Merkenrecht  

IEF 10480

Gebruiktlego.nl

WIPO Arbitrage 9 november 2011, DNL2011-0042, LEGO Juris A/S tegen Stichting RIBW ZWWF; inzake: gebruiktlego.nl; arbiter: Tjeerd F.W. Overdijk)

Een van de vele WIPO Arbitrage LEGO-beslissingen, echter deze vordering van gemeenschaps- en beneluxmerkhouder LEGO wordt afgewezen .

Verweerder is een organisatie die dagactiviteiten voor autistische personen organiseert waaronder deze LEGO-formula. LEGO bouwwerken worden gemaakt van tweedehands lego-onderdelen en verkocht via de webshop onder de gewraakte domeinnaam. Ondanks dat de domeinnaam verwarringwekkend gelijkt op merken van eiser, concludeert het Panel dat er sprake is van een legitiem belang en bona fide gebruik. De analyse vind plaats aan de hand van de z.g. Oki Data criteria (Oki Data Americas, Inc. v. ASD, Inc., WIPO Case No. D2001-0903), BMW / Deenik, zaak C-63/97 (merkgebruik door derde om reparatie  en onderhoud aan te bieden) en Gilette / LA Laboratoire, zaak C-228/03 (eerlijk gebruik, IEF 2834).

Ondanks dat de relatie met merkhouder niet is uitgelegd aan de hand van een expliciete disclaimer, het uiterlijk van de website doet niet vermoeden dat er een commerciële relatie tussen de twee bestaat. Integendeel; de vordering wordt afgewezen.

According to the Oki Data criteria, a bona fide offering must meet several requirements. These include, at minimum, the following:
- The respondent must actually be offering the goods or services at issue;
- The respondent must use the site to sell only the trademarked goods (otherwise, it could be using the trademark for “baiting” Internet users and then switch them to other goods);
- The site must accurately disclose the registrant’s relationship with the trademark owner;
- The respondent must not try to corner the market in all domain names, thus depriving the trademark owner of reflecting its own mark in a domain name.

Although Respondent is not an authorized reseller, it is using the web shop under the Domain Name to sell toys for which Complainant’s trademark rights have been exhausted. The website does not disclose any LEGO figurative trade mark.

The Panel notes that the website to which the Domain Name resolves does not contain an express disclaimer which would make it immediately clear that Respondent is not an authorized reseller of LEGO branded products. On the other hand, however, one cannot say that the website and the content provided on the website would somehow create the impression of a (non-existing) commercial connection between Respondent and Complainant, or that Respondent would belong to any official LEGO reseller network, or that a special relationship of any other nature would exist between Complainant and Respondent. The website clearly mentions that Respondent is the owner and that the products are sold by Respondent and not by Complainant. After weighing all these factors the Panel is of the opinion that the website is sufficiently accurate with regard to the relationship between Complainant and Respondent.

IEF 10478

Gevallen van twijfel

Rechtbank 's-Gravenhage 11 november 2011, KG ZA 11-1047 (C&A Nederland C.V. en Wehkamp tegen G-Star Raw en Facton Ltd)

Met gelijktijdige dank aan Christien Wildeman, Kennedy Van der Laan

In navolging van IEF 9888. Executiegeschil. Merkenrecht. Kleding. Casuïstisch vonnis. Verboden wordt: gebruik van het teken DSTR waarbij afstand tussen de D en STR is gecreëerd. Niet verboden: tekens waarbij geen afstand is gecreëerd tussen de D en STR.

Van een aantal kledingstukken wordt geoordeeld dat het teken Dstr niet valt binnen het gegeven verbod. En in geval van twijfel wordt er in executiegeschillen in het voordeel van veroordeelde beslist. En omdat er sprake is van schrijfletter met duidelijk waarneembare afstand tussen de D en de letters STR, geen twijfel. G-Star moet zich onthouden van iedere vorm van verdere aanzegging, executie of incasseren van dwangsommen op grond van het vonnis. Betaalt proceskosten.

In citaten (kledingstukken i-iv) Ook het feit dat het teken ‘Dstr’ op de thans voorliggende kledingstukken wordt gebruikt in direct verband met en voorafgegaan door het teken ‘Urbn’ maakt dat aan het criterium dat in ernst niet kan worden betwijfeld of het door C&A gebezigde lettergebruik onder het gebod valt, niet is voldaan. (...)

(kledingstuk v) Gelet op het in executiegeschillen geldende uitgangspunt dat gevallen van twijfel in het voordeel van de veroordeelde dienen te worden beslist, komt ook ten aanzien van het gebruik van dit teken de vordering van C&A voor toewijzing in aanmerking.

(kledingstuk vi , r.o. 4.12) (...) Twijfel over de vraag of het teken afgebeeld op kledingstuk (vi) onder het gebod valt, bestaat naar voorlopig oordeel niet. Bij het daarop afgebeelde teken, weergegeven in schrijfletter, is een duidelijke afstand waarneembaar tussen de letter ‘D’ en de letters ‘str’.

4.5. Ten aanzien van de tekens afgebeeld op kledingstukken (i)-(iv) dient voorshands te worden beoordeeld of bij het daarop afgebeelde ‘Dstr’ teken in de door C&A toegepaste vorm – dat wil zeggen in het weergegeven lettertype en met de getoonde typografie, en met steeds één hoofdletter gevolgd door kleine letters – een afstand is gecreëerd tussen de letter ‘D’ enerzijds en de letters ‘str’ anderzijds in de zin van het gebod. Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat de relevantie van het losgekoppeld zijn van de letter ‘D’ enerzijds en de letters ‘str’ anderzijds, daarin is gelegen dat het publiek de letters ‘str’ dan eerder zal opvatten als ‘Star’, waarmee auditieve en begripsmatige overeenstemming tussen het merk G-STAR en het teken Dstr is gegeven (vgl. r.o. 4.14 van het vonnis), welke (relevante mate van) overeenstemming niet zonder meer kan worden aangenomen indien die afstand ontbreekt (vgl. r.o. 4.15 van het vonnis).

4.7. Ook het feit dat het teken ‘Dstr’ op de thans voorliggende kledingstukken wordt gebruikt in direct verband met en voorafgegaan door het teken ‘Urbn’ maakt dat aan het criterium dat in ernst niet kan worden betwijfeld of het door C&A gebezigde lettergebruik onder het gebod valt, niet is voldaan. Immers, dat de letters ‘STR’ door het publiek zouden worden gelezen als ‘STAR’ werd in het vonnis van 5 juli 2011 niet zonder meer aannemelijk geacht indien ‘DSTR’ werd voorafgegaan door ‘URBN’, omdat het dan aannemelijk werd geacht dat het teken ‘DSTR’ eerder zou worden opgevat als ‘district’. Een teken dat werd voorafgegaan door ‘URBN’ én waarbij afstand was gecreëerd tussen de letter ‘D’ en de letters ‘STR’ is in de procedure die heeft geleid tot het vonnis van 5 juli 2011 niet aan de orde geweest. Zelfs indien G-Star zou moeten worden gevolgd in haar standpunt dat bij de tekens afgebeeld op kledingstukken (i)-(iv) sprake zou zijn van een afstand gecreëerd tussen de ‘D’ en ‘str’, dan nog zou in ernst kunnen worden betwijfeld of dat teken onder het gebod valt, gelet op het gebruik van het teken ‘Urbn’ daaraan voorafgaand.

Kledingstuk vi 4.13. Twijfel over de vraag of het teken afgebeeld op kledingstuk (vi) onder het gebod valt, bestaat naar voorlopig oordeel niet. Bij het daarop afgebeelde teken, weergegeven in schrijfletter, is een duidelijke afstand waarneembaar tussen de letter ‘D’ en de letters ‘str’. Zoals G-Star onweersproken heeft gesteld vloeit dit niet voort uit het door C&A voor dit T-shirt toegepaste lettertype Radagund (dat overigens ook door G-Star wordt gebruikt op sommige van haar kledingstukken). Bij gebruik daarvan zou het teken zijn weergegeven zoals hieronder links afgebeeld. De letterzetting van de letters ‘str’ is door C&A echter zodanig aangepast dat de letters s, t en r tegen elkaar aan zijn gedrukt (hieronder rechts weergegeven), met als resultaat dat visueel een duidelijke afstand is gecreëerd tot de letter ‘D’.

Slotsom 4.17. De slotsom is dat het door C&A gevorderde toewijsbaar is voor zover betrekking hebbend op de tekens zoals afgebeeld op kledingstukken (i), (ii), (iii), (iv) en (v) en voor wat betreft het teken zoals afgebeeld op kledingstuk (vi) voor zover betrekking hebbend op de periode van 2 augustus 2011 tot 26 augustus 2011. Ter voorkoming van verdere executiegeschillen zal de rechtbank het gebod laten ingaan 24 uur na betekening, teneinde G-Star in de gelegenheid te stellen eventueel reeds ingezette executiemaatregelen (waaronder begrepen het incasseren van dwangsommen) te staken. C&A heeft geen vordering ingesteld terzake van de ongedaanmaking van eventueel reeds uitgevoerde executiemaatregelen c.q. geïnde dwangsommen, zodat het gebod daarop geen betrekking heeft.

Dictum 5.1. gebiedt G-Star zich binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere vorm van verdere aanzegging, executie of incasseren van dwangsommen op grond van het vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter in deze rechtbank van 5 juli 2011 (zaak-/ rolnummer 394437 / KG ZA 11-554) voor zover betrekking hebbend op de tekens zoals afgebeeld op de ten processe bedoelde kledingstukken (i), (ii), (iii), (iv) en (v) en voor wat betreft het teken zoals afgebeeld op het ten processe bedoelde kledingstuk (vi) voor zover betrekking hebbend op de periode van 2 augustus 2011 tot 26 augustus 2011,

5.2. veroordeelt G-Star om aan C&A een dwangsom te betalen van EUR 10.000,= voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van EUR 1.000.000,= is bereikt,
5.3. veroordeelt G-Star in de proceskosten, aan de zijde van C&A tot op heden begroot op EUR 13.393,=,

IEF 10474

Merk van de dag

Merkenrecht. Gekkengetal. Vrijdagmiddag.

Merk van de dag is van de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11, een privaatrechtelijke vereniging zonder winstoogmerk: 11.11.11 jij vecht tegen onrecht"

Geregistreerd in de klassen 36, 41 en 45:

Liefdadigheidscollectes; fondsenvorming; kapitaalbelegging en - investering; financieel beheer van geld uit contributies voor liefdadigheid; financiële en monetaire diensten; financiële diensten inzake beheer en toewijzing van liefdadigheidsfondsen; voornoemde diensten in bijzonderheid ten behoeve van wereldwijde humanitaire hulp op het gebied van gezondheid, sociale voorzieningen, opvoeding en opleiding en inzake ontwikkeling van kennis en vaardigheden van hulpbehoeftige gemeenschappen. Kl 41 Opvoeding; opleiding; (informeel) onderwijs, al dan niet ter ontwikkeling van vaardigheden voor hulpbehoeftige gemeenschappen; onderwijs ter bevordering van het intercultureel leren bij hulpbehoeftige gemeenschappen; educatie ten behoeve van mensen die hulpbehoeftige gemeenschappen financiële en materiële steun bieden. Kl 45 Persoonlijke en maatschappelijke diensten verleend door derden om aan individuele behoeften te voldoen.

Voor de toepassing, lees hierna

IEF 10468

Samen met een bepaalde grafiek

Gerecht EU 10 november 2011, zaak T-143/10 (Ben-Ri Electrónica SA tegen OHIM/Sacopa SAU) - computervertaling

Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure. Aanvrage gemeenschapsbeeldmerk LT LIGHT-THECNO. Ouder gemeenschapsbeeldmerk LT en spaanse beeldmerken. Relatieve weigeringsgrond: soortgelijke tekens. Het relevante publiek zal echter de tekens op dezelfde manier uitspreken en het is verkeerd dat de Kamer van beroep geen overeenstemming vond tussen de merken op fonetisch vlak. Conceptueel zijn het twee tekens met de letters L en T, enigzins abstract, samen met een bepaalde grafiek. Vernietiging van de beslissing van  Board of Appeal van het OHIM volgt; oppositie alsnog toegewezen:

Computervertaalde citaten:
37 Hieruit volgt dat, voor een deel van het relevante publiek de merken zal op dezelfde manier worden uitgesproken en het is daarom verkeerd dat de kamer van beroep geen overeenstemming vond tussen de merken op het fonetische vlak.

38 Conceptueel, moet worden opgemerkt, zoals de kamer van beroep, dat de combinaties van letters geen idee over te brengen. Daarom zal waarnemen, zelfs voor een deel van het relevante publiek dat het oudere merk als een combinatie van letters "L" en "t", dit merk zal geen betekenis hebben. Met betrekking tot de aangevraagde merk, het element 'licht-THECNO "is geplaatst net onder de letters" L "en" t ", zodat het relevante publiek gemakkelijk kan begrijpen dat deze letters zijn de initialen van de woorden" licht "en" THECNO "waarop zij betrekking hebben.

39 Zelfs indien, met betrekking tot het merk, de letters "L" en "t" kan worden opgevat als een afkorting van 'light-THECNO, "aangezien, in het geval van het oudere merk, de combinatie van de letters "L" en "t" heeft geen betekenis, moet worden geconcludeerd dat de tekens begripsmatig verschillend.

40 De kamer van beroep heeft geoordeeld dat "de conflicterende tekens te produceren [d] een algemene indruk duidelijk anders, omdat het [was] niet duidelijk dat het merk [eerder] in het abstracte, [FU] t waargenomen door het relevante publiek als de combinatie van letters ['l' en de 't'] samen met een bepaalde grafiek. " Zij concludeerde dat de conflicterende tekens vergelijkbaar moet zijn overwogen, noch op de visuele of auditief of begripsmatig.

41 Echter, deze conclusie is onjuist zoals blijkt uit het voorgaande dat het oudere merk kan worden waargenomen door een deel van het relevante publiek als een combinatie van de letters "L" en "t" en dat daarom deze deel van het publiek, zullen de merken worden gezien als vergelijkbaar in zowel visueel als auditief.

IEF 10467

Tekens voor meerdere interpretaties vatbaar

Gerecht EU 10 november 2011, zaak T-22/10 (Esprit International LP tegen OHIM/Marc O'Polo international GmbH) - computervertaling

Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure. Aanvraag gemeenschapsbeeldmerk bestaat uit een letter "e" op een broekzak. Ouder Duits beeldmerk representatie van een letter "c". Relatieve weigeringsgrond: verwarringsgevaar. Het publiek zal de twee tekens als gelijke letters zien, sommige als gestileerde abstracte vormen. Dat in dit verband de tekens voor meerdere interpretaties vatbaar zijn, betekent dat het verwarringsgevaar aannemelijk is. Afwijzing klacht.

Computervertaalde citaten:
117     In dit verband moet worden opgemerkt dat elk van de twee tekens staat voor meerdere interpretaties.

118     In dit geval, moet worden geconcludeerd dat er onder het publiek, zijn er een aantal belangrijke groepen consumenten, met name degenen die het oudere merk te interpreteren als de letter "c" en het aangevraagde merk als de letter "e "degenen die de twee tekens interpreteren als de letter" e ", degenen die de twee tekens interpreteren als de letter" c ", degenen die een van de tekenen als een abstract patroon en de andere tekenen te interpreteren als een van de letters" c "of" e "en degenen die de twee tekens interpreteren als een abstract patroon.

119     In een dergelijke situatie, alleen dat er gevaar van verwarring voor een van deze groepen zijn niet te verwaarlozen.

120     Ervan uitgaande dat het deel van het publiek het oudere merk interpreteert als de letter "c" en het aangevraagde merk als de letter "e" niet verwarren ze, het feit blijft dat er een gevaar voor verwarring voor het deel van het publiek interpreteert de twee tekens als vertegenwoordiger van dezelfde letter en voor het deel van het publiek die van oordeel is dat de twee merken als abstracte patronen. Voor het bepalen van het bestaan ​​van een verwarringsgevaar in de zin van artikel 8, paragraaf 1, onder b), van Verordening nr. 207/2009, is het niet nodig om te zien dat dit risico bestaat voor alle de doelgroep (zie, in die zin, RESPICUR, paragraaf 32 supra, punten 73 en 74.)

121     De vondst van een gevaar van verwarring voor deze groepen consumenten zijn belangrijk genoeg om de oppositie tegemoet te komen, is er geen noodzaak om het bestreden besluit te vernietigen op de enkele grond dat de kamer van beroep ten onrechte beschouwd dat het hele publiek zou ofwel interpreteren de twee tekens als vertegenwoordiger van dezelfde letter of twee borden naar abstracte patronen vertegenwoordigen. In feite hebben deze fout door de kamer van beroep geen invloed op het resultaat.

IEF 10465

Meer dan een stofzuiger

HvJ EU 10 november 2011, zaak C-88/11 P (LG Electronics Inc. tegen OHIM) - computervertaling

Hogere voorziening. Gemeenschapswoordmerk 'KOMPRESSOR PLUS'. Weigering vanwege het beschrijvend karakter. Behandeling van nieuwe vorm van bewijs door het Gerecht EU, verdraaiing van feiten en bewijzen: een document dat een stofzuiger beschrijft als "meer dan een stofzuiger, een echte kleine compressor. " is niet een beschrijving van de feitelijke functionaliteit van het product in kwestie, maar slechts een zeer lovend formule reclame en overdrijft de werkelijke mogelijkheden van het product. Het kon niet letterlijk worden genomen door het Tribunaal als een compressor zou eigenlijk een zware industriële apparatuur en een hoog vermogen, meestal voorzien van jet turbines of pijpleidingen. Hogere voorziening wordt afgewezen.

Computervertaalde citaten: 42 Volgens LG Electronics, heeft het Hof vervormde de inhoud van het document van het Bureau in de bijlage bij haar memorie van antwoord in het bedrijf, in paragraaf 19 van het arrest, dat dit document een stofzuiger beschrijft als "meer dan een stofzuiger, een echte kleine compressor. " Deze zin is niet een beschrijving van de feitelijke functionaliteit van het product in kwestie, maar slechts een zeer lovend formule reclame en het overdrijven van de werkelijke mogelijkheden van het product. Het kon niet letterlijk worden genomen door het Tribunaal als een compressor zou eigenlijk een zware industriële apparatuur en een hoog vermogen, meestal voorzien van jet turbines of pijpleidingen.

45 In dit geval moet het zeker worden opgemerkt dat verzoekster zich beroept formeel, een verdraaiing van de feiten door het Tribunaal in de interpretatie van het document vermeld in paragraaf 19 van de bestreden beslissing. Het is echter blijkt uit de argumenten waarop deze industrie is gebaseerd, in werkelijkheid de aanvrager wil de beoordeling van de feiten uitdaging door het Hof in de interpretatie van het document in kwestie en wil Hof zijn eigen beoordeling van het document vervanger aan het Tribunaal.

46 Hieruit volgt dat het tweede deel van het tweede middel moet worden afgewezen als niet-ontvankelijk.

IEF 10464

Geen erkende afkorting

Gerecht EU 10 november 2011, zaak T-313/10 (Three-N-Products private Ltd. tegen OHIM/Shah c.s.)

Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure aanvrage gemeenschapswoordmerk AYUURI NATURAL. Ouder Gemeenschapsbeeldmerk AYUR. ‘Ayur’ wordt niet erkend als een afkorting voor ‘Ayurveda’, traditionele Indische geneeswijze. Relatieve weigeringsgrond: uiteindelijk toch verwarringsgevaar toegekend. Gelijkende tekens. Article 8(1)(b) of Regulation (EC) No 207/2009. Vernietiging van de beslissing van  Board of Appeal van het OHIM volgt; oppositie alsnog toegewezen:

Regarding the distinctive character of the earlier marks, it follows from paragraphs 47 to 51 above that only a part of the relevant public will readily associate the terms ‘Ayurveda’ and ‘ayur’ for the relevant products. (r.o. 60)

Belangrijkste overwegingen r.o. 54, 56, 58, 65.

IEF 10457

Alias ‘Robbie’

Rechtbank 's-Gravenhage 9 november 2011, HA ZA 11-457 (Gaastra en X-One tegen X)

Sterk vergelijkbaar met IEF 10014. Gaastra c.s. hebben geconstateerd dat onder andere op de websites marktplaats.nl, picturetrail.com/gstar en picturetrail.com/fashion4you2010 onder het alias ‘Robbie’ namaakkleding voorzien van de GAASTRA-merken werd aangeboden. Gaastra c.s. hebben onderzoeksbureau Goorts Onderzoek & Consultancy B.V. (hierna: Goorts) opdracht gegeven in kaart te brengen wie er schuil ging achter de naam ‘Robbie’ en om een testaankoop te doen bij die persoon.

X wijst erop dat hij door 'Hassan' zou zijn opgelicht (4.3) en hij een ondergeschikte rol bij het aanbieden en verkopen heeft. Merkinbreuk wordt aangenomen ogv 2.20 sub a BVIE versterkt door een dwangsom ad €1.000 met een maximum van €50.000.

Nu niet vaststaat dat merkinbreuk beperkt tot verkoop van vijf T-shirts, wordt schadevordering nader opgemaakt bij staat. Nevenvordering inzage, rekening en verantwoording. Proceskosten veroordeling ex 1019h Rv ad € 6.755,45.

Ondergeschikte rol 4.5. Ten aanzien van [X]’s verwijzing naar de rol van Hassan, de omstandigheid dat hij door Hassan zou zijn opgelicht en zijn eigen ondergeschikte betrokkenheid bij het aanbieden en verkopen van namaakkleding, overweegt de rechtbank dat, ook als hiervan sprake zou zijn (hetgeen Gaastra c.s. gemotiveerd betwisten), dit niet kan leiden tot het oordeel dat [X] niet (in ieder geval mede) verantwoordelijk en daarmee aansprakelijk is voor het aanbieden en verkopen van namaakkleding. Uit [X]’s betoog blijkt immers dat hij als oprichter en geldschieter van het bedrijf van waaruit de kleding is aangeboden en geleverd, zou delen in de winst en dat hij zelf feitelijk handelend is opgetreden met betrekking tot de verkoop van kleding. De gevolgen van een en ander dienen dan ook voor zijn rekening te blijven. Er is in ieder geval onder de gegeven omstandigheden jegens Gaastra c.s. geen aanleiding die gevolgen niet voor [X]’s rekening te laten. Voor zover [X] stelt dat hij niet wist dat het om namaakkleding ging (hetgeen Gaastra c.s. betwisten) geldt dat, ook als dit juist is, dit niet kan leiden tot het oordeel dat geen sprake is van merkinbreuk omdat artikel 9 GMVo, evenals artikel 2.20 BVIE, geen kennis of bewustheid van merkinbreuk vereist.

4.9. De rechtbank stelt vast dat [X] inbreuk heeft gemaakt op merkrechten van X-One op grond van artikel 9 lid 1 sub a GMVo en artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE. Het door X-One gevorderde verbod om inbreuk te maken op het Gemeenschapsmerk en op het Beneluxmerk is daarom toewijsbaar. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank ten aanzien van X-One daarmee niet meer toe aan behandeling van de grondslag onrechtmatig handelen. Nu Gaastra International geen beroep doet op merkrechten waarvan zij houdster is, ontbreekt een grondslag voor haar vordering tot staking van merkinbreuk. Deze vordering wordt daarom afgewezen.

Schadevergoeding 
4.13. De rechtbank overweegt dat vaststaat dat [X] vijf inbreukmakende T-shirts heeft verkocht. Dat Gaastra c.s. hierdoor schade hebben geleden acht de rechtbank aannemelijk. Nu bovendien niet vaststaat dat de merkinbreuk van [X] zich beperkt heeft tot deze vijf Tshirts, is de vordering tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat, toewijsbaar.

IEF 10453

Willens blind geweest

WIPO 28 oktober 2011, DNL 2011-0058 (Scotch & Soda B.V. tegen D-Max Ltd, inzake: scotchsoda.nl, arbiter: Willem Hoorneman)

Scotch&Soda is een Nederlands fashion bedrijf en is houder van Benelux- en gemeenschapsmerken SCOTCH & SODA (CTM) en beeldmerk. In juli 2009 is betreffende domeinnaam geregistreerd en een jaar later overgeschreven naar verweerder, domein linkt door naar een "so-called parking page".

Er is verwarringwekkende overeenstemming met merknaam. Parking page rondom merknaam van een ander constitueert geen bona fide gebruik. In dit geval zijn links opgenomen op het gebied van fashion, mede daardoor wordt gebruik te kwader trouw aangenomen. Met een simpele zoekopdracht in het merkenregister had verweerder kunnen weten van merkrechten van eiser. Ook zonder die zoektocht is verweerder "willfully blind" geweest.

 

Onder B (...) It is established case law that such parking pages built around a third party’s trademark as a rule do not constitute a bona fide offering of goods or services, nor do they constitute a legitimate noncommercial use of a trademark. (...jurisprudentie...). In the present case, the Panel notes that the linked pages also cover the area of fashion.
Onder C: Therefore, even if Respondent had not actually been aware of Complainant’s rights, a small effort on its part would have revealed those rights. If Respondent has not made that effort, it has been willfully blind to such rights.

IEF 10452

Vrijkopen van namaakgoederen

Koninklijk besluit van 20 oktober 2011 tot uitvoering van de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten, BS 7 november (ed. 3), 67.327 / en hier

België. De ‘wet van 15 mei 2007’ heeft een douanemisdrijf ingesteld om de invoer in België, het in het vrije verkeer brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te sanctioneren. Een Koninklijk Besluit van 20 oktober 2011 omschrijft nu onder meer de procedure voor een minnelijke schikking voor het ‘vrijkopen’ van de namaakgoederen. Inwerkingtreding op 7 november 2011.

Opsomming waar dit Koninklijk Besluit verder over gaat: Optreden douane; Zekerheid bij Deposito- en Consignatiekas; Minnelijke schikking; Bedragen minnelijke schikking; Betaling minnelijke schikking; Vernietiging goederen; Vernietiging goederen door procureur des Konings; Monsters bij vernietiging goederen.

Lees verder hier