belang van de auteur." Daarover wordt gediscussieerd. Soms gaan uitgeverijen pas akkoord met publicatie een paar maanden of een jaar nadat het verschenen is." Surf heeft als stelregel gegeven dat artikelen van voor 1998 zonder problemen opgenomen kunnen worden. Voor die tijd stond in de contracten nog niets over een elektronische versie (!).

(…) Op de site van DARE krijgen universiteiten het advies zoveel mogelijk uit te proberen. In het tijdschrift Ariadne schrijven DARE-medewerkers Martin Feijen en Annemiek van der Kuil: 'Het heeft geen zin het auteursrecht van elke individuele publicatie te controleren. De meeste publicaties van na 1998 hebben beperkingen wat betreft auteursrecht en het is aan de instelling hoe je daar mee om wilt gaan, ofwel in een liberale of op een strikte wijze.' Tilburg kiest voor 'een keurig beleid', stelt Vanessa Proudman. De nadruk ligt op overleg met de auteurs, die uitgeverijen graag te vriend willen houden en daarom voorzichtig opereren. Maar voor de uitgeverijen zijn de wetenschappelijke tijdschriften handel. Lucratieve handel. Ze ontvangen immers veel geld voor het uitgeven van de artikelen terwijl de investering laag is.”

Lees het hele artikel hier. Toegang tot DARE hier. Themapagina Dare en auteursrecht hier. Eerder bericht hier.

IEF 1336

toekomst sui generis

Voldoet het sui generis Databankenrecht aan de verwachting? Heeft deze sui generis bescherming geleid tot een toename en groei van de databanken industrie zoals de richtlijn 96/9/EG voor ogen stond? De Europese Commissie heeft een evelautierapport gepubliceerd waaruit blijkt dat de online uitgevers erg content zijn met de bescherming van databanken, maar dat het economische belang ervan nog niet is bewezen. De Europese Commissie vindt nader onderzoek naar het nut van "sui generis" bescherming nodig. Lees het persbericht hier en het evaluatie rapport hier.

IEF 1317

Geen intellectuele schepping

Rechtbank Zutphen 30 november 2005, LJN: AU7454, X - Y

Firma F exploiteerde een agrarische database, die onder meer informatie over agrarische bedrijven in Nederland bevatte. F verkocht de database aan eiseres X. F verkocht en leverde later een groot deel van de adressen uit de database aan gedaagde Y. Tussen F en X is een gerechtelijke procedure gevoerd omdat F volgens X haar verplichtingen uit de koopovereenkomst niet zou zijn nagekomen. Het geschil is beslecht met een vaststellingsovereenkomst waarin wordt bepaald dat F al haar rechten met betrekking tot de database overdraagt.

X vordert nu dat Y zich zal onthouden van het verstrekken van informatie uit haar agrarische database aan derden c.q. gebruik van deze informatie ten behoeve van derden. X doet een beroep op wanprestatie, het auteursrecht en het databankenrecht.

X legt allereerst ten grondslag aan haar vorderingen dat Y toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens F doordat zij gegevens uit de database aan derde ter beschikking heeft gesteld en in haar eigen database heeft opgenomen. Eiseres kan haar vorderingen niet onderbouwen met een beroep op wanprestatie, aldus de rechtbank.

Tevens kan van een onrechtmatig handelen wegens inbreuk op een auteursrecht (subsidiaire vordering) geen sprake zijn. "Tussen partijen staat vast dat de [naam database], naast namen en adressen van agrariërs, bedrijfsrelevante informatie over deze agrariërs, zoals gegevens over het soort bedrijf (rundvee, varkens, pluimvee, akkerbouw, tuinbouw) en de omvang van het bedrijf (stuks vee, hectares), bevat. Hiermee is de database op zichzelf slechts een verzameling van een aantal feitelijke gegevens die als zodanig voor bescherming op grond van de Auteurswet (Aw) niet in aanmerking komt. Dit zou slechts anders zijn indien de verzameling het resultaat is van een selectie die een persoonlijke visie van de maker tot uitdrukking brengt of [...] indien de databank door de keuze of de rangschikking van de stof een eigen intellectuele schepping van de maker vormt."

Tot slot een beroep op inbreuk op het databankrecht. Aangenomen wordt dat X rechthebbende is op de database. "Nu Y niet gemotiveerd heeft betwist dat zij de gehele databank heeft vermengd met haar eigen agrarische databank, staat hiermee vast dat zij de handeling heeft verricht zoals omschreven in artikel 2 lid 1 sub a Dw, dat wil zeggen de inhoud van de databank heeft opgevraagd. Zoals uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt, kan eerst na bewijslevering worden beoordeeld of er sprake is van een inbreuk op het databankrecht van X. Vraag is nog of tevens sprake is van hergebruiken in de zin van artikel 2 lid 1 Dw. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Y zal X in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat het hergebruiken door Y de gehele database betreft dan wel een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel gedeelte van die database (sub a), althans dat dit hergebruiken herhaaldelijk en systematisch geschiedt/is geschied en in strijd is met de normale exploitatie van die databank of ongerechtvaardigde schade toebrengt aan X als rechthebbende van die databank (sub b)."
Lees hier het vonnis.

IEF 1278

Wijzigingen (2)

Nog even een paar extra documenten, inclusief de begeleidende briefjes, m.b.t de implementatiewetgeving Handhavingsrichtlijn (zie twee berichten hieronder), via de website van Justitie: 

- "Hoi Nicole,  Hierbij, zoals afgesproken, het commentaar van mevrouw Fasseur op het wetsvoorstel IE. Groeten Dorien" (hier)

- "Nicole, Dank voor je reactie. Inmiddels kreeg ik van een lid van de Adviescommissie nog nadere opmerkingen over het voorstel. De Adviescommissie als geheel heeft er niet meer naar kunnen kijken, maar er lijken ook geen bezwaren tegen te bestaan. Daarom neem ik - gezien de tijdsdruk - de vrijheid om dit je op deze wijze informeel toe te sturen. Met vriendelijke groet, Adrienne Hoevers, Nederlandse Orde van Advocaten (hier)

- Nader rapport, Ministerie van Justitie (hier)
- Advies Raad van State, Ministerie van Justitie (hier)
- Advies Raad voor de Rechtspraak, Ministerie van Justitie (hier)
- Advies van Adviescommissie Intellectuele eigendom NOvA o.l.v. Mr W.A. Hoyng (hier)

IEF 1276

Belangrijke en interessante wijzigingen

Op donderdag 24 november jl. is het wetsvoorstel tot implementatie van de Europese richtlijn m.b.t. de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten naar de Tweede Kamer gestuurd. Naar dit wetsvoorstel werd reikhalzend uitgezien omdat de betreffende richtlijn betrekkelijk veel ruimte laat aan de nationale wetgevers.

Brengt het wetsvoorstel interessant nieuws? Ja.

De belangrijkste en interessantste wijzigingen zijn:

a) Er komen uitgebreidere mogelijkheden voor het leggen van bewijsbeslag (art 1019 a-d Rv).
b) Er komt een Einstweilige Verfügung: (een verbod in) kort geding zonder dat de gedaagde wordt gehoord (art. 1019e) (maar dan moet er wel sprake zijn van dreigende onherstelbare schade).
c) Er komt een verruimde mogelijkheid voor veroordeling in proceskosten in IE-zaken (art. 1019h)

Daarnaast wordt het noemen van de voorman en het verschaffen van andere informatie over het distributie-kanaal gecodificeerd (art. 1019f). verder worden er in de Auteurswet, de WNR en Databankenwet enkele wijzigingen ingevoerd ter zake van (kort gezegd) ‘vermoeden van makerschap’ en ten aanzien van beslagmogelijkheden. In Landbouwkwaliteitswet (!?) worden enkele procedures inzake geografische benamingen vastgelegd.

“Uitkristalliseren en naar bevind van zaken handelen”

Het meest fascinerend is op het eerste gezicht het voorgestelde art. 1019h Rv dat ruimere proceskostenveroordelingen in IE-zaken mogelijk maakt. Dit kan heel interessant worden, maar is volledig afhankelijk van hoe de rechterlijke macht dit gaat invullen. In de MvT staat te lezen dat één en ander zich opnieuw moet uitkristalliseren en dat de rechter “naar bevind van zaken [moet] handelen”. Let op: ook eisers/rechthebbenden kunnen in ruimere proceskosten worden veroordeeld.

Artikel 1019h Rv luidt als volgt:

“Voor zover nodig in afwijking van de tweede paragraaf van de twaalfde afdeling van de tweede titel van het eerste Boek en in afwijking van artikel 843a, eerste lid, wordt de in het ongelijk gestelde partij desgevorderd veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet”.

Memorie van Toelichting:

Artikel 14 van de richtlijn verplicht tot een ruime proceskostenveroordeling van de verliezende partij. In het Nederlandse civiele procesrecht wordt thans uitgegaan van forfaitaire kostenveroordeling, gebaseerd op vaste tarieven (artikel 239 Rv en de Wet tarieven in burgerlijke zaken). Daarnaast voorziet artikel 6:96 BW in schadevergoeding voor de redelijke kosten tot verkrijging van voldoening buiten rechte.

De proceskostenveroordeling zal zich onder het nieuwe regime in intellectuele-eigendomsinbreukzaken opnieuw moeten uitkristalliseren. De rechter zal moeten komen tot een veroordeling in evenredige kosten, te toetsen aan de redelijkheid en billijkheid. Deze billijkheid zal bijvoorbeeld meespelen bij de proceskostenveroordeling van een inbreukmaker te goeder trouw. Beperking van de proceskostenveroordeling tot hetgeen onder het huidige recht gebruikelijk is, ligt dan meer voor de hand dan een volledige kostenveroordeling.

Deze laatste ligt vooral in de rede wanneer het gaat om grootschalige namaak of piraterij. Voor de inbreuken die daartussen liggen, zal de rechter naar verwachting naar bevind van zaken handelen en beoordelen wat redelijke en evenredige kosten zijn die door de verliezende partij dienen te worden gedragen. Door de formulering van de aanhef van het artikel - voor zover nodig in afwijking van de artikelen 237 e.v. - wordt aangegeven dat in situaties waarin de forfaitaire kostenveroordeling meer op zou leveren dan de werkelijk gemaakte kosten, de forfaitaire kostenveroordeling voorgaat.

Prof. mr Dirk J.G. Visser

Voorstel van wet

Memorie van Toelichting

IEF 1267

Nog meer rechtspraak

Gerechtshof Amsterdam, 15 september 2005, LJN: AU6843. Technos B.V tegen [X], handelend onder de naam [X] Telecom. Databankenrecht.

“Immers, al aangenomen dat Technos een databankrecht heeft verkregen met betrekking tot het bestand van de gegevens van de door haar aangebrachte klanten, voordat zij die gegevens aan ICC doorgaf, en zelfs dat zij dit recht behield met betrekking tot het gegevensbestand dat zij bewaarde nadat zij de klanten bij ICC had aangebracht, Technos maakt niet duidelijk hoe dit recht zich nog zou kunnen uitstrekken over het geheel van de van Technos afkomstige gegevens die in het klantenbestand van ICC waren opgenomen. Zelfs als het geheel van de van Technos afkomstige gegevens als aparte databank binnen het klantenbestand van ICC zou kunnen worden onderscheiden, valt nog niet in te zien hoe Technos ten aanzien van die aparte databank als gerechtigde zou kunnen gelden. Technos stelt geen feiten die aanleiding geven tot de gevolgtrekking dat zij als gerechtigde met betrekking tot een zodanige aparte databank kan worden aangemerkt. Ten slotte is er, bij gebreke van toereikende feitelijke stelling, ook geen aanleiding om aan te nemen dat Technos mede-databankgerechtigde, laat staan algeheel databankgerechtigde, is geworden met betrekking tot het gehele klantenbestand van ICC.” Lees arrest hier.

Rechtbank Haarlem, 24 november 2005, LJN: AU6845. KPN Telecom B.V tegen Pretium Telecom B.V. Misleidende vergelijkende reclame door Pretium.

"Bij vonnis van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Haarlem d.d. 25 november 2005 zijn wij veroordeeld om u langs deze weg op de hoogte te stellen van het navolgende.

Op vordering van KPN is ons met onmiddellijke ingang verboden om nog langer mede te delen of te suggereren dat u bij Pretium altijd tegen de laagste kosten belt. Dit soort uitingen is misleidend. In werkelijkheid hangt het namelijk in belangrijke mate af van het belgedrag van individuele consumenten of zij bij de ene of bij de andere aanbieder goedkoper uit zijn.

Ook mogen wij niet langer met de Pretium Garantie Voice de suggestie wekken dat Pretium altijd de goedkoopste zou zijn. Dit onder meer omdat wij ten onrechte stelden dat wij u dubbel het verschil zouden uitbetalen wanneer u bij een andere aanbieder lagere telefoonkosten per maand zou hebben gehad, terwijl wij in werkelijkheid in die vergelijking de voordeelregelingen van andere aanbieders, zoals VoordeelNummers en BelPlus van KPN, buiten beschouwing lieten. De rechter heeft geoordeeld dat wij u hiermee hebben misleid.

Pretium Telecom B.V."

Vordering van Pretium tot schorsing van de executie van een eerder vonnis, waarbij het haar werd verboden mededelingen te doen die een absolute prioriteitsclaim inzake kosten inhouden, wordt afgewezen omdat is vastgesteld dat Pretium in strijd met dat eerdere vonnis heeft gehandeld.  Lees vonnis hier.


Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 7 november 2005,  LJN: AU6784. Auto-campingsport deurne B.V. tegen E. Auto/camping/sport v.o.f.

4.3.4. De drie woorden op zichzelf genomen hebben geen specifieke betekenis. Zo kan bij 'auto' gedacht worden aan autoaccessoires, maar ook aan autohandel, speelgoed, verhuur enz. Bij camping zal de eerste gedachte gaan naar een plaats waar gekampeerd kan worden. Bij sport aan een plaats waar gesport kan worden. In alle drie de gevallen zal een winkel zich bedienen van een handelsnaam waarin het woord auto of camping of sport staat in combinatie met het woord artikelen of materialen of iets dergelijks, zoals automaterialen, campingartikelen of sportkleding enz. Zonder deze nadere aanduiding en dan drie woorden tegelijk en dat in een bepaalde volgorde is, zoals ook blijkt uit het handelsregister zodanig uniek dat het gebruik door twee vrijwel naast elkaar gelegen ondernemingen tot verwarring bij het publiek aanleiding kan en zal geven.

4.3.5. Aan vorenstaand geconstateerd verwarringsgevaar kan niet afdoen dat de hier bedoelde (drie) onderdelen van de naam elk voor zich weinig onderscheidend zijn en op zichzelf genomen niet tot zodanige verwarring kunnen leiden, in samenhang met de overige woorden van de handelsnaam, dat in die gevallen anders geoordeeld moet worden.

4.3.6. Van een monopoliseren, dat wil zeggen van een gebruik dat een andere onderneming ongerechtvaardigd belemmerd in het vinden en kunnen gebruiken van een handelsnaam die bij haar activiteiten past, is geen sprake, getuige het feit dat er in Nederland tal van winkels zijn die dezelfde activiteiten ontplooien maar zich niet van hier bedoelde combinatie bedienen.

4.4. De conclusie is dan dat de grieven in het principaal appel slagen en dat [Y.] een handelsnaam voert die in strijd komt met het verbod van artikel 5 Hnw.

4.4.1. [X.] verzoekt [Y.] te bevelen haar handelsnaam zodanig te wijzigen dat daarin niet meer voorkomt het woord/ de woorden 'auto', 'camping', of 'sport' noch woorden/letterverbindingen die daarmee in hoofdzaak overeenstemmen. Dit verzoek gaat te ver. [Y.] kan niet worden verboden om tenminste één van de drie gewraakte woorden in haar naam te voeren, zeker niet in combinatie met andere woorden, zoals de woorden automaterialen, campingartikelen, sportkleding enz. In het verbod ligt de verplichting besloten voor [Y.] om haar handelsnaam te wijzigen.

4.4.2. Het is niet aan het hof om reeds thans specifiek vast te stellen welke nieuwe handelsnaam verboden of toelaatbaar zal zijn. Het is aan [Y.] om eerst zelf een nieuwe naam aan te nemen. Het hof kan hier wel aan toevoegen dat een naam waarin een andere volgorde van de drie gewraakte woorden wordt gebruikt (bijvoorbeeld camping/sport/auto), niet toelaatbaar zal zijn. Dit zal in het algemeen ook het geval kunnen zijn bij het gebruik van twee van de drie woorden met of zonder verdere toevoegingen (bijvoorbeeld camping/sport of '[Y.] automaterialen en sportartikelen'). Daarbij komt dat de gevorderde dwangsom alleen toewijsbaar is ten aanzien van eenduidig bepaalbare handelsnamen. Lees arrest hier.

IEF 1066

Juridisch niets mis mee (2)

Naar aanleiding van dit eerdere bericht schrijft Christiaan Alberdingk Thijm op solv.nl: "Ik vermoed dat Dirk Visser tevens de advocaat van Zoekallehuizen.nl is en zich heeft laten verleiden tot deze uitspraak. Als objectieve buitenstaander zou hij dit namelijk niet zo snel zeggen. Hij weet namelijk als geen ander dat hij hiermee wel een erg beperkte interpretatie van het databankenrecht geeft. Dat de gegevens uit meerdere bronnen komen en dat een eigen databank wordt gecreëerd, betekent immers niet dat daarmee geen inbreuk op het databankenrecht van (o.a. de NVM) wordt gepleegd.

De NVM houdt er niet van als de inhoud van Funda wordt hergebruikt. Eerder begon de makelaarsvereniging een procedure tegen El Cheapo, de meta zoekmachine van De Telegraaf. Uiteindelijk won de NVM, maar de vraag of inbreuk werd gepleegd op het databankenrecht bleef in die zaak onbeantwoord.

Of NVM een zaak tegen Zoekallehuizen.nl zal winnen, hangt onder meer af van de exacte technische werking van de meta zoekmachine. Duidelijk is in ieder geval dat er een nieuw gevecht op de huizenmarkt zal plaatsvinden. Ditmaal niet om een huis, maar om het recht een huis te zoeken. Zoekallehuizen.nl is dapper dat zij dat aandurft." Lees gehele bericht hier.

IEF 1020

Vreemde bedgenoten (3)

Speciaal voor Mireille van Eechoud en Dirk Visser (zie eerdere berichten hier): Kamerstuk 30 188, nr. 5. Wet implementatie richtlijn inzake hergebruik van overheidsinformatie. De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

"Volgens de regering in de memorie van toelichting (bladzijde 8) kan veel auteurs-, nabuur- en databankrechtelijk beschermde, openbare overheidsinformatie al worden hergebruikt zonder dat daartoe een verzoek dient te worden gedaan. Op welke overheidsinformatie wordt hier gedoeld, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Als het auteursrecht, het naburig recht of het databankenrecht op overheidsinformatie is voorbehouden, dan zal eerst toestemming moeten worden gevraagd om de desbetreffende informatie te kunnen hergebruiken.

De overheid beschikt daarbij over een betrekkelijk grote discretionaire bevoegdheid om een afweging te maken tussen de verschillende betrokkenen en hun belangen. De leden van de CDA-fractie vragen de regering nader in te gaan op de reikwijdte van deze bevoegdheid. Leidt deze niet tot onduidelijkheid en dus tot onnodige geschillen, zo vragen deze leden.

Voorts vragen de leden van de CDA-fractie, op welke termijn de Kamer een kabinetsstandpunt over de aanbevelingen in het evaluatierapport over de Wet openbaarheid van bestuur tegemoet kan zien. Wat is het resultaat van het onderzoek naar de wenselijkheid om de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) uit te bouwen tot een Algemene wet toegankelijkheid overheidsinformatie, zoals toegezegd bij de begrotingsbehandeling in 2002 (28 600 VII, nr. 5, blz. 3–4)?  Het voorstel artikel 15b van de Auteurswet 1912 aan te passen zodat de richtlijn alleen van toepassing is op stukken waar de overheid zelfde maker of rechthebbende van is, baart de leden van de PvdA-fractie zorgen. Externen schrijven soms rapporten, nota’s en beleidsstukken al dan niet in opdracht van de overheid. Hoe zit het met de rechten op deze documenten? Mogen zij verder worden verspreid? Deze leden hechten sterk aan de gratis informatievoorziening aan het publiek." Lees document hier.

IEF 698

Geen uitsluitsel in databankzaak

Update met arrest. Terugkomend op eerder bericht: het arrest in de ANP-Novum zaak is inmiddels ontvangen. Voor niet ingewijden nog even de voorgeschiedenis: ANP beschuldigt nieuwsbureau Novum met wachtwoorden die niet aan Novum toe behoorden, zich toegang te hebben verschaft tot de besloten ANP nieuwserver ARTOS. Novum zou vervolgens systematisch essentiële delen uit de nieuwsberichten op de ARTOS site overnemen om vervolgens te plaatsen op haar eigen nieuwssite. In reconventie vordert Novum rectificatie voor de in haar ogen onterechte aantijgingen en vergoeding van de daardoor geleden (reputatie-)schade.

Hoewel beide partijen de overwinning claimen, beslist het Hof in feite (vrijwel) niets.

"4.4 Tegenover de gemotiveerde betwisting van de zijde van Novum hebben de stellingen van ANP het hof niet tot het voorlopig oordeel kunnen brengen dat medewerkers van Novum de berichten van ANP op de ARTOS-nieuwsserver - meer dan wellicht incidenteel - hebben gebruikt als grondslag voor hun eigen nieuwsdienst en dat zij deze berichten in bewerkte vorm hebben gepubliceerd. Hoe zeer ook de stellingen van ANP de nodige vragen oproepen omtrent de handelswijze van Novum, de wederzijdse standpunten van partijen laten naar het oordeel van het hof te zeer ruimte voor twijfel om het door ANP aan Novum gemaakte verwijt voorshands gegrond te achten. Die wederzijdse standpunten vergen een nader onderzoek naar de feiten - naar verwachting ook door middel van bewijslevering - waarvoor in het bestek van dit kort geding geen plaats is."

Novum had inmiddels aan ANP verklaard niet meer zonder toestemming gebruik te zullen maken van de ARTOS site; bovendien had Novum het Hof ervan overtuigt dat haar directie niet op de hoogte was van het feit dat enkele van haar werknemers zich op onrechtmatige wijze toegang verschaften tot de ARTOS site. Een en ander was voor het hof voldoende om de verbodsvorderingen van ANP af te wijzen, waarbij het hof een interessant oordeel velt over risico-aansprakelijkheid voor werknemers (6:170 BW):

4.6 (...) ANP heeft weliswaar, onder verwijzing naar art. 6:170 BW, gesteld dat eventuele wetenschap van directie of hoofdredactie voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van Novum niet relevant is, maar voor de beoordeling of de vorenbedoelde vrees gerechtvaardigd is en daarmee van belang bij en mitsdien de toewijsbaarheid van de gevorderde verboden acht het hof de aanwezigheid van die door ANP gestelde wetenschap wel van betekenis(...).

Hof vernietigt vonnis en wijst alle vorderingen, in conventie en reconventie af. Lees hier het arrest.

IEF 695

Geen uitsluitsel in databankenzaak

Twee persberichten die zeer benieuwd maken naar het arrest (wie het heeft kan het mailen): Persbureau Novum meldt in een persbericht dat zij de hoger beroeps-procedure van haar geschil met ANP heeft gewonnen. ANP meldt echter zelf dat dat in het geheel niet het geval is, maar dat het Hof juist heeft bepaald dat het geschil tussen beide nieuwsdiensten voor wat betreft de bewijsvoering te gecompliceerd is voor een kort geding, en dat de ruzie verder in een reeds aangespannen bodemprocedure uitgevochten moet worden. 

Onderwerp van geschil was onder meer in hoeverre nieuwsdatabanken worden beschermd door sui-generis databankrecht en of Novum door ANP aangebrachte technische voorzieningen heeft omzeild.

Het Hof vernietigt het vonnis van de Vzr. Rb. Amsterdam (zie ook zeer leesbare noot Koelman) van november vorig jaar. Uit het arrest blijkt volgens Novum dat het hof de door het ANP aan Novum gemaakte verwijten 'niet op voorshands gegrond' acht. Het hof wijst daarom de vorderingen van het ANP af. Het gaat dan om het verwijt dat Novum berichtgeving van het ANP gebruikt zou hebben voor de eigen nieuwsdienst. Ook de overige door het ANP gemaakte verwijten 'kunnen niet tot toewijzing van de vorderingen van het ANP leiden'. Volgens het ANP zou het Hof Novum geen verbod en dwangsom hebben opgelegd, nu Novum zou hebben toegezegd niet meer zonder toestemming op de systemen van ANP in te loggen en daartoe maatregelen heeft genomen, wat gezien de vaste jurisprudentie een zeer opmerkelijk oordeel is. Het hof heeft ook de tegenvorderingen van Novum, tot schadevergoeding en rectificatie, afgewezen, aldus het ANP.

Persbericht ANP hier. Persbericht Novum hier.