Merkenrecht  

IEF 455

Tien wordt Talpa

Naar aanleiding van het vorige week gewezen vonnis, heeft John de Mol besloten de naam Tien te wijzigen in Talpa. Nu.nl bericht: "Liever had hij zijn televisiezender een andere naam dan Talpa gegeven, om het verschil tussen de verschillende bedrijven aan te geven. Toch laat het Talpa-management maandag weten dat de naam Talpa altijd al 'next best' was op de lijst die intern circuleerde."

Ook de domeinnaam talpa.nl is eigendom van John de Mol (zie eerder bericht). De Mol zou de de domeinaam vrijdag hebben gekocht voor 'enkele duizenden euro's.'

IEF 454

OHIM ‘definieert’ model

Wat is nu een Gemeenschapsmodel en wat niet? Het OHIM heeft een Practice Notice uitgevaardigd, waarin het Bureau een aantal voorbeelden geeft.

  • een enkele kleur  – geen model, al kan kleur als wél een element van een model zijn;
  • geuren – geen model, aangezien het geen onderdeel is van het uiterlijk van een product;
  • woorden in gebruikelijk lettertype – geen model;
  • woorden in ongebruikelijk lettertype/gecombineerd met een figuratief element – kan een model zijn;
  • muziek en geluiden – geen model;
  • muzikale notatie – kan een model zijn wanneer het toegepast is op een product;
  • levende planten – geen model, aangezien levende planten niet worden gezien als producten;
  • blauwdrukken, bouwkundige plannen – deze kunnen geen model zijn voor het gebouw/het intereur, etc. waar de blauwdruk c.q. de plannen in resulteren;
  • foto’s – kunnen een model zijn.
IEF 453

Respect

Het Brabants Dagblad meldt dat Remia en Unilever hun tube-ruzie hebben bijgelegd. "In een gezamenlijke verklaring stellen ze ’veel belang te hechten aan het onderscheidend vermogen van de verschillende merken’ en ’respect te hebben voor elkaars merken’. Om verwarring op het sauzenschap te voorkomen zullen de kleurverschillen tussen de gele tubes fritessaus worden vergroot. De flessen van de overige snacksauzen houden hun kleur." Volgens Charles Gielen, advocaat van Remia, was het toeval dat Remia Unilever zo vlak na het juridische geschil tussen Unilever en Albert Heijn wilde aanklagen.

IEF 446

Bij de Notaris

Nog onbekend met het vonnis interviewde de VPRO gids onder de noemer '9x10' negen ondernemers die zich al wat langer van (een variant op) de naam Tien bedienen. "Een belletje kon er niet af." Eén reactie is hier het vermelden waard. Presentator Cees Grimbergen van Rondom Tien: "De NCRV heeft een batterij advocaten in stelling gebracht omdat ze al in 1910 het woord 'tien' wettelijk heeft gedeponeerd bij de notaris. Zeer vreemd dat John de Mol ons niet gebeld heeft. Dat zijn zender ook met een hoofdletter wordt geschreven is extra schandalig want zo schrijven we Rondom Tien ook. Dit muisje krijgt nog een staartje." (VPRO gids nr. 23)

IEF 443

Geen 5 voor 10, zelfs geen 10 voor 10

In tegenstelling tot eerdere berichten (zie hieronder) wil SBS haar aanspraak op 'Tien' niet verkopen aan Talpa. Of SBS de naam inderdaad voor 5 miljoen te koop heeft aangeboden liet een woordvoerder vrijdag in het midden, omdat de gesprekken donderdag vertrouwelijk waren. SBS-topman P. Tillieux heeft zelfs geen zin meer om met Talpa om tafel te gaan zitten. "De naam Tien is niet te koop. Al zou Talpa 10 miljoen euro bieden, dan nog zeggen we nee. Voor ons is dit een principiële kwestie." "Talpa klapte erover uit de school, maar dat gaan wij niet doen. Feit is nu dat de naam niet te koop is." De advocaat van Talpa zou vrijdag zijn excuses hebben aangeboden voor het feit dat zijn cliënt de vertrouwelijkheid van het op initiatief Talpa gehouden gesprek van donderdag heeft geschonden. (bron: nu.nl)

IEF 442

BioID geen geschikte ID

Conclusie AG Philippe Léger, 2juni 2005, zaak C 37/03 P, BioID AG tegen OHIM. (nog niet in het Nederlands beschikbaar)

AG is het in resultaat eens met het eerdere oordeel van het GvEA dat het merk ieder onderscheidend vermogen mist, maar coorrigeert het Gerrecht in de onderliggende argumentatie betreffende het onderscheidend vermogen van de beeldelementen.

"Auch wenn diese Bestandteile, denen für sich genommen keine Unterscheidungskraft in Bezug auf die betreffenden Waren und Dienstleistungen zukommt, für die Präsentation der von der Anmeldung erfassten Waren und Dienstleistungen im geschäftlichen Verkehr gewöhnlich verwendet werden können, bedeutet dies allein nicht, dass sie für diese Waren und Dienstleistungen ohne jede Unterscheidungskraft sind."

AG bekijkt het merk daarna nog een keer en komt tot de conclusie dat het beeldmerk BioID ook zo bekeken geen enkel onderscheidend vermogen heeft.


78.   Das Gericht hat nämlich aus dem Umstand, dass die Bestandteile des streitigen Zeichens für die Präsentation der in der Anmeldung genannten Waren und Dienstleistungen im geschäftlichen Verkehr gewöhnlich verwendet werden könnten, gefolgert, dass diese Bestandteile nicht unterscheidungskräftig seien.

79.   Wie jedoch oben erläutert wurde, ist dieses Kriterium zwar für Bestandteile relevant, die wie hier der Wortbestandteil „BioID“ die in der Anmeldung genannten Waren oder Dienstleistungen oder ihre Merkmale beschreiben, nicht jedoch für Bildbestandteile wie die Schriftart Arial, einen einfachen Punkt oder den Bestandteil ®. Auch wenn diese Bestandteile, denen für sich genommen keine Unterscheidungskraft in Bezug auf die betreffenden Waren und Dienstleistungen zukommt, für die Präsentation der von der Anmeldung erfassten Waren und Dienstleistungen im geschäftlichen Verkehr gewöhnlich verwendet werden können, bedeutet dies allein nicht, dass sie für diese Waren und Dienstleistungen ohne jede Unterscheidungskraft sind.

101. Wie oben dargelegt, setzt sich das streitige Bildzeichen aus einem Wortbestandteil, dem Wortzeichen „BioID“, sowie Bildelementen zusammen, die zum einen aus den typografischen Merkmalen dieses Wortzeichens und zum anderen aus den hinter dem Wortzeichen platzierten grafischen Elementen, nämlich einem Punkt und dem Zeichen ®, bestehen.

102. Was das Wortzeichen „BioID“ betrifft, so ist festgestellt worden, dass es von den maßgeblichen Verkehrskreisen, die aus Personen bestehen, die über die betreffenden Waren und Dienstleistungen gut unterrichtet sind, als Verbindung der beiden Abkürzungen „Bio“ und „ID“ in der Bedeutung „biometrical identification“ (biometrische Identifikation) verstanden werden kann. Wir haben ebenfalls gesehen, dass es sich bei der biometrischen Identifikation um eine der technischen Funktionen der in der Anmeldung genannten Waren handelt, und dass sie unmittelbar auf eine der Eigenschaften der im Antrag genannten Dienstleistungen Bezug nimmt oder mit diesen in einem engen funktionellen Zusammenhang steht. Somit steht fest, dass die Abkürzung „BioID“ als Wortbestandteil des Zeichens nur ein Merkmal der in der Anmeldung genannten Waren und Dienstleistungen beschreibt und hinsichtlich dieser Waren und Dienstleistungen nicht unterscheidungskräftig ist.

103. Was die Bildbestandteile des streitigen Zeichens anbelangt, so ist zunächst hinsichtlich der zur Darstellung des Wortzeichens „BioID“ verwendeten Schreibweise festgestellt worden, dass die Schrift Arial im geschäftlichen Verkehr gewöhnlich verwendet wird. Aus den Erörterungen geht ebenfalls hervor, dass der Punkt hinter dem Wortzeichen „BioID“ üblicherweise als letzter Bestandteil einer Wortmarke verwendet wird, um darauf hinzuweisen, dass eine Abkürzung vorliegt. Was den Bestandteil ® betrifft, so zeigt er im Allgemeinen an, dass das mit ihm verbundene Zeichen als Marke für ein bestimmtes Gebiet eingetragen ist.

104. Diesen Feststellungen lässt sich entnehmen, dass keinem der Bildbestandteile des streitigen Zeichens für sich genommen eine besondere Unterscheidungskraft in Bezug auf die in der Anmeldung genannten Waren oder Dienstleistungen zukommt. Das streitige Zeichen besteht somit aus einem Wortbestandteil, der die Merkmale der betreffenden Waren und Dienstleistungen beschreibt, und aus Bildbestandteilen, die für sich genommen in Bezug auf diese Waren und Dienstleistungen ebenfalls nicht unterscheidungskräftig sind.

105. Die Betrachtung des von der Marke als Ganzem hervorgerufenen Gesamteindrucks führt zu der Feststellung, dass das Zusammenspiel dieser verschiedenen Bestandteile nicht geeignet ist, der Marke Unterscheidungskraft zu verleihen. Der Wortbestandteil „BioID“ ist offensichtlich der dominierende Bestandteil, der bei der Untersuchung des streitigen Zeichens als Ganzem hervorsticht. Die für diesen Bestandteil verwendete Schreibweise ist gewöhnlich. Was den Punkt und den Bestandteil ® betrifft, so ist ihre Bedeutung für das Zeichen im Vergleich zu dem Wortbestandteil „BioID“ völlig zu vernachlässigen.

106. Somit ist festzustellen, dass die Bildbestandteile des Zeichens die mögliche Bedeutung des Wortzeichens „BioID“ für die maßgeblichen Verkehrskreise und somit dessen beschreibenden Charakter in keiner Weise beeinträchtigen können. Vielmehr kann man sagen, dass sie diese Bedeutung verstärken oder zu ihr beitragen. Wie bereits festgestellt, werden die beiden letzten Buchstaben des Wortzeichens „BioID“ groß geschrieben, während die vorangehenden Buchstaben klein geschrieben sind. Ferner ist die Strichstärke der beiden letzten Buchstaben „ID“ schmaler als die Strichstärke der drei vorangehenden Buchstaben. Die unterschiedliche Schreibweise verstärkt den Eindruck, dass das Wortzeichen „BioID“ aus den beiden gesonderten Bestandteilen „Bio“ und „ID“ zusammengesetzt ist. Ebenso bestätigt der Punkt hinter dem Wortzeichen entsprechend seiner gewöhnlichen Bedeutung im Bereich der Marken, dass es sich bei dem komplexen Zeichen „BioID“ um Abkürzungen handelt.

107. Daraus lässt sich die Schlussfolgerung ziehen, dass dem streitigen Zeichen in Bezug auf die betreffenden Waren und Dienstleistungen keine Unterscheidungskraft zukommt. Somit ist die Klage von BioID gegen die streitige Entscheidung abzuweisen. Lees arrest.

IEF 440

5 voor 10

De Telegraaf komt met het laatste soapnieuws: Volgens Talpa-woordvoerder T. Notermans heeft SBS volgend op het vonnis van de Rechtbank Amsterdam aangeboden om de rechten en aanspraken van SBS op 10, tv10, tien etcetera te verkopen voor 5 miljoen. Bovendien zou SBS willen dat Talpa het aangekochte programma Expeditie Robinson (vroeger SBS/Net5) een jaar lang niet op de buis brengt.

Het SBS-aanbod zou volgens Talpa het hoger beroep van Talpa alleen maar sterker maken. "Wij denken dat wij gelijk hebben en de naam Tien gewoon moeten kunnen gebruiken. Dit aanbod sterkt ons in die mening want de naam is gewoon te koop. Zo heilig is de titel dus ook weer niet voor SBS. Wij nemen het aanbod dus niet in overweging en verzinnen ondertussen een andere naam voor de zender."

SBS is ontstemd over de uitlatingen van Talpa. Volgens SBS-woordvoerder E. Eljon was het een vertrouwelijk gesprek op initiatief van Talpa. SBS wil inhoudelijk dan ook niets kwijt over het gesprek, behalve dat Expeditie Robinson sowieso buiten een 'deal' wordt gehouden omdat er over twee weken een aparte rechtszaak over dat programma is.

"Ze willen een vertrouwelijk gesprek en klappen vervolgens uit de school. Het had Talpa gesierd als ze zich aan de afspraak hadden gehouden" , aldus de woordvoerder. "We willen TV 10 niet verkopen dus wat ons betreft zoekt Talpa gewoon een andere naam, zoals de rechter heeft bepaald."

IEF 439

SUCCESVOL OPTREDEN VAN CHIVAS TEGEN PARALLEL-HANDELAAR

 

Op 26 mei jl. wees het Hof Den Haag arrest in een opheffingskortgeding tussen Maxifood B.V. en Chivas Brothers (Europe) Ltd. over een partij Chivas Regal van Maxifood waarop door Chivas conservatoir beslag was gelegd.

Alhoewel volgens het hof aannemelijk was dat de partij whisky met toestemming van Chivas in Italië in het verkeer was, kon Chivas zich toch tegen gebruik van het merk Chivas Regal verzetten, omdat het aannemelijk was dat Maxifood het imago van het merk had aangetast door het op amateuristische wijze bijwerken (met zwart) van beschadigingen die door de verwijdering van de accijnslabel (met het accijnszegel) aan weerskanten van de capsuledop van de whiskyfles waren ontstaan.

Daardoor zou bij de koper de gedachte kunnen postvatten dat met de whisky is "geknoeid." Daarbij werd mede in aanmerking genoemen dat Chivas Regal een hoogwaardige kwaliteit bezit en in 2003 in "Wine Enthusiast Magazine" uitgeroepen was tot "distiller of the year".

Ondanks dat de whisky alleen was opgeslagen, en dus door Maxifood nog niet was doorverkocht, was volgens het Hof toch sprake van (dreigend) merkgebruik, omdat "Maxifood als eigenares over de partijen whisky kan beschikken en de bestemming daarvan kan bepalen. Mede daarom is er "voldoende vrees dat Maxiffod de inbeslaggenomen partijen whisky of een gedeelte daarvan eveneens zal verkopen aan een binnen de EER gevestigde afnemer en aldus het merk zal gebruiken." Lees arrestLees arrest

IEF 438

Verpakkingsplagiaat

O.a. Zibb bericht dat Unilever door Remia wordt beschuldigt van 'verpakkingsplagiaat'. De nieuwe verpakkingen van Calvé zouden te veel lijken op de eigen op de dop staande tubes. Remia heeft deze tubes sinds 1998 in zijn assortiment en heeft ze als merk gedeponeerd. Ook zou er auteursrecht berusten 'op het concept van de staande tube.' Aan eerdere verzoeken van Remia aan Unilever om de productie van deze tubes te staken werd geen gehoor gegeven. Remia eist nu via de rechter dat Unilever de verpakkingen met onmiddellijke ingang uit de handel neemt en dat de productie ervan wordt gestaakt.

Nadat Unilever in april nog Albert Heijn in kort geding daagde omdat deze te dicht zou aanleunen tegen de verpakkingen van Unilever-merken, lijkt het dus nu de beurt aan Unilever om in het beklaagdenbankje plaats te nemen. Oordeel zelf. De nieuwe blinde poules voor merkengemachtigden, advocaten en andere IE-fanatici kunnen weer van start; 1-0 of 2-0 voor Remia?  lees meer.

IEF 430

Oxio vs Oxxio, de schikking

In aansluiting op eerdere berichtgeving: Energiebedrijf Oxxio mag zijn naam behouden. Dat is het energiebedrijf vandaag met Holland Railconsult overeengekomen. Volgens de woordvoerders van Holland Railconsult en Oxxio is de schikking voor alle betrokkenen 'een bevredigende oplossing' Nu.nl bericht dat ook Dolf Heyning van het door de affaire flink beschadigde naamcreatiebureau The NameWorks blij is met de schikking. Op de vraag of The Nameworks nog in de buidel heeft moeten tasten, laat Heyning zich niet uit. 'Maar we zijn zeer verheugd dat beide partijen eruit zijn.'