DOSSIERS
Alle dossiers

Kamerstukken & EU  

IEF 7958

In afwachting van het gemeenschappelijke stelsel voor octrooigeschillenbeslechting

Euopese Commissie, 21 april 2009, COM(2009) 175 def, Groenboek over de herziening van verordening (EG) nr. 44/2001 van de raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken

"4. Industriële eigendom. (…) In afwachting van de invoering van het gemeenschappelijke stelsel voor octrooigeschillenbeslechting kunnen bepaalde tekortkomingen van het huidige systeem worden vastgesteld en aangepakt in het kader van Verordening (EG) nr. 44/2001.

Met betrekking tot de coördinatie van parallelle inbreukprocedures kan worden overwogen de communicatie en interactie tussen de in parallelle procedures geadieerde gerechten te versterken en/of de regel inzake aanhangigheid buiten toepassing te laten in het geval van een verzoek om een negatieve declaratoire uitspraak.

Met betrekking tot de coördinatie van procedures wegens inbreuken op of nietigheid van een octrooi, zijn in de algemene studie meerdere oplossingen voorgesteld om 'torpedo'-praktijken tegen te gaan. Op deze oplossingen wordt hier niet nader ingegaan. Dergelijke problemen kunnen echter worden opgelost door de invoering van het gemeenschappelijke stelsel voor octrooigeschillenbeslechting; in dat geval is het niet nodig de verordening te wijzigen.

Indien het opportuun wordt geacht procedures tegen meerdere inbreukmakers op het Europese octrooi te voegen wanneer deze deel uitmaken van een groep van bedrijven die op gecoördineerde wijze handelen, zou een oplossing kunnen zijn een specifieke regel vast te stellen die het mogelijk maakt inbreukprocedures betreffende bepaalde industriële-eigendomsrechten tegen meerdere verweerders in te stellen bij de gerechten van de lidstaat waar de verweerder die de activiteiten coördineert of die op een andere wijze het nauwst is betrokken bij de inbreuk, is gevestigd.

Zoals ook het Hof van Justitie opmerkte, zou een nadeel van een dergelijke regel kunnen zijn dat een sterk op feitelijke criteria gebaseerde regel kan leiden tot een vermeerdering van de mogelijke aanknopingspunten voor de bevoegdheid en aldus de voorzienbaarheid van de in de verordening vastgestelde bevoegdheidsregels kan aantasten, waardoor bijgevolg inbreuk zou worden gemaakt op het rechtszekerheidsbeginsel. Bovendien kan een dergelijke regel leiden tot forumshopping. Een andere optie zou kunnen zijn om de regel betreffende procedures met meerdere verweerders te herformuleren teneinde een grotere rol toe te kennen aan de gerechten van de lidstaat waar de hoofdverantwoordelijke is gevestigd.

Vraag 4: Welke tekortkomingen van het huidige stelsel voor octrooigeschillenbeslechting moeten volgens u het eerst worden aangepakt in het kader van Verordening (EG) nr. 44/2001 en welke van de bovenvermelde oplossingen is volgens u geschikt om de bescherming van industriële-eigendomsrechten voor rechthebbenden bij de handhaving en verdediging van hun rechten alsook de positie van verzoekers die deze rechten willen betwisten, te verbeteren in het kader van de verordening?"

Lees het volledige groenboek hier

IEF 7942

Uit de Raad voor Concurrentievermogen (28/29 mei)

Community Patent: As regards the unified patent litigation system, discussions have focused on a draft agreement and a draft statute of the future court. EU delegations made progress on a better understanding of the functioning of the envisaged court system. Important areas that have been addressed and further developed are mainly: the composition of the panels of judges, the implementation and operation of the envisaged agreement, the role of the European Court of Justice (ECJ) in the interpretation of Community law and transitional arrangements. The analysis of economic aspects was carried out on the basis of an expert study highlighting the saving costs for businesses of a unified patent litigation system.

In this regard, the Council reached an agreement in principle for requesting an opinion to the ECJ on whether the envisaged agreement, to be concluded between the Community, its member states and other contracting parties to the European Patent Convention1, is compatible with the EC Treaty.

Google  project: The Council took note of information provided by the German delegation concerning the “Google Books Project”  (scanning of books in US libraries for establishing a database on the basis of digital copies) and its possible legal implications as regards copyright matters (10221/09). The Commission was asked to elaborate an assessment and to report back in due course.

Lees hier meer.

IEF 7914

de nieuwsexceptie

Kamerstukken II 2008/09, 31876, nr. 7. Wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten; Nota n.a.v. het verslag 

"De flitsenregeling brengt voor omroepaanbieders (de exclusief rechthebbenden) de verplichting met zich om beelden van evenementen af te staan. Met andere woorden: iedere andere aanbieder van omroepdiensten heeft het recht om korte fragmenten op te vragen en heeft daarin ook een eigen keuze. De nieuwsexceptie van het auteursrecht geeft een ieder wel de mogelijkheid om zonder toestemming van de auteursrechthebbende nieuwsfragmenten uit te zenden, maar die mogelijkheid is afhankelijk van de feitelijke toegang tot het materiaal."

Lees de nota hier

IEF 7904

Afhankelijk van de feitelijke toegang

Kamerstuk 31876, nr. 7, 2e Kamer, 2008-2009. Wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten; Nota n.a.v. het verslag. O.a. reclamerecht en auteursrecht:

“Bij productplaatsing moet sprake zijn van vergoeding voor het plaatsen van een product in een programma. Dit kan een financiële vergoeding zijn voor elke keer dat het product bijvoorbeeld 5 seconden in beeld komt. Er kan ook worden afgesproken dat er geen financiële vergoeding staat tegenover het opnemen en tonen van een product of dienst in een programma, maar dat het product zelf een zodanige grote waarde heeft dat daarmee in feite de vergoeding voor het programma is geleverd. De regering heeft ervoor gekozen om productplaatsing te verbieden bij de publieke omroep. Het is echter niet de bedoeling van de regering dat de bestaande mogelijkheden voor de publieke omroep worden doorkruist.”

“De flitsenregeling brengt voor omroepaanbieders (de exclusief rechthebbenden) de verplichting met zich om beelden van evenementen af te staan. Met andere woorden: iedere andere aanbieder van omroepdiensten heeft het recht om korte fragmenten op te vragen en heeft daarin ook een eigen keuze. De nieuwsexceptie van het auteursrecht geeft een ieder wel de mogelijkheid om zonder toestemming van de auteursrechthebbende nieuwsfragmenten uit te zenden, maar die mogelijkheid is afhankelijk van de feitelijke toegang tot het materiaal. Die feitelijke toegang is bij sportevenementen vaak alleen mogelijk voor de omroep die opnamen (in het stadion) mag maken.

Een andere omroeporganisatie kan in dat geval de beelden van televisie opnemen of bijvoorbeeld van internet afhalen, maar de kwaliteit daarvan is minder goed en bovendien is de omroep dan beperkt in zijn keuze, omdat hij afhankelijk is van hetgeen hij aantreft (vaak is er meer beeldmateriaal beschikbaar dan wordt uitgezonden). De meerwaarde van de flitsenregeling is dus gelegen in keuze en kwaliteit. De vergoeding die voor het gebruik van een kort fragment mag worden gevraagd, betreft alleen de productiekosten. Het gaat enkel en alleen om de technische kosten en bewerkingskosten die samenhangen met de Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 876, nr. 7 18 beschikbaarstelling van de beelden, bijvoorbeeld kosten voor de tape en arbeidskosten.”

Lees het volledige verslag hier.

IEF 7877

Betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's

Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad,  23 april 2009, betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's (Gecodificeerde versie en voor de EER relevante tekst. PublicatiebladEU, L 111/16 NL, 5 mei 2009).

“De inhoud van Richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's is gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.”

“It fully preserves the content of the acts being codified and hence does no more than bring them together, with only such formal amendments as are required by the codification exercise itself.”

Lees richtlijn 2009/24/EG hier. Procedure EP hier. Computergeschiedenis 1991 hier.

IEF 7873

Vooruitlopend op de mogelijke aanpassingen

Octrooirecht. Kamervragen met antwoord,  nr. 2412 2008-2009, 2e kamer.  Vragen van de leden Irrgang en Bashir (beiden SP) aan de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Financiën en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over medicijnen voor Afrika die worden tegengehouden. (Ingezonden 10 maart 2009); Antwoord. O.a:

 “De vraag is echter of het in de hiervoor genoemde specifieke gevallen wenselijk is om de doorgang van generieke medicijnen afhankelijk te maken van de goedkeuring door de octrooigerechtigde. Het Nederlandse standpunt is dat in die situaties het belang van de toegang van ontwikkelingslanden tot geneesmiddelen beter dient te worden beschermd dan tot op heden het geval is.

(…) Vooruitlopend op de mogelijke aanpassingen streven wij naar een zodanige uitvoering van het in Verordening 1383/2003 neergelegde douane-instrumentarium dat in het bijzonder de legitieme doorvoer van generieke medicijnen naar ontwikkelingslanden voortaan met zo min mogelijk oponthoud plaatsvindt.  Hiertoe zal worden gesproken met de farmaceutische industrie over hun verantwoordelijkheden en belangen bij doorvoer van generieke medicijnen naar ontwikkelingslanden.

(…) Nederland steunt de 2001 Doha Verklaring. Deze verklaring geeft ontwikkelingslanden de ruimte om de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten af te wegen tegen het publiek belang van een goede gezondheidszorg inclusief de toegang tot medicijnen. Nederland hecht veel waarde aan deze zogenoemde TRIPs-flexibiliteiten. Het is aan landen zelf om te bepalen hoe zij deze flexibiliteiten willen toepassen. De inzet van Nederland is erop gericht dat ontwikkelingslanden gebruik kunnen maken van de TRIPs-flexibiliteiten. Voorts vindt Nederland dat de 2001 Doha Verklaring niet alleen betrekking moet hebben op octrooien, maar op alle intellectuele-eigendomsrechten die onderdeel vormen van de onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord tussen EU en Andes-landen.”

Lees alle vragen en atwoorden hier.

IEF 7835

Voor de makers van reclame

Handelingen II 2008/09, nr. 66, pag. 5232-5298. Behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met onder meer de erkenning en financiering van de publieke omroep (31804)

De heer Van Dam (PvdA): Een ander punt betreft de auteursrechtvergoedingen die kabelaars moeten betalen. Volgens mij kan iedereen hiervoor begrip opbrengen als het gaat om films, series of documentaires. De kabelaar verdient geld door consumenten toegang te bieden tot die programma’s en moet daarvan dus een deel afstaan aan de makers, dat is prima. Het is echter toch te gek voor worden dat een deel van deze vergoeding bestemd is voor de makers van reclamefilmpjes? Als kijker betaal je dus om te mogen kijken naar reclame voor wasmiddel of maandverband. Dat moet stoppen. 

Minister Plasterk: Een en ander is gebaseerd op het feit dat hier sprake is van een zogenaamde secundaire vertoning van deze uitingen. Kennelijk is in een ver verleden al door de Hoge Raad vastgesteld dat daarover moet worden afgedragen. Dat zit in ieder geval in het auteursrecht en dus niet in het mediarecht. Daardoor staat het mij niet vrij om te zeggen dat wij dat in de wet moeten veranderen. Het gesprek daarover moet de heer Van Dam aangaan met mijn collega van Justitie, want hij is verantwoordelijk voor het auteursrecht.

De heer Van Dam (PvdA): De minister zei dat hij dat moest bespreken met de minister van Justitie, die er eigenlijk over gaat. Ik wil hem graag een motie meegeven zodat hij die kan doorsturen aan de minister van Justitie. Wij weten dan zeker dat het aangepakt wordt.

Lees het verslag hier.

IEF 7834

Ik ben het met u eens dat misleidende reclame geen goede zaak is

Kamerstukken II 2008/09, nr. 2244. Vragen van het lid Zijlstra (VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het niet-werkzame medicijn Artrosilium. (Ingezonden 11 maart 2009); Antwoord

Vraag 4: Deelt u de mening dat agressieve en misleidende reclame voor medische middelen zieke mensen valse hoop geeft?

Antwoord minister Klink: Ik ben het met u eens dat misleidende reclame geen goede zaak is. Het zet mensen op het verkeerde been en spiegelt ze ten onrechte iets voor. Zeker in het geval van medische middelen kan dit leiden tot schrijnende situaties. Dat is ook de reden waarom er voor reclame voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten strikte regels zijn opgesteld (onder ander voor het gebruik van medische claims) en waarom daarvoor een toelatingsprocedure bij de KOAG/KAG met voorafgaande toestemming van kracht is.

Lees hier alle vragen en antwoorden.

IEF 7824

Het principe van nieuwsexceptie van het auteursrecht

Kamerstukken II 2008/09, 31876, nr. 6. Wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten; Verslag.

"Onderdeel X (artikel 3.27) : De leden vragen zich af hoe dit onderdeel in het wetsvoorstel zich verhoudt tot het principe van nieuwsexceptie van het auteursrecht, dat nieuwsmedia sowieso al het recht geeft om nieuwswaardige fragmenten te gebruiken uit auteursrechtelijk beschermd werk. Zijn de te betalen vergoedingen voor het gebruik van flitsen slechts bedoeld om de productiekosten van de beelden te vergoeden of is er ook een auteursrechtelijke component die de hoogte van de vergoeding mag bepalen? Kan de regering in het laatste geval ingaan op de precedentwerking van de vergoedingsverplichting voor nieuwsmedia? Als immers voor bijvoorbeeld voetbalbeelden een vergoeding moet worden betaald, dan kunnen alle andere evenementenorganisatoren ook een auteursrechtenvergoeding vragen voor opname van fragmenten in het Journaal en zou ook een vergoeding op basis van het portretrecht tot de mogelijkheden gaan behoren voor bekende personen uit de entertainmentsector die het Journaal weten te halen."

Lees het verslag hier.

IEF 7820

De rechtsbescherming van personen in dienst van de BX-Organisatie voor de IE

Staten Generaal 2008/09, 31921, nr. A/1. Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen); Brussel, 24 oktober 2008 (Trb. 2009, 4); Brief minister over aanbieding Protocol ter stilzwijgende goedkeuring

"Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 24 oktober 2008 te Brussel totstandgekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) (Trb. 2009, 4).
 
Een toelichtende nota en de gemeenschappelijke toelichting bij het Aanvullend Protocol treft u eveneens hierbij aan. De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd."

Lees hier meer