Handelsnaamrecht  

IEF 19882

Verwarringsgevaar tussen handelsnamen arbodiensten

Rechtbank Limburg 30 mrt 2021, IEF 19882; ECLI:NL:RBLIM:2021:2784 (Eiser tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-handelsnamen-arbodiensten

Vzr. Rechtbank Limburg 20 maart 2021, IEF 19882, ECLI:NL:RBLIM:2021:2784 (Eiser tegen gedaagde) Eiser heeft een eenmanszaak waarmee hij werkzaamheden verricht op het gebied van Arbo begeleiding, arbeidsbemiddeling en re-integratie. Gedaagde is een onderneming die in hetzelfde circuit actief is, onder een soortgelijke handelsnaam als eiser. Eiser vordert van gedaagde dat deze, als onderneming met een jongere handelsnaam, een andere handelsnaam moet gaan gebruiken. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van verwarringsgevaar wegens de overeenstemmende aard, het geografisch werkgebied en de gelijknamige websites van de ondernemingen. Hiermee wijst zij dan ook de vordering van eiser toe.

IEF 19855

Uitspraak ingezonden door Paul van der Donck,Van der Donck en Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Handelsnamen bouwbedrijven veroorzaken verwarringsgevaar

Rechtbank Overijssel 25 mrt 2021, IEF 19855; ECLI:NL:RBOVE:2021:1320 (X tegen D), https://delex.nl/artikelen/handelsnamen-bouwbedrijven-veroorzaken-verwarringsgevaar

Rechtbank Overijssel 25 maart 2021, IEF 19855, ECLI:NL:RBOVE:2021:1320 (X tegen D) X en D zijn beide bouwbedrijven. Sinds januari 2021 staat bedrijf D ingeschreven in het handelsregister met de handelsnamen '...' en '...'. Bouwgroep X is van mening dat zij de oudste rechten hebben op hun handelsnaam en dat D hiermee inbreuk maakt op die naam. Daarnaast vordert zij van D om niet meer de domeinnaam 'www....' te gebruiken. De rechtbank oordeelt dat er na de wijziging van de handelsnaam door D een eventueel verwarringsgevaar is toegenomen en dat dit ook geldt voor de domeinnaam. De vorderingen van X worden door haar toegewezen.

IEF 19840

Mijlpaal: Raiffeisen- und Volksbanken tegen Centrale Raiffeisen-Bank

Hoge Raad 19 mrt 2021, IEF 19840; ECLI:NL:HR:1967:AB3883 (Raiffeisen- und Volksbanken tegen Centrale Raiffeisen-Bank), https://delex.nl/artikelen/mijlpaal-raiffeisen-und-volksbanken-tegen-centrale-raiffeisen-bank

HR 6 januari 1967, IEF 19840, ECLI:NL:HR:1967:AB3883 (Raiffeisen- und Volksbanken tegen Centrale Raiffeisen-Bank) De Centrale Raiffeisen-Bank, een van de banken die later zijn gefuseerd tot de Rabobank, was in een handelsnaamconflict beland met de Raiffeisen- und Volksbanken. Laatstgenoemde had een bijkantoor in Zevenaar bekend onder de naam: "Raivo Verzekering Maatschappij". De Centrale Raiffeisen-Bank was van mening dat zowel de naam van het bijkantoor als die van de Raiffeisen- und Volksbanken verwarringsgevaar veroorzaken als bedoeld in art. 5 Handelsnaamwet. Het Hof verklaarde dat de mate van afwijking voldoende gering was om te kunnen spreken van verwarring. Dit wordt vervolgens door de Hoge Raad bekrachtigd. 

In dit arrest zijn twee belangrijke regels naar voren gekomen met betrekking tot het handelsnaamrecht:

IEF 19813

Voorpublicatie uit noot Dirk Visser bij Dairy Partners/DOC Dairy Partners

Voorpublicatie uit de noot van prof. mr. D.J.G. Visser voor Ars Aequi bij Dairy Partners/DOC Dairy Partners [IEF 19773].
Verwarringsgevaar, vrijhoudingsbehoefte en de beschrijvende handelsnaam.

'Duidelijk is dat de Hoge Raad de vrijhoudingsbehoefte probeert te verenigen met de wettekst uit 1921 waarin die behoefte niet expliciet is geformuleerd, zoals bijvoorbeeld in het merkenrecht wel is gebeurd. Hoe doet de Hoge Raad dat hier nu precies? Hij beslist dat de vrijhoudingsbehoefte kan en moet worden meegenomen in de beantwoording van de vraag of sprake is van verwarringsgevaar'

Lees hier verder.

IEF 19805

Uitspraak ingezonden door Radboud Ribbert, GreenbergTraurig.

Geen verwarringsgevaar tussen Juuni en June

Rechtbank Midden-Nederland 3 mrt 2021, IEF 19805; (Upsource tegen June en Siam), https://delex.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-juuni-en-june

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 3 maart 2021, IEF 19805, C/16/515365 / KG ZA 21-6 (Upsource tegen June en Siam) Upsource is - kort gezegd - een uitzendbureau, handelend onder de naam Juuni, dat zich specifiek richt op klantcontact/klantenservice. June is eveneens een uitzendbureau. Upsource is van mening dat June inbreuk maakt op haar handelsnaam- en merkrecht met betrekking tot Juuni wegens het voeren van een - volgens haar - soortgelijke naam en vergelijkbaar logo. De voorzieningenrechter oordeelt dat hier geen sprake van is aangezien Juuni en June, ondanks enige overeenstemming, geen verwarringsgevaar veroorzaken wegens het relatief hoge aandachtsniveau van het relevante publiek.

IEF 19773

Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers, AKD.

Hoge Raad: DOC tegen Dairy Partners

Hoge Raad 19 feb 2021, IEF 19773; (DOC tegen Dairy Partners), https://delex.nl/artikelen/hoge-raad-doc-tegen-dairy-partners

HR 19 februari 2021, IEF 19773, ECLI:NL:HR:2021:269 (DOC tegen Dairy Partners) Zie ook [IEF 18744] en [IEF 19633]. Dairy Partners is een Britse kaasproducent en handelt sinds 2007 onder de handelsnaam 'Dairy Partners'. DOC is een Nederlands bedrijf en richt zich op de Benelux en Frankrijk. Sinds 2016 handelt DOC onder de handelsnaam 'DOC Dairy Partners'. De Hoge Raad oordeelt kort gezegd dat in een conflict tussen twee beschrijvende handelsnamen op de voet van artikel 5 Hnw uitsluitend beoordeeld moet worden of sprake is van verwarringsgevaar. De toets die het gerechtshof Den Haag in 2017 hanteerde in de zaak Parfumswinkel was niet juist [IEF 17114]. Het hof vereiste destijds dat er, naast verwarringsgevaar, ook sprake dient te zijn van bijkomende omstandigheden. Deze Parfumswinkel-toets is nu van tafel.
De Hoge Raad verschaft bij r.ov. 2.10 duidelijkheid voor de situatie dat een conflict niet door art. 5 Hnw wordt beheerst, maar door art. 6:162 BW. In dat geval kunnen bijkomende omstandigheden wel vereist zijn. Deze bijkomende omstandigheden kunnen bestaan in gedragingen die een daad van oneerlijke mededinging opleveren.

IEF 19767

Mijlpaalarrest: Ster Woningen tegen Stermij

Hoge Raad 16 feb 2021, IEF 19767; ECLI:NL:HR:1996:ZC2223 (Ster Woningen tegen Stermij), https://delex.nl/artikelen/mijlpaalarrest-ster-woningen-tegen-stermij

HR 6 december 1996, IEF 19767; ECLI:NL:HR:1996:ZC2223 (Ster Woningen tegen Stermij) Stermij werd op 4 december 1979 ingeschreven in het handelsregister te Meppel en na wijziging van haar statutaire zetel op 8 juli 1994 in het handelsregister te Etten-Leur. De bedrijfsomschrijving van Stermij luidt: 'Het aannemen en uitvoeren van metselwerken en timmerwerken en voegwerkzaamheden, alles in de meest ruime zin des woords'. Ster Woningen werd in 1993 opgericht en ingeschreven in het handelsregister te Breda. De bedrijfsomschrijving van Ster Woningen luidt: ‘Het aannemen en onderaannemen en uitvoeren van werken op het gebied van burgerlijke en utiliteitsbouw, alsmede van grondwerken, koop en verkoop van onroerende zaken’. Volgens de kantonrechter bestaat het kenmerkende deel van beide handelsnamen uit het woord 'Ster'. Daarom werd Stermij veroordeeld om haar handelsnaam te wijzigen in ‘Werkmij BV’. Volgens de rechtbank heeft het woord 'Ster' een zwak onderscheidend vermogen, zodat in de handelsnamen een grote gelijkenis nodig is, wil er verwarringsgevaar te duchten zijn. Dit is niet gebleken nu de beide handelsnamen zowel visueel als auditief aanmerkelijk van elkaar verschillen. Het feit dat beide ondernemingen in de bouwsector bedrijvig zijn, doet hieraan niet af. Tegen deze beschikking heeft Ster Woningen beroep in cassatie ingesteld. Geoordeeld wordt dat de rechtbank een juiste maatstaf heeft aangelegd en dat het oordeel geen blijk geeft van een verkeerde rechtsopvatting.   

IEF 19745

Uitspraak ingezonden door Quirijn Meijnen, Leopold Meijnen Oosterbaan.

Geen inbreuk handelsnaam 'Tasting games'

Rechtbank Amsterdam 28 jan 2021, IEF 19745; (X tegen The Tasting Games int. cs), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-handelsnaam-tasting-games

Vzr. Rechtbank Amsterdam 28 januari 2021, IEF 19745; C/13/694903 / KG ZA 20-1156 HH/JD (X tegen The Tasting Games int. cs) X drijft een eenmanszaak en heeft de verschillende handelsnamen geregistreerd, waaronder 'Tasting Game'. X is actief op het gebied van evenementen en producten die betrekking hebben op smaakbeleving met veelal een spelelement. Sinds 2017 maakt X daarbij gebruik van de domeinnaam tastinggame.nl en is tevens actief op sociale media onder de accountnaam ‘tastinggame’. Op facturen van X staat de “The Tasting Game” als crediteur vermeld. The Tasting Games c.s. biedt een app aan, genaamd ‘The Tasting Games’. Hiermee kan een spel worden gespeeld waarbij deelnemers verschillende etenswaren uit de ‘Tasting Box’ proeven. X heeft The Tasting Games c.s. daarop gesommeerd om elk gebruik van deze naam te staken. Volgens X handelt The Tasting Games c.s. in strijd met artikel 5 Handelsnaamwet.

IEF 19714

Uitspraak ingezonden door Iris van der Wal en Thomas Berendsen, LXA The Law Firm.

Geen inbreuk handelsnaam Bronzen Beelden Winkel

Rechtbank Overijssel 20 jan 2021, IEF 19714; ECLI:NL:RBOVE:2021:277 (Connected tegen Lankal Spiegels), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-handelsnaam-bronzen-beelden-winkel

Vzr. Rechtbank Overijssel 20 januari 2021, IEF 19714; ECLI:NL:RBOVE:2021:277 (Connected tegen Lankal Spiegels) Bronzen Beelden Winkel houdt zich sinds medio 2015 bezig met detailhandel via internet. Zij heeft in 2014 de domeinnaam www.bronzenbeeldenwinkel.nl in het SIDN-register laten registreren. V.O.F. houdt zich eveneens bezig met detailhandel via internet en heeft daarvoor in 2018 de domeinnaam www.bronzenbeeld-winkel.nl/be laten registreren. Bronzen Beelden Winkel heeft V.O.F. gesommeerd het inbreukmakend onrechtmatig handelen door het gebruik van de handels- en domeinnaam te staken. Volgens Bronzen Beelden Winkel levert het gebruik deze naam verwarringsgevaar op als bedoeld in artikel 5 van de Handelsnaamwet. Geoordeeld wordt dat er slechts sprake is van een loutere beschrijvende handelsnaam. Mede in aanmerking genomen de conclusie van P-G Drijber in de zaak DOC Dairy Partners [IEF 19633], dient de aan de ‘vrijhoudingsbehoefte’ van woorden een zwaarder gewicht te worden toegekend dan aan de bescherming van de handelsnaam. 

IEF 19674

Stichting Broodnodig wekt geen verwarringsgevaar

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 nov 2020, IEF 19674; ECLI:NL:RBZWB:2020:5888 (X tegen Stichting Broodnodig), https://delex.nl/artikelen/stichting-broodnodig-wekt-geen-verwarringsgevaar

Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 november 2020; IEF 19674, IT 3364; ECLI:NL:RBZWB:2020:5888 (X tegen Stichting Broodnodig) Eiseressen staan in Tilburg bekend als ‘De Broodpater’ en zetten zich in voor minvermogenden in Tilburg, door het verstrekken van voedsel. Op 2 juni 2003 hebben eiseressen ten behoeve hiervan de ‘Stichting Broodnodig’ opgericht. Gedaagde was tot 7 februari 2017 bestuurder van de stichting. Tussen eiseressen en gedaagde is discussie ontstaan over het te voeren beleid. Op 18 augustus 2020 heeft gedaagde een nieuwe stichting 'BroodNodig de Broodpater' opgericht en ingeschreven in het handelsregister. Eiseressen vorderen gedaagde te gebieden het gebruik van de handelsnaam te staken en afgifte van de inloggegevens van de website en de Facebookpagina. Geoordeeld wordt dat de handelsnaam 'De Broodpater' niet gebruikt mag worden, maar wel de handelsnaam 'Stichting Broodnodig'. De inloggevens van de website dienen te worden afgegeven, maar eiseressen hebben geen recht op afgifte van de inloggegevens van de Facebookpagina's.