Handelsnaamrecht  

IEF 22073

Oefenboekjes maken inbreuk op IE-rechten van CITO

Gerechtshoven 21 mei 2024, IEF 22073; ECLI:NL:GHARL:2024:3465 (Cito tegen Smartie c.s.), https://delex.nl/artikelen/oefenboekjes-maken-inbreuk-op-ie-rechten-van-cito

Hof Arnhem-Leeuwarden 21 mei 2024, IEF 22073; ECLI:NL:GHARL:2024:3465 (Cito tegen Smartie c.s.). Cito heeft ontdekt dat boekjes onder de naam CitoMateriaal werden verkocht met oefenopgaven bedoeld voor de voorbereiding op Cito-toetsen. Volgens Cito schenden Smartie c.s. daarmee haar merkrechten, handelsnaamrecht en auteursrechten, of handelen ze anderszins onrechtmatig jegens haar. Cito heeft daarom Smartie c.s. in een kort geding gedagvaard om deze schendingen te laten stoppen en heeft daarbij aanvullende eisen gesteld. De voorzieningenrechter heeft de eisen van Cito tegen Smartie grotendeels toegewezen voor wat betreft de merkinbreuk en handelsnaaminbreuk, maar afgewezen voor het auteursrecht (zie uitspraak). De eisen tegen de andere gedaagden zijn door de voorzieningenrechter afgewezen. Cito's hoger beroep beoogt dat de afgewezen eisen voor het auteursrecht en tegen de andere gedaagden alsnog worden toegewezen. Smartie c.s. streeft er in hoger beroep naar dat de toegewezen eisen tegen Smartie alsnog worden afgewezen. 

IEF 22044

Geschil tussen drie voormalige vennoten over handels- en merknaam

Rechtbanken 24 apr 2024, IEF 22044; ECLI:NL:RBOVE:2024:2264 (Eisers tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/geschil-tussen-drie-voormalige-vennoten-over-handels-en-merknaam

Rb. Overijssel 24 april 2024, IEF 22044; ECLI:NL:RBOVE:2024:2264 (Eisers tegen gedaagde). Onderhavige zaak betreft een geschil tussen drie voormalige vennoten. Eisers stellen zich (onder meer) op het standpunt dat zij de vennootschap onder firma (hierna: de vof) hebben voortgezet en dat gedaagde met de oprichting van een nieuwe onderneming in strijd handelt met het concurrentie- en relatiebeding uit de vennootschapsakte en inbreuk maakt op de handelsnaam en het merk van de vof. Eisers vorderen in conventie onder meer verklaring voor recht dat inbreuk wordt gemaakt op hun handels- en merknaam en verbod van dit gebruik. Tevens vorderen zij schadevergoeding.

IEF 22026

Ondernemingen verschillen zodanig dat verwarring niet aannemelijk is

Rechtbanken 17 apr 2024, IEF 22026; ECLI:NL:RBMNE:2024:2349 (Verzoekster tegen belanghebbende), https://delex.nl/artikelen/ondernemingen-verschillen-zodanig-dat-verwarring-niet-aannemelijk-is

Rb. Midden-Nederland 17 april 2024, IEF 22026; ECLI:NL:RBMNE:2024:2349 (Verzoekster tegen belanghebbende). Bij brief van 10 oktober 2023 heeft de gemachtigde van verzoekster aan belanghebbende medegedeeld dat die in strijd met artikel 5 Hnw handelt door het voeren van dezelfde handelsnaam als die van verzoekster. Aan de hand hiervan heeft verzoekster belanghebbende gesommeerd het gebruik van betreffende woordcombinatie te staken en gestaakt te houden. Bij de rechtbank verzoekt verzoekster belanghebbende te veroordelen de handelsnaam zodanig te veranderen dat overeenstemmingen verdwijnen en onrechtmatigheid opgeheven wordt. Zij stelt dat bij het publiek mogelijk verwarring veroorzaakt kan worden. Volgens belanghebbende is de naam door veel organisaties als handelsnaam gebruikt en is er geen sprake van verwarring bij het publiek. De kantonrechter is van oordeel dat de handelsnamen inderdaad overeenstemmen. De aard van de ondernemingen en doelgroepen verschillen echter zodanig, dat verwarring bij het publiek niet aannemelijk is. Daarbij is ook van belang dat het relevante publiek van beide ondernemingen meer oplettend zal zijn dan het brede, normaal oplettende publiek, onder meer, omdat het om specifieke diensten en grote geldbedragen gaat.

IEF 22018

Morpara doet geslaagd beroep op ouder handelsnaamrecht

Rechtbanken 24 apr 2024, IEF 22018; ECLI:NL:RBDHA:2024:6178 (Hizlipara tegen Morpara), https://delex.nl/artikelen/morpara-doet-geslaagd-beroep-op-ouder-handelsnaamrecht

Rb. Den Haag 24 april 2024, IEF 22018; ECLI:NL:RBDHA:2024:6178 (Hizlipara tegen Morpara). Hizlipara heeft van 2017 tot 2020 samengewerkt. Hizlipara is houder van een Uniebeeldmerk met woordelement ‘PayPorter’. Na het stuklopen van de samenwerking wil Hizlipara het gebruik van (tekens gelijk aan) het Uniemerk aan Morpara verbieden. Morpara verweert zich met een beroep op een ouder recht van plaatselijke betekenis. In reconventie vordert Morpara een verbod voor Hizlipara om het Uniemerk in Nederland te gebruiken, vernietiging van het Uniemerk en schadevergoeding. De voorzieningenrechter heeft bij kortgedingvonnis van 10 februari 2022 Hizlipara voorshands in het gelijk gesteld [zie IEF 20537]. In een tussenuitspraak heeft de rechtbank het verzoek van Morpara om de zaak te schorsen, afgewezen [zie IEF 21297]. In de huidige bodemprocedure heeft Morpara haar verweer uitgebreid.

IEF 22001

Geen inbreuk door 'Wijnwereld.Online' op handelsnaam 'Wijnenwereld.nl'

Rechtbanken 5 apr 2024, IEF 22001; ECLI:NL:RBDHA:2024:5487 (Eisende partij tegen Wijnwereld.Online), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-door-wijnwereld-online-op-handelsnaam-wijnenwereld-nl

Rb. Den Haag 5 april 2024, IEF 22001; ECLI:NL:RBDHA:2024:5487 (Eisende partij tegen Wijnwereld.Online). De eisende partij houdt zich bezig met de verhandeling van wijn. Dit doet zij onder meer aan de hand van haar webshop wijnenwereld.nl. De wederpartij Wijnwereld.Online B.V. houdt zich ook bezig met de verhandeling van wijn en maakt op haar website gebruik van de naam ‘Wijnwereld.Online’. De eisende partij vordert in dit kort geding dat Wijnwereld.Online het gebruik van de handelsnamen staakt en gestaakt houdt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de behoefte tot vrijhouding van aanduidingen die beschrijvend zijn, een omstandigheid is die bij de beoordeling van de vraag of verwarring te duchten is, moet worden betrokken. Ondanks de behoorlijke mate van overeenstemming tussen ‘Wijnenwereld.nl’ en ‘Wijnwereld.Online’, acht de voorzieningenrechter dat Wijnwereld.Online geen inbreuk maakt op het handelsnaamrecht. ‘Wijnenwereld.nl’ is immers in aanzienlijke mate beschrijvend, wat het verwarringsgevaar bij het normaal oplettende publiek vermindert. De voorzieningenrechter is er voorshands niet van overtuigd dat het normaal oplettende publiek de combinatie van de woorden ‘wijn’ en ‘wereld’ in een handelsnaam zal associëren met (specifiek) de onderneming van de eisende partij. De vorderingen van de eisende partij zullen daarom worden afgewezen.

IEF 21998

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen 'Mr. Jobs' en 'Mister Jobs'

Gerechtshoven 26 mrt 2024, IEF 21998; ECLI:NL:GHSHE:2024:1031 (PP Consult tegen Mr. Jobs), https://delex.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-handelsnamen-mr-jobs-en-mister-jobs

Hof 's-Hertogenbosch 26 maart 2024, IEF 21998; ECLI:NL:GHSHE:2024:1031 (PP Consult tegen Mr. Jobs). PP Consult, een onderneming op het gebied van arbeidsbemiddeling, heeft onder meer de handelsnaam 'Mister Jobs' en de domeinnaam www.misterjobs.nl ingeschreven. Zij vorderde in eerste aanleg een bevel tot staking van het gebruik van de handelsnaam 'Mr. Jobs' en/of gelijke handelsnamen door de vennootschap Mr. Jobs. B.V. Het gebruik door Mr. Jobs B.V. zou wegens het eigen karakter van de handelsnaam van PP Consult verwarring veroorzaken bij het relevante publiek, hetgeen in strijd is met de Handelsnaamwet. De rechtbank heeft de vordering van PP Consult in eerste aanleg afgewezen. PP Consult gaat in hoger beroep bij het gerechtshof (hierna: het hof). Het hof is van oordeel dat 'Mister Jobs', in deze woordcombinatie, als handelsnaam in hoge mate beschrijvend is voor de aard van de daaronder gedreven onderneming van PP Consult. De stelling van PP Consult dat 'Mister Jobs' ingeburgerd is bij het relevante publiek en onderscheidend vermogen heeft verkregen, volgt het hof niet. Het hof haalt hierbij het Dairy Partners-arrest [zie IEF 19773] aan en legt uit dat het publiek gewend is aan beschrijvende handelsnamen, waardoor het verwarringsgevaar verminderd wordt. Het hof komt tot het oordeel dat geen reëel verwarringsgevaar te duchten is tussen de onderneming van PP Consult (handelsnaam ‘Mister Jobs’) en de onderneming van Mr. Jobs B.V. (handelsnaam ‘Mr. Jobs’). Oplettende klanten van PP Consult en andere geïnteresseerden zullen immers de verschillen tussen beide ondernemingen zonder meer waarnemen. Het vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd. 

IEF 21993

Artikel ingezonden door Florence Chapin, Novagraaf.

Handelsmerken en sociale media: Communicatiemiddel of bewijs van gebruik?

Geldt het gebruik van een merk op sociale netwerksites als daadwerkelijk bewijs van gebruik? Dit was de vraag waar het Gerecht van de EU zich op 7 februari 2024 over boog toen het uitspraak deed in zaak T-74/23. Florence Chapin analyseert een recente uitspraak van de EU over handelsmerken en sociale media. Caramé Holding AG heeft de Europese Unie aangewezen in haar internationale inschrijving voor de volgende waren van klasse 3: "Reinigings-, verzorgings- en verfraaiingsproducten voor de huid, de nagels, de lippen, de ogen en het haar; parfumerieën; cosmetica; decoratieve cosmetische producten; nagelverzorgingsproducten; haarverzorgingsproducten; haarstylingproducten."  

IEF 21992

Handelsnamen van Mobility Next en verweerder komen overeen maar zorgen niet voor verwarringsgevaar

Rechtbank Oost-Brabant 21 mrt 2024, IEF 21992; ECLI:NL:RBOBR:2024:1214 (Mobility Next tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/handelsnamen-van-mobility-next-en-verweerder-komen-overeen-maar-zorgen-niet-voor-verwarringsgevaar

Rb. Oost-Brabant 21 maart 2024, IEF 21992; ECLI:NL:RBOBR:2024:1214 (Mobility Next tegen verweerder). Mobility Next voert een onderneming die zich bezig houdt met de handel en reparatie van auto’s. In het handelsregister staat Mobility Next ingeschreven onder de handelsnamen Mobility Next B.V. en myrefurbishedcar.nl. Daarnaast maakt zij gebruik van de domeinnaam www.mrcar.nl. Verweerder drijft een eenmanszaak onder de naam Mrcars, eveneens onder deze naam ingeschreven in het handelsregister. Voor zijn website gebruikt hij de domeinnaam www.mrcars.nl. In deze procedure verzoekt Mobility Next de kantonrechter om verweerder te gebieden om inbreuk op het handelsnaamrecht van Mobility Next te staken en het gebruik van de handelsnaam met daarin ‘Mrcar’ opgenomen te staken. Deze vorderingen worden gebaseerd op een vermeende inbreuk op de handelsnaamrechten van Mobility Next zoals bedoeld in artikel 5 Hnw. Het gebruik van beide handelsnamen naast elkaar zou volgens Mobility Next tot verwarringsgevaar bij het relevante publiek leiden, waardoor verweerder ten onrechte kan profiteren van de goede naam van Mobility Next.

IEF 21971

Uitspraak ingezonden door Helen Maatjes, The Legal Group.

"Bakkie"-merken missen elk onderscheidend vermogen

Rechtbank Den Haag 27 mrt 2024, IEF 21971; (DNACC tegen Van der Stad), https://delex.nl/artikelen/bakkie-merken-missen-elk-onderscheidend-vermogen

Rb. Den Haag 27 maart 2024, C109/645 702 / HA ZA 23 -323 (DHCCA tegen Van der Stad) DNACC verhuurt containerbakken voor het tijdelijk opslaan en afvoerenvan afval en is houdster van Benelux- en Unieregistraties voor de woordmerken BOUWBAKKIE, ROLBAKKIE en BAKKIE. Van der Stad verhuurt eveneens containers, maar voor het tijdelijk opslaan van huisraad en kwetsbare spullen. Zijn bedrijf heet ‘opslagbakkie.nl’. DNACC stelt dat Van der Stad inbreuk maakt op haar merkrechten en op haar handelsnaam. In reconventie vordert Van der Stad nietigverklaring van de merken van DNACC op grond van gebrek aan onderscheidend vermogen. De rechtbank oordeelt dat de merken van DNACC elk onderscheidend vermogen missen en geheel beschrijvend zijn. De rechtbank gaat niet mee in de stelling van DNACC dat “bakkie” atypisch is voor een grote containerbak. Verder oordeelt de rechtbank dat de “bakkie”-merken niet zijn ingeburgerd. DNACC heeft niet onderbouwd gesteld dat het publiek op internet zoekt op haar merk BOUWBAKKIE, en niet naar een bouwbak, bak, of zelfs containerbak in het algemeen. Met betrekking tot de handelsnaam van DNACC, oordeelt de rechtbank dat Van der Stad met zijn afwijkende handelsnaam voldoende afstand heeft genomen van de handelsnamen van DNACC. De vorderingen van DNACC worden afgewezen. De vordering in reconventie wordt toegewezen.

IEF 21887

Uitspraak ingezonden door Gregor Vos en Maurits van Beusekom, Brinkhof.

Merk- en handelsnaam geschil tussen Kroonenberg en Medisch Centrum c.s. over gebruik ‘Gelderlandplein’

Rechtbank Den Haag 14 feb 2024, IEF 21887; ECLI:NL:RBDHA:2024:1767 (Kroonenberg tegen Medisch Centrum c.s.), https://delex.nl/artikelen/merk-en-handelsnaam-geschil-tussen-kroonenberg-en-medisch-centrum-c-s-over-gebruik-gelderlandplein

Rb. Den Haag 14 februari 2024, IEF 21887; ECLI:NL:RBDHA:2024:1767 (Kroonenberg tegen Medisch Centrum c.s.) Kroonenberg Groep B.V. (hierna: Kroonenberg) is eigenaar van het winkelcentrum Gelderlandplein. Zij is houdster van vier Beneluxmerken (hierna: de GP-merken), waarvan twee geregistreerd in 2014 (hierna: GP-2014 merken). Huisartsenpraktijk MCG is initiatiefnemer van het Medisch Centrum Gelderlandplein (hierna samen: Medisch Centrum c.s.) Huisartenpraktijk MCG is houdster van het Beneluxmerk ‘Medisch Centrum Gelderlandplein’ (hierna: het MCG-merk). Partijen hebben een geschil over het gebruik van handelsnamen en merken. In conventie vordert Kroonenberg onder andere een gebod voor Medisch Centrum c.s. om ieder gebruik van de naam ‘Gelderlandplein’ te staken en een nietigverklaring van de inschrijving van het MCG-merk. Aan deze eerste vordering legt Kroonenberg ten grondslag dat zij het handelsnaamrecht heeft ten aanzien van de naam Gelderlandplein, en dat het gebruik van de handelsnaam van Medisch Centrum c.s. direct of indirect verwarringsgevaar oplevert. Aan de vordering betreffende het MCG-merk legt Kroonenberg ten grondslag dat zij de nietigheid hiervan kan inroepen, nu er verwarring kan ontstaan tussen de merken. In reconventie vordert Medisch Centrum c.s. primair een verklaring voor recht dat de vier GP-merken nietig dan wel vervallen zijn, nu deze elk onderscheidend vermogen zouden missen, dan wel te kwader trouw zijn gedeponeerd. Daarnaast roept Medisch Centurm c.s. het verval van de GP-merken 2014 in.